Donderdag 7 Maart 1895. No. 4438, 44e Jaargang gAKUNTALA. Binnenland. Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad, Abonnement per 3 maanden ƒ1,Franco per post ƒ1.15, Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et,, voor binnenland 50 ct. per 8 maanden. Advertontiën 1—6 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 26 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent Bij odvertentiën van buiten do stad worden de incaaseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Teiephoonnnmmcr 19. VOLKSVOORDRACHTEN. Al zou de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen geen andere verdiensten kun nen doen gelden, clan dat zij een krachtige.n stoot heeft gegeven aan het instellen van voordrachten, toegankelijk voor iedereen reeds daardoor zou zij haar recht van bestaan voldoende bewijzen; en wij ach ten dien arbeid van zóo veel gewicht, dat uitbreiding van werkzaamheid in deze richting ons hoogst gewenscht voor komt. De meesten dergenen, die men op der gelijke samenkomsten ziet, of gaarne zou zien verschjjnen, hebben de lagere school bezocht en daar eenige kennis opgedaan van ouderscheiden dingen buiten de aller eerst noodige vaardigheid in lezen, schrij ven en rekenenzij vernamen iets van de zoogenaamde bijvakken aardrijks kunde, vaderlandsche geschiedenis en natuurkennis, in welker beginselen de wet het onderwijs verplicht stelt, en waarvan de onderwijzers ook vrij wat moeten weten, wanneer hun de acte van bevoegdheid wordt uitgereikt. Het doel evenwel, waarmede in alle scholen van ons vaderland in die vakken onderwijs wordt gegeven, is niet, en kan niet zijn, het aanbrengen van het weinigje kennis, hetwelk binnen de grenzen van het leerplan valt, en waarvan nog een groot deel onaangeroerd blijft door de leerlingen die binnentjjds de school ver laten of ouf een audere reden den eind paal niet kunnen bereiken. Ware dat zoo, het zou ernstige overweging verdienen, die hoogst bescheiden uitstapjes op het gebied der wetenschappen maar ongedaan te laten en den tijd, daarvoor besteed, op andere en meer practisehe wijze te benuttigen. Maar dat is het niet Die aanvankelijke keunis is het middel, om begeerte naar meer op te wekken. Zucht tot weten is gelukkig een algemeen menschelijke eigenschap, evenzeer aange boren als behoefte aan be wegingmaar gelijk elke kracht, zal zij een nuttige en bevredigende werking uitoefenen, op een bepaald punt moet worden aangewend, zoo behoort ook aan die begeerte naar kennis een richting te worden gegeven, een onderwerp of moet een serie onder- Feuilleton. •13). Naar het Engelsch Dut is liet middelstuk, V.cidc de juwelier, en ik beu overtuigd, dut het een zeldzame steen is. Het komt mij alleen onbegrijpelijk voor dat de inboor lingen, die weinig waarde hechten aan goede stecnen, de moeite hebben genomen er vijftig te verzamelen. Ze. zeggen, dat ze begonnen zijn toen Willem de Veroveraar in dit land is geweest. Nu, dan hebben ze een aardigen tijd gehad, zoide ïarvin als mij een eeuw of acht tijd gel aten gelaten wordt, dan neem ik ook op mij eeu mooie verzameling bij elkaar te brengen. Hij had het gelaat een woinig afgewend, zoodat zij liet niet zien konden. Zijn hart klopte sneller. Ze wierpen een medelydonden blik op hem. Vijf prachtexemplaren van negen der kostbaarste steensoorten vormen den ring, hernam de juwelier, vijf robijnen, vijf smaragden, vyfsafieren, vijt diaman ten, vijf opalen, vijf kattenoogen, vijf turkooizen, vijf amothisten en vijf zwarte, diamanten. Maar hoe weet ge dat alles? vroeg Tarvïn. Uit de verhalen der inboorlingen; bewijzen zijn niet voorhanden en niemand weet waar den ring is. Waarschijnlijk begraven onder den eenen of anderen tempel in de stad, meende degoeljas. Tarvin vergat een oogenblik zijn voorzichtigheid, ln zijn verbeelding was hy reeds bezig haar op te graven. Ze wezen naar een rots door een driedubbclen muur omgeven. Ze geleek volkomen op de ruïne van steden, die Tarvin in den ossenwagen voorbij was gereden. Een doffe, hardroode rota stond boven op werpen worden aangewezen, waarmede zij zich kan verzadigen. De menschelijke geest onl wikkelt zich door het vormen en opnemen van beelden, maar deze moeten hij elkaider behooren, elkander regelmatig opvolgen, zooals men dat heeft bij de beoefening eener bepaalde weten schap. Daarom, wijst de lagere school den weg aan langs welken de geest zich verder kan voeden, nadat zij den smaak voor dat voedsel, de manier om het te ver krijgen en de vaardigheid oiu het te ver werken, heeft aangebracht. Maar nu komt het er op aan, op den gelegden grondslag goed voort te bon wen. De herhalingsschool is er uitmuntend voor geschikt doch wordt lang niet door allen bezocht: laat ons hopen, dat het groote nut, 't welk zij afwerpt, bij toe neming erkend en door de ondervinding bewezen zal worden. De meest begaafden van de ontslagen leerlingen der volks school breiden hun kennis soms uit door lectuur; die uitbreiding is hun een be hoefte zij kunnen eenvoudig niet leven, als hun de gelegenheid outbreekt hun intellectueel kapitaal te vermeerderen. Is voor dezen leidiug zeer gewenscht, onmis baar is zij voor de minder gezegeuden, wien het meer arbeid kost op de baan der wetenschap wat vooruit te komen, bij wie dus het gevaar groot is dat zij, de balans opmakend tusschen de in spanning en het genot dat er de vrucht van is, geneigd zijn te verflauwen in hun pogingen tot bereiking van het on bekende. Toenemende zucht naar kennis kuunen we in alle kringen waarnemenware het niet zoo, de beschaving zou stilstaan en achteruitgaan. Eu dit brengt ons vanzelf tot de vraag, of het noodige gedaan wordt om die zucht te bevredigen. Neen, stellig niet. De mannen van de wetenschap beijveren zich niet genoeg, om de volwassenen te onderrichteu, en aan hetgeen in dit opzicht is beproefd, ont breekt zoowel de noodige organisatie als er de vereischte middelen aan onthouden worden. De belangrijkheid van het vraagstuk, hetwelk we hier aanroereu, wordt vrij algemeen erkend men gevoelt, dat er een ruim arbeidsveld open ligt. In Engeland de eerste rots; aan den voet niets dan liet gele woestijnzand, waarin geen boom of struik zijn wor tels hechten kan. waarop alleen de wilde ezel en slechts op enkele plaatsen het wilde kameel kan loopen. Tarvin keek naar de van warmte trillende lucht en zag, dat in de stad geen teekenen van leven waar te nemen wareu. Het .was middag en Zijner Majosteits onderdanen sliepen. Dat eenzame rotsblok was dus liet zichtbare doel van zijn reis, het Jericho, waarvoor hij Topaz verlaten had. Hij stond op en rekte zich uit. Om hoe laat is het hier voldoende afgekoeld om de. stad eens door te wandelen vroeg hij. Wat wilt ge? vroegen ze. We raden u aan voorzichtig te zijn. Ge kunt heel licht in moeilijk heden komen. Tarvin begreep volstrek niet, dat hij door een onschuldige wandeling in de stad, in moeilijkheden zou kunnen koiueu, maar hij zweeg, zich in stilte voornemend de stad eens goed op te nemenhij moest het een of ander doen om te voorkomen, dat zijn geest verstompte. Hij vroeg den weg naar het telegraafkantoor, half en half verwachtend teu ant woord te krijgen, dat er geen telegraafkantoor was, ofschoon hij de lijnen boven zijn hoofd zag, 't Kan u misschien van dienst zijn te weten, dat ieder telegram, dat u van hier afzendt ouder de oogen komt van den Koning, riep een der reizigers hem na. Tarvin dankte hem voor die waarschuwing, die inderdaad voor hem van belang kon zijn. Hy bag gerde door het zand in de richting van een buiten gebruik gestelde Mohamedaansehe moskee, gclegon aan den weg naar dc stad, die als telegraafkantoor was ingericht. Een soldaat lag op don drempel, in diepen slaap. Zijn paard was aan een in den grond gestoken lans vastgebonden. Andere levenstcekenen bemerkte hij niet, behalve een paar duivon, die in elkaar gedoken zijn Uuiversiteitscolleges toegankelijk ge steld voor het publiek en ook te onzent is iu enkele kringen besproken, of wellicht op die wijze de bestaande leemte zou zijn aan te vullen. De bekende Toynbee-arbeid, insgelijks van de overzijde op onzen bodem overgeplant, is een uitvloeisel van het zelfde besef, dat de meer ontwikkelden zich niet mogen onttrekken aan de ver plichting van het hunne mede te deelen aan de minder bevoorrechten. Hierbij doet zich het bezwaar voor, dat het meestal jonge menschen zijn, zelf nogin hun leertijd, die zich beschikbaar stellen om anderen voor te lichtenvan het leven kennen zij nog zeer weinig, en zij hebben nog geen gelegenheid gehad zich te oefenen in de moeilijke kunst, zich in te werken in den gedachtenkring dergenen, wier denken zij pogen te verhelderen. Er komt nog bij, dat zij, die voor het volk spreken, al te eenzijdig 'urn kracht zoeken in de behandeling van politieke en staathuis houdkundige ouderwerpen, waarvan wij het gewicht geenszins ontkennen, doch die, om behoorlijk te worden begrepen, een niet geringe mate van voorbereidende oefening in het verbinden van oorzaak eu gevolg vereischen. Bezoekers van open bare vergaderingen worden meer vergast op subjectieve beschouwingen dan op waaruemiug van tastbare feiten er wordt hun meer eeu oordeel opgedrongen, dan dat hun vermogen om zelfstandig te oor- de elen wordt gevormd. Dat is een ganscb verkeerde methode en hoewel het hoogst moeilijk is te dezen opzichte den goeden toon te vindt1», hopen wij in eeu volgend nummer hierover nog iets te zeggeu. Volgens het Vaderland zou het nu vaststaan, <lat H.H.M.M. de Koninginnen in de tweede helft van Mei Brabant en Limburg bezoeken. De Minister van Financiën heeft in hot wets ontwerp betreffende tie heffing van invoerrechten naar de waarde der goederen bij nota nog twee wijzigingen voorgesteld. De eerste strekt om de schadevergoeding, voor door den aangever onder vonden oponthoud der goederen, te bepalen op ten hoogste 15 pet. van de waarde der opgehouden, goederen, mits over de vraag in hoever termen tot vergoeding bestaan en over het bedrag vooraf inlichting zij gegeven door den aangever of zijn gemachtigde en een door den directeur der invoer rechten aangewezen persoon. De tweede verandering heeft ten doel, overeen komstig liet reeds door de commissie van rappor teurs gedane voorstel, in de wet de bepaling op to nemen, dat zij binnen vier jaar wordt herzien. De Minister van Marine heeft aan de Tweede Kamer ingezonden het uittreksel van het antwoord, dat de commandant der zeemacht in Oost-Indië gegeven heeft op 's Ministers vraag om inlichtingen omtrent de samenwerking tusschen zee- en land macht in Nederlandsch-Indië bij gelegenheid van de expeditie naar Lombok, en zulks naar aanleiding vun de door den heer Van Vlijmen in de Tweede Kamer ter sprake gebrachte grief tegen de Marine n Indië. Up grond van verschillende beschouwingen komt le commandant der Marine tot de conclusie, dat de commandant der scheepsmacht in de wateren Lombok bij de ramp van 25 op 26 Augustus veel beleid en oordeel heeft gehandeld en dat iedere afwijking van zijn nu gevolgde gedragslijn wel had kunnen leiden om de verliezen te vergroo- ten, maar niet om eenigerlei verbetering in den toestand te brengennieuwe bezwaren en gevaren zouden in het leven zijn geroepen en het geheel hachelijker zijn gemaakt. 'oor zoover de Minister de zaak van hieruit en met de hem thans bekende gegevens kan beoor- deelen, verklaart hij volkomen de meeuiug van den commandant der zeemacht te kunnen deelen, Iu de brieven uit de Hofstad aan de Midd. Ct. leest men Het bericht, dat het ontwerp-kieswet gereed is, zal bij velen de nieuwsgierigheid naar dat gewichtig stuk werk hebben verhoogd. Zij zullen nog wel geruimen tijd geduld moeten oefenen alvorens het naadje van de kous te weten, want vóór het ont werp door den Raad van Stale, waar het nu nog niet is ingekomen, zal z\jn onderzocht en het advies van dat college zal zijn overwogen en beantwoord, zullen we eeu heel eind tot den zomer gevorderd zijn. De voordracht is nog slechts den Minister-raad gepasseerd; daartoe werd op buitengewone uren vergaderd. Natuurlijk wordt deze zaak met de meeste ge heimhouding behandeld, wat toch nooit belet, aat er zoo iets vau uitlekt. Zoo hoorde ik dezer dagen door iemand, die het weten kan. mijn vroegere mededeeling bevestigen, dat het voorgestelde kies recht ten deele op het capaciteitenstelsel is gebouwd een aantal examina, uiet alle van de zwaarste soort, zullen elk kiesbevoegdheid geven. Daarnaast schijnt ae huurwaarde van de woning te z\jn aangenomen als een kenmerk van welstand, en zelfs het werkloon, dat iemand pleegt te ver dienen, moet bij de regeling in aanmerking zijn genomen. Verder is het stelsel van eigen aangifte aanvaard, waardoor zeker het kiezerskorps vrij wat kleiner zal zijn, althans na verloop van eeuige jaren, dan het kon wezen. Immers het overal dalend getal „lodgers" bewijst, dat het verlangen naar kiesbe voegdheid, als deze afhankelijk is vau eigen opgave, allengs vertlauwt, ook zelfs bij de meer ontwikkelde eu veelal nog jeugdige burgers als de „lodgers" voor verreweg het meerendeel zijnbij de minder ontwikkelden zal dat verschijnsel zich, nis eenmaal het nieuwtje er af is, zeker nog veelvuldigcr voor doen. Al moge dus in naam een zeer uitgebreid kiezerskorps worden in liet leven geroepen, de werkelijkheid zal spoedig ver onder de verwachting blijven. boven den ingang zaten t" droomen. Tarvin zocht met de oogen de eene of andere aanwij zing. Hij zag alleen, dat de telegraafdraden dooreen opening in den toren van tie moskee naar binnen verdwenen. Onder de poort waar hij stond, waren twee of drie lage houteu deuren. Op goed geluk opende liij er een, en trapte op een warm, harig lichaam dat grommend opsprong. Hij deinsde achteruit om een jonge buffel uit don weg te gaan Zonder zich door zulk een kleinigheid uit het veld te laten slaan, opende hij een tweede deur, en zag nu een trap van onge veer een halven Meter breedte. Hy klauwerde naar boven, in de hoop het getik van de telegraaftoestellen te hooren, maar er heersehte stille als in het graf. Hij stiet een derde open en tuimelde nu een vertrek binnen, waarvan liet, gewelfde plafond met zonder linge figuren in allerlei kleureu en duizenden stukjes spiegelglas was ingelegd. Hij knipte pijnlijk met de oogen en keek om zich heen. Een telegraafkantoor moest het toch wezen, want een verouderd instru ment was op een ruwhouten tafel bevestigd. Het zonlicht stroomde door' het gat in den toren, waar door de draden naar binuen geleid waren en dat niet dicht gestopt was, Tarvin stond in het zonlicht. Hy nam den slappen, breedgeraudon, vilten hoed, dien hij voor dit klimaat veel te warm vond, van het hoofd, en wischte zich hol voorhoofd af. Terwijl hy daar stond, kaarsrecht, zoo flink ge bouwd, krachtig, gezond, zou iemand, die zich hier in een hoek verborgen had om hein te overvallen, waarschijnlijk zijn plan hebben laten varen, om een gemakkelijker prooi op te zoeken. Hij trok zich aau den langeu knevel, (lie aan woerszyden van den mond neerhing en mompelde eenige opmerkingen in eeu taal, die tusschen deze wanden uiterst zelden gehoord werd. Zou hy van uit deze zandwoestijn be richt kunnen zenden naar de Vcreenigdo Sinten vau Noord-Amerika? Zelfs de vloek die door de muren hol weerkaatst werd, klonk hem vreemd en uitdruk kingloos in de ooren. Eeu meteen laken toegedekt figuur lag op den grond. Ja, alleea een doode is hier op zijn plaats, zeide Tarvin. Hé daar, sta eens opriep hy. De gestalte verrees grommend, wierp het lakeu van zich af en vertoonde zich als een slaperige in boorling in een duifkleurig zijden pak. Ho! riep hij. Juist, antwoorde Tarvin. U wenscht mij te spreken Ik wil een telegram zenden, indien iu dit graf ten minste eenige electrieiteit is, antwoordde Tarvin. Mijnheer, u bent hier, waar u wezen moet, zeide de inboorling. Ik ben telegrafist en postdirecteur van den geheelen Staat, Hij zotte zich op den wrakken stoel, opende eeu lade en begon iets te zoeken. Wat zoek je, vriend? Ben je de verbirdiug met Calcutta kwijt De meeste heeren brengen zelf een formulier mee, antwoordde hij. Maar hier heb ik er eenhebt u een potlood Och laat ik u geen moeite veroorzaken. Mn dunkt, 't is beter, dat u weer gaat liggou. Ik zal zelf wel even telegrafoeren, Wat is uw sein voor Calcutta U kunt met dit instrument uiet overweg meneer. Wat Ik zou niet kunnen telegrafeeren Dan moet je mij eens in verkiezingtijden eruiee zien werkenalsof 't gesmeerd is, hoor, zeide Tarvin. Dit instrument vcreischt bijzondere kenuis, mijnheer, schrijf u het telegram; ik zal het wel overbrengen. Tarvin schreef: „Aangekomen. Vergeet de drie C's niet. Tarvin" Het telegram was geadresseerd aan mevrouw Murtrie te Denver. Vooruit, en een beetje gauw, zeide h\j, liet den glimlachenden beambte overreikend. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1