Donderdag 31 Mei 1894. No. 4358. 38e Jaargang. rr post. ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland 50 ct per maanden. Advcrtentiën 1—G regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct. Groote lettere naar plaatsruimte. Legale-, offioioële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het PIETEIT. GEEN FICTIE. Binnenland. PIRMA A. H. VAN CL EE FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis ZondagsbladAbonnement per 3 maanden ƒ1,—Franco Zondagsblad, per regel5 cent Bij adverteutiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau MTTÖRRTTIZEN hoek Kortegraeht, Wijk B. 60 Telephoonnnmmer 19. Is 't u niet reeds heel dikwijls voor gekomen, lieve lezeres.en vriendelijke lezer, dat ge met zeker gevoel van wrevel be- merktet, dat ge in een onbewaakt oogen- blik iets hebt weggedaan wat ge nu o! zoo gaarne zoudt hebbenhet programma bijvoorbeeld van de eerste comedie-voor- stelling, die ge hebt bijgewoond, een lintje door u als meisje of knaap gedragen bij een of ander nationaal feest, uw eer sten prijs, toen ge nog school giagt? Zoo'n programma is een stukje papier, gedurende de voorstelling gewoonlijk reeds verfrommeldbet oranjelintje, dat ge jaren later nog eens bij toeval weer zaagt, was geheel verkleurdhet boek een werkje van hoogstens een paar gulden - hebt ge óok al weggedaan bij een verhuizing. En toch, hoe gaarne zoudt ge ze nu nog bezitten; wat heerlijke illustratie zouden ze vormen als ge uw kinderen vertelt van uw eerste comedie, van uw jeugd, zoo geheel verschillend van de hunne. Als ge eens bij dezen of genen bekende diens fraaie verzameling porselein of glas werk, zijn wapenrek, zijn muntenkabinet ziet, komt dan ook bij u niet dikwiils de wensch op: „waarom hebben mijn ouders en voorouders die zaken óok niet bewaard?" Niet om de geldelijke waarde, zult gij er naar verlangen, maar omdat elk stuk er van de herinnering wekt aan een familielid, misschien wel aan een ge wichtige gebeurtenis onder uw naaste verwantenomdat elke bruidspijp, elke prijspenning, elk kandeelglas een soort wijding heeft ondergaan en een reliek is voor uzelven en uw nakomelingen. En toch, hoe lichtvaardig doet men die „stofnesten" weg; hoe dikwijls laat men ze vernielen! Waar is de Bijbel, die vroeger in ieder huisgezin waswaar zijn gezellin, de folio editie van vader Cats? Waar zijn de in den regel mooi uitgevoerde almanakjes? Bemorst, beschadigd, verscheurd eindelijk, met al hun aanteekeningen over familie gebeurtenissen. Hier en daar wordt een hoogst zeldzaam exemplaar opgedolven Feuilleton. Naar hel Eiigelsch MARIAN KENT. 1. Als ik van mijzelf een beschrijving had moeten geven, toen ik voor het eerst, het leven inging, zou dit eenvoudig geweest zijn als John Blount, handelsreiziger. Ik was in dienst hij een hoogst respectable firma die alleen zaken deed met prima huizen. Mijn zaken brachten mij in alle deelen van het Vereenigd Koninkrijk en ik schepte behagen in mijn leven, dat vol afwis seling en bezigheid was. Ten minste, ik schepte e" behagen in toen ik nog vrijgezel was, maar toen ik nog heel jong was niet ouder dan vijf-en-twintig jaar weril ik verliefd en trouwde iken toen zag ik in, dat mijn zwervend leven een bezwaar was voor huiselijk geluk. Mijn vrouw, Mary, was een lief, klein schepseltje, dat altijd bereid was de zaken van den goeden kant te bezien, maar zelfs zij verklaarde soms pathetisch, dat ze even goed oen zeeman had kunnen trouwen als een landrot, die zóo zelden thuis was. Maar, zooals ik zei, ze zag alles van den goeden kant in, en zij en mijn zuster woonden te zamen. In het tweede jaar van mijn huwelijk, vernam en óf in een Museum bewaard, öf door een of anderen geschiedvorscher op nieuw uitgegeven. De aardige verzamelingen van Flehité zijn dezer dagen Verrijkt met zulk een preciosum. Het is een exemplaar van De tweede eemvgetijde der hervorming te Amersfoort, door Daniël Rutgers in 1779 geschreven, waarin de namen voorkomen van alle hervormde predikanten tot dien tijd. Wat het boekje nog grooter waarde geeft, zijn de aanteekeningen in hand schrift, daarachter gevoegd, welke loopen tot en met ds. Romeijn, bij menig oud- Amersfoorter nog in goede herinnering. Zeer zeker zal dit werkje eens onschatbare diensten bewijzen aan den toekomstigen geschiedbeschrijver van onze goede 3tad. Het is nu veilig bewaard en geen schendende kinderhand kan het nu meer vernielen. Wie weet hoe dikwijls het reeds als „stofnest" de vernietiging nabij geweest is. Wellicht door een toeval werd het behouden. Zoo heel veel wordt weggedaan, opge ruimd, voor goed onvindbaar gemaakt, dat toch voor velen zulk een hooge waarde heeft, althans later hebben zal. Gebrek aan piëteit is daarvan de oor zaak. De aanleiding hiertoe is het wei nige besef, dat men in het algemeen heeft van de historische waarde der dingen. Dit gebrek aan piëteit is opmerkelijk te Amersfoort, waar Flehité zijn met den dag belangrijker Museum voor ieder openstelt en waar juist in hoofdzaak vreemdelingen de inderdaad mooie ver zamelingen bezoeken. Wel is in deze ver betering waar te nemen, vooral sedert de schooljeugd met haar onderwijzers gelijk dezer dagen weder geschiedde het Museum leerde kennen en daarvan thuis een en ander vertelde. Inderdaad, een bezoek aan dat Museum is zeer aan te bevelen. Men zal er veel belangrijks en wetenswaardigs zien, vele zaken beter leeren waardeeren, langza merhand gevoel voor historischen zin, meer piëtiet voor het voorgeslacht krij gen, wellicht aangespoord worden tot navolging van zijn goede daden, een zachte les ontvangen om zich toch vooral te weer houden van het navolgen van zijn dwaas heden. H.H. M.M. de Koningin en de Koningin- Regentes vertrokken hedenochtend te 10.10 Slocale lijd) van Baarn naar Ragatz, alwaar e vorstinnen morgenochtend om 8 uur zullen aankomen. Zaterdag vertrekken H.H. M.M. vandaar naar Vulpera, waar Zij verblijf zullen houden in het hotel en pension Waldhaus Vulpera te Tarasp. H. D. gevolg bestaat uit itar. Van de Poll, baronnesse Rengers en miss Saxton Winter en uit den luitenant-generaal graaf Dumonceau, chef van het militaire huis, baron Taets van Amerongen, kamerheer, baron Van Tuijll vari Serooskerke, adjudant, den ordonnance- officier Van Suchtelen van de Haere, cn den referendaris van het Kabinet der Koningin jhr. Vegelin van Claerbergen. H. K. H. de groothertogin van Saksen vertrok om 12.15 van Baarn naar's-Graven- hage, waar Zij tot Zaterdag op Buitenrust zal verblijf houden, om daarna naar Weimar terug te keeren. ik op reis, dat er in onze buurt een kwade koorts was uitgebroken en dat Mary er mee te bed lag. Kitty, mijn zuster schreef nog al be moedigend, dat het maar een lichte aanval was on dat zij vertrouwde, dat de patiënte weer ge heel hersteld zou zijn, als ik tnuis was. Ik had een onbeperkt vertrouwen in Kitty en zoo deelde ik haar gunstig inzicht in den toestand. Maar toen ik een paar dagen later, na een langen ver- moeienden dag in mijn hotel terugkeerde, vond ik daar een telegram. Mijn hart stond stil toen ik de dreigende enveloppe zag want ik wist, dat mijn zuster my niet zonder dringende noodza kelijkheid zou ontboden hebben. De telegram luidde dat er, hoewel Kitty nog het beste hoopte, een ernstige verandering hau plaats gehad en dat ik onmiddellijk thuis moest komen. „Stel jc vertrek geen uur uitkom onverwijld," stond er. Ik dacht aan geen uitstel. Ik betaalde mijn reke ning, gaf bevel, dat mijn koffer mij den volgenden dag moest worden nagezonden, en nog geen half uur nadat ik de telegram had geopend, stormde ik, verhit en ademloos, het primietive kleine spoorwegstation binnen het eenige, dat. in die streek voor mijlen ver in het rond dienst deed. Ik bereikte het perron nog juist bijtijds om het roode licht achteraan den vertrekkendeu trein in een tunnel te zien verdwijnen, een paar honderd meter verder op de lijn. Het eerste oogen- blik was ik niet in staat inijn tegenspoed te beseffen. Ik stond verbijsterd den trein na te kijken. Toen kwam de stationschef naar mij toe en zeide „Juist twee seconden te Iaat, mijnheer." H. M. de Koningin-Regentes heeft toezeg ging gedaan de in Augustus te Bussum te houden wedrennen met H. M. de Koningin bij te zullen wonen. De secretaris van het comité, de heer C. A. A. Dudok de Wit, is gisteren bij H. M. ont boden om Haar het programma der wed rennen voor te leggen. De leden van de Eerste Kamer der Staten- Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Donderdag 7 Juni a.s., des namiddags te 3 ure. Ten gevolge van de benoeming van den heer Van Houten tot Minister van Binnen- landsche Zaken is (le heer A. Roelvink tijdelijk belast met de waarneming van de funcliën van directeur der vermaarde Maxwell-maat schappij. De Opr. Haarlemmer vraagt in verband hiermedeZou de heer van Houten er aan denken, spoedig weer in te vallen, of zou tijdelijk hier een audere beteekenis hebben? Wij Nederlanders hebben altijd gemeend, dat de lijsten d «-hoogstaangeslagenen inderdaad hen vermeld den, die door rjjkdom boven hun medeburgers uit staken. De Eerste Kamer der Staten Generaal, vroeger uitsluiteud uit die hoogstaangeslagenen gereeruteerd, gold sinds jaar en dag als de vertegen woordiging van het kapitaal. De pas gesloten nieuwe lijsten der hoogstaange- W. F. A. GROENHUIZEN, Havik, hoek LavendelslraaU HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER. oefenen op de samenstelling dier lijsten, is een vierde der namen, die daarop jaren aaneen plachten voor te komen, daarvan vera wenen en door andere van werkelijk gegoeden vervangen. Het totaal der daarop voorkomende personen is in alle provinciën hetzelfde gebleven, maar daarop komen het volgende getal nieuwe namen voor in Noord-Brabant 71 op de 339 Gelderland 102 341 Zuid-Holland 212 633 Noord-Holland 156 652 Zeeland24 182 Utrecht42 „147 Friesland 51 D „223 Overijsel 51 196 Groningen 48 „181 Drenthe22 87 Limburg 38 170 Natuurlijk hebben ook nu tot deze mutatie de zelfde oorzaken medegewerkt, welke te allen tijde zekere namen op de lijsten door nieuwe deden ver vangen: overlijden, verandering van staat, vertrek en dergelijke, maar de gewone jaarlijksche nawerking van deze oorzakeu was gering, en zal van 1893 op 1894 ook wel gering geweest zijn. Dit is echter zeker, dat de lijsten de voorspellingen en angst kreten, zelfs tot in de Staten-Generaal geuit, ten stelligste logenstraffen, dat de rijke ingezetenen van ons land voor de Vermogensbelasting de wyk zouden nemen over de grenzen. Voorzoover het is na te gaan, worden alle hoogstaangeslagenen, en met name alle zeer hoog aangeslagenen, voorzoover zn nog in leven zijn, op de lijsten voor het loopende jaar aan getroffen. Onze ryke landgenooten hebben dus het bewijs gegeven, dat de vaderlandsliefde bjj hen boven de hun aangewreven zelfzucht gaat. De groote mutatiën in het personeel der verkies baren -oor de Eerste Kamer wegens hun „raaatschap- pelijken welstand," die in sommige provinciën boven de 30 percent klom, en slechts in éen enkele, Zee land, beneden de 20 percent bleef, is zonder twijfel aan de nieuwe directe belasting toe te schrijven. In percenten uitgedrukt bedroeg de mutatie voor Noord- Brabant 20, Gelderland 36, Zuid-Holland 33, Noord- Holland 28, Zeeland 18, Utrecht 18, Friesland 22, Overijsel 26; Groningen 26, Drenthe 33, Limburg 22. Nader blijkt dit, schoon indirect («laar de per soonlijke aanslagen van de twee jaren niet kunnen vergeleken worden) uit de aanzienlijke vermeerde ring, welke de laagste aanslag, die plaatsing op de lijst tengevolge had, heeft ondergegaan. Die ver meerdering was voor elf provinciën de volgende. Noord-Brabant van f284 tot f416; 46 pet. Gelderland 388 672 78 Zuid-Holland 667 936 65 Noord-Holland 577 77383 Zeeland 326 453 89 Utrecht 558 1073 93 Friesland 371 494; 82 Overjisel 295 423 48 Groningen 392 522 33 Drente 194 281; 44 Limburg 253 341; 27 Alle vroegere directe belastingen zijn b\j het op maken der lijsten van 1894, waarvoor de stand der kohieren op 15 Februari als grondslag dient, in aan merking genomen; alleen de Vermogens-belasting kwam daarbij. Mitsdien is de aanmerkelijke ver hooging vau het minimum uitsluitend een gevolg van de nieuwe belasting. Men ziet nu wel', een invloed de belasting naar draagkracht op de samen stelling dezer lijsten heeft gehad en zal nebben, óok als op de volgende lijsten de Bedrijfsbelasting haar invloed zal doen gevoelen. „Ja," antwoorde ik kort af, nu alles begin nend te begrijpen. „Wanneer vertrekt de vol gende trein?" „Morgenochtend, zes uur vijf, mijnheer. Van avond gaat er geen meer." „Van avond gaat er geen meer?" bracht ik er uit. „Er moet er een gaan! In ieder geval is de nachttrein er nog, daar heb ik meermalen mee gereisd." „Ja, mijnheer, maar die stopt hier niet die stopt alleen op het aansluitingsstation." 'sMans kalme toon overtuigde mij. Ik bleef een oogenblik zwijgen en vroeg toen. wanneer de expres het aansluitingsstation verliet. „Negen uur vijftien," was het antwoord. „Hoever is dat station hier vandaan? Zou ik het nog kunnen halen?" „Geen quaestie van, mijnheer. Het zou voor iemand, die den weg góed kent, wel drie uur gaans wezen." Ik keek langs de lijn, waar de groene tunnel helder en duidelijk tegen den avondhemel afstak. Het was een van de meest bergachtige streken van Engeland, en de tunnel, die door den berg liep, was een meesterstuk van ingenieurswerk, zelfs in deze dagen, nu de wetenschap voor niets staat. Op het steenen gewelf wijzende, zei ik mijmerend: „En toch lijkt het aansluitingsstation dicht bij als men eenmaal den tunnel door „D^ is waar, mijnheer, aan de andere zijde van den tunnel is het geen halve mijl meer langs de lijn." „Hoe lang is de tunnel „De tunnel? Ongeveer drie mijlen en zoo recht als een plank." Weer Weef ik even zwijgen en vroeg toen „Gaat er niets meer over de lijn, voordat de expres gepasseerd is?" „Neen, niets, mijnheer," „Dus komt er niets op de lijn „Neen, mijnheer, de eerste uren niet, of het moest een goederen trein zijn, doch daar heb ik nog geen bericht van ontvangen." Terwijl de stationschef mij dit laatste ant woord gaf, keek hij mij nieuwsgierig aan, zich ongetwijfeld afvragend wat het doel van al deze vragen kon zijn, maar hij had zeker geen vermoeden van wat er in mijn geest omging, want anders zou hij niet in zijn kantoor ziju teruggekeerd en mij alleen hebben achtergelaten op het perron. Ik was jong en vurig, en een plotseling woest besluit had zich van mij meestergemaakt. In mijn ontstuimig verlangen om naar mijn zieke vrouw terug te keeren, scheen een uitstel van zooveel uren mij ondraaglijk toe en alles wat ik be geerde was om de expres te halenmaar hoe was dit te doen Eén weg stond voor mij open, dat was door den tunnel. Op een anderen tijd zou ik dit denkbeeld als een dwaze onmogelijk heid hebben verworpen, maar nu klemde ik er mij aan vast als aan het laatste redmiddel ea praatte mijzelf alle vrees uit het hoofd. Hoe kon er gevaar zijn, als er in de eerste uren niets over de lijn kwam? Wordt rmvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1