Maandag 16
Oct. 1893.
4293.
38e Jaargang.
Het gouden feest.
De detective.
I'
Binnenland
AMERSFOORTSCHE COURANT.
Uitgave
fisiA A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
Franco per post ƒ4.45. Advertentiën16 regels 60 Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bureau
MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wijk B.
KENNISGEVING.
Mfc.De BURGEMEESTER
WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
^ei,-'c" art. 5 der wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkenschap
ff' Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
er schrift om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein bij hen is ingekomen van
J.'EEKIIOUDT, in het perceel wijk F, n°. 332,
Utons bewoond door Z. PANBAKKER.
rafflbnersfoort den 13. Oetober 1.393.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTU8.
In hot Diakonie-Oude mannen en Vrou-
huis zal morgen het 50-jarig bestaan dier
zoo nuttige stichting herdacht worden.
v. *<,;Heereu diakenen hadden de groote wel-
^"/.willeiulhnid in ons vorig nummer een
artikel te plaatsen waarin de geschiedenis
der inrichting in korte trekken ontvouwd
wordt. Zij lierinuerden hoe, nu vijltig
jaren geledeu, op initiatief van ds. H.J.
van Hoorn en met krachtigeu steun vau
<ien heer A. D. Methorst, iu de Muurhui
zen, naast Volksheil", een gebouw werd
A ingericht waar 50 oude vrouwen een „te
huis "vonden.
De behoefte aan zulk een te huis was
groot.. Het Sint Pieters- en Blokland*
Gasthuis toch was meer bestemd voor
kleine burgers dan voor totaal armlas
tigen, en deze laatsten moesten door
wekelijksche giften van de Diakonie ge-
ateund of op zichzelveu wonen, öf ze
tmoesten door diakenen worden uitbesteed
in andere gezinnen. Iu het eerste geval had-
den zij een zeer eenzaam leven, en waren
ze, als ze ziek werden, van hulp versto
ken en in het laatste kwamen ze vaak
terecht in gezinnen, die meer uit winst-
bejag handelden dan uit liefde tot deu
naaste.
Vandaar de wenscli om voor zulke
vrouweu eeu „te huis" op te richten,
waar ze gezellig bij elkander waren, waar
ze goed verzorgd en verpleegd werden,
ze nog eens een opbeurend woord hoor-
Feuilleton.
Naur het Engelsch door S
3É«)-
B> In de hut van den kapitein bevond zich nic-
RBmand, toen ik binnentrad. Geheel met andere
iMn gedachten vervuld, was ik in 't geheel niet nieuws-
P? gierig, welk gewichtig nieuws de kapitein mij
wel zou hebben mede te doelen, en liet mij in
i een stoel vallen.
Eindelijk trad de kapitein binnen: „Hetsnijt
1 mij, dat ik er mij toe leenen moet,'' sprak nij.
I „Maar het zal een misverstand zijn, dat zich wel
spoedig zal ophelderen."
Door deze woorden een weinig geprikkeld, zag
I ik op en ontdekte, dat de kapitein niet alleen
I was. Achter hem stond een heer met een hoogen,
castoren hoed op en naast dezen Hogmann. Ik
I stond op:
„Wat is er aan de hand, kapitein?"
Deze wees als antwoord op mijn vraag naar
den vreemden heer. die nu op mij toetrad: „Mijn-
heer Arthur Stein?"
I „Ja, die ben ik," antwoordde ik.
I „Wilt ge zoo goed zijn, mg uw papieren over
te geven?"
I „Waarom, mijnheer Met welk recht ver-
langt gij dat?"
I „Ik eiseh ze van u, ambtshalve, als Duitsch
H consul, hier op Duitschen bodem."
den, en waar ze aan een vriendelijke
controle waren onderworpen."
Alras bleek het gebouw niet te vol
doen aan de meest billijke eischen en
werd in 1849 het tegenwoordige gebouw
in de Muurhuizen bij de Scheroierstraat
aangekocht. De koopsom werd gevonden
uit de opbrengst van het eerste gebouw,
en eenige giften, en het nieuwe gebouw,
kwam zoodoende onbezwaard en iu vol
len eigendom aan de Diakoniezelfs was
er een kapitaaltje over, dat als „stichtings-
kapitaal" diende en waarvan men hoopte
dat het gaandeweg zóo zou aangroeien
dat de inrichting zich zelve zou kunnen
helpen, zonder subsidie van de Diakonie.
Bij het 35-jarig bestaan, in 1878, is
echter besloten om behalve vrouwen ook
mannen op te nemen. Het gevormde
kapitaal was dan ook alras niet voldoende
en men moest hulp zoeken bij de Diakonie
te meer, daar door deu druk der tijden
nagenoeg geen giften en legaten meer
inkwamen.
Jaarlijkseh geeft de Diakonie dan ook
eeu bijdrage van f 2700, waarvan 25
oudjes een uitstekende verpleging genie
ten; wel een bewijs met hoeveel over
leg en zuinigheid de gelden beheerd worden
Als men het gebouw vau den kant der
Scherbierstraat binnentreedt, komt men
in een gang, die rechts naar het vrouwen
vertrek leidt, waar een negental zindelijke
houten bedjes staan, vóór elk bed een
houten kist waarin de gasteliugen hun
kleeren en snuisterijen bergen en waarop
het waschgfiei. 't Was er evenals in
het geheele gebouw kraakzindelijk,
zelfs op den morsigen Zaterdagochtend
waarop we het bezochten.
Daarneven ligt het ziekenvertrek voor
de vrouwelijke gastelingen, geheel inge
richt als het vorige, eveneens met zinde
lijke houten bedjes, vier in getal. In deze
kamer merkten we eeu zeer fraai schoor
steenstuk op, zooals hier en daar in oude
hoerenhuizen hier ter plaatse nog worden
aangetroffen, handwerk van groote vol
komenheid.
Keu deur geeft toegang tot de con ver-
8atie-zaal voor de vrouwen, een ruim,
„Ha!" Ik wierp Hogmann een verachtelijken
blik toe, wiens oogen zich op alles, behalve op
mij vestigden. Daarna haalde ik mijn reispas
uit mijn portefeuille en reikte hem den consul.
„Ik moet u verzoeken, mij de geheele porte
feuille af te staan," sprak hij.
Ik wilde uitvaren, maar bedwong mij en gaf
ze hem, Hij keek den pas in, las hem nauwkeurig
en wendde zich daarop tot Hogmann met de
woorden: „De pas is in orde."
„Goed," sprak deze. „Hoeveel is er van de som
nog voorhanden?"
Nu kon ik mij niet langer bedwingen en ter
wijl het bloed inij naar het hoofd steeg, riep ik
toornig uit
„Mag ik nu eindelijk eens weten, wat gij van
mij verlangt
De consul keek mij scherp aan en sprak„Ar
thur Stein, thans koopman, vroeger hulpbeambte
bij de politie te Berlijn, wordt verdacht uit de
geheime kas van de politie een som van 50 000
Mark gestolen te hebben. Ik neem u, op aan
wijzing van den geloofwoardigen polite-beambte
Hogmann, in hechtenis!"
„Schandelijk!" Dat was alles, wat ik uit kon
brengen; ik stikte^ bijna van woede.
Hogmann had intusschcn de deur van de hut
geopend en twee politic-beambten toegewenkt,
waarvan er écn mijn schouder even met zijn staf
aanraakte.
„Ik protesteer tegen mijn arrestatieriep ik uit.
„Mijnheer de consul f Gg wordt door een el
lendeling bedrogen
„Matig u in uw uitdrukkingen," vermaande
de consul. „Uw portefeuille bevat een aanwijzing
van (5000 dollar van de Noordduitsche bank te
gezellig lokaal, versierd met de naamlijsten
der Stichters vau het Vrouweu- eu van
het Mannenhuis, en waar voor de feeste
lijkheid groen ea bloemen zijn aange
bracht in wier midden het zooveel zeggende
portret van ds. Van Hoorn, den man
wiens naam verbonden is aan zoo menige
instelling van nut of liefdadigheid hier
ter stede en wiens gedachtenis door velen
in eere wordt gehouden.
Daar vonden we een moedertje, dat
reeds 27 jaar in het gesticht verpleegd
wordt ze is de oudste „gast" en
dat nog een en ander vertelde van het
zilveren feest. „Toen was ik .heel wat
vlugger dan nu," voegde ze er met een
zucht bij.
In de Regentenkamer, die tegenover
dit vertrek ligt, hangen de naamborden
der verschillende Regenten hoe velen
hebben reeds het tijdelijke met het eeuwige
verwisseld eu borden waarop de verschil
lende legaten en giften zijn aangeduid.
Beneden, tegenover den ingang, is de
ruime eetzaal voor de gastelingenrechts
leidt een deur naar het mannenkwartier,
geheel ingericht als dat voor de vrouwen,
doch inet donker getinte wanden „de
heeren rooken nogal veel" merkte onze
vriendelijke geleider op en links is de
ruime keukon, waar een verpleegde (alle
arbeid wordt door de inwonenden ver
richt) een werkelijk smakelijk maal be
reidde. Aan de Singelzijde is het vertrek
van de Moeder.
Uit den aard der zaak zal de feest
viering van hoogst eenvoudigen aard
wezen, doch velen zullen wellicht zich ge
drongen gevoelen het gebouw op den
feestdag te gaan bezoekep.
Wie begroet in dat huis niet een toe
vluchtsoord voor hen, wier kracht gebro
ken, wier oog verduisterd, wier arm ver
stijfd is en die daar verlossing vinden
van een armoede, welke niet slechts hen
ten onder brengt, maar ook hun kinderen
en verwanten pijn doet?
Dit huis mag voor menig le<jig hart
een kweekschool genoemd worden van die
gemoedsstemming, welke ieder onmisbaar
is, wiens levenszon ter kimme daalt.
W. C. DIJKGRAAF, Horloger.
Langestraat 16.
Berlijn op de Bank van'TJew-York. Waar is de
rest
„Het is mijn eigen geld, van de nalatenschap
mijner ouders, 't geen ik na den dood van mijn
voogd uit de zaak van zijn opvolger heb gelicht;
de naam van die firma is Heinrich Benken. Ik
ben daar jarenlang werkzaam geweest."
„Kunt gij dat onmiddellijk bewijzen?"
„Ja. In de portefeulle bevinden zich ook aan
bevelingsbrieven van mijn voormaligen chef aan
de eerste firma's te New-York. Ik verzoek u op
mijn kosten een telegram aan de firma te zen
den," vroeg ik den consul.
„Dat zal geschieden; voor 'toogenblik moet
ik u echter verzoeken, mij te volgen."
Met een dreigenden blik op Hogmann verliet
ik tusschen do beide politieagenten het schip
Op den tweeden dag na mijn gevangenneming
liet de consul mij bij zich ontbieden. Hij kwam
mij uiterst beleefd tegemoet en naar het mg
voorkwam, was hij niet erg op zijn gemak.
„Het antwoord uit uw vaderland is aange
komen mijnheer Stein" sprak hij.
„Welnu?"
„Ik heb u echter dubbel op kosten gejaagd,
aangezien ik niet alleen aan Heinrich Benken,
maar ook naar den chef der politie te Berlijn
heb getelegrafeerd. Ik deed dat in uw belang."
„Ik dank u, mijnheer de consul! Hoe luidt
Morgen zal er den gansehen i
genheid wezen eeus kennis te maken met
deze stichting; hoe meer personen het
gebouw met een bezoek zullen vereeren,
des te aangenamer zal dit deu beheeren-
den diakenen wezen.
We twijfelen er niet aan, dat er velen
zullen zijn, die een kleine gift willen af
zonderen bij de deur hangt een bus, welke
daartoe ruimschoots gelegenheid biedt.
Bij Koninklijk besluit is uitgemaakt, dat
»dc gereformeerde kerk" moet geacht wor-
dens krachtens art. 1690 Burgerlijk wetboek,
in verband met art. 15 der wet van 22 April
1855, rechtspersoonlijkheid te bezitten, aange
zien de «Christelijke afgescheiden gemeente"
die achtereenvolgens haar naam veranderde,
eerst in «Christelijke gereformeerde gemeen
te" en laatstelijk in «Gereformeerde kerk",
bij K-rn. besluit van 18 Januari 4851 toege
laten en mitsdien als rechtspersoon erkend
is dat toch een wijziging in den naam eener
veree.iiging en in het verband van samen
werking, waarin zij staat tot andere gelijk
soortige vereen igingen, met behoud van
plaatselijke zelfstandigheid en eigen werk
kring, die vereeniging haar wettig verkregen
rechtspersoonlijkheid niet kan doen verliezen.
Staatsblad No. 140 bevat de Wet van 30
Sept. 4893, op het faillissement en de sur
séance van betaling.
De Staatscourant no. 242 bevat de Wet
van 2 Oct. tot helling eener Belasting op
bedrijfs- en andere inkomsten.
De nieuwbenoemde gouverneur-generaal
van Nederlandsch Indië, ihr. J. H. A. van
der Wijck, is Vrijdag te Padang aangekomen.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal is
in openbare vergadering bijeengeroepen tegen
morgenmiddag vier uur.
De Commissie van rapporteurs voor de
amendementen op het Kiesrecht-ontwerp is
gereed gekomen met de vastelling van de
hoofdpunten voor bet nadere sectie-verslag
hetwelk haar, na door den Griffier te zijn
opgemaakt, ter definitieve vaststelling en ter
verzending aan de Regeering zal worden
aangeboden.
het antwoord?"
Benken bevestigt, hetgeen de Berlijnsche po
litie meldt, dat gij nooit bij haar zijt werkzaam
geweest, doch jarenlang bij de firma Benken
waart en dat gij te goeder naam en faam be
kend zijt".
„Dus ben ik vrij?"
„Zeker. Ik voeg er echter aan toe, dat gij toch
nog, ter vervulling van eenige formaliteiten,
eenigen tijd mijnlaat ons maar zeggen,
mijn gast had moeten zijn, indien er niet een
bijzondere omstandigheid was voorgekomen."
„Wat dan?"
„De politie-beambte Hogmann zeker, hij is
dat werkelijk, de politie te Berlijn bevestigt
het, is sedert gisteren, misschien reeds sedert
eergisteren verdwenen, en naar alle waarschijn
lijkheid vertrokken."
„Natuurlijk! hij moest immers weten, dat zijn
aanklacht valsch was, zoodat hij die niet lang
kon volhouden I"
„Het spijt mij, dat ik er mij toe leenen moest,
mijnheer Stein, u zulk een onrecht aan te doen.
Als ik u later van dienst mocht kunnen zijn,
vervoeg u dan slechts bij mij."
Hij gaf mij mijn portefeuille terug en reikte
mij de hand ten afscheid.
Nu was ik weder vrij. Toen ik weer geregeld
kon nadenken, kwamen mij eenige woorden uit
mijn jeugd in de gedachte, die mijn vader steeds
tot mij sprak, ais ik aanstalten maakte om, in
tranen uit to breken, nl. „Wees een flinks
jongen
.(Wordt vervolgd