Donderdag 14 Juni 1894. No. 4362. 38e Jaargang. rr post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor binnenland 50 ct. per maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, In het Binnenland. GEEN FICTIE. Uitgave FIRMA A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1,Franco Zondagsblad, per regel5 cent Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkoster in rekening gebracht. Bureau MUUR HUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 80 Telephoonnammer 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT doen te weten, dat de processen-verbaal van inleveringen opening der stembriefjes ter verkiezing van een lid voor den gemeenteraad in afschrift aan het Raadhuis zijn aangeplakt en gedurende veertien dopen op ae Secretarie voor eenieder ter inzage liggen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags. Amersfoort, den 13 Juni 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTËRvan AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks directe belastingen, enz. in Noord-Holland en Utrecht exeeutoor verklaard suppletoir kohier No. 5 van het patentrecht over net 4e kwartaal van het dienstjaar 1893/94 aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wicn ieder verplicht is zijnen aan slag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 13 Juni 1894. De Burgemeester voornoemd, F. I). SCHIMMELPENNINCK. Tot lid der Eerste Kamer (vac. Van Gen nep) is Dinsdag door de Provinciale Staten van Zuid-Holland gekozen prof. Bonneval Faure, met 50 van de 70 stemmen. Bij de Dinsdag in het hoofdkiesdistrict Eist gehouden verkiezing voor éen lid van de Tweede Kamer zijn 2830 van de 3011 stem gerechtigden opgekomen, tegen 2722 op 24 April. Te Wageningen stemden 450 van de 482. te Hetere» '232 van de 243, te Eist 239 van de 243, te Renkurn 162 van de 178, te Oosterbeek 303 van de 329 en te Doorwerth 40 van de 41 kiezers. Mr. W. van Basten Batenburg (t. K.) ver wierf 1389 stemmen, tegen 1200 op 10 April en 1361 op 24 April; terwijl de heer E. D. de Meester (v. K.) 1057 stemmed verwierf, tegen 732 op 10 April en eveneens 1361 op 24 April. Herstemming moet dus plaats hebben. De benoeming van den commies der pos terijen D. P. M. du Celliée Muller tot ridder Feuilleton. Naar het Engelsch van MARIAN KENT. Slot. De aandoening van dit laatste uur hadden een diepen indruk op mij gemaakt, en hoewel ik nog wel een beetje verbijsterd was, was mijn hart toch licht van de vreugde, welke iemand gevoelt, die genade heeft gekregen. De exprestrein, dien ik zoo begeerig was geweest te halen, was reeds lang weg; maar dat kon mij nu zoo heel veel niet meer schelen. Ik gevoelde mij overtuigd, dat Mary aan de beterende hand was, dat ik haar hersteld zou vinden, en door dit geloof gesterkt, liep ik stevig voort, ten minste voorzoover myn zware schoenen my dit veroorloofden, maar desniettegenstaande duurde het niet heel lang meer of ik had het eind van den tunnel bereikt. Het maanlicht, dat op de rails scheen, was een heerlijk gezicht en stelde mij in staat te zien, dat mijn doel nabij was. Ik liep over den landweg voort en nam raij voor in een stationshotel een paar uur rust te gaan nemen, om den volgenden ochtend met den eèrsten trein te vertrekken. Maar het was nog niet gedaan met mijn avonturen. Toen ik mijn kleeren eens bekeek, was er iets op den kraag van nnjn jas dat myn aandacht trok; het was zeker teer, dat ik of de vroegere drager in de orde van Oranje-Nassau is geschied ter zake van zijn beleidvol optreden tijdens het spoorwegongeluk bij Barendrecht, waar door hij verhoedde, dat de post met haar kostbaren inhoud een prooi der vlammen werd. Naar men verneemt, zullen de onderge schikte postbeambten, die ook krachtig mede werkten om de post te redden, een gratifi catie van f50 ontvangen. De Haagsche correspondent uer Zw. Ct. zegt omtrent de Bedrijfsbelasting. »Te beweren, dat de aanslagbiljetten voor de Bedrijfsbelasting met luchtig hart wor den aanvaard, zou niet weinig bezijden de waarheid zijn. Nog minuer om de aderlating dan om de vragen. »Wat kost je parapluie?" werd tot nu toe al een tamelijk onbescheiden vraag geoordeeld, maar nu is het: »Wat kost-i?" «Waar heb heb je'm gekocht«Heb je'm betaald?" «Waarvan?" «Verkoop je ook pa- rapluie's?" Dat zoo'n ontvanger geen kleur krijgt! «Hoe heet je, wat doe je, wat ben je, wat heb je, wat verdiende je verleden jaar, heb je ook soms beeren, zoo ja, hoeveel enz. enz. Komaan, er dient geantwoordIk zou niet weten hoe zoo'n biljet andei's in te rich ten. De eerst keer is het watvreemd, maar dat zal wel wennenIk heb er alvast door geleerd mij te denken in de stemming van een dame, die het genoegen heeft haar valies met toiletbehoeften voor een douane beambte uit te moeten pakken." Een onzer gemeenten --welke doet minder ter zake en verzwijgen we, om geen reclame te maken voor den stichter is verrijkt met een nieuwe inrichting, zich noemende «In-cassobank». De eigenaardige nieuwer- wetsche wijze waarop de directeur, die bij vonnis der rechtbank te Arnhem van 14 September 1893 in staat van faillissement werd verklaard, waarin hij nog verkeert, zijn doel tracht te bereiken, blijkt uit den volgenden, door hem aan een schuldenaar gezonden aanmaningsbrief: »Nheeft mij opgedragen u te doen vervolgen voor een bedrag van fwegens. «Beleefd doch dringend wordt u verzocht mij op te geven wat de reden van uw wei gering is om het door u verschuldigde te voldoen. «Wanneer u niet tracht tot een schik king te komen, of dit schrijven onbeant woord laat, ben ik genoodzaakt u een mijner bedienden te zenden, die wel zal zorg dragen, dat u betaalt. Zijn uniform, pet, tasch en bandelier dragen met een zeer duidelijke let ters het opschrift Schuldinvordering en hij heeft in last u zooveel malen als mogelijk is per dag of weel. lot betaling aan te manen. «Uw antwoord tegemoet ziende en wel binnen twee dagen na heden," enz. Volgens Propria Cures heeft prof. Quack bij een zijner jongste colleges medegedeeld, dat hij zich genoodzaakt heeft gezien, door drukke bezigheden ontslag aan te vragen als hoogleeraar, aan de Universiteit van Am sterdam. De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de veroordeelden wegens moord en medeplichtigheid aau den moord op den wachtmeester der maréchaussee Hoekman te Osch. Het cassatieberoep is verworpen. Een dienstbode uit Mijdrecht, die geschre ven had op een advertentie in een onzer dagbladen, kwam Maandag met de Mijdrecht- sche boot te Amsterdam aan om haar dienst te betrekken. De steller der advertentie was zoo beleefd geweest, haar van haar vroegere woonplaats al' te halen. Op de boot bevonden zich een tweetal visschers, wien het uiterlijk van den nieuwen patroon eenigszins verdacht voorkwam. Zij vroegen het meisje, hoe zij in zijn gezel schap was gekomen, en hoorden nu, dat zij bij hem in dienst zou treden op den N. Z. Voorburgwal. Die aanwijzingen waren voldoende om een veldwachter van het geval in kennis te stel len. Bij aankomst te Amsterdam noodigde deze den man en zijn nieuwe dienstbode uit, zich met hem naar het politie-bureau te be geven. Daar gaf hij als zijn beroep op van de kleeren in den tunnel moest hebben op gedaan. Doch neen weer keek ik mijn oogen schenen er door geboeid te worden het was onmiskenbaar daar, op de ruwe grijze stof van de jas was een groote pyl ge- teekend. In éen oogenblik was de geheele waarheid my duidelijk. Het was overbodig die wollen kousen en die zware schoenen te onderzoeken onnoodig de jas uit te trekken en op den kraag den naam te lezen van een van Ilarer Majesteits gevangenen en het nummer van den ongelukkigen veroordeelde. Terwijl mijn oogen rustten op de pijl, begreep ik alles. In het eerst was ik zeer verontwaardigd over den toestand, waarin ik mij bevond. Ik be greep, dat mij een strik gespannen was, en daar was ik natuurlijk over gebelgd. Ik ging aan den kant van den weg zitten en trachtte mijn gedachten te verzamelen. De koele wind streek over mijn gelaat en verfrischte mij. Ik had geen hoed; de boef ik was met dien naam aan hem beginnen te denken had er mij geen gegeven, onder voorwendsel dat hij den zijnen in den tunnel had verloren. Toen mijn woede na een poosje wat bedaard was, begon ik met meer medelijden over den man te denken, wiens kleeren ik droeg. Arme kerel, ongetwijfeld had hij een harden tyd ge had; wat wonder, dat hij ae eerste gelegenheid de beste had aangegrepen om te ontvluchten! Hij had gezegd, dat de dienst, dien ik hem be wees mij in moeilijkheden zou kunnen brengen, en dat was dan ook zoo. Ik bekeek de zaak van alle kanten; ik zag het pynlyke van mijn toestand goed in. Ik kon mij in deze kleeren onmogelyk ergens vertoonen de politie zou Het meisje wist nu genoeg. Dooi' den veldwachter vergezeld, haalde zij haar voor uitgezonden kist met kleederen uit haar nieuwen dienst en keerde zoo spoedig mo gelijk naar Mijdrecht terug. Het congres te Washington heeft 5750 dollar of 14375 gulden beschikbaar gesteld ten behoeve van de nagelaten betrekkingen der bemanning van de reddingsboot van het Nederlandsche stoomschip Amsterdam en den eenig overgebleven zeeman dier bemanning A. van der Wilt, ter zake der pogingen tot W. F. 1. GROENHUIZEN, Havik, hoek Lavendelstraat. HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER. redding der bemanning van den Amerikaan- schen schoener Maggie Wells. De directie der Hollandsche Spoor zou bezig zijn, met het stelsel der «kilometer kaartjes" te bewerken, waarbij men geen kaartjes neernt voor station tot station, maar voor een bepaald aantal kilometers. Deze spoorwegkaanjes zouden dan aller- wege (in hotels, sigarenwinkels, enz.) ver krijgbaar worden gesteld. De algemeene Synodale vergadering der Christ, gereformeerde kerk zal dit jaar worden gehouden te Utrecht op 3 Juli en volgende dagen. Niettegenstaande het gure weder maakten Maandag eenige personen gebruik van de gelegenheid der opening van de zeebaden te Scheveningen, Een 70-jarige Hagenaar, die ruim oen 25- tal jaren steeds de eerste bader is, was wéder nummer éen. Het Nederlandsch comité te Antwerpen verzoekt ons te wuarshuwen tegen het ge volg geven aan schitterende voorslagen welke van uit Antwerpen aan Hollandsche meisjes gedaan worden en meestal het verderfelijk lokaas zijn van lieden die minder nobele praktijken beoefenen. Gaarne is het comité bereid ook daarom trent alle gewenschte inlichtingen te ver schaffen. De Haarl. Ct. vermeldt als curiositeit op militair gebied, dat ofschoon de bepaling bestaat, dat een onderofficier ongetrouwd moet zijn om officier te worden, liet leger bestuur dezer dagen een sergeant heeft aan gesteld tot 2de luitenant plaatselijk adjudant, niettegenstaande die onderofficier gehuwd is. Men verzoekt ons het volgende op te nemen Met het oog op het bezoek, dat vele Ne derlanders aan de wereld-tentoonstelling te Antwerpen zullen brengen, hebben zich Maandag jl. eenige in Antwerpen gevestigde landgenooten tot een comité gevormd, ten doel hebbende de reizigers, die uit ons vader land daarheen trekken, zoo mogelijk met raad en daad van dienst te zijn. Onder de benaming van «Hollandseh Co mité tot het verschaifeu van inlichtingen aan bezoekers der wereldtentoonstelling" stelt deze vereeinging zich ten doel 1° Aan hen, die het voornemen mochten opgevat hebben, tie wereldtentoonstelling van terstond de hand op my leggen, niets zou in staat zijn haar er van te overtuigen, dat ik de boef niet was. Wie zou geloof hechten aan de onwaarschijnlijke geschiedenis, die mij was over komen Ik gevoelde wel, dat ik niet verwachten kon, op mijn woord geloofd te worden, en ik had niets om mijn indentiteit te bewijzen, want ik herinnerde mij nu, dat myn portefeuille en mijn brieven in mijn jas waren blijven zitten; by het verwisselen der kleeren had ik daar vol strekt niet aan gedacht. Aan een spoorwegstation of op eenig ander middelpunt van vervoer kon ik mij niet ver toonen het was mij zelfs onmogelijk, voedsel te koopen. Er zat niets anders op dan dat ik maar bleef loopen. Het scheelde dikwijls niet veel of ik was ont dekt geworden, maar door mij overdag te ver bergen en des nachts te loopen en nu en dan een kind te verzoeken wat eten voor mij te gaan koopen, kwam ik toch langzaam vooruit en bereikte op den avond van den derden dag mijn huis. Toen ik voor de kleine woning stond, die ik mijn thuis noemde, en opkeek naar de vensters, begaf mij de hoop, die mij zoo lang bezield had en was ik bang binnen te treden. Eindelyk opende ik echter het hek en liep den tuin in; de gordijnen waren opgehaald en ik kon mijn zuster Kitty aan de tafel zien zitten. Ik lichte de klink op en trad binnen. „Kitty," zeide ik, met mijn hand aan de kamerdeur, „ik ben net, John, schrik niet." Zij slaakte een lichten kreet en het kwam mij voor, alsof zij mij als voor een geest terugdeinsde doch het volgend oogenblik wierp zij zich in mijn armen en riep met een blijden juichtoon uit: „John, John, hen je het werkelijk „Ja, Kitty, wie zou bet anders zijn zeide ik ge ruststellend. „Maar zeg me nu eenshoe is het met haar Iioe is het met Marv? Zeg mij de waarheid." Kitty zag mij glimlachend aan. „O, Mary is beter, een boel beter, en nu jij weer terug 'bent, John, zal ze wel spoedig heele- maal beter zijn!" Ik slaakte een zucht van verademing. Daarop vroeg ik mijn zuster, die tranen in de oogen had, wat haar dan toch wel zoo van ptreekhad gebracht. „O, John," fluisterde zy, „het was om jou. Ik dacht, dat je dood was." Zij gaf mij een courant en wees mij een bericht, waarin ver meld stond, dat er een noodlottig ongeluk had plaats gehad in den Blank tunnel. De man, met name John Blount, een handelsreiziger was overreden; men geloofde, dat het gebeurd was terwijl hij door den tunnel wilde loopen om het verbindingsstation te bereiken. Het lijk was door eenige wegwerkers op de lijn gevonden. Dc indentiteit van den ongelukkige had men slechts kunnen vaststellen door een brief, die op hem gevonden was. Zoo was de arme kerel dus den zelfden dood gestorven als waarvan hij mij had gered. Te raidden van al mijn geluk werd ik toch wee moedig aangedaan, als ik dacht aan mijn on bekenden vriend, wiens gelaat ik uimmer had aanschouwd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1