Donderdag 21 November 1895. No. 4512, 45e Jaargang 1 TE LAAT. Binnenland. ■<P-, firma A. H. VAN CLE E FF te Amersfoort. per noHt A 15 n Tl flrn,i8 ^IngMtul. Abonnement per 8 maanden ƒ1.- Franco maftilden AdtnrtaïSfof i. 3? ?P«!iet Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor hot binnenland CO et. por Br' ontaf^nh «.i~S r°Kels 00,C elke r°Kül '"«T 10 et. Orooto letters naar plaaUruim'.e. Legale-, Dlenstaanbledinoen Vn f^nuranaH |)e^r.c^1 'r> Reclames per regel 26 et. Aftimdcrlijkr nummer» 10 «ml. Zondagsblad, per regel flen' ul*8lultend voor- en betreffende den werkendon stand, van minstens 5 regels, In het By a vcitentiën van buiten de stad' worden do inensseerkostèn in rekening gobruoht. Bureau KORTEGR A.CBT 66 Tnlephoon 19. Twaalf eeuwen geleden. Op den 22sten November van het jaar zeshonderd vjjf en negentig werd de ge- loofsprediker Willebrord in de Sint-Cecilia- kerk te Rome gewéld als bisschop van Utrecht, en benoemd tot aartsbisschop der Friezen. Dag en jaar worden aldus opgegeven door Moll in zijne Kerkgeschil denis van Nederland, I. 107, en door J. A. Alberdingk Thijm in diens Leven van den h. Willebrord, 129. Op zulk een af stand van den tegenwoordigen dag, en bij zooveel wijziging in het tellen van jaren en door de aanzienlijke verbeterin gen van den kalender, is het niet vreemd, dat Moll nog vóór dertig jaar moest schrij ven Vroeger nam men het jaar 696 aan." De datum stemt overeen met den feestdag van de Heilige, in wier kerk de wijding plaats had. Wij kunnen op zooveel wetenschappelijk gezag, als ge noemde schrijvers bezitten, deze tijdbe- paling gerust aanvaarden, als zij den oor sprong dezer overoude instelling in her innering brengen. Geenszins denken wij aan een minder of meer luidruchtige feestviering, die niet uitsluitend eigen is aan onzen leeftijd; immers reeds de consul van het vvereldbeheerschende Rome, sloeg reeds zijn jaarspijker in het gedeuktee- ken, op eiken nieuwen geboortedag zijner stad. Hier is de aanvang eeiier heerschappij, die onder veel ebbe en vlooci van maat schappelijke veranderingen historisch aan te wijzen is in een tijd, toen geen der landsheeren bestond, wier gebied, tot een zelfstandig gewest aangegroeid, nu een deel uitmaakt van het gemeenschappe lijke Vaderlandlang dus voor den tijd dat do graaf van Zutfen zijn hofgereclit hield aan de samenvloeiing van lierkei en IJsel, ot dat Dirk (de Derde) met het willekeurig geweld, dat aan de roofzieke Noormannen herinnerde, een eigeutnacli- tig opgeworpen sterkte met een onge- oorloofden tol vestigde in de moerassen van de Merwe. Na Willebrord kwam de groote lioni- faoius, die zijn beschavingsarbeid heeft bekroond met den marteldood, en na dezen werd de titel /an aartsbisschop der Friezen niet meer door zijn opvolgers Feuilleton. bijzonder, nis men een hurt bezit, dut zoo als een droogo takkenbos" zeido de diilko kapitein. Mag ik n vragen, naar welk nest ik eigenlijk ge stuurd word vroeg de luitenant bescheiden. De majoor keek do dienstorder «og eens in. „Naar Mnisa. W ilt u een goeden raad aannemen luitenant? I.aat u daar door den restaurateur een vat bier sturen ik geloof niet, dat u daar een drank zult vinden, die waard is, in de maag van een rcehtschupen bier drinker terecht to bomen." Alweder volgde er een luid gelach op deze grap van den hoofdofficier. „Een uitstekend denkbeeld 1" „Onbetaalbaar," zeido, nog hartelijk lachend, de dikke kapitein, „Hoor eens, l'uohtaEigenlijk was hot'1 boste, dat je je vilder sekreet', dat hij jo toelage mot oenigo vaten bior vermeerderd. Do oude heer hoeft immers oen brouwerij „Luitenant KCrbcr hoeft golijk." zeido do majoor lachend. „Waarom het ver te zoeken, als liet goede in de ijskelders 'van papa te vinden is." l.ugl'nV.lik'^r'von'u^of- sohoon hij nog niet rochl tevreden was mot zijn be- stcnilniug. Onder al de onaangename plichten, waartoe eon officier gecommandeerd kan worden,- was er geen gedragen, omdat nieuwe bisdommen wer- den opgericht in de landstreken, die ver overd waren op de heidenwereld, en deze kwamen weder ouder den nieuwen aarts bisschop van Keulen of onder een andereu naburigen ranggenoot. En nu komt liet eeuwenlange tijdperk, waarin van niets anders gehoord wordl dau van oorlogen en geruchten van oorlogen, en dat de zegswijze, „dat. het goed is, ouder den kromstaf te wonen", veelal niet meer blijkt te zijn, dan eeu ijdel woord. De Utrechtsche kei'kvoogd kreeg door vorstelijke gunst eenig wereldlijk gebied; eerst heel klein en bestaande uit ver uit elkander gelegen goederen, die den be oefenaars der geschiedenis dezelfde moeite geven, als hut kind met zijn legkaart heeft; langzamerhand sluiten deze deelen beter aan elkander en groeien aan tot een grooter geheeler ontstaat, wat wij een provincie noemen. Dat werd het Sticht, en toen de bisschoppelijke macht zich aan de overzijde van den IJsel begon uit te strekken, en het Overstickt ont stond, kreeg het oorspronkelijke gebied den naam van Nedersticht. De kerkvoogd, nu een machtige landsheer geworden, re geerde verder in Drente en Groninger land wel onrustig en niet over ge- zeggelijke onderdanen, maar dat had hij met de wereldsche landheeren gemeen, die graven of hertogen waren, zelts met de opperkerkvoogden, de Duitsche keizers en meer machthebbende en eerzuchtige veroveraars, die de wereld zoodanig in beweging hielden, dat de grond wankelde, waarop de Utrechtsche bisschopszetel stond, van de Schelde tot de Huuse. Het is eeuigszins vreemd, dat wij in Utrechtgeen boekje bezitten, gelijk Paulus Nijhofl over Gelderland heelt geschreven (Arnhem, 1857). Dat behoett geen pleidooi te zijn tegen of vóór de bisschoppelijke regeering, met klacht of gejuich over de overgave hunner wereldlijke macht, maar eeu eenvoudig verhaal van hetgeen door al die verwarringen, staatslisteu, inland- sche twisten en buitenlandsche oorlogen der bevolking is wedervaren. Van de stichting der nederige kapel door Willebrord en de schenkingder groudbezit- incer gevreesd dan oen bevel tot oen belasting-in kwartiering. Wil een Hoügoarach edelman of boor, op grond van do nationale politiek, trots alle dwangbevelen, zijn bolastingbijdrage niet betalen, dan stuurt mou hem een inkwartiering van zoo en zooveel man op don hals, die niet vertrekt/vóór dc belasting be taald is. Zoolang men met een bevolking te doen had, die betalen kon, maar niet wilde, wns de toestand van den ingokwurtierdon officier nog half draaglijk. Al beschouwde men hem ook over 't algemeen uls een vyuud, die niet geweld van wapenen inwoning en voeding oischte, toch kwam het dikwijls voor, dat velo edellieden den officier het beste voorzetten, wal keuken en kelder konden aanbieden, do schoon ste kamer to zijner beschikking stelden, met hein op de jacht gingen en hem met voorkoinenlioid en gastvrijheid behandelden maar hun belasting be talen, deden ze niet. Audors was echter do toestand wanneer een slooht jaar, vol siagou van 't noodlot, don oogst had niold cn oen naamloozo ellende teweegbracht ovor deze of gene streek, en alles zich scheen te vereen- igen om de Hongaarsche hoeren tot deu bodelstaf te brengen. Hot regende maar niet. Godurendo twee, drie maanden viel er geen enkel droppeltje regen op do dorstende velden. Door een gloeiende tropische hitte vorzongd, bogen do planten het hoofd naar den grond; de bodem vertoonde barsten, ills had hot onweer staanbaar gewold van een aardbeving bom van el kaar geseliourd. Een ontelbare menigte insoeton vernielden bladen en vruchten cn verwoestten alles, wat nog niet als oller der zonnehitte was geva liesinellolyke ziekten braken uit onder mense dier. Grijnzend trok de dood van dorp tot dorp waar hij zijn verschrikkelijke zeis hanteerde, te midden van een slecht gevoede, uitgehongerde be volking, deed do doodsklok zich van don' vroegen tingen bij Leasden, tot „de tvanslacy der teinporahteit" (den afstand van Keizer Ka- rel) verliepen 832 jaren, en de laatste drie eeuwen hebben eeu toenemend belang. Een kort overzicht daarvan is reeds een uitgebreid verhaal. Teruggebracht tot de tegenwoordige provincie, de kleinste van ons land. wordt het diosees van W illebrord voor ons, die het bewonen, een vaderland in nuuweren zin. En reeds Utrecht, schoon, blijkens de eigenaardige betiteling van „Koningin der doode steden", zou voor ons, A mersfoorters, bclaugrjjk genoeg zjjn, wanneer wij de beteekenis van zijn oud heid nagingen. Doch ons eigen Amers foort heeft zulk een gewichtig aandeel gehad in het wel en wee van het Neder sticht, dat wij de beoefening der historie van hetgeen „Twaalf eeuwen geleden" is, voor ons niet hoog genoeg'kunnen waardeeren. Voor het oogenblik moet ik mjj be palen tot de enkele herinnering, aan den „geboortedag". Nog eeu paar rogels mogen dienen, om het nauwelijks aangeroerde on derwerp, eens uit een ander'oogpunt te beschouwen. Holland is het eerste gewest van onze Unie geweest, wat de staatkundige be teekenis en de macht zijner bevolking betreft. Maar sinds de studie der geschie denis de maatschappelijke ontwikkeling in haar beschermiug heeft genomen, is de vraag gesteld, of niet het middelpunt van de wording onzer nationale betee kenis moet gezocht worden in het oude bisdom. Voor degenen, welke dit denk beeld in heldere voorstelling willen uit gewerkt zien, verwijzen wjj naar de redevoering, die degeleerde Rijksarchiva ris in Utrecht, inr. S Muller Fz. in de jaarlijksche algeraeene vergadering van het Utrechtsch Provinciaal Genootschap uitgesproken, den 26 Juni 1888, en naar zijn inleiding der Middeleeuwsche rechts bronnen der stad Utrecht, aldaar 1885. liet moet erkend worden, dat die aanne ming van Utrecht ais centrum onzer be schaving evenveel wederlegd is, als do meening dat het traktaat van 20 Octo ber 1528 (de afstand van het wereldlijk gezag) een stap achteruit was in onze ontwikkeling. ochtend tot don laten avond hoeren. Behoeven wij nu nog te verklaren, wat hot zeggen wil, onder dergelijke omstandigheden voor belasting-inkwartiering gecommandeerd lo worden 1 Do soldaat ontvangt van den Staal slechts uniform on wapens, maar niet daarbij eon hart van steen. Toen luitenant Puehta te Maisa was aangekomen, zag hij zich plotseling te midden van een hartver scheurende ellende geplaatst; de droogte had alios vernieldde verkoolde bodem had geen korreltje graan voortgebracht. Een dergelijk verschrikkelijk jaar was voldoende, om het holnogig spook van don honger in de huisjes dor hoeren to doen verrijzen, die vroeger voor welgesteld doordringen. Noch mot mooie praatjes, ,noch door den hardon druk der inkwartiering was de belasting te innen. liet vroeger zoo vroolijk gemoed van denjongon officier voelde zich gedrukt bij den aaublik van zoo- vool' jammer. Nooit had hij zich zich zóo verlaten gevoeld, nooit waren hem zijn militaire plichten zoo zwiiar voorgekomen. Men meed zyn gczolsehsp, alsof Hij door eon besmettelijke ziekte was aangetast wilde hij, in eon vroolylrër stemming, eens oen ge sprek mot dezen of genen aanknooiien, dan had do persoon in quaestie juist iets anders te doen, Do llongnarsoho edelen voiiooehundon zelfs het weinigo Duitsoh dat zjj kenden. Ging hy, door vervoliug geplaagd, do breoile stra ten van hel dorp door, an balden do hoeren mot donkor.o gezichten de vuisten aclitor hem en spra ken zacht:,, Ook g(j zjjt hier gestuurd, om ons niet uw soldaten do laatste botO broods te onetelou. Dut de hemel u on hen, die u sturen, daarvoor stralïo I" Niet ietlor in 't dorp wist, dat luitenant l'uohta geen enkoio, voor oen ander bostiende bote opat. Integendeel I Reeds dadelijk had hy iu het oenigo logement van het dorp een paar kamers gehuurd on at en dronk daar op eigen kosten, wat den lio- Insting-ooniisiiariB eiken dag al moer en moor er gerde. Dit neemt de belangrijkheid niet weg van de plechtigheid in St. Cecilia te Home, den 22 November 696. P. J. Frederik». Zondag 17 November was bet juist 50 jaar geleden, dut Z. M. Koning Willem II te 's-Gravenliage liet eerste standbeeld voor Prins Willem den Zwijger onthulde. Het was toen de 32ste verjaardag van de herstelling van Nederlands oiialTumkelükbeid. Dit beelu is het bekondu i-uitei-stanubeeld vóór bet Paleis in bet Noordeinde, ontworpen dooi den graal' De Niuuwerkerke en in brons ge goten door Soyer. Z. M. de Koning, Ij. M. de Koningin Anna Pntilowna, HH. KK.'IIH. de Prinsessen en de Prinsen, met een groeten stoot Hoidigiri- tarissen, de Ministers en de voorzittors dor Kamers namen plaats vóór bet, Paleis, torwfjl de lioogleeraar A. des Amorie van der Hu«- ven de feestrede uitsprak. Toen deze rede uitgesproken was, namen do Koningin en de Prinsessen plaats up liet balcon voor hot Paleisdo Koning cn de Prinsen begaven zich naar liet standbeeld on Z. M. trok het doek van het beeld. Trompetten schalden, een salvo van 101 kanonschoten klonk en een koor van inilituiron zong het oude Wil helmus. Dat was een plechtig oogenblik. Z. M. en de Prinsen roden naar liet Lange Voorhout, stelden zicli uun hut hoofd van ae daar opgestelde troepon ei\ defileerden voorby het beeld, waaraan zij do militaire honneurs bewezen. Als een bewjjs dat liet dien dag alleron gunstigst weder was, kan' dienen, dat het bataljon der grenadiers, dat destijds te Delft garnizoen hield en aan de plechtigheid had deelgenomen, b(j terugkomst dermate door weer en wind was toegetakeld, dat het, .net uitzondering van hoog noodige diensten, een geheele maand werd vrijgesteld van oefe ningen om hun wapenen en kleeding in orde te brengen, terwijl officieren en minderen aan bun uniformen zeer veel schade luidden geleden. Do stok van den Koninklijken standaard, wolka op liet Paleis wapperde, dreigde door den feilen wind te breken, waiirom een werk man last kreeg, de vlag in te halen. Do inan werd, toen hij op hot dak kwam, editor dooi den wind gegrepen on op straat geworpen, waar li(j dood werd opgenomen. Voor zyn grauMjVcnhnetl^^ l znii'n «,.k gezien II; wijw hum i do bunt gostoldon gron- Hfloft oen kwartier In het huis' vTtn d bezitter aan, waar hy hot recht hoeft,'uun vooron bod mot zyden dekens en dagelijks viorgroenten uuu 't di ner te oischon, en toch vergooit zoo'n kerel zyn geld in hot logement. Dat is oen ongehoorde lichtzinnig heid. Ja men kou het zelfs uls een Staatsmisdaad bo- schouwen. Als ieder zoo handelde, waren wo n'iot in staat, die Hofiguu ruche stijl koppen te dwingen, hun belasting te beluien. Ik zou center wol oens willen weten, uit welke bronnen mijnheer de luiteuunt zyn niot geringe uitgaven hokostigd. Hm, Hm Dit was in ieder geval waar, dat de jonge officier, tijdens do laatste weken verscheidene bankbiljetten wisselde, wat niet onopgemerkt bleof. Eenzaam cn weemoedig gestemd door de ellende, die hy olkcn dag aanschouwde, sprak hy dikwyls duchtig den wijn aan. Do zwaarmoedige, nu eens dlepo smart uitdrukkende, dan weder wild juichende Zlgeiuierniuziok gaf zyn eigen gemoedstoestand vol komen juist weer. Uren lang kon hy nuur die muziek luisteren. Een onweerstaanbaar verlangen kwam in hom op naar zyn vaderland, niiur do vrooiyko kameraden on hun jirettig, gezellig leven. Toch bruaht do muziek der bruine gezellen hom verstrooiing aan on hy hield gaarne oon praatje Ten slotte werd oon gesprek mot bon hom tot oon bepaalde buhoofte. Hy iiondigdo du Zigeuners by zich op zijn kamer on het deed hom vool genoegen, vrooiyko luidjos om zich te zien, die oen tïcech wyn gretig aannamen. Slechts do Zigeuners trokken zich niot schuw voor hem terug, maar zetten zich metgorusthoid aan zyn tafel neder, dronken van zyn wyn en aten van do door hein betaalde spijzen. Hot doel syner koiust vuroorzuukte hun geen uudoul, integendeel. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1