Donderdag 21 Dec. 1893. Voor Jong Holland. 1 het dagboek van een dokter. No. 4312. 38e Jaargang. Uitgave PiRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Dit blad verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag. Abonnement per 3 maanden 1. Franco per post f 1.4b. Advertentiën1regels CO Cents.elke regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-ofncieële- en onteigeningsadvert. per regel 1:> Cents, Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. B\j advertentiën buiten dc stad worden de incasseeringskosten in rekening gebraoht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. Wegens het KERSTFEEST zal het nummer van 25 December reeds aanstaanden ZATERDAGAVOND worden uitgegeven. Beleefd verzoeken wij h.h. ad ver tenten ons huune voor het Kerst nummer bestemde annonces uiterlijk Zaterdagmiddag éen uur te doen toekomen. KENNISGEVING. DE BURGEMEESTER E.v WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gekt op art. der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. G. de JAGER ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot hot oprichten van eene brood- en koek bakkerij in het perceel alhier gelegen aan de Krommestraat, wijk F. No. 239, bij het kadaster bekend onder Seeiie E, No. 487, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, 2. Januari aanstaande, des voor middags te elf uren, gelegenheid ten raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het ge meentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting intebrengen. Amersfoort, den 19. December, 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris. W. L. SCHELTUS. Reeds in onze nummers van 3 en 9 Oc tober zeiden we een enkel woord over het ministrieel besluit tot instelling van een lleserve-kader en naarmate die meer bekend wordt, interesseeren zich ouders en jongelui er meer en meer voor. Wij laten thans de bepalingen volgen van het Kon. besluit waarbij het werd ingesteld. Ieder, tusschen de 17 en 24 jaar, die voor den militiedienst lichamelijk geschikt is, daarbij op een trap van ontwikkeling staat, die ongeveer bereikt wordt op het einde van een pro-gymnasium of van een Hoogere Burgerschool met driejarigen cur sus, en die bovendieu eenige bedrevenheid in den wapenhandel bezit, kf»n als vrij williger tot het Reservekader /orden toe gelaten. Die vrijwilligers bevinden zich Feuilleton. 9). „Ik ben haar geneesheer. Maar ik stel ctóarom veel belang in haar, omdat ik niet geloof, dat zij krankzinnig is." Hier hield ik op met spreken. Dokter Anderson 1 staarde naar den grond. Zijn gelaat scheen na- denken uit te drukken. r „Zij was altijd een erg zenuwachtig meisje," f zeide hij na oen poos, „zij geraakte zeer gemak kelijk onder den invloed van wien zij respec teerde. Ik stjjj.de belang in juffrouw Whit taker; gedurende een paar maanden had ik haar tot patiënt. Mijn behandeling was haar zeer heilzaam en de uitbarsting, die plaats had, was wel het laatst wat ik ooit gedacht had. Wanneer ge twijfel uitspreekt aangaande haar krankzinnig heid, dan vergeet u „Neen, ik vergeet niets," zeide ik, met eenig ongeduld in mijn stem, want de man beviel mij niet erg. „Maar, dokter Anderson, miin meening omtrent deze zaak is geenszins het doel mijner komst. Juffrouw Whittaker is ziek en verlangt u te zien, en ik heb haar beloofd, te zullen doen niet als de gewone vrijwilligers voort durend, maar als de militie slechts tijde lijk onder de wapenen. De opleiding ge schiedt daarom gedeeltelijk buiten maar altijd in nieuwe aanraking met het leger. Het Reservekader zal in zuiver militaire kennis en bedrevenheid minstens gelijk staan met het tegenwoordige militiekader. Het zal daarom een liooger standpunt kunnen innemen dan dit kader, dat veelal slechts een zeer beperkten graad vanal- gemeene ontwikkeling bezit Voor de opleiding van het Reservekader wordt een militaire cursus geopend, o. a. in elke gemeente waar zich een Kweek school voor onderwijzers, een Hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus, een Gymnasium of een dergelijke inrichting van onderwijs bevindt, b v. de Landbouw school, enz. In elke gemeente o. a. waar een Uni versiteit of de Polytechnische School is gevestigd, wordt gelegenheid gegeven het militair onderwijs voort te zetten, teneinde de kundigheden te verwerven, die van den vaandrig worden gevorderd. De vrijwilliger voor het Reservekader treedt nl. als aspirant-vaandrig in dienst. Hij wordt achtereenvolgens bevorderd tot reserve-korporaal, reserve-onderofficier en eindelijk tot vaandrig. De graad van vaandrig opent voor hem een werkkring van officier. Om tot het Reservekader, als aspirant vaandrig, te worden toegelaten, moet men niet alleen voldoen aan de reeds ge noemde eischeu van geschiktheid, maar bovendien ook eenige verplichtingen op zich nemen. De aspirant-vaandrig ver bindt zich nl. om gedurende zes jaar ter beschikking te blijven van het krijgsbe- stuur tot het vervullen van alle diensten die in tijden van oorlog van hem in 't belang der defensie zullen gevorderd wor den. Voorts moet hij in het leger dienen gedurende 8 maanden, die over de zes jaar doelmatig verdeeld kunnen worden, zoodanig dat de opleiding in geen enkel opzicht schade lijdt. Dit vooral is een zeer groot voordeel. Men behoeft niet te wachten, als bij de militie, tot men zekeren leeftijd heeft bereikt. Ieder kan te rade gaan met zijn persoonlijke belangen en kan bovendien den diensttijd verdeelen op de wijze, die het meest strookt met de ei9chen zijner voorbereiding tot een maatschap wat. in mijn macht staat, om u aan haar ziekbed te brengen." Dokter Anderson hief zijn oogen op en richtte ze vol op mij. Er lag een verwijt in zijn blik, maar zijn lippen glimlachten en zijn woorden waren vriendelijk. „Ik ken u niet," zeide hij, „en ik weet ook zeker, dat u mij niet kent. Te allen tijde ben ik bereid om aan de roepstem van een lijder gehoor te geven. Ik zal met genoegen naar juf frouw Whittaker komen zien." „Wanneer kunt u komen vroeg ik. „Wanneer wilt u dat ik kom?" „Wel als het u conveniëert." „Het is hier alleen de vraag, wanneer het juffrouw Whittaker conveniëert. U heeft mij daareven hooren zeggen, dat ik niet thuis ben voor mijn patiënten. Dat beteekent. dat ik tot uw dienst ben. Indien u me even wilt excu- secren, zal ik mij gereed maken om u te verge zellen." Hij verliet in een waardige houding de kamer en ik was alleen en keek eens om mij heen. Niemand had vriendelijker kunnen wezen of bereidwilliger voor wat een lastig bezoek mocht heeten; maar toch kon ik mij niet over mijn vooroordeel tegen hem heenzetten. Ik trachtte dit gevoel te rechtvaardigen door mijzelf voor te houden: „Hij doet aan hypnotisme en myn instinct als dokter zegt mij, dat ik daartegen op mijn hoede moet zijn." pelijke betrekking. Eindelijk neemt de aspirant-vaandrig nog een laatste verplichting op zich. Hij verbindt zich nl. tot hij de graad van reserve-onderofficier heeft bereikt, per jaar deel te nemen aan 8 oefeningen van het leger, elk van niet langer dan éen dag, en bovendien den militairen cursus te volgen in de gemeente, waar hij ge woon is de school te bezoeken of de lessen der Universiteit te volgen. Deze militaire cursus wordt gegeven hoogsten gedurende zes maanden en drie uur per week. Het ligt in den aard der zaak, dat deze uren, zoowel als de 8 oefeningsdagen, zullen gekozen worden in overleg met het bestuur der school en in overeenstem ming met de belangen van het onderwijs. De vrijwi'ligers van het Reservekader worden, zooveel dat eenigszins mogelijk is, in de gelegenheid gesteld hun 8 maan den dienst te verrichten bij het korps en in het garnizoen van hun keuze. Ook kunnen zij vrijstelling bekomen van het wonen in de kazerne. Terwijl de vrijwilliger van het Reserve kader in het leger dient, geniet hij een bezoldiging overeenkomstig zijn graad. Die bezoldiging bedraagt per dag f0,40 voor den aspirant-vaandrig; f0,60 voor den reserve-korporaalf 1 voor den re serve-onderofficier en f2,50 voor den vaan drig. Bovendien wordt een jaarlijksche toelage toegekend van f 30 aan den reserve-korporaal, van f 50 aan den reserve onderofficier, en van f200 aan den vaan drig. De reserve-onderofficier, die bijv, drie maanden heeft gediend, geniet daar voor f90 en bovendieu f50, dus in 't geheele jaar f140. Houdt hij verblijf in de kazerne, dan heeft hij ook gedurende die drie maanden vrije woning. De vaan drig verdient in denzelfden tijd f425. Dient hij 8 maanden, dan stijgt zijn in komen per jaar tot f800. Dient hij een geheel jaar, dan bedraagt het f 900, omdat zijn jaarwedde dat bedrag niet mag over schrijden. Bij zijn aanstelling ontvangt de vaan drig een tegemoetkoming van f200 tot het aanschaffen van kleediug en uitrusting. Alle overige vrijwilligers van het Reserve kader worden gekleed en uitgerust voor rekening van het Rijk. Eveneens geschie den alle dienstreizen voor Rijksrekening. W. F. A. GROENHUIZEN, Havik hoek LavendeUtraat. INSTRUMENT- en HORLOGEMAKER. Zie advertentie hieraohter. De uniform wordt altjjd gedragen in dienst, en buiten dienst alleen met toe stemming van den Minister van Oorlog. Ieder, die niet ouder is dan 30 jaar, kan zich op het einde van zijn diensttijd opnieuw verbinden, voor ten hoogste 6 jaar. Hij is dan verplicht .deel te nemen aan de oefeningen der schutterij in de gemeente waar hij woont, en bovendien aan enkele oefeningen van het leger. De 8 maanden dienst onder de wapenen, welke de eerste verbintenis van hem vraagt, wordt dus van hem niet gevor derd. Daarentegen krijgt hij, als ieder, die tot het Reservekader behoort, van den Minister van Oorlog toestemming om, gedurende een bepaalden tijd, vrijwillig in het leger te dienen. Een vaaudrig bijv. die zijn studiën aan een universiteit of elders heeft volbracht en naar een maat- schappelijke betrekking uitziet, kan, in afwachting dat hij daarin slaagt, gedu rende eenige maanden of langer, plaats nemen in de gelederen van het leger. Hij treedt met meer dan éen pijl in den koker de maatschappij in. Terwijl hij het leger dient in het Reservekader, reser veert het leger voor hem een plaats waar hij steeds welkom is. Nog een laatste punt verdient de aan dacht. Het is voor ieder, die nog aan de loting voor de militie moet deelnemen, van groot belang tot het Reservevekader toe te treden vóór den dag, waarop hjj moet loten. Immers, wanneer hij nadat tijdstip tot het Reservekader wordt toe gelaten en een dienstplichtig nommer heeft getrokken, heeft de dienst bij de militie den voorrang. Hij wordt op den dag zijner inlijving bij de militie ont heven van zijn verbintenis als vrijwilli ger bij het Reservekader. Hij heeft dan de keuze een plaatsvervanger te stellen of persoonlijk zijn diens bij de militie te volbrengen. Is dat geschied en zelfs eer der nl. wanneer hij zijn tijd van eerste oefening bij de militie heelt volbracht, dan kan hij opnieuw bij het Reservekader worden aangenomen. Het voorgaande geeft een beknopt over zicht van 't merkwaardig besluit, dat in de toekomst op de versterking onzer levende strijdkrachten den meest gunstigen invloed kan hebben en waarvan hetgrouddenkbeeld reeds jaren geleden door den Minister van oorlog met warmte werd aanbévolen. Maar toen hij de kamer weer binnentrad, ge reed om mij te volgen, vond ik toch, dat mijn afkeer meer zijn persoon betrof dan zijn praktijk. Wij hadden een heel gewone reis en kwamen vroeg in den middag op Norfolk House aan. In de vestibule kwam Svmonds mij tegemoet. Ik stelde hem voor aan dokter Anderson. „Ik ben blij, dat u gekomen is," zeide hij, den dokter aanziende en daarna mij. „Met juf frouw Whittaker is het slecht. Zij is zeer zwak. Zij is al een keer of drie in zwijm ge vallen." Ik was verbijsterd over de uitwerking, die deze woorden op dokter Anderson hadden hij werd bleek tot op zijn lippen zijn oogen vertoonden een uitdrukking van lijden, zooals men bij een gepijnigd dier wel eens ziet. Hij wendde zijn hoofd at, alsof hij wist, dat ik van zijn ontroering getuige was en hy dit niet wilde laten zien. „Dat is te veel voor het arme kind," mom pelde hij. „Mijn God wie had dat kunnen voorzien „Ik zul naar boven gaan en mijn patiënte zeg gen, dat u er is," zeide ik tot hem. „Zij verlangde zóo naar u, dat ge ongetwijfeld onmiddellijk een weldadigen invloed op haar zult hebben." „Ge behoeft haar niet op mijn komst voor te bereiden," zeide hij. „Zij weet reeds, dat ik hier ben. Misschien weet u misschien weet u het ook niet dat ik een wetenschap bestudeer, die nog in haar kindsheid is; ik ben hypnotiseur van professie. Op juffrouw Wbitta ker heb ik een ontzaglijken invloed bezeten. Zij weet, dat ik hier ben, en u behoeft haar dus niet voor te bereiden." „Nu, ga dan mee," zeide ik. Ik ging hem voor, de trap op en door een lange, witte gang, die naar de kamer van juf frouw Whittaker leidde. Het was een uArdige kamer, die opdenfraaien tuin uitzag. De zon zond haar stralen door het geopende venster. JuSrouw Whittaker lag tc bed; haar armen en blanke handen lagen buiten de dekenshaar oogen waren onrustig en verlangend op de deur gericht. Op het oogenblik, dat zij dokter Anderson zagen, namen zij een plotselinge uitdrukking van innige blijdschap aan. Nimmer zag ik in eenig paar oogen zóóveel verrukking. Hij trad terstond op haar toe, nam haar kleine warme handen in een van de zijne en ging voor haar bed zitten. Ik volgde hem in de kamer, maar hij noch zij zagen mij. De dokter en de patiënt gingen beiden in elkander op. [Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1