Maandag 18 Maart 1895. No. 4441, 44e Jaargang Binnenland. gAKUNTALA. Uitgave firm a A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis TemdagsbliuL Abonnement per 3 maanden 1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad vóór Amersfoort 40 et. voor binnenland 50 ct per 3 maanden. Advertentiën 16 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters tiaar plaatsruimte. Legale-, ollicieële- en onteigeningsadvert. per regel 16 ct. Reclame! per regel 26 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent Bij advertentiën van buiten dc stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau MUURHUIZEN hoek Kortegracht, Wijk B. 60 Telephoonnnmmer 19. incognito te Nijmegen logeerea en van daar uit de provincie Noord-Brabant bezoeken. In algemeene trekken is het programma, later nog in onderdeelen uit te werken, al dus vastgesteld Op Woensdag 15 Mei zullen H.H. M.M. om half elf in Den Bosch aankomen, waarna in het Gouvernementsgebouw zal geluncht wor den. Van 2 tot 4 uur zal er receptie zijn voor heeren in de groote vergaderzaal der Pro vinciale Stilten. Vóór en na dien tijd zullen voorname gebouwen en inrichtingen worden bezocht. Vervolgens circa 6 uur diner in de Staten zaal, aangeboden door de Provinciale Stilten. Des avonds zullen ri.II. M.M. de illumination bezichtigen om vervolgens naar Nijmegen te vertrekken. Den volgenden dag komen Zij weer circa half elf in Den Bosch en maken dan een rijtoer in den omtrek, om hier en daar bij het meest bezienswaardige te vertoeven. Op een nader te bepalen plaats zal de lunch gebruikt worden. Teruggekeerd in de stad, is het van 2 tot 4 uur receptie voor dames, waarna weder eenige inrichtingen in oogerischouw zullen ge nomen worden, om ten O1 uur ten Raad- huize deel te nemen aan het diner, door den Gemeenteraad aangeboden. Ook de illumminatie van den tweeden avond zal bezichtigd worden, waarna 11.11. M.M. wederom naar Nijmegen vertrekken. Den daarop volgenden dag. Vrijdag 17 Mei, bezoek aan het industrieele Tilburg. Maandag 20 Mei begeven de Vorstinnen zich over Venloo, waar zij een kort opont houd zullen hebben, naar Maastricht. Vrijdag 24 Mei verlaten Zij de provincie Limburg. Eindelijk is dan het lang verwachte Ko ninklijk besluit afgekomen, houdende be palingen voor de reorganisatie van het korps mariniei'S. Tengevolge daarvan zal na 1 April e. k. het korps bestaan uitden staf en drie af- deelingende le en de 2e afdeeling elk van drie compagnieën, de 3e afdeeling van twee compagnieën. Ken der comgagnieën van de le afdeeling dient tevens als recrutendepot. De tweede compagnie der 3e afdeeling draagt den naam van instructie-compagnie, eu dient tot oefening der nieuw aangekomen reeruten. Het bevel over het korps wordt gevoerd door een kolonel. De afdeelingen worden ge commandeerd door een luitenant-kolonel, elke compagnie door een kapitein. In de bestemming, kazerneering en admi nistratie van het korps komt geen verandering. Als standplaatsen zijn aangewezen voor den staf en de le afdeeling: Amsterdam: voor de 2e afdeeling Willemsoordvoor de 3e afdeelingRotterdam. Door de nieuwe regeling wordt de totale sterkte van het korps met 15 hoofden ver minderd het getal kapiteins wordt terug gebracht van 14 op la, dat der kapiteins- kwartiermeester van 2 op 1. Het aantal sergeanten-majoor, sergeanten en fouriers vermindert respectievelijk met 4, 2 en «5: de getalsterkte der tamboei-s. pijpers en mari niers blijft onveranderd. De Tweede kamer der Staten Generaal heeft Donderdag, na een prachtige verdedi ging van het ontwerp door den Minister van Oorlog, met 51 tegen 31 stemmen aangeno men de zoogenaamde gewerenwet. Tegen stemden de heerenHartogh. Van Alphen, K. Srnidt. Rcessingh, De Ras. Zijp, A. Smit, Donner. De Kanter, Meesters, Pyt- tersen, KnijlV, Willinge. Schaafsma, Zvlma, Houwingh. Kerdijk. De Ram. Staalman, San ders, Schepel, Lieftinck. Heemskerk. Gerrit sen Lambrechts. Smeenge. Tbaoft, De Boer, Lucasse. Ileldt eu Borgesius. In de zitting kwam aan de orde de motie- Dobbelman, strekkende ter uitbreiding en herziening van het tarief van invoerrechten, in het belang van landbouw en industrie. De voorsteller somde de voordeelen op van gezonde bescherming en wees op de nadeelen van vrijen handel, vooral omdat daardoor werkloosheid in de hand wordt gewerkt. Ra- tioneele bescherming, gericht op ontwikke ling van het nationaal produtievermogen, moet het streven zijn. anders gaat de land bouw te gronde en worden arbeid en schatkist geschaad, meende hij. Morgen is de Minister aan het woord. Naar men meldt, zijn de ontwerpen be tredende het Kiesrecht en de Personeele be lasting nog niet bij den Raad van State ingekomen. Een ontwerp tot wijziging van de zegelbelasting op effecten is echter reeds den Raad van State gepasseerd en zal binnenkort de Tweede Kamer bereiken. Aan den Yelperweg bij Arnhem zal een door het Rijk gehuurde villa tot kazerne voor de marechaussee worden ingericht. Zouden de villa's bij Arnhem zoo goedkoop zijn En is het een bewijs van weelde of van armoede KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS vim AMERSFOORT, Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de lijsten, aanwijzende de .personen, in deze gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede kamer der Staten- generaal, de Provinciale staten en den Ge meenteraad, zijn vastgesteld, en benevens die, behelzende «le namen der personen, welke ingevolge art. 35 der wet van den 4. Juli 1850 (Stiuitblad No. 37) van gemelde lijsten zijn geschrapt, op heden aan de bergplaats bij het raadhuis zijn aangeplakt; welke lijsten, met, den schattingsstaat en de vei-slagen der betrokken ambtenaren, gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's vooririiddags 10 tot 1 uur des namid dags op de secretarie dezer gemeente voor eenieder ter inzage liggen. Amersfoort, den 14. Maart 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCIIELTUS. Dc BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 0 «Ier wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 05), Brengen ter kennis van publiek, dat een door A. Malestein ingediend verzoek, mot bij lagen, om vergunning tot het oprichten van eene varkensslachterij en rookerij in het perceel alhier gelegen aan de Langestraat wijk B. No. 7, hij het kadaster bekend onder Sectie E. No. 4257, op de Secretarie der ge meente ter visie ligt. en dat op Zaterdag, den 30. Maart aanstaande, «les voormiddags te elf uren, gelegenheid ten raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeente bestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de in richting intebrengen. Amersfoort, «len 1». Maart 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd» De Burgemeester. F. 1). SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris. W. L. SCIIELTUS. Omtrent liet bezoek van II.II. M.M. de Koninginnen aan Noord-Brabant wordt nog het volgende gemeld Daar het Gouvernementsgebouw verbouwd wordt, zullen de Vorstinnen in het strengste Feuilleton. 10). Naar hel Engelsch. Den volgenden ochtend, bij het aanbreken van den dag, trof hij den Koning boven aan de hoofdstraat, wachtende op een wild zwijn. Het jachtgebied van Gokral Sectarum strekte zich uit tot in de straten der door muren omgeven steden en in den nacht wroette het wilde zwijn ongestoord tussehen de huizen. Het zwijn vertoonde zich dan ook inderdaad en werd met behulp van Zijner Majesteits nieuw geweer neergeschoten. Het was een goed schot e» Tarvin juichte het van harte too. Had Zijne Majesteit wel ooit een in de lucht geworpen geldstuk door een kogel zien raken? Niet? De vermoeide oogen schitterden. Tarvin wierp een kwart dollar op en raakte dien in zijn val met een kogel uit zijn revolver. De Koning verzocht hem het nog eens te doen, hetgeen Tarvin beleefd weigerde, tenzij een der hovelingen hem wilde voorgaan. De Koning zelf wilde niets liever dan het kunstje probeeren. Tarvin wierp zelf het geld- stuk voor hem in de lucht. De kogel floot onaangenaam dicht langs Tarvin's oor, maar de kwart dollar lag toch gedeukt iu het gras. De Koning bekeek Tarvin's geldstuk, alsof liij wer kelijk die deuk erin geschoten had. Tarvin liet hem gaarne in dien aangenamen waan. Den daarop volgenden dag was Tarvin eehter I geheel uit de gunst, en eerst toen hij van de agenten gehoord had, dat Koningin Sithabhai weder een van haar driftbuien gehad had, be greep hij waarom de Koning zoo slecht gehu meurd was. Hij trachtte zich te troosten door een bezoek te brengen aan kolonel Nolan en deed dezen grijsharigen man lachen, zooals hij sinda jaren niet gelachen had, over de schiet- kunst van den Koning. Tarvin lunchte met hem en in den loop van den namiddag vernam hij, welke politiek het Gouvernement van Indië ten opzichte van den Staat Gokral Sectarum voerde. Het Gouvernement wilde het land voor uitbrengen, doch daar de Maharajah de kosten daarvan niet wilde betalen, kwam de beschaving slechts uiterst langzaam voorwaarts. De beschrij ving, welke kolonel Nolan van het leven in het paleis gaf, verschilde geheel van die, welke de zendeling hem had gegeven, en die was ook al weer anders dan het tafereel door de agenten ervan opgehangen. Tegen den avond, bij het vallen van de sche mering, zond de Maharajah een ruiter naar Tar vin, met verzoek bij hem te komen. Hij kon zich weder verheugen in de gunst van Zijne Majes teit, die verlangde naar het gezelschap van den grooten man, die op geldstukken kon schieten, mooie verhalen deed en bac.hisi met hem speelde. Dien avond was Zijne Majesteit in bijzonder mededeelzame stemming, en hij vertelde Tarvin van zijn regeeringszorgen, zoodat Nick de toe standen alweer in een ander licht zag. De Maha rajah eindigde met een beroep te doen op de hulpvaardigheid van den president der Repu bliek van de Vereenigde Staten, over wiens onbegrensde macht en grooten invloed Tarvin hem met geestdrift gesproken had. Op ditoogen blik dat voelde Tarvin zou hij den ring hebben kunnen krijgen, de Maharajah zou hem zijn halve rijk gegeven hebben, maar zich den volgenden ochtend bij den president beklaagd hebben. Den volgenden dag en nog vele dugen daarna kwamen oosterlingen in kleurrijke kleederen, allen Ministers van den Maharajah, die met minachting neerzagen op de wachtende agenten, maar zich eerbiedig bekend maakten bij Tarvin en hem in vloeiend Engelsch waarschuwden nie mand te vertrouwen, behalve henzelven. En allen eindigden zij met: „Geloof mij, mijnheer, ik alleen meen het goed met u"; ieder beschuldigde zijn collega's van plannen tot moord, roof en verraad. Het was Tarvin niet duidelijk wat dit alles te beteekenen had. Hij vond het niet zulk een gunst met den Koning bachisi te mogen spelen. De Ministers doorgrondden hem evenmin als hij hen. Hij was in hun land gekomen alleen, onbevreesd en schijnbaar zonder doel en juist daarom verdaehteu zij hem te meer, dat hij een geheim gezant van het Gouvernement was, wiens plannen zij niet doorzagen. Het was genoeg, dat hij geheim zinnige bezoeken bij den Koning aflegde en dan uren achtereen met hem alleen was en dus door hem werd aangehoord. Deze geheimzinnig doende vreemdelingen met hun zachte stemmen en langzame bewegingen boezemden Tarvin afkeer in en deden hel heim wee naar zijn openhartige landgenooten in hem ontwaken. Hij zocht dan troost in het huis van den zendeling, waar zij over Bangor en de Ver eenigde Staten spraken. Hij voelde zich rustiger in dat huis dan ergens anders, omdat hij wist, dat daar iedereu dag het wezen verwacht werd, waarvoor hij de reis om de halve wereld onder- De Haagsche rechtbank behandelde de zaak van den gepensionueerden kapitein van het Oost-Indische leger v. V., beklaagd tus sehen 1 Augustus 1892 en April 1894 in zijn woning uit een gesloten kist, in gebruik bij zijn schoonmoeder, na het slot te hebben doen verbreken, verschillende effecten te hebben weggenomen en zicli toegeëigend. Er was n.L verschil over een erfenis. De schoonmoeder beweerde, dat haar zuster haar alleen een belangrijke som had nagelaten de schoonzoon hield vol, dat dit bedrag ook voor zijn vrouw en kinderen was bestemd en toen nu de bij hem inwonende schoonmoeder we gens oneenigheid het huis verliet, met ach terlating van de waarden (f30 000}, eigende beklaagde dit bedrag zich toe. Hij beriep zich op de belofte, die zijn overleden tante hem zou hebben gedaan, maar uit getuigenver klaringen bleek, dat de de verhouding tus sehen beiden niet zoo goed was. Ook bleek, dat beklaagde, vroeger efleeten verkocht heb bende voor zijn schoonmoeder, zich toen be klaagd had, dat de tante aan zijn vrouw niets had vermaakt. Eisch 5 jaar gevangenisstraf. Door de Staatsspoorweg-Maatschappij zul len aan. Indische militairen allóen op grond van den doorloopenden Indischen verlofpas, voc'taan geen militaire plaatsbewijzen worden afgegeven, tenzij zij óf in uniform gekleed, óf voorzien zijn van oen reisorder, afeegeven door een militaire autoriteit in Nederland. De inrichting, welke te Beekbergen geves tigd is en die ten doel heeft opneming van bedelaars en landloopers. is nog slechts met een 8 a 9 tal bevolkt. Naar beweerd wordt, ontbreken de noodige fondsen om vooralsnog een grooter aantal op te nemen. De kosten van administratie zijn nogal aanzienlijk, en de landbouw, dien inen daar denkt uit te oefenen, is natuurlijk in den eersten tijd geen zeer geringe schadepost. De luit.-kolonel der infanterie O.-I. leger J. F. D. Bruinsma, commaudant van de ko loniale reserve, zal tegen Mei naar Indië terugkeeren. Hij is bereids eervol ontheven van zijn commando, terwijl tot zijn opvolger is be noemd de majoor der infanterie van het leger in Nederlandsch-Indië G. G. J. Notten. Er heeft zich een commissie gevormd met prof. Jan ten Brink als voorzitter, om aan de nagedachtenis van Haverschmidt hulde te brengen, met een boi-stbeeld, dat in het Rijksmuseum te Amsterdam zou worden ge- plaatst. nomen had. Op den morgen van den tienden dag na zijn aankomst werd hij uit zijn slaap gewekt door een hoog, scherp stemmetje in de veranda, dat ver langde onmiddellijk den nieuwen Engelschman te spreken. De Matiarajah-Kunwar, vermoedelijk troonopvolger in Gokral Sectarum, een geelbleek kind van negen jaar, had zijn miniatuur gevolg, dat geheel afzonderlijk werd gehouden van dat van zijn vader, bevolen den landauer op veeren te doen inspannen en hom naar het vreemden- station te brengen. Het kind had, gelijk zijn vermoeide vader, behoefte aan afwisseling. Alle vrouwen in het paleis hadden hem verteld, dat de nieuwe En gelschman den Koning kon doen lachen. De Maharajah-Kunwar sprak veel beter Engelsch dan zijn vader en Fransch kende hij ook, en hij wilde nu zijn geleerdheid luchten. Tarvin voldeed aan het verlangen, omdat het een kind was dat iets van hem eischte. Buiten gekomen, zag hij een schijnbaar leeg rijtuig en een geleide van tien reusachtige ruiters. Hoe maakt u het, comment vous portez- vouz? Ik ben de Kroonprins, ik ben Maha rajah-Kunwar, eenmaal zalik Koning zijn; je moet met mij uit rijden gaan. Een gehandschoend handje werd Nick ter begroe ting toegestoken. De handschoen was van de allergrofste wol, met groene strepen aan de pols Het kind zelf was van het hoofa tot dc voeten gekleed in stijf goudbrocaat. In zijn tulband prijkte een pluimpje van diamanten, zes duim hoog, en over zijn voorhoofd hing een dikke snoer smaragden. Onder al dezen glans uit keken de donkere onvxoogen met een uidruk- king van trots. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1