Maandag 5
Augustus 1895.
No. 4481,
44e Jaargang,
Weelde.
QAKUNTALA.
Binnenland.
Uitgave
A. H. VAN CLEEPF
te Amersfoort.
Verschijnt Mnn mini/- en DomlerdngnamiMag met gratis Xmulan»bUuL Abonnement per 3 maanden Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 cl, voor het binnenland 50 et. por
!t maanden. Advertentiën 1—0 regels 00 et.; elke regel meer 10 et. Grooto lettors naar plaatsruimte. Legale-,
.ifficioële- en onteigeningsadverL per regel 15 et. Reclames per regel 25 cl, AfztnuMijkr maimers 10 mil.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 oent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de inoasseerkoaten in rekening gebracht.
Bureau MUURHUIZEN
hook Kortegraoht, Wijk B, 60
Telephoonminimcr li).
Reis-abonnementen.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van porto, aan geabon-
neerden, die voor korten ot langen
tijd op reis gaan, de Amersi'oortsctie
Courant en de bladen, welke zij door
onze tussehenlcomst ontvangen, na
te zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
KENNISGEVING-
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Woens
dag, den T.Augustus aanstaande, des namiddags
te l'/t ure.
Amersfoort, .den 3. Augustus 1895.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIM M ELPEN NINCK.
Jaren geleden werd mijn oog aange
trokken door een aardig oud geveltje,
zooals er nog vele worden aangetroffen
in de stad mijner geboorte, maar vooral
trok mijn aandacht de beteekeuisvolle
spreuk, die, naar ouderwetschen trant,
in een gevelsteen was uitgebeiteld. Zoo
dikwijls ik er langs ging, keek ik er
onwillekeurig naar, totdat ook d i e gevel
op zekeren dag moest vallen, ouder bei
tel en moker van den slooper. Waar die
gevelsteen was gebleven, wist ik niet,
tot ik eenige weken geleden mijn ouden
vriend weer ontmoette in een museum
van oudheden en ik weer herinnerd werd
aan de ernstige waarschuwing, die vroe
ger zoo dikwijls mijn aandacht had ge
trokken en die ik nooit overbodig acht.
Daar las ik weer bij het binnentreden
van dat museum
In weelde siet toe!
Ja, onze voorvaderen wisten wel, wat
een mensch zoo dikwijls vergeet, en waar
aan hij telkens moet herinnerd worden.
Wie zal ze tellen, die flink en ijve
rig werken voor hun dagelijksch brood,
fatsoenlijke, onberispelijke menscheu, maar
die er met de jaren niet ijveriger en
onberispelijker op zijn geworden l
Wat. was er gebeurd '1
Feuilleton.
55). Naar het Enyelsch.
Neen, gij moest het weten, zeide Kate be
daard. Nu begreep zij alles en zij voelde mede
lijden. Pithiara, gij zelf hebt deze pleister op
u gehadheeft zij u kwaad gedaan Zij wendde
zich- rechtstreeks tot de aangesprokene. Gij hebt
mij niet eens. maar meermalen gedankt voorde
verlichting, die dit toovermiddel u gaf. Ware
het een werk des duivels, waarom heeft het u
dan niet verbrand?
Maar het heeft mij wel erg gebrand, ant
woordde de vrouw met een zcnuwachtigen lach.
Kate glimlachte. Dat is zoo; maar al zijn
middelen niet aangenaam om te gebruiken, zij
doen toch goed. Wat weten deze uienschen, uwe
vrienden dorpelingen, kameeldrijvers geiten
hoeders \an Engelsche geneesmiddelen 't Of
zijn zij zoo wijs, dat zij over u oordeelen kun
nen terwijl zij vijftig mijlen ver van u verwij
den! zijn? Luistert niet naar hen. Zegt hun,
dat gij bij mij wilt blijven, en ik zal u gezond
mnken. Meer kaïi ik niet doen; daarvoor ben
ik gekomen. Tienduizend mijlen ver hoorde ik
sproken over uw ellende, en zij verscheurde mij
het hart. Zou ik van zoover gekomen zijn om
u kwaad te doen Keert terug naar uw bed,
zusters, en gelast deze lieden te vertrekken.
Een gemompel deed zich hooren onder de
vrouweneen oogenblik scheen hgt, als wendde
Door bijzondere omtandigheden waren
ze er bovenop gekomen en heel wat spor
ten gestegen op de maatschappelijke
ladderenkele ondernemingen waren
boven alle verwachting gelukt, of een
groote erfenis was hun ten deel gevallen,
of' ze hadden een hoogen prijs uit de lo
terij of uit een premieleening getrokken.
Natuurlijk konden ze nu niet, naar ze
meenden, blijven leven en werken als
vroegereen aanzienlijker huis werd be
trokken, prachtig huisraad aaugesehaft,
de zaak werd op grooter voet ingericht,
ot ook wel aan kant gedaanvan allerlei
vereenigiugeu tot vermaak moest, men
lid worden.
Of het karakter er uooi* veredeld, het
werkelijk levensgeluk er door vergroot
werd 1
Ocheen enkel vertrouwelijk uurtje
bij hen doorgebracht beantwoordde den
scherpzinuigen opmerker al spoedig die
vraag.
Ze hadden zoo gedacht, dat het geld
en de voorspoed wonderen zouden hebben
gedaan, maardie wouderen waren
uitgebleven.
Door hun geld waren ze op gelijke liju
gekomen met velen, die vroeger zelfs
geen notitie vau hen namen; nu deden
dezen 't ook niet, èu dat hadden zo
toch zoo stellig gedachtOf wel de
kennismaking met enkelen van dezen
en niet van de beste soort, viel niet mee
en moest dikwijls maar al te duur betaald
worden, in den meest letterlijken zin van
het woord. Men voelde zich toch eigen
lijk niet thuis in die andere, hoogere
kringen men begreep maar al te spoe
dig, dat meelijdend schouderophalen hier,
dien fijnen spotlach daar, die grove ha
telijkheden ginds, die viuuige steken on
der water elders. De vroegere vrienden wa
ren nu natuurlijk te gering, daarmee.kon
men nu immers niet meer zoo vertrou
welijk omgaan, of Ook dezen waren zoo
verstandig om zeiven zich terug te trek
ken, te fier om klaploopers te worden
en te eerlijk om mee te doen terwijl ze
't niet konden betalen.
Eu die er bovenop gekomen waren,
werden gemelijk, ongemakkelijk vau hu
meur, ijdel, ongenaakbaar, en allerlei
verstrooiingeu en vermaken moesten ver
goeden wat hun aan echt levensgeluk
ontbrak. De werkkracht was verlamd,
de trek naar zinnelijk genot sterker ge
worden, de adel der ziel bezoedeld. En
iutusschen werden ze door honderden
benijd en geroemd, als menschen' die in
weelde leefden en toch maar recht ge
lukkig waren
Daarom uoein ik het nog altijd geen
overbodige vermaning .In weelde siet
toe
Als 't u goed gaat in de wereld, als
door bijzondere omstandigheden het een
of ander fortuintje u ten deel is gevallen,
denkt er dan toch aan, dat gij zelf daar
om nog niet veranderd zijt. 0, ge behoeft
niet te schelden en te schimpen op het
geld, waarlijk niet. Zjj, die altijd den
mond vol hebben van dat .nietig slijk"
zijn óok de rechte broeders niet, en ik
zou ze maar niet al te veel vertrouwen.
Denkt er alleen maar aan geld is wat
men er zelf van maakt, een vloek of oen
zegen.
Laat 't u toch nooit maken ondank-
I baar, ijdel, trotseh, verwaand, lui, hard
vochtigWie goed voor u waren, toont
't bun, dat gij voor hen dezelfde zijtge-
bleven*
Weest toch niet zoo dwaas oin u gelijk
te stellen niet ben, die vroeger ver boven
u stonden in aanzien en kennis en weten-
I schapmaar tracht alleen door wat ge
nu bezit, meer kennis te erlangen, uw
geestelijken horizon te verruimen, uw
karakter te veredelen, het arbeidsveld
I der meelijdende liefde uit te breiden. En
wie vooral op dat veld leert werkeu met
I inspanning van-alle krachten, met wijs
heid, met overleg, met onbaatzuchtigheid,
met mildheid, dien wordt de weelde
niet tot een vloek, maar tot iets heerlijks
en goddelijks, voor hem zeiven en voor
anderen.
zich ilu kans ten gunste van Kate.
Toen echter riep de man, die een snee over
zijn aangezicht ontvangen had, uit
Waartoe dienen al deze woorden Wij nemen
onze vrouwen en zusters mee. Wij willen geen
duivels tot zonen hebben. Verhef u stem, o
vaderriep hij den priester toe.
De heilige man richtte zich op, en braakte een
stroom van verwenschingen en bedreigingen uit
tegen Kate, de menigte ging haar bij troepjes
van tweeën en drieën voorbij terwijl zij hun
bloedverwanten wegdroegen of wegsleepten.
Kate riep de vrouwen bij hun naam in harts
tochtelijke bewoordingen smeekte zij lain te blij
ven te vergeefs! Velen stortten tranen, maar
antwoordden betzelfde. Het speet hen, maar zij
waren slecht arme vrouwen, en vreesden den
toorn hunner echtgcnooten.
Steeds leger werden de zalen, de priester hief
weer zijn gezang aan, en danste als bezeten over
het voorplein roud. Alles stroomde do trappen
af en de straat in, en Kale zag de laatste harer
zoo zorgvuldig verpleegde vrouwen, wegdragen
in den verzengenden zonnegloed.
Zij stond daar als versteend. Haar hospitaal
was leeg.
Ilecft u ook iets bevolen vroeg Dhunpat
Rai, met Oostorsehe kalmte, terwijl Kato zich
naar de vrouw der woestijn lieerde, on tegen
deze aanleunde.
Kate schudde zwijgend het hoofd.
liet is zeer treurig, zeide Dhunpat Rai na
denkend, als gold hel een zaak, waarbij bij vol
strekt geen belang had, het is een geval van
Gewagend van de viering van don B7stcn
verjaardag van II.M. de Koningin-Regentes,
zegt de Arnh. courant van II.M.:
Inderdaad is Zij een vrouw niet slechts
godsdionstig bijgeloof en onverdraagzaamheid,
dat in deze streken dikwijls voorkomt. Eer.s
neen twee keer heb ik iets dergelijks bijgewoond.
Soms was het over poeders er. eens zeiden zij,
dat de in graden afgedcelde glazen, heilige vaten
waren, en zinkzalf koeionvet was, maar ik heb
nog nooit gezien dat alles zoo tegelijk wegliep.
Ik denk niet, dat zij terug zullen komen, maar
ik ben door het Rijk aangesteld, vervolgde hij
met een zooten glimlach, dus mijn traktement
gaat door.
Kate zag heen aan
Denkt gij, dat zij nooit terug zullen komen?
vroeg zy aarzelend.
O ja, misschien later een paar mannon, als
zij gebeten zijn door tijgers, of aan een oogziekte
lijdenmaar de vrouwen nooit. Dat zullen
hun echtgcnooten nooit dulden vraag het die
vrouw maar.
Kate wierp oen smeekenden blik op de vrouw
der woestijn, deze bukte zich, nam wat zand, liet
het tussehon haar vingers door weer vallen, en
schudde het hoofd. Kato volgde deze bewegingen
met wanhoop in het hart.
Gij ziet wel, dat liet geen goed gedaan
heeft, zeide Dhunpat Rai, niet onvriendelijk, maar
h*j kon toch zakere voldoening over do neder
laag, die hij, do wijze man, sinds lang voorspeld
I had, niet verbergen. En wat wil de juffrouw
nu doen? Zal ik de apotheek sluiten, of wilt gij
de rekeningen nazien?
Neen! neen! later; nu niet. Ik moet naden-
I ken ik moet tijd hebben. Kom lieve, zeide zij
I in de landtaal tot de vrouw der woestijn on Imnil
in hand verlieten zij samen liet hospitaal.
I)e sterke Rajpulselic vrouw nam haar opals
van grooto gaven, maar wat voor ons
volk van honger belang is van grooto
deugden.
Dit getuigen Haar woorden en daden .on
daaraan heelt Zij liet te danken dat, ofschoon
vreemdelinge, Koningin Emma zoo algemeen
de liefde barer onderdanen lienl't.verworven.
In hachelijke omstandigheden, die liet niet-
noodig is in herinnering t« brengen, aan
vaardde Zij de Koninklijke waardigheid. Echt
vrouwelijk talent legde Zij aan den dag als
Gemalin van Koning Willem III, en nog
sterker trad Haar uitnemend karakter op
dun voorgrond als Regentes en bovenal als
leidsvrouw van ortze jeugdige Koningin. Zy
is het toonbeeld eener opvoedster en wat
Koningin Wilhelmina voor lietNederlandsche
volk zal zijn, daarvan komt de oer en de
dankbaarheid toe aan onze Koningin-Regentes
Emma.
Geleidelijk deed Zn in hoogere kringen
een andoren toestand géboren worden dan
onder het leven van tiaar gemaal, terwijl
Z\j, wel verre van zich op een afstand te
houden van de natie, doelde in alles wat
Haar trof: zelfs de kleine noodon en behoeften
van personen, wist Zij door Hare altijd milde
hand te lenigen. Van den raad van Macclii-
avelli aan de Vorsten»Gcel' dikwijls, muur
niet veel," paste Zij het eerste gedeelte in
ruime mate toe, maar liet tweede gedeelte
keerde Zij geheel omZij geeft èn dikwijls
èn voel.
Wat Zij doet, spruit niet voort uil staat
kundige bedoelingen, maar uit Haar liarl, en
daarom heeft Zij dun ook een plaats ver
worven in de harten van hot volk.
In een der beste Dconsche tijdschriften
(llluslreret Tideni.lv) wijdt de luvr Kranz
von .lessen een artikel aan onze beide Koning
innen.
Na met enkele woorden van hot kort op
elkaar volgend overlijden van onzen Kn n-
prins en den Koning gesproken te hebben,
zegt de schrijver:
«Koningin Emma heeft, hoewel Zij zoo
plotseling in geheel andere omstandigheden
geplaatst werd, geen oogenblik liet roer uit
de hand laten glippen, maar is .net buiten
gewone zorg de opvoeding van Haar Dochter
blijven leiden hi een spoor, dat hot. Neder-
landselie Koningshuis volkomen waardig is.
De natuurlijke begaafdheid van de jonge
Koningin en Haar lieftallig optreden, hebben
allen vóór Haar ingenomen, en Zij is zeer
populair, zooals Haar Moeder overal geacht
en bemind is. Hoewel de strijd der partijen
in Nederland heftig is, is de troon veilig.
oen kind, en zette haar in den zadel. Zoo gingen
zij naar het huis van den zendeling.
En waar wilt gij heengaan vroeg Kato in
do eigen taal «Ier vrouw-
Ik was de eerste van hen allen, antwoordde
het geduldige wezen aan haar zijde, daarom be
taamt het mij ook de laatste te zyn. Waar gij
gaat, volg ik en later zal komen wat komen
moet.
Kate bukte zich, en drukte do hand der vrouw
dankbaar in de hare.
Bij het huis van den zendeling gekomen, hail
zy al haar zelfbeheersching noodig om niet in
tranen uit te harsten. Zij had do toekomst zoo
hoopvol ingezien zij had met zulk een genot
nagedacht over alles wat zij dezen hulpeloozen
schepsels zou leeren; zij had zoo dikwijls niet
mevrouw Estes gesproken over het goede, dat zij
dagelijks meende te doen, dat het, haar nu onuit
sprekelijk hard viel, te moeten bekennen, dat haar
werk geheel in duigen was gevallen. Aan Tarvin
waagde zij in hot geheel niet te denkon. Dat was
te veel.
Maar gelukkig scheen mevrouw Estes niet thuis
te zijn, en een bode van de Koningin Moeder
wachtte tip Kate, om haar te verzoeken met don
Mujarujah Kun war naar het paleis te komen.
De vrouw der woestijn legde haar hand'Op
Kate's arm, als om haar terug te houden.
Neen, neen! riep deze bijna driftig uit. Ik
moet gaan: ik moet iets te doen hebben zoo lang
het fnij mogelijk is, wil ik werken: dut ismyn
eonig redmiddel. Ga gij vooruit naar het paleis.