Maandag 11 November 1895. No. 4509, 45e Jaargang Hooikisten. De Waarzegger. Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. \erschijut Maandag- en Donderdagnamiddug niet gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ctvoor het binnenland 50 et. per 8 maanden. Advcrtentiën 16 regels 60 ct.; elke regdl meer 10 ct. Groote letters haar plaatsruimte, Legale-, officieële- en onteigouingsodvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijkc nummers 10 cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij aavertentiën van buiten de stad worden de ineasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTE GR. ACHT 56 Telepltoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien urtikel 41'der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dincdag, den 12 November aanstaande, de namiddags te half twee ure. Amersfoort, den November 1895. Burgemeester voornoemd, F. D. SOHIMMELPENNINCK. Eon vreemd onderwerp zal menigeen zeggen of denken Bij hen, die den gang der zaken meemaken, en iets trachten tot stand te brengen in het belang hunner verarmde natuurgenootéu, volstrekt niet j vreemd, maar actueel, en de aandacht ten hoogste waard. Toch geloof ik, dat nadere omschrijving van „hooikisten" voor velen niet overbodig is. ileeds langen tijd dringt zich eene kwestie op den voorgrond betreffende het invoeren van verdeeling van arbeid op het terrein der huishouding, werkver deling in verband met coöperatie, en dat wel in zulk een vorm, dat ook de huis houdelijke arbeid der vrouw er zich niet langer aan kan onttrekken. Sommige zien in volks-keukens het ideaal van het toekomstig werkmaus gezin. De volks keuken, waarin door onkelen gekookt wordt voor allen, waardoor de enkelen een degelijke voeding kunnen bereiden, ter wijl dat voor allen bijna onmogelijk is. Die „onmogelijkheid" is sedert eenige jaren opgeruimd. Het is niet langer on mogelijk voor de vrouwen uit de arbeiden de klasse zich de noodige keunis eigen te maken ointreut voeding en voedings waarde. De voeding in het werkmansgeziu moet dringend verbeterd worden maar niet door uitbreiding der Volks-keukens, doch door toeiloen ran de werkmansvrouw zelve. De vólks-keuken zal haar bestaan ten zegen van den werkman blijveu voeren ze zal voor ouget.rouwden een toevlucht blijven, en ook voor gehuwden nog menigmaal een uitkomst zijn maar het ideaal is ze niet langerhet ideaal is de werk Feuilleton. 3. (Slot.) mansvrouw, die zelve de voeding van de haren bestuurt. En dit ideaal zal werke lijkheid worden, als men voortgaat de handen in elkaar te slaanals de kook scholen zorgen voor het opleiden van onderwijzeressen en het Rijk, de Gemeente, het Nut hun geldelijken steun willen verleenen. Een bezwaar daartegen, indertijd door mej. Helene Mercier ingebracht waar ze vraagt: „Is hetnietwenschelijk.dat deze schare van vrouwen (nl. zij, die buitens huis deu gauschen dag haar werk ver richten) zich in de gelegenheid zien ge steld, opweg van haar werk naar haar woning in de volks-keuken porties te gaan koopen, zoodat zij, tehuis gekomen, zich onmiddelijk met haar gezin rond den discli kan scharen, in stee van, doodmoe als zij is, nog eerst eigenhandig, te moeten gaan eten koken is in den laatsten tijd op een uitstekende en tevens zeer eenvoudige wijze tot oplossing gebracht. Die oplossing gaven de hooikisten. Oorspronkelijk een Deeusche uitvinding is de hooilast niets anders dau een houten kist, langs deksel eu wanden dik gevoerd met hooi. Van het slechte wanntege- leideud vermogen van hooi wordt op de volgende wijze partij getrokken. Men maakt een gerecht aan de kook en plaatst liet daarna onmiddellijk in de hooikist, die men goed sluit; de temperatuur in de pan zal nu wel eenigzins dalen, omdat aan het omringende hooi wat warmte wordt afgestaan, maar de warmtegraad blijft toch zóo hoog, dat de spijzen gaar worden, wanneer men ze er maar lang genoeg in laat staaD. De warmte toch wordt door het hooi niet aan de buiten lucht meegedeeld, en blijft dus in de met hooi gevulde ruimte besloten. Of men daarin de spijzen werkelijk kan laten gaar worden 1 Zonder twijfel, ver schillende proeven hebben bewezen, dat een stof gaar wordt, als men ze gedurende langeven tijd aau eeu temperatuur onder het kookpunt blootstelt, even goed als wanneer men ze gedurende korten tijd tot kookhitte verwarmt Op die wijze kan de arbeiders vrouw voor het maal van haar gezin zorgen Naar' hot Duilsch. Wal moet je zien. Perl Godfiseh vroeg de sehoone weduwe weer. „Spreek op ik wil, dutje zul spreken," „Als u liet wilt. moet ik wel gehoorzamen," lier- nam Perl „maar ik zeg hel niet graag. Ik kan niet zien, dat oen vrouw als u in haar ongeluk loopt, een vrouw die zóo goed eu zóo lief is. een vrouw, die men op de knieën zou willen aanbidden als een godheid, een vrouw „Boste Golnlisoh," viol de weduwe hom mot een vnondeiijkon glimlach in do rodo, „ik geloof, dat jy ook verliefd op mij bent." „Wat denkt u wol me stamelde Goldfisch ter wijl hij langzaam naar do deur gingbeo zou ik zoo onbeschaamd durven wezen?" „Ja. ja, je bent verliefd op me, beken het maar op staande» voet, of anders spreek ik nooit van mijn loven weer oen enkel woord tot je." „Vergeef ine. mevrouw." „Maak nu maai' niet zon'» omhaal van woorden; ben je verliefd op me. of hen ik ju onverschillig?" „Hoe zoudt u me onverschillig kunnen zijn." „Dus „Als n liet absoluut wil weten." „Je hoort, dal ik hel welen wil." „Ju, dan moet ilt het wel zeggen sprak Perl (ioldliiseh, „en daar ik toch hier vandaan ga. zult u het weten: mijn hart behoort u alleen toe; en ik smook God, dal du man, dien gij tot ouhtgonoot kiest u even vurig en oprecht lief zul hebben als ik." Mevrouw Siibo» lachte niet meer. Voor de eerste maal in huur leven stond ze verlegen tegenover dien „dwazen Perl Goldlisch." Wederom wilde deze zich verwijderen, maar ook ditmaal hield ze hem terug. „Geef me je hand," zeide ze op luirtelijken toon. Goldlisch struikelde over twee stoelen, een voet kussen, hot schoothondje eu knielde toen voor haar neder, terwijl hij haar hand met kussen bedekte. „Beloof je me, dat je bij me blijft?" vroeg ze ct een tevreden glimlachje. „Als u me zeide, dat ik voor u r it stcrvei óok al werkt zij den geheelen dag buitens huis 's morgens brengt zij haar pan aan de kook, zet ze in de hooikist en haalt ze er 's middag3 uit gaar en warm. De vrouw, die in het bezit is van een hooikist, zal dus met een gerust'hart 's morgens naar haar werk kuuuen gaan vrees voor aanbranden bestaat niet en eveumin de vermoeiende, altijd weer- keerende gedachte, dat het maal niet op j tijd gereed zal zijn. De vrouw behoudt dan haar taak in het gezin, en die taak 1 is haar zóo licht gemaakt, dat ze haar kan blijven vervullen. Waar zijn de jonge vrouwen en meisjes, die de arbeidersvrouw een hooikist be- zorgen, haar daarmee vertrouwd maken, j en opwekken, de proef te nemen en zich van veel zorgen te ontlasten 1 Wat een nieuw, heerlijk arbeidsveld! En wat eeu vruchtbaar werk Deze gaat de wijk in om zieken te troosten, iets voorste lezen aau herstellen den, versterkend voedsel te bereiden en te verschaffengene gaat propaganda maken voor de geheelonthouding van alle alcoholische dranken, geeft recepten voor goedkoope, onschuldige, smakelijke dranken, die den man zijn Zondagmorgen, na zijn kerkgang, in het gezin met de zijnen en niet in de kroeg doet door brengen; anderen gaan de voeding op betereu grondslag regelen, eu leeren vau de hooikist Ieder ,drage eeu steentje bij tot leniging van de toestanden, beklagenswaardige toestanden, voov verbetering vatbaar in zoo veel oppassende onschuldige gezin nen Ik heb gemeend, bovenstaand uittreksel uit een zeer belangrijk artikel in liet Sociaal weekblad n". 41, van de hand van den heer H. W. Koning, ouder de oogen van een grootere schare jonge vrouwen en meisjes te moeten brengen, dan die dat blad niet lezen, misschien niet eens bij name kennen. ar. MIDDELBURG. Te Amsterdam aan de Huishoudschool. Zand pad bij het Voudelspark, kunnen belangstellenden eeu hooikist komen zien. daar hij zicli niet zoo kinderachtig wilde aanstel len stond hij haastig op en verliet de kamer. Nauwelijks had hij de sehoone weduwe verlaten, of er weril mm de kamerdeur geklopt en een oud, gerimpeld mannetje trad met een vriendelijken groot liet vertrek binnen. „Ga naar het kantoortje," zeide dc weduwe Sabon, „daar zal mou je wel wat geven." "Ben ik dan oen bedelaar?" vroeg de oude, „ik beu Getzel Haseufusz hebt u nooit hooreu spro- keu over Getzel Haseufusz die met uw welne men de ga vu der waarzeggerij uit de lijnen der hand van God ontvangen beeft?" „Kunt u dau werkelijk do toekomst voorspellen „Waarom zou ik niet de toekomst kunnen voor spellen er zyn toch wel wijze mannen geweest, die door steunen bergen hebben heeu gezien, of met hun blik oen groote, mooie stad verbrand hebben." „Voorspel mij do toekomst dau eens," zeide do sehoone weduwe en slak hein haar blanke hand toe. De oude man bekoelt haar hand, schudde leven dig het hoofd heen en weer en klapte mol de tong. „Wat een geluk U zult honderd jaar leven en ieder jaar zal uw rijkdom toenemen. Alle menschen zullen u liefhebbenvooral veel jonge mannen muur niemand meent het zoo goud met u, als een, dien gij miskent, U houdt veel van een ander, maar dien is liet alleen maar te doen om uw geld „lk weet genoog" viel mevrouw Sabon heui in do rede. „ga nu lioeu en laat mijnheer Goldlisch je maar voor jc moeite betalen." De Tweede Kamer, die morgen haar werk zaamheden hervat, zal' op den gewonen aan vangstijd, 11 uur 's ochtends bijeenkomen. Men wil weten, dat zij nog deze week de wet op het Personeel in openbare beraad slaging zal nemen. Aan ile Kamer is ingediend een wetsont werp tot wijziging der Jachtwet, teneinde de reeds bestaande bescherming van kievitten en nachtegalen beter te waarborgen. Gin tegemoet te koinen tuin verschillende klachten, is nu niet alleen verboden het schie ten en vangeii van kievitten, maar ook het van gen, dooden, vervoeren, verkoopen, afleveren of ten verkoop in voorraad hebben van kie vit,ten of nachtegalen, het verstoren van de nesten der nachtegalen, het aanwenden vap pogingen om kievitten of nachtegalen te vangen of te dooden. Voorts is aan de ambte naren dezelfde bevoegdheid toegekend ten aanzien van kievitten eu nachtegalen als thans ten aanzien van wild, visch of eieren in gesloten jacht- of visch tijd. De Provinciale Staten van Overijssel heb ben tot lid vau de Eerste Kamer gekozen den heer G. .1. van Heek (liberaal), met 30 van de 45 stemmen. De heer Van Heek, de bekende Enschedesche fabrikant, was ruim 25 jaar lid van de Pro vinciale Shtten. In Hofkringen te 's-Gravenhage loopt het gerucht, dat A. baron Schiminelpenninck van van der Oye van de Poll, Commissaris der Koninein in Utrecht, eerstdaags als zoodanig ontslag zal nemen. Mr. VV. II. de Beaufort, lid der Tweede Kamer voor- Amsterdam, wordt reeds ernstig als zijn opvolger genoemd. Naar wij met zekerheid vernemen, is het gerucht echter volkomen ongegrond. Nu volgens bericht uit llozendaal de invoer ,n varkens weder in België is toegelaten, mag men de hoop voeden, dat ook weldra de runderen uit Nederland toegelaten zullen worden. Het stoomschip „Burgemeester Den Tex" bracht Donderdag te Amsterdam behalve den kranigen Atjeh-held, den infanterist le klas se J. B. Chr. Ruiter, wien de vervierselen der Militaire Willeins Orde 4e klasse werden uitgereikt, nog een Lombok-herinnering mede, „Wie ia mijnheer Goldlisch t" „De mijnheer, die je naar mij too heeft gestuurd." „Niemand heeft me tót u gestuurd." Kindelyk kreeg Haseufusz och gulden van dc we duwe en ging tevreden heen. Mevrouw Sabon was overtuigd, dat die waarzeggerij een afspraakje was tusseheu Goldlisch en Getzel, en toen zij een uur later beneden kwam, om naar een comedie te gaan, te gaan, verwaardigde zij Godfiseh met geen enkelen blik, maar lachte zeer genadig togen Bensef. toen deze haar handschoen dichtknoopte en iu het rij tuig hielp. Het stuk was vroeger uit dan men gedacht had eu zoo kwain het, dat het rijtuig er nog niet was, toen mevrouw Sabon deu schouwburg verliet en zo dus te voet i.aar huis moest gaan. Ze was niet wei nig verwonderd, toen ze zoo laat op den avond, in (le donkere vestibule, twee stemmen hoorde, die ilruk samen spraken, en haar verbazing steeg ten' tap, toen ze in éen daarvan de stem van Benset herkende. Ze bleef voor het huis stilstaan en luis terde ze kon slechts weinig vórstaan, maar dit weinige maakte haar drift reeds zoozeer gaande, dat ze, ondanks het gure weder, haar sabelbonten mantel moest losknoopen, om lucht te krijgen. Eindelijk was het gesprek uit. Mevrouw Sabon trok zich achter een der pilaren terug, welke het balkon ondersteun den. en zag nu een mooi jong meisje met een bleek gezichtje en roodgeschreide oogen uit baar huis treden. Toen liet meisje zich verwijderd had en ze Bcusef de trap had hooien opstormen, ging ze onhoor baar het huis binnen. Een paar minuien later ver scheen Goldlisch, dien zo bij zieli bad laten roepen. Hoe heet dat arme uioisjc, dut Bensef beloofd heeft, ie zullen trouwen vroeg ze. Jk ik heb niets gezegd," stotterde Goldlisch verlegen. „Maar jehadt het me moeten zoggen," riep mevrouw Sabon uit, „dat die mooie Bensef eon lage schurk is die me alleen om den wille van mijn geld lief heeft." „Wie heeft u dat verteld „Ik heb dit alles van deu waarzegger gehoord," gaf de jonge weduwe ten antwoord, „wil je dat lief heertje nu even bij nio sturen Toen Goldfisch mot Bensef terugkwam, liep de sehoone weduwe met groote schreden in de kamer op en ucor, zoodnt haar lange bouten mantel ook van drift been en weer schudde. „Bcusef". begon zo schijnbaar onverschillig, „ik „ik boor. dat je in 't geheel niel overweg kunt met Goldlisch." „Daar heb ik niets van. gezegd", verzekerde deze." „Ik.weet het toch," ging mevrouw Sabqn voort, „en daar ik rust eu vrede in mijn huis wil hebben, zit er niet anders op dau dutjeopstaanden voet vertrekt, Bensef." „Ik?" Bensef verbleekte en zijn knieën knikten. „Ja, jij," zoide de weduwe met een smadelijke glimlach. „Godfiseh zou ik voor geen geld der wereld willen wegsturun, Hier is je salaris voor een maand vooruit." Ze legde het geld op de tafel. Ben sef nam bet, maar bleef onbewegelijk staan. „U kunt wel heeugaun" zeide de weduwe. Ben sef wilde spreke», maar het was, of hem de keel word dicht geknepen. Hij maakte een onbeholpen buiging en verliet eindelijk de kamer. „Ik heb me verschrikkelijk kwaad gemaakt," zeide mevrouw Sabon, „ik heb het vreeselijk warm." „Dat komt omdat u dien dikken mantel aan hebt," steunde Goldlisch, terwijl hij baar den mantel van de schouders nam. „een vrouw als u kan zich toch niet kwaad maken op zoo'u Bensef." „lk maak ïuo ook niet kwaad op hom, maar op jou'' liep de sehoone weduwe uit. „Iloc hoezoo?" „Waarom heb je me niet al lang, gezegd, datje me zoo innig liofhcbt, goede, eerlijke, dwaze man?" „Ik heb niets gezegd niemendal," stamelde Goldfisch, doodulijk ontsteld. Dat is liet juist," hernam de weduwe Sabon, „maar ik heb alles vernomen door den waarzegger, en hier is mijn hand wil je mijn man worden?"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1