Donderdag 8
Maart. 1894.
No. 4334.
38e Jaargang.
HOE NU?
Binnenland.
DE BULTENAAR.
Uitgave
A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Dit blad verschijnt. Maandag- en Donderdagpamiddag. Abonnement per 3 maanden/l.
Franco per post 4.15. Advertentiën1—6 regels bO Cents.; elke regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel
15 Cents. Reclames per regel 25 Cents. Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Bij advertentiën buiten de stad worden' de incasseeringskosteu in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hoek Kortegracht, Wyk B. 60
Telephoonnummer 19.
't Is ons al meermalen opgevallen, dat
waar getracht wordt hier iets tot stand
te brengen, de beste voornemens afstuiten,
de meeste ernstige pogingen falen op
onverschilligheid of wantrouwen;
welke van de twee weten we niet te be
palen en we zouden het ook niet gaarne
met beslistheid zeggen
Toen, op initiatief van enkelen, Lief
dadigheid werd opgericht, heette het:
.daar zitten nu weer lieden in het be
stuur, die hier vreemd en met dé eigenaar
dige Amersfoortsche toestanden onbekend
zijn."
Toegegevenmaar het meerendeel der
leden van het Centraal-bureau zijn toch
hier geboren; de overigen hebben zeker
door hun lang verblijf hier wel burger
recht verkregen; de wijkhoofden en arm-
bezoeksters zijn bijna allen hier geboren.
En toch, hoe weinig medewerking on
dervindt deze vereenigiug van de armen
- zelf; zij die zoo heilzaam zou kunnen
wezen als ze kon rekenen op algemeenen
steun, als ze niet telkens en telkens weer
door de schijn-armen werd om den tuin
geleid.
Daar is Onderlinge hulp. Het bestuur
bestaat voor het meerendeel uit werk
lieden, opdat de werkman zelf stem er in
hebbe en er meer vertrouwen in stelle.
En hoe weinig werklieden traden er
toe.
We spreken niet van hen, die de ver
eenigiug met geld steunen we bedoelen
alleen den eigenlijken werkman.
En de Volksbond
Eergisteravond werd de eerste ver
gadering gehoudener was druk gecol
porteerd, vooral onder de werkliedener
was ruchtbaarheid genoeg gegeven aan
deze bijeenkomst, tot welke ook niet-
leden van den bond toegang hadden.
Niettegenstaande dat alles waren er,
behalve 3 bestuursleden en twee dames,
18 personen.
Wel betuigden Burgemeester, Kanton
rechter en Commissaris van politie hun
ingenomenheid met de vereeniging; wel
traden reeds 116 personen als leden toe,
Feuilleton
doch de werklieden-zelf, gaven nog maar
weinig blijk van ingenomenheid.
Als men eens nagaat, dat van de bijna
16 500 inwoners dezer gemeente slechts
ongeveer 850 kiezers zijn dan valt daaruit
eenigszins af te leiden hoevelen er zijn,
die het bestuur van den Volksbond zoo
gaarne ter vergadering gezien had.
Hoe nu?
Moeten de pogingen om iets voor den
minder ontwikkelde te doen, worden op
gegeven? Moet men er in berusten, dat
zij, die doordien ze niet beter weten
aan allerlei .ongerechtigheden" bloot
staan blijven iu den toestand waarin
ze verkeeren? Dan wel moet men, trots
alle weinige medewerking, volhouden?
Maar de verschillende bestuurderen
zullen volhouden; dat staat vast.
Doch is 'tniet treurig, telkens te ont
waren, dat de goede bedoelingen der meer
ontwikkelden miskend, hun moeiten niet
beloond worden
Zij die hun tijd en hun beurs ter be
schikking stellen, moesten inderdaad meer
erkenning vinden van hen, wier welzjjn
ze beoogen.
Naar het Engelsch
van
A. CONAN DOYLE.
1)
Een paar maanden na mijn huwelijk zat ik,
op een zomeravond, in mijn huiskamer mijn
laatste pijp te rooken en boven een roman
te knikkebollen, want ik had mij overdag met
mijn praktijk erg vermoeid. Mijn vrouw was al
naar boven gegaan en aan het sluiten der gang
deur had ik eenigen tijd te voren gehoord, dat
de meiden zich ook reeds ter ruste hadden be
geven. Ik was van mijn stoel opgestaan en klopte
juist de asch uit mijn pijp, toen ik plotseling
de schel hoorde overgaan.
Ik keek op de klok. Het was kwart voor
twaalven. Zoo Laat op den avond kon er toch
geen bezoek meer komen. Zeker een patiënt, en
waarschijnlijk een heelen nacht opblijven voor
mij. Tot mijn verbazing was het Sherlock Hol
mes, de beroemde detective, die op den stoep stond.
„Zoo Watson," zeide hij, „ik hoopte het al, dat
het niet te laat zou zijn om je te spreken."
„Kom binnen, oude jongen".
„Je ziet ine verwonderd aan, hè? Nu, dat
is geen wonder. En verlicht ook, hè, denk ik?
Hm! rook je nog altijd die Arcadia-tab. uit
je studententijd? Ik zie het aan de asch op je
De Haagsche..briefschrijver van de Nieuwe
Groninger Ct. schreef Zondag omtrent de
kansen van het beroemde art. 4 der Kies
wet o. a.
»Op dit oogenblik is de balans toch iets
gunstiger geworden dan verleden weekhij
is nu ongeveer in het huisje; bet dubbeltje
staat op zijn kant; van de liberalen zijn 17
of 18 nog niet geneigd met art. 4 mee te
gaan, terwijl 32 leden der rechterzijde stellig
legen stemmen, de Katholieken eenparig, met
uitzondering van den heer Schaepman.
«Waar dus de meerderheid van daan moet
komen, kan ik bij mogelijkheid niet ont
dekken. De onderstelling, die ik heb hooren
wagen, dat de voor een Kamerontbinding
vreezende leden ten slotte misschien den
doorslag zouden geven, wil ik, ter eere van
het Parlement, niet aanvaarden; en dat er
nog amendementen zouden komen die de
strijders tot elkander zouden kunnen brengen,
is niet te verwachten. Waar dus. door con-
cessiën der Regeering, evenveel kwaad als
goed kan worden gesticht en door de aan
neming of verwerping der amendementen,
jas. Het is gemakkelijk te zien, dat jij gewend
bent geweest een uniform te dragen. Watson;
zoolang als je die gewoonte behoudt om je zak
doek in den opslagen van je mouwen te dragen,
zal je nooit voor een burger kunnen doorgaan.
Zeg, kan je mij van nacht logeeren?"
„Met genoegen."
„Je hebt mij laatst verteld, dat je een logeer
kamer rijk bent en ik zie, dat je op het oogen
blik geen heerenbezoek heb. Dat wijst ten minste
je kapstok aan," voegde de scherpzinnige opmer
kend er bij.
„Het zal me genoegen doen, als je blijft."
„Dank je. Het spijt me, te moeten zien, dat
je werkvolk in je huis hebt gehad. Dat is een
kwaad teeken. Er mankeert toch niets aan de
waterleiding, hoop ik?"
„Neen, aan het gas."
,,0 zoo! De man heeft twee indruksels van
spijkers van zijn laarzen op het linoleum achter
gelaten. Neen, dank je, ik heb al gesoupeerd,
maar ik zal met genoegen een pijp met je
rooken."
Ik gaf hem mijn tabakspot en hij nam tegen
over mij plaats en bleef een tijdje zwijgend zit
ten rooken. Ik begreep heel goed, dat slechts
een zaak van groot gewicht hem op dit uur bij
mij kon brengen, en daarom wachtte ik maar
geduldig, tot hij er mee voor den flag kwam.
„Ik zie, dat je het erg druk hebt gehad" zeide
hij, mij scherp aanziende.
„Ja, ik heb een drukken dag gehad," merkte
ik op. „Misschien lijkt het je heel gek, maar
ik moet toch bekennen, dat ik niet begrijp,
waaruit je dat afleidt."
dat deze week ik denk Vrijdag ons
eer een crisis dan een Kieswet brengt, "i
die er nu al zijn, geen verandering van be-
teekenis is te voorzien, mag men vermoeden
Als aanvulling op hetgeen we in ons vorig
nummer schreven over de 137 redevoeringen,
die gehouden zijn over de eerste vier arti
kels van het ontwerp-Kieswet, wordt door
een liefhebber van cijferen medegedeeld, dat
bun gewicht bedraagt ruim 4500 gram of
1kilo.
Of het politiek gewicht wel zoo groot is,
betwijfelen we.
Bij beschikking van den Minister van
Binnenlandsche Zaken is bepaald, dat de
commission die gedurende het jaar 1894 be
last zullen zijn rnet liet afnemen der examens
van apothekersbediende, zullen zitting houden
te Arnhem en te Groningen.
De geneeskundige Raad van Overijsel en
Drente beeft besloten, tot den Minister van
Justitie het verzoek* te richten orn een wets
voordracht aanhangig te maken, teneinde in
het Strafwetboek een artikel op te nemen,
luidende: «Hij aan wiens schuld het te
wijten is, dat vervalschte eet- of drinkwaren
worden verkocht, te koop aangeboden of
afgeleverd, wordt gestraft met hechtenis.'"
Daarbij is verder het verzoek gevoegd, dat
van Rijkswege bureaux van onderzoek mogen
worden opgericht, waar de kleinhandelaar
zijn waren kan laten onderzoeken vóór hij
ze thuis krijgt.
Blijkens bericht van den consul der Ne
derlanden te Bucharest zal aan het Departe
ment van Oorlog aldaar een aanbesteding
gehouden worden voor de leviring van
89 000 Meter linnen voor militaire kielen.
De voorwaarden der aanbesteding liggen voor
belanghebbenden ter inzage aan het Depar-
van Buitenlandsehe zaken te 's-Gravenhage.
In verscheidene bladen vindt men de eens-
luidende beschrijving van de nieuw uit te
geven muntbiljetten van f40. Ze is ont-
leend aan SI aalsblad n0. 2.
I Wanneer de biljetten verschenen zijn, zal
men er zich echter nog gemakkelijker een
voorstelling van maken. Daar dit oogenblik
niet ver meer af kan wezen, meenen wij de
voorloopige beschrij vingachterwegete kunnen
laten.
Was het niet goed zoo wordt gevraagd,
dat de Regeering of de Nederlandsche Bank
W. F. A. GROENHUIZEN,
Havik, hoek LavendeUlraat.
HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER.
een prijsvraag uitschreef voor de vervaar
diging van een bankbiljet, dat in het geheel
niet, of slechts met opoffering van groote
sommen, na te maken is.
In de Maandag te Haarlem gehouden ver
gadering van het Hooldbestuur van den Bond
van oud-onderoflicieren, is in le plaats van
wijlen den heer Meers te Delft, benoemd tot
algemeen voorzitter de heer Schreuders te
Nijmegen.
Uit den pas verschenen 40en jaargang vau
het Adresboek voor den Xederlandschert
bockhandel en aanverwante vakken blijkt,
dat hier te lande worden uitgegeven 771
dag- en weekbladen.
Te Amsterdam verschijnen er 435, te Rot
terdam 58 en te 's-Gravenhage 54dan
volgen Groningen met 24. Utrecht met 20,
Leiden met 19, Haarlem met 47, Arnhem
en Leeuwarden met 45, Dordrecht, 's-Her
togenbosch, Middelburg en Nijmegen met
10 en vele andere plaatsen met 8 tot 4
blad.
De «eeuwige pers" is dus in ons landje
wel vertegenwoordigd.
Het ook door ons overgenomen berichtje
betreffende liet uitgeven door de H. IJ. S.
M. van weekkaarten eerste en tweede klasse
tegen aanmerkelijk verminderd tarief, blijkt
helaasonjuist te zijn.
Weekkaarten worden nog slechts uitge-
geveven alleen voor de derde klasse, aan
werklieden die daarmede 's morgens en
's avonds van en naar hun werk en hun
woonplaats gaan.
Het bericht vindt waarschijnlijk zijn oor
sprong in het feit, dat men de weekkaarten
voortaan in verschillende kleuren zal uitgeven,
nl. rood, wit en blauw.
Tot nog toe waren deze biljetten alleen
wit. maar bet is herhaaldelijk gebleken, dat
daarvan nog werd gebruik gemaakt, nadat
de termijn van geldighe'd reeds was verstreken
Om die reden zal men overgaan om de
biljetten, in een bepaalde week uit te geven,
te verstrekken in een kleur afwijkende van
die der voorafgegane en der volgende week,
ten einde in de kleur der biljetten reeds
dadelijk een middel van controle te hebben.
De gevolgtrekkin", dat de gekleurde bil
jetten bestemd zouden zijn voor eerste- en
tweede klasse reizigers is echter onjuist.
Voorheen werden jongelieden van goeden
huize, die den slechten weg waren opgegaan,
wel eens straatrooversin oude Engelsche
Holmes grinnikte in zichzelf.
„Ik heb het voordeel, dat ik je gewoonten ken,
mijn waarde Watson," zeide hij. „Alsje weinig
bezoeken hebt af te leggen, dan ioopje; moet
je veel visites, maken dan rijdt je. En daar ik
zie dat je laarzen, ofschoon gebruikt, bijna niet
vuil zijn, zoo kan ik er niet aan twijfelen of je
hebt het druk genoeg gehad om een rijtuig te
kunnen nemen."
„Prachtig 1" riep ik uit.
„Logisch," zeide hij. „Het is een van die
redeneeringen. waarmede iemand een effect kan
maken, dat zijn buurman merkwaardig voorkomt,
omdat de laatste hel kleine stipje heeft gemist,
dat de basis der afleiding is. Hetzelfde kan ge
zegd worden, beste vriend, van het effect van
sommige van die schetjes van je, hetgeen ge
heel en al mathematisch is, afhankelijk als het
is van het in je eigen handen hebben van som
mige factoren in het probleem, die nooit aan den
lezer worden medegedeeld. Op het oogenblik ver
keer ikindezelfdeomstandigheidalsdiè lezers, want
ik houd verschillende draden in mijn hand van
liet zonderlingste geval, dat ooit iemands brein
in verbazing heeft gebracht, en toch mis ik de
een of twee draden, die noodig zijn om mijn
theorie te volmaken. Maar ik zal' ze hebben,
Watson, ik zal ze hebben!"
Zijn oogen schitterden en een lichte blos steeg
hem naar de wangen. Eén oogenblik was do
sluier van zijn scherpe intense natuur opgelicht,
doch ook slechts éen oogenblik. Toen ik weer
naar hem keek, had zijn gelaat wederom die
roodhuiden-strakheid aangenomen, die zoo menig
een hem meer deed beschouwen als een machine
dan als een niensch.
„Het vraagstuk vertoont verschillende zijden
van groot belang," zeide hij, „ja ik mag wel
zeggen van buitengewoon groot belang. Ik heb
reeds een inzicht iD de zaak gekregen en beD
naar ik geloof, niet ver meer van de oplossing.
Als je mij op die laatste schrede wilt vergezellen,
kan je mij van grooten dienst wezen."
„Het zal mij een zwsar genoegen zijn."
„Zou je morgen naar Aldershot kunnen gaan?"
„Ik twijfel niet, of Jackson zal miin praktijk
wel willen waarnemen.'
„Best. Ik zou om 11 uur willen vertrekken."
„Dat is niet te vroeg."
„Nu, als je niet te slaperig bent, zal ik je een
schets geven van hetgeen er gebeurd is en van
hetgeen er nog te doen valt."
„Ik was slaperig eer je kwam. Maar nu ben
ik klaar wakker."
„Ik zal je de geschiedenis zoo beknopt ver
tellen als dit mogelijk is, zonder een hoofdzaak
weg te laten. Je zult al wel wat van de zaak
gelezen hebben. Het betreft den vermoedelijken
moord op kolonel Barclay van de Royal Mal-
loite Aldershot."
„Neen ik heb er niets van gehoord.
„Het heeft ook nog niet veel de aandacht ge
trokken, behalve op de plaats zelve. De feiten
zijn eerst twee dagen oud.
(Wordt vervolgd).