Donderdag 14 Maart 1895. No. 4440, 44e Jaargang Binnenland. QAKUNTALA. Firma A. H. VAN CLEEPF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden 1,— Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor binnenland öO ct. per 3 maanden. Ad verten tiën 16 regels 60 et.; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, officieële- en ontcigeningsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten dc stad worden de incaaseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUTZEN hoek Kortegraeht, Wijk B. 80 Telephoonnummcr 19. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen ter kennis van het publiek, dat de voorwaarden, waaronder éen of meer localen van het voormalig schoolgebouw in de Koestraat aan particulieren en vereenigingen, tegen betaling van recognitiën, kunnen worden in gebruik gegeven, ter Secretarie voor een ieder ter inzage zijn ncdergelegd. Amersfoort, den 13. Maart 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. 1). SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Met zekerheid kan thans worden medege deeld dat H.H. M.M. de Koninginnen de stad 's Hertogenbosch op 15 en 16 Mei e.k. zullen bezoeken. Reeds is men bezig verschillende commission in liet leven te roepen, ten einde H.H. M.M. een waardige ontvangst te be reiden. Te Maastricht is thans de olïiciöele mede- deeling ontvangen, dat het bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen aan die stad zal plaats hebben van 20 tot 24 Mei. Het geven van onderwijs in de natuurkunde aan H. M. Koningin Wilbelinina is opgedragen aan dr. II. van de Stadt, directeur der Hoogere Burgerschool te Arnhem. Hij Kon. besluit van 9 Maart 1895 zijn bij het leger in Nedorlandseli-Indië benoemd tot generaal-majoor bij den generalen stal", de kolonel, chef van dat dienstvak, J. J. K. de Moulin lot generaal-majoor der infanterie, de kolonel van dat wapen, L. Swart, en tot generaal-majoor der genie, de kolonel, chel' van dat wapen, L. 1. Resner. Onder deze hevorderiegen zal vooral die van kolonel Swart de aandacht trekken. In Augustus, ti jdens de Loinbok-ranip, was hij nog slechts luitenant-kolonel en wordt. 3 September 1894 bevorderd tot kolonel, in welken rang hij dus juist zes maanden ge diend heelt. tieneraal Swart die thans 49 jaar is, werd in Augustus 1867 2e luitenant hij het 5e re giment infanterie, volgde in 1872 den twee jarigen cursus van de. Krijgsschool en ging in 1877 over bij het Indische leger. De Minister van Oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden A„ dat in (i Feuilleton. 15). Naar het Eiujelsch. 't Schijnt mij wreed toe, een jong meisje heel alleen zoo ver weg te zenden, zeide Tarvin maar ik ben overtuigd, dat u goed en hartelijk voor haar zult wezen. Zeker, we zullen beproeven te zorgen, dat ze geen heimwee krijgt, antwoordde mevrouw Estes op moederlij ken toon; onze Fred en Laura zijn óok ver van ons weg, voegde ze er met een zucht bij. Zon ik mogen weten met welk doel uhicr heen gereisd is? vroeg thans do zendeling, zijn tweede kopje thee van zijn vrouw verlangend. 1-Iij had 'in zijn wijze van sproken iets deftigs de woorden schenen alle uit zijn langen grijzenden baard te komen. De uitdrukking van zijn gelaat was streng, maar niet onvriendelijk en de wijze, waarop hij iemand recht in do oogen keek, beviel Tarvin. Hij had een zeer besliste meening omtrent alles, vooral omtrent de inboorlingen van Indië. Ik ben hier gekomen met het doel goud te zoeken, antwoordde Tarvin zoo onverschillig mo gelijk en uit het venster starend, als verwachtte bij Kate te zien aankomen. Estes stelde hem voor, op de veranda een sigaar te rooken. Mevrouw Estes kwam met haar naaiwerk bij hen zitten. Terwijl zij rookten, vroeg Tarvin een en ander omtrent den ring. Waar was die? Waaruit bestond hij? vroeg hij. Maar Militaire Academie, geregeld op dc grondslagen der wet van 21 Juli 1890 (Staatsblad no 126). Voor dit examen worden opengesteld 107 plaatsen, verdeeld als volgt: L Ten behoeve van de cadetten der Cadetten schoola. Bij liet leger hier te lande: 13 voor de infanterie, 2 voor de cavalerie, 10 voor de artillerie en 2 voor de genie. b. Bij het leger in Nederlandfioh-Indiü11 voor de infanterie, 1 voor de cavalerie, 5 voorde artillerie en 2 voor de genie. II. Ten behoeve van de adspiranten, bedoeld sub 11 van art. 25 der vorenvennelde weta. Bij liet leger hier tc lande: 21 voor de infanterie. 1 voor de cavalerie, 8 voor de artillerie en 1 voor de genie. b. Bij liet leger in Ned.-Indiö: 20 voor de infan terie, 2 voor (1e cavalerie, 6 voor de artillerie en 2 voor de genie. Nadere medcdeelinge» betreffende bedoeld examen en aangaand' de inrichting der genoemde Academie zullen, vermoedelijk ongeveer tegen het einde der maand April e. k., in de Stnats-Ct. ter kennis van belanghebbenden worden gebracht B„ dat, voor liet in de maanden Juli en Augus tus e. k. hier te lande, te houden examen voor toelating tot den Hoofdcursus, ter opleiding van onderofficieren voor den rang van tweede luitenant der infanterie en ran tweede luitenant-kwartiermees ter, respectieveiijk voor den dienst hier te lande en voor den dienst in Nederlandsch-lndië, de volgende aantallen plaatsen worden opengesteld t leger hier te landeinfanterie 19, a 1 in It. Al km telieden t leger in Xederlandseh-Indiëinfan- 1c maanden Juli en Augustus e.k., een worden gehouden voor toelating van als cadet by de Cadettenschool te imon worden opengesteld a. 27 plaat sen voor jongelieden met bestemming om te worden opgeleid voor deu dienst liior te lande b. 22 plaat sen voor jongelieden met bestemming om te worden opgeleid voor den dienst in Ncdcrlandsch-Indiö. Nadere inlichtingen bevat do Staatscourant van 12 Maart. De Java-Bode zegt in haar tnail-overzicht: L'it de rnuiteileeïingen van den Minister van Koloniën in de Kei-ste Kamer is het duidelijk geworden, dat de Indische regeering van een expeditie tegen Karang Asem heeft afgezien, zoodra Goesti Djilantik eu zijn rijks- groolen beloofd hadden zieli van alle bemoeie nis met de aangelegenheden van Lombok te zullen onthouden en geen lieden van daar te zullen ontvangen, en zij zich verder be reid hadden verklaard de bevelen van het gouvernement op te volgen. Waarschijnlijk wil men tioesti Djilantik zijn dubbelzinnige houding bij de Lombukramp niet te zwaar aanrekenen, omdat er eigenlijk niet van mis bruik van vertrouwen sprake kan zijn, indien bij het stellen van vertrouwen een zoo groote mate van naïvesteit voorzit als legenover hem het geval is geweest. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de bataillons, die op Louiook waren en nog zijn, vreeselijk hebben geleden en nog dagelijks door ziekte en dood manschappen verliezen, dan laat het zich begrijpen, dat de regeering zich bij het gedrag van den Vorst van Karang Asern neerlegt, nu deze zich rustig houdt, en dit te meer, wanneer het waar is wat men zegt, dat de Gouverneur-generaal door krach tiger optreden de geheele pacificatie van Atjeh wil zien te verkrijgen, waartoe overste Van Heutz in gelegenheid zou worden gesteld, het door hein ontworpen plan uit te voeren. Bij de Regeering zou het voornemen bestaan om binnen korten tijd de verhouding tusschen de inschrijving in het. Grootboek dér 2J pCt. Nationale schuld en het kapitaal, dat strekken moet tot zekerheid der riiks-rekenplichtigen te brengen van 70 op 80 pCt. Een gevolg hiervan zal wezen, dat voor elke 100 gulden inschrijving, in stede van zooals tot dusverre 70 gulden, in liet vervolg 80 gulden zal worden berekend. Naar tnen verneemt, zal weldra een ontwerp van wet tot instelling van Kamers van Arbeid het Departement van Justitie verlaten. Het is verdeeld i-t zeven paragafen, die achtereen volgens behandelen: 1. De samenstelling en werkkring; 2. De leden; 3. De kiezers; 4. De afdeelingen; 5. Het bestuur 'Ier Ka mers: 6. De geschillen: 7. De vergaderingen dei1 Kamers en <ler afdeelingen. Algeraeene bepalingen be sluiten liet ontwerp, dat uit ruim 40 artikelen bestaat. Ditmaal is geen Duitsclie wet voor Nederland verpast, maar is een Belgische wet «tot voorbeeld gekozen". De instruction voor den chef van den generalen staf, den hoofdintendant en den i inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht zijn in dier voege aangevuld, -lat bij de voorbereiding in tijd van vrede van de maatregelen betreffende de legerverpleging in tijd van oorlog voortaan een onderlinge samenwerking van die chefs van dienstvakken 1 gewaarborgd is. Voortaandus vroeger niet De Milaneescbe correspondent van de Frankf. Zty. meldt, dat >li' Engelsche regeering niet voornemens is. de overeenkomst te hernieu wen, welke tusschen Engeland en Italië is i gesloten betreffende het verzenden der mail uit Oost-lndië over Brindisi, en dat zij besloten heeft, de mail over Weenen en Gonstanti- j impel te verzenden. In plaats van Constantinopel zal wel Salonichi i bedoeld zijn; althans vroeger was er reeds meermalen sprake van het voordeel, dat die haven zou aanbieden als eindpunt van het vervoer van de mail over land, om de postrou- te te bekorten. Te Rotterdam is een valscb bankbiljet van f 100 door de politie in bes'ag genomen, Het vertoont geheel dezelfde kenmerken als die, welke indertijd door Krause c. s. te Amsterdam vervaardigd werden. Het water merk ontbreekt, liet papier is wollig en het draagt den datum Juni 1890. Men onderstelt dan ook, dat de bezitter er van tot nu toe met h et uitgeven van het bankbiljet gewacht heeft, in de hoop dat er nu, na verloop van ruim een jaar, minder op zou gelet worden. De Hooge Raad heeft Maandag het cassatie beroep in de zaak der valsche bankbiljetten verworpen, en, in afwijking van de conclusie van het O. M., bevestigd het arrest, waarbij Roens werd vrijgesproken van het hem ten laste gelegde verzet tegen een bedienend beambte in de rechtmatige zijner uitoefening functie (een deurwaarder bij een publieke 'erkooping). Een winkelier die een vermoedelijk valsch kwartje in zijn lade vond. stelde volgens een der bladen het «muntstukje ter be schikking van de politie, ten einde door haar tusschenkomst aan 's Rijks munt te worden onderzocht." Wie De winkelier Doch van meer belang is 't te weten, dat er weer valsch geld in circulatie is. Er zijn in omloop valsche rijksdaalders, valsche guldens, valsche kwartjes en valsche dubbeltjes, en ook de valsche tienstuiverstukjes zullen wél niet uitblijven, want blijkbaar is er een goed georganiseerde bende aan den gang. Het voorstel tot invoering van een inter nationaal postzegel vindt bestrijding op grond van zeer overwegende bezwaren, uit de muntregeling voortvloeiende. Slechts de Vereenigde Staten van Noord- Ainerika en Luxemburg zijn er vóór. Een der bladen, gewagend van de ontvangst van Eden te Arnhem en te Haarlem, zégt zeer terecht Bij al de hulde die men Jaap Eden be grijpelijkerwijze bewijst en de geestdrift die daarbij he'erscht, vraagt men zich af; Wat moet dat worden als generaal Vetter in het land komt? Rotterdam telde op 31 December j. 1. 244 918, Kralingen 21 124 inwoners. De nu ver eenigde gemeente Rotterdam had dus op 31 December een bevolking van 278 174 zielen. hij bemerkte, dat de zendeling, ofschoon een I Amerikaan, niet wijzer was dan de vadzige han delsreizigers. De zendeling wist, dat de ring bestond, maar kon hem niet zeggen of nog iemand anders, behalve de Maharajah haar gezien had. 1 Estes kwain telkens weer terug op Tarvin's plannen om goud te zoeken en wilde van hem bijzonderheden daaromtrent vernemen. In de Ainet Rivier zult u niet veel vinden, I zeide hij. De inboorlingen hebben in de laatste honderd jaar niet anders gedaan dan dien stroom uitwassenen, maar ik veronderstel, dat u op j groote schaal zult laten arbeiden, zeide de zen deling hem vragend aanziend. O, ja, natuurlijk. Estes uitte nu de veronderstelling, dat Tarvin bekend was met de moeilijkheden, welke hem in deu weg zouden gelegd worden. Hij zou de toestemming van kolonel Nolan moeten vragen, en door dezen die van do Britsche Regeering moeten verkrijgen, ja, zelfs zou hij kolonel Nolan eerst moeten vragen of hij te Rhatore mocht blijven. Meent u, dat de Engelsche Regeering de moeite zal nemen, het mij lasiig te maken? Zeker. Nu dan zullen we haar aan het verstand brengen, dat ze mij met rust moet laten, zeide Tarvin. Mevrouw Estes keek van haar werk op, naar haar echtgenoot. Zij dacht na. Gedurende de volgende week werd Tarvin zeer veel wijzer. Niet alles wat hij vernam en ont dekte was hem aangenaam, maar hij was er de man niet naar om zich te laten afschrikken. Hij besloot een goed gebruik te maken van de Verworven kennis. Vóór alles moest hij voorge steld worden aan den eenigen man in den Staat, van wien met zekerheid vermoed kon worden, dat hij het voorwerp zijner wenschen gezien had. Estes was bereid hein bij den Maharajah te bren gen. De zendeling en Tarvin reden op een goeden ochtend den steden heuvel op, waarop het paleis, geheel uit rotsblokken gebouwd, zich verhief. Ze reden onder een diepen poort door en kwamen op een rnet marmeren tegels belegden voorhof. Daar vonden ze den Maharajah met een in lom pen gekh eden huurling, sprekende over de goede en de slechte eigenschappen van een fox-terrier, die op den marmerer. vloer aan hun voeten lag. Tarvin, die als echt Amerikaan nog geen Koningen ontmoet had, had van een Vorst die zijn schulden niet betaaide, zekere staatsie en weelde verwacht.. Het allerminst was hij er op voorbereid geweest een Koning te zien in zulk een sjofele plunje. De Maharajah was een groote, tamelijk grofgebouwde man, met een bréinen, vollen baard, gekleed in een met goudbordunrsel afgezette, groen fluweelen kamerjapon, en weidra bleek het Tarvin, dat zijn bezoek den monarch niet onaangenaam was en deze zich veeleer ver heugde zich te kunnen onderhouden met iemand, die in geenerlei betrekking stond tot het gou vernement en hem niet over geld kwam spreken. Dc ongeproportioneerde kleine handen en voe ten toonden aan, dat de Vorst van Gokral Sec- tarum stamde uit het oudste geslacht in Rajpu- tana. Zijn gelaat was gezwollen en bedekt met roode vlekken en een paar doffe oogen keken vermoeid boven zware zakken uit. Tarvin, die op het gelaat van den Westerling zeer goed kon lezen wat er in diens ziel omging, meende in dat van den Vorst vrees noch harts tocht, doch slechts overgroote vermoeidheid en lusteloosheid te ontdekken. Tarvin 3telde belang iu honden en koesterde bovendien het vurigst verlangen, nader kennis te maken met den Vorst. In diens hoedanigheid van Koning, beschouwde Nick hem niet als tyrar., maar, als hondenliefhebber, als een broeder, en als bezitter van den ring lag hij Tarvin nader aan het hart dan een broeder. Hij sprak met warmte en direct op zijn doel af. Kom nog eens terug, zeide de Maharajah, wiens oog door een schiju van belangstelling verhelderd werd, toen de heer Estes verschrikt over zijn vrijpostigheid, zijn gast haastig medetrok. Kom van avond na het eten nog eens terug. U hebt een langen reis gemaakt, niet waar, en hebt veel te vertellen van vreemde landen. Des avonds kwam Tarvin terug en Zijne Majes teit, thans onder den invloed van opium, die voor eiken Rajliut noodzakelijk is om te kunnen spreken of denken, luisterde met welgevallen naar de verhalen van den vreemdeling over de blanke mannen van de overzijde van den Oceaan en loerde hem ondertusschen het vorstelijk spel ichisi. Zij speelden tot diep in den nacht, in den larmeren voorhof, omringd door groene zonne blinden, waarachter Tarvin, zonder dat hij het hoofd behoefde om te wenden, fluisterende vrou- westemmen en het geritsel van zijden kleeren hoorde. Zij werden van alle kanten uit het paleis begluurd. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1