Maandag 12 Febr. 1894. No. 4327. 38e Jaargang. Binnenland. IN EEN VALSTRIK. AMERSFOORTSC3E C0URA3T. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLE te Amersfoort. Abonnement per 3 maanden f 1 Cents.elke regel meer lü Cents. Dit blad verschijnt Maandcuj- en Donderdagnamiddu Franco per post f\Ab. Advertentiën16 regels Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Bij advertentiën buiten do stad worden de incasseeringskosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 00 Telephoonnnmmer 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 264 dor gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 102), Doen te weten dat het 3e aanvullings-kohier der plaatselijke directe belasting (hoofd. Omslag) over het dienstjaar 1893, goedgekeurd door Ge deputeerde Staten van Utrecht, in afschrift ge durende vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter lezing ligt. Amersfoort den 10 Februari 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Naar uit Baarn wordt gemeld, heeft H. M. de Koningin-Regentes het voornemen reeds 20 April net lustslot Soestdijk te betrekken. Men is in het paleis dan ook reeds druk bezig om alles in orde te brengen. De Minister van Financiën brengt opnieuw ter algemeene kennis, dat als kantoren waar de Nederlandsche bronzen pasmunt, mits voor niet minder dan tien gulden in die muntsoort worde aangeboden, tegen stand penningen inwisselbaar is, zijn aangewezen: de Neuerlan Ische Dank te Amsterdamde kantoren der betaalmeesters; een aantal kan toren dor directe belastingen en der directe belastingen en accijnzen, waaronder in de provincie Utrecht: Amersfoort, Baarn,Drie bergen, Harmeien, Loenen, Maareen, Mij drecht, Veenendaal, Vreeswijk, Wijk bij Duurstede, iJselstein, Zeist; een aantal kan toren der registratie en domeinen, waaronder in deze provincie: Rhenen. Door den Minister van Wateretaat is thans, naar aanleiding van een adres van de Nederl. Vereenigitig tot bevordering van Zondags rust, een Kon. besluit uitgelokt, waarin is bepaald dat tenzij voor bijzondere geval len door den Minister van Waterstaat andere wordt bepaalt goederen door de onder nemers der spoorwegdiensten op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen niet behoeven te worden aangenomen, afge haald, afgeleverd of besteld, terwijl die dagen niet medogerekend worden bij de berekening van de termijnen binnen welke goederen door de ondernemers behooren te worden afgehaald, aigeleverd of besteld en evenmin Feuilletoa Naar het Engelsch. 3). Dit zeggende, stond zij op en ik volgde haar. Do corridor was zoo goed lila verlaten en hier ging ik plotseling voor haar staan en trachtte haar tot rode to brengen. „Go maakt u noodeloos ongerust," zeide ik. „Ik verzeker u, dat ik met kennis van zaken spreek, daar ik lid ben van het gilde der genees- heeren, waartegen uw vader zoo'n sterk voor oordeel heeft. Een man die zóo ziek was als gij zegt, dat uw vader moot zijn, zou niet blijven stilstaan om een sigaar op te stoken. Ik heb mij de vrijheid veroorloofd, uw vader goed op te nemen, toen hij de zaal verliet, en hij zag er niet ziek uit. Een medicus ziet de kenteekenen van ziekte vóór iemand anders. Wees er gerust van overtuigd, dat er niets ernstigs aan de hand is." „Zoudt u dan denken," antwoordde zij met een toornigen blik, „dat papa mij alleen zou hebben laten zitten, als hem niets gemankeerd had? Denkt gij, dat hij zóo weinig om mij geeft, dat hij niet terug zou komen om mij te halen?" Hierop had ik gocn antwoord. Het was na tuurlijk weinig waarschijnlijk, dat een vader een zoo mooi meisje des uvonds alleen en onbe schermd in een schouwburg zou laten. bij de berekening in art. 69 van het Alg. Reglement voor het vervoer op de spoorwegen (1876) en van wagenhuur, lig-en magazijn- geld, in art. 59 bedoeld. Door den betrokken Minister is een voor stel ingediend tot belangrijke reorganisatie der Rijkslandbouwschool te Wageningen. Men meent te weten, dat wordt voorgesteld verplaatsing van een gedeelte der Ataeeling A en om van de school meer eene inrichting voor hooger onderwijs te maken (voorname lijk met net oog op lndië). Hoogstwaarschijnlijk zal het voorstel reeds spoedig in de Tweede Kamer worden behan deld. Op een adres aan H. M. de Koningin-Regen tes om de rente in de spaarbankboekjes bij te schrijven tot de maand waarin de boekjes "enoinen zijn, is door den Minister van Wateretaat geantwoord, dat, boewei de op 31 December van elk jaar verschuldigde rente eerst het volgende jaar in de maand van uitgifte van het boekje daarin wordt bijgeschreven, het bedrag dier rente niette min reeds te rekenen van 1 Januari van dat jaar, krachtens het bepaalde bij het slot der 4e alinea van art. 15 der wet van 25 Mei 1880, St.-Bl. No. 88, op de rekening van den inlegger aan liet tegoed toegevoegd en rentegevend wordt, zoodat de meening, als zou de latere bijschrijving in het boekje renteverlies ten gevolge hebben, onjuist is. Even na het afdrukken van ons vorig nummer werd ons uit een particulier schrij ven, 18 Januari uit Paramaribo verzonden, ten stelligste verzekerd dat jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wijck volhardt bij zijn ontslag aanvrage Uit de jongste berichten uit Suriname hier den 9en ontvangenblijkt, dat de Gou verneur zijn ontslag werkelijk heeft ingediend. Op een adres van de Koloniale Staten om op dit besluit terug te komen, antwoordde hij, in de vergadering van 12 Januari, dat hein dit onmogelijk was. In de volgende memorie, door den griflier voorgelezen, gaf hij daarvan de reden aan: »Waar ik op het verzoek om ontslag niet kan terugkomen, zou ik gaarne, ook ter eigen verdediging, de redenen aangeven die mij er na ernstige en rijpe overweging eindelijk toe gebracht hebben mijn ontslag aan te vragen. Die vrijheid heb ik echter niet, doch ik mag de overtuiging uitspreken dat, indien de redenen aan de Staten be kend waren, even eenstemmig als thans aan „En dan," vervolgde zij, „hoe weet gij, dat de beer, die om een sigaar vroeg, papa geweest is? Het kan best iemand anders geweest zijn, die ook wit haar had." Ik was overtuigd, dat de man, die een sigaar had opgestoken en de vader van dit jonge meisje dezelfden waren, maar wederom kon ik geen antwoord geven. „Ik moet naar huis," zeide z'ij. „Ik ben vreese- lijk ongerust papa kan wel dood zijn, als ik thuis kom hij kan wel in het geheel niet naar huis zijn gegaan. O, wat zal ik" doen. Hij is de geheele wereld voor mijAls hij sterft, sterf ik ook of ik word krankzinnig." „Ik weet zeker, dat uw angst overdreven is," zeide ik, „maar misschien ia wel het beste wat ge kunt doen, naar huis te gaan. Hebt gij een rijtuig wil ik eens gaan zien, of het al voor is „Papa en ik hebben een rijtuig besteld," ant woordde zij. „Hot kan nog wel niet gekomen zijn, maar misschien ook wel. Ik ga met u mede, als ge mij dat veroorloofdt. Gij zoudt het rijtuig niet kennen." „Neem dan mijn arm," zeide ik. Ik leidde haar de trap af. Heel gevoelig ben ik niet, maar de druk van haar kleine vingertjes op de mouw van mijn overjas, was om er het minst van te zeggen sympathiek. Ik wenschte oprecht haar van diénst te zijn cn haar overdreven angst kwam mijj niet onnatuur lijk voor. Haar rijtuig stond om don hoek te wachten. Het was vroeg op de plaats verschenen, want het stuk zou niet voor over een uur uit zijn. mij een adres wordt gericht om op mijn besluit terug te komen, de meening zou be staan dat ik niet andere kon en mocht han delen." De Gouverneur voert aan, dat de Minister van Koloniën de rneening heeft beaamd, ofschoon vergoelijkend, van leden der Staten- Generaal, die zijn financieel beleid ongun stig beoordeelen. Breedvoerig betoogt hij hoe het juist zijn streven was, zuinig beheer te voeren, en hij meende, nu dat beheer bij den Minister aan zooveel bedenkingen onderhevig was, aan zich zeiven verplicht te zijn, af te treden. De memorie eindigt met deze woorden: »Hoe gaarne had ik mijn nog jeugdige krachten verder gewijd aan de ontwikkeling dezer sehoone Kolonie; hoe had ik mij voor gesteld mijn waardigheid te kunnen blijven uitoefenen tot de Regeering werd toever trouwd aan onze geliefde Koningin, en Suri name alsdan zou zijn een der schoonste parelen der Kroon. Het staat bij mij vast, dat indien gedurende eenige jaren krachtig de hand wordt geslagen aan verbetering van land- en waterwegen en middelen van ver keer, van subsidie geen sprake meer zijn zal, maar de Kolonie zelve zal kunnen opbren gen wat noodig is voor verdere ontwikkeling. »Ik keer naar Nederland ïerug met den naam van een duur Gouverneur. Niets ware inij gemakkelijker geweest dan om voor enkele jaren de Kolonie te besturen zonder eenig subsidie, vooral nu ondermijn bestuur, zonder eenige belasting-hervorming of wijziging,de middelen zooveel ruimer vloeiden. Ik had dan den naam verworven van een zuinig beheerder, maar van mij zeiven niet kunnen verklaren dat ik de velvaai-L der Kolonie naar vermogen had bevorderd, want na enkele jaren zou het ge bleken zijn, dat dan de hoogere ontvangsten weder moesten verdwijnen, terwijl groote uitgaven zouden noodig geweest zijn om alles weder in den toestand te brengen waarin de Kolonie was bij mijn optreden." Als opvolger van jhr. Van Asch van Wijck wordt reeds genoemd de gouvernements secretaris in Suriname, mr. W. Tonckens J.Lz. Het Huisgezin vestigde, met oog op de naderende kieswetdebatten, de aandacht op een punt dat, zoover het zich herinnert, nog niet ter sprake kwam, namelijk op de uit sluiting der dronkaards. Het doet dit te eer omdat dit punt onafhankelijk is van de wijze waarop ue oplossing van de kieswet regeling plaats vindt. In 't bijzonder heeft het blad hierbij België W. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek Lavendelstraat. HORLOGE- eu INSTRUMENTMAKER. op 't oog, waar hij, die driemaal in vijfjaar tijds wegens dronkenschap geverbaliseerd is, voor tien jaar van zijn kiesrecht vervallen verklaard wordt. Ook hoopt het blad, dat zulk een regeling onze groote volksondeugd tenminste eeniger- mate zal beteugelen. Wie weet? De inspecteur der artillerie, luitenant-gene raal C. D. H. Schneider, adjudant in buiten gewonen dienst van H. M. de Koningin, is op zijn aanvrage op pensioen gesteld, met dankbetuiging voor de zeer goede diensten, door hem gedurende zijn veeljarige militaire loopbaan aan den lande en aan het leger bewezen, terwijl benoemd is tot inspecteur der artillerie de generaal-raajoor J. W. Ber- gansius, commandant der vesting-artillerie. De algemeene indeelingen van de miliciens der lichting 1894, zullen plaats hebben tus- schen 1 en 45 Maart a. s. Naar gemeld wordt, is de Zuiderzee-com- missie met haar arbeid gereedgekomen. De openbaarmaking van het rapport, dat hoogst belangrijk zal wezen, kan binnenkort worden tegemoet gezien. Naar men mededeelt, zal bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen de ver warming der rijtuigen met waterstoven ge heel afgeschaft en door stoom vervangen worden. Op al het internationale treinen is dit reeds toegepast, doch bij de gewone treinen van de Zuidernet kon dit nog niet geschieden, daar vele rijtuigen van de Bel gische Staatsspoor nog niet voor stoomver- verwarming zijn ingericht. De maatregel is wel wat Iaat genomen, nu de winter nagenoeg voorbij is, doch beter laat dan nooit. Bij een nauwkeurig onderzoek is het ge bleken, dat de goede bankbiljetten zich onderscheiden van de andere door het papier, daar het papier van de goede krakerig, glad en hard is en van de valsche uiterst zacht en wollig. Voorts missen bij de valsche de gravure van den gefigureerden rand. en vooral van het medaillon met het vrouwebeeldje, de zuiverheid en zachtheid van heteebte biljet. De teekening is hard en vlakkerig; de fraaie gravure van het echte biljet is op de valsche een leelijk prentje. De strafbepaling op de achterzijde is zeer kenbaar er later opgedrukt, zoodat deze niet Ik hielp de jonge dame instappen. Zij beefde erg en haar gelaat zag er in het gaslicht bleek uit. „Zoudt ge gaarne willen, dat ik met u mede- ging naar huis?" vroeg ik. „Dat wil ik met genoegen doen." „O, als gij zoo vriendelijk zoudt willen zijn!" antwoordde zij. „Zeidet gij niet, dat ge genees heer waart? Als papa ziek is, zoudt u hem misschien wel iets kunnen voorschrijven." „Dat zal hij niet willen toestaan, vrees ik," antwoordde ik. „Ge zegt immers, dat hij geen vertrouwen stelt in dokters." „I)at heeft hij ook niet, maar als hij zoo'n vreemden, zulk een verschrikkelijken aanval heeft, is hij dikwijls een heelen tijd bewusteloos. O, gaat u toch als 't u belieft mee naar huis, dokter „Halifax," antwoordde ik. „Dank u, dank u zeer. Mijn naam is Whitby Leonora Whitby. Dokter Halifax, komt u aïs 'tu belieft mede en schrijf mijn vader wat voor, als go dit met mogelijkheid kunt." „Ik zal met genoegen met u meegaan," ant woordde ik en ik stapte in het rijtuig. Zij maakte plaats voor mij, zoodat ik naast haar kon komen zitten. De sleep van huar lange zwarte kanten japon viel gedeeltelijk over mijn bccncn heen. De koetsier opende het raampje in den hansom om te vragen, waar hij heen moest rijden. „Welk adres moet ik hem opgeven?" vroeg ik aan Leonora Whitby, „Zeg hem, dat hij terug rijdt," antwoordde zij snel. „Terugrijden," riep ik den man toe. Hij liet het raampje dichtvallen en wij reden in draf weg. Eerst veel later bezon ik mij, dat ik met een vreemd meisje naar een plaats reed, die ik niet kende, waarvan het adres mij zelfs onbekend was. Het was een prachtige sterrenavond; de atmos feer was zeer zacht. De lucht streek ons langs het gelaat, terwijl w\j westwaarts reden. Het eerst reden wij door Piccadilly. Wij reden Hyde Park Corner voorbij en sloegen de richting ia van de ontelbare squares en heerenhuizen, die ten westen van het St. George's hospitaal liggen. Terwijl wij samen voortreden, zat Leonora te praten. Zij scheen bijna in een pleizierige stem ming te zijn. Eenmaal zeide zij op zeer ern- stigen toon tot mij „Ik weet niet, hoe ik u moet danken. Het is mij onmogelijk, u te zeggen, hoezeer ik mij aan u verplicht acht." „Spreek er niet van," zeide ik. „Zeker wel," antwoordde zij. „Ik kan niet ge woon conventioneel zijn, waar ik zoo hartelijk behandeld ben. Een andere man zou geen notitie genomen hebben van den angst van een meisje of haar verdriet; een andere man zou niet de helft van het stuk verzuimd hebben om een hem vreemd meisje van dienst te zijneen andere man zou niet volkomen vertrouwen gesteld heb ben in een vreemde, en dat hebt gij wel gedaan dokter Halifax." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1