Maandag 25 November 1895. No. 4513, 45e Jaargang TE LAAT. BEDROGEN! Uitgave firma A. H. VAN CLEEFP te Amersfoort Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag met gratis Zondagskind. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15, Abonnement alleen op hel Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor het binnenland 50 ct. per f?1—o Advertentiën 1—6 regels 00 et.; elke regel meer 10 et, Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oilicieele- en onteigoningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 2.5 et. Afzonderlijke nummers 10 cent. uienstaanbiedingen cn aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5. regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij adverlenliëu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT50 Toleplioon 19. KENNI8GEVÏNOEX. SCHIETOEFENINGEN D. BURGEMEESTER van Amersfoort Gelet op eene missive van den heer Commis saris der Koningin in de provincie Utrecht dd 18 November 11. do. 4 Az. Brengt'ter kennis van belanghebbenden, dat op 2b November 1895 en zoonoodig op daarop vo gende dagen, schietoefeningen zullen plaats hebben van net fort Pampus, Zuiderzee, in een driehoek, gevormd door dat Fort en twee ten anker liggende schokkers van den torpedodienst. Deze vaartuigen zijn op ongeveer 7000 ,M. van elkander geankerd en op de dagen dat er ge vuurd wordt, kenbaar aan een groote roode vlag aan den must. Hun ligplaats is ongeveer 8'JHI AI. van het Fort. Twee stoombooten zul len do schepen, die zich op de dagen, dat er gevuurd wordt, in den onveiligcn driehoek be vinden, waarschuwen en, zoo noodig, hulp ver leunen, om buiten den gevaarlijken driehoek tc Op de dagen dat er gevuurd wordt, zal op het tort 1'it/iijnt.i de batterij Durqerdarn en Die- mmhm de II'. batterij tc 'Muiden, en den kerk toren te Muiderherg een roode vlag waaien, van minstens éen uur vóór den aanvang der schiet oefeningen 'tot hot einde daarvan. Belanghebbenden worden ernstig gewaarschuwd tegen bet varen binnen den onveiligcn sector, zulks zoowel om geen kans te hebben van ge troffen te worden, als tot bevordering van den snellen afloop der schietproeven, waarvan de duur afhankelijk is van de nicer of mindere veiligheid. Amersfoort, 21. November 1895. De Burgemeester voornoemd, F. D. SC-IIIM.MELPENNINCK. I richting in te brengen I Amersfoort, don 28 November 1895. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester I F. D. 8CHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van AM ERSFOORT. Gelet op art. li der wet van den '2, Juni 1875 (Staatsblad No. 95), Brengen ter kennis van liet publiek, dat een door IC. tik Buek ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot hit oprichten van eene roo- kerij van vleesoliwaren in het perceel alhier ge legen aan de Kampstraat, Wijk I'. No. 87, bij het kadaster bekend onder Sectie E. No. 1428, En dat een door een C. I'/.ki.nks ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot bet oprichten van eene zeepziederij in het perceel alhier gelegen aan de Korte Bergstraat, bij liet kadaster bekend onder Sectie D. No. 1952,58 op de Secretarie der gemeente ter visie liggen en dat op Zaterdag, den 7. December aanstaande, des' voorraiddags te elf uren. gelegenheid ten raudhuize wordt gegeven om. ten overstaan van het gemeentebestuur of van éen of ineer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de in- Feuilleton. Naar het Duilsch. 3). Onder den titel „Op zijn Zoudagsch' wees de Iluagsche courant dezer dagen 1 op den strijd om Zondagsrust en op de verschillende wijzen waarop daarnaar ge- j streeft wordt door de verschillende voor- j standers, die wel door een soort compromis komen tot iets wat men samenwerking zou kunnen noemen, maar tusschen wie toch altijd een strijd bestaat, die zich telkens openbaart over het doel waarop men afgaat, over de beginselen, enz. j In een gesprek tusschen twee tegen- j voeters over dit onderwerp opperde een hunner, naar het blad mededeelt, de meening, dat men er niet komen zal op den tot dusver ge.olgden weg, dat i het niet van buiten moet komen, maar van binnen. Want als wij, met of zon- j der een wet of partieele wetsbepalingen voor eiken bijzonderen toestand, de Zon- j dagsrust morgen verkrijgen konden, dan zou de maatschappij er niet mede ge- i holpen zijn. Er is geen Zondagsgeest, geen j Zondagsstemming, geen Zondagsviering i meer. De Haaysche Ct. neemt dit denkbeeld over en ontwikkelt liet nader. Ze begrijpt, ■/.egt zij; wat de bedoeling is en wat er ontbreekt aan zoo menigen Zondag in een groot aantal gezinnen welke de geest is, die tot de ware stemming behoort, waardoor alleen de viering, bij ieder op zijn wijze, iets feestelijks, iets bijzonders, iets niet-dag-uan-dagsch krijgen kan. Met een enkel woord zou men dien geest kunnen noemen: het intieme, het familie leven, in tegenstelling met den maal stroom of den tredmolen der wereldsche zaken, waaruit we "ons op andere dagen slechts voor enkele uren kunnen terrug- trekken. Het blad heelt hooge waar deering voor de gezinnen, waarin dat familieleven doorloopeud krachtig is out wikkeldmaar voor velen die 't wel cvenzoo zonden wenschen, is dat onbe reikbaar. De samenleving, met haar vaak abnormalen arbeidsduur, met de zware eischen welke zij aan de studeerende jeugd stelt en met de aanspraken, die zij in allerlei vormen maakt op extra arbeid van haar leden voor verschillende maat schappelijke werkzaamheden laat dikwijls weinig ruimte voor dagelijksclie gezellig heid, voor wat onze vaderen noemden den „huiselijken haard'. Het geheele leveu is er niet meer op ingericht, en met den besten wil zou ze niet meer zijn toe- te passen als in vorige eeuwen, tenzij men zich terugtrekke uit de maatschap pij en zich vergenoege met eigen, be perkten kring. Doch juist voor dezulken, voor die slaven van hun plicht, voor die slachtoffers der „nervositeit" van onze eeuw, voor die maatschappelijke arbeiders, die na hun dagtaak ook hun vrije uren nog offeren aan het algemeen welzijn voor hen vooral zou eeii Zondagsstem ming, iinders dan op een gewonen dag, een Zondagsviering als iets bijzonders, een volkomeu wijding van dien rustdag aan het familieleven een zóo groote be- teekeuis hebben, zóo nuttig, zóo weldadig zijn, vooral om banden aan te halen, die nog wel aanwezig zijn, maar op den duur, onder de ontbindende invloeden van buiten, al losser en losser worden.. Heel het leven in een groote gemeen schap werkt doodend. althans verzwak kend op het familieleven. Den een lokken de vermakende ander, van wien men weet dat hij belangstelling heeft voor publieke zaken, wordt van 't eene in 't 'andere getrokken, commissielid hier, sec retaris of penningmeester ginds, en be vindt zich weldra iu een stroom van vergaderingen, zóo breed."dat zij al zijn beschikbaren tijd iu beslag neinen en hij er soms wanhopig onder wordt. Het ware een hopeloos pogen, de vermaken te willen breidelenen het zou zeker voor de sameu- leviug, voor het algemeen belang en voor de publieke zaak niet aanbevelenswaardig zijn, te pogen om de bereidwilligheid nog te verminderen van de toch al tamelijk weinigen, die hun krachten beschikbaar stellen voor de behartiging van het al- Do bruine muzikanten wnren ibtn ook vroolyk cn goed geluimd. Vim hen bekisting le vorderen, zou will's «Ion gest rongsten helastingwmimissarianict iu 't hoofd komen, Hun ecnig kleediugstuk kon luj bun toch niet ontnemen en zelfs do slimste belas tin g- bonmbto zou in luin armoedige hutten niets kunnen vindon, wat waarde had. Zoolang de jonge officier geld had, kon hij. van den avond tot middernacht en van middernacht- tot liet aanbreken van den morgen, zich verlustigen in hun beurtelings treurige cn jubelende muziek. Keus op een koelen herfstavond, toen Puchta van een verre wandeling terugkeerde, ontmoette by oen vrouw met twee kleine meisjes, die zich aan haar rokken vastklemden. Du vrouw •jammerde luid. Zooveel kende de luitenant reeds van het lion- ganrsoli, .dat hrj de jammertonen der vrouw kon vci- St'lJaar boeltje zou morgen publiek verkocht worden voor de belasting. Do luitenant kreeg diep medelyden met dit bekla genswaardig gezin. Vastberaden trad hij op de vrouw too en vroeg vol medelijden „Bon je'dan zooveel schuldig?" „Och, lieve hoer, zeer veel. Ik moot reeds twee jaren betalen. Vijf en zestig gulden vorderen de hoeren van mij, En ik ben sluolis een arme weduwe „En is cr openbare- verkoop? „Ach ja cn du commissaris verklaarde, dat hy mot langer wilde wachten. Luitenant Puchta zweeg en sclieon iets by zichzol te overleggen. Zijn eigen geld was bijna op. Hij had niot voor niet dc Zigouncriiiuzikaiitcu onthaald. Hy had nog zeventig gulden, hot hem toevertrouwde menage-geld der manschappen. Ilij nam dit geld in banknoten uit zijn portefeuille en drukte het, zon der een woord tt» zeggen, de weduwe in de hand. Daarop verwijderde hy zicli snel, zonder haar den tijd Ie laten, hem te danken. En weder klonk dien avond, nu eens treurig, dan weer vrooiijk, du m.izivk der zwartlokkigeZigeuners. Maar vroolykor dan ooit te voren was do jongo offi cier in 't bewustzijn, een goede daad verricht te hebben. En al was het ook niet zijn eigen geld, dat hij weggeschonken had dit veroorzaakte hem geen knellende zorgen. Hij wist toch, dat hij bin nen weinige-dagen een flinke som moest ontvangen, die zijn goede vader hem by 't begin vnrf de maand zond. Den volgendon ochtend, terwijl Puchta zich nog behaaglijk in zijn bed uitrekte, zeido do kellner, die hem zijn kollio bracht, met een gewichtig gezicht „U weet nog uicts van do komst van den kapitein, wel „En verder?" vroeg .do officier geeuwend. De kellner stotterde verward ecnigo on verstaan bare woorden, terwyl hij zijn servet opvouwde en weer ontvouwde. Het maakte onwillekeurig den indruk, alsof iiij iets onaangenaams had mede tedeelen, maar niet den moed luid, daarmede voor den dag te koiuen. „Je schijnt iets te zeggen te hebben", zeide Puchta ccnigszius verbaasd, „Ik wilde maar zeggen Do luitenant werd ongeduldig. „Kom er dan toch mee voor den dag, voor den duivel 1" „Ik wilde maar vragen of de luitenant al weet, dat de belasting-commissaris onlangs bij den regi ments-commandant eenigo in nan- en opinerikngeu maakte". „Een aanmerking, waarover?' .Ik weet het niet precies... mtuvr ik hoorde, hem voor eenigo dagen tot mijnheer zeggen: „Hot» ine onbegrijpelijk, hoe die luitenant aan al dat geld komt. De overste moet niet de kolossale uitgaven m gemeen weiz in. Maar hoe hoog het publiek belang ook sta, zelfs- de Romein, voor wien salas publica suprema lex was, had daarnevens toch oók eeu diep* besef van zijn taak als hoofd van zjjn gezin, en wist beide belangen hand in hand -te doen gaan. Zou dit voor onzen tijd onmogelijk wezen 1 Of zou niet de Zondagsrust m-dit opzicht een heilzame uitwerking kunnen uit oefenen, wanneer zij ook van binnen komende gepaard ging met een innigen, iutiemen geest: met den alles doordrin genden geest, dat de Zondag niet alleen een' rustdag .is na den arbeid en niet alleen ook een sabbathdag voor het ge moed, maar daarnevens ook een feestdag voor het gezin een rustpunt in de drukten des levens een dag, waarop men zich, ieder op zijn wijze, en naar zijn aard en voorkeur samentrekt in zijn gezin l'at brengt geen verplicht thuis zitten medecok buiten de deur kan men gezellig zijn en intiem leven vinden het cischt geen kniezen, noch de aanstel lerigheid van een Bngelschen Zondag met zijn verveling en huichelachtige onthou ding, want men kan vrooiijk en blijmoe dig zijn ook in kleinen kring. Maar wat er noodig is, dat is de geest, de wil om van den rustdag iets bijzonders te maken, iets anders dan alledaagsch. Hoe dat moet geschieden, is niet in algemeene trekken aan te geven. Het zal evenveel afwisselen als er verschil lende individuen zijn, maar dit sta als algemeen grondbeginsel voorop, dat men zich voorneme, van den rustdag een feest dag in eigen kring te maken, alle dage lijksclie zorgen zooveel doenlijk op dien éenen dag ter zijde te zetten, in en om zich een „Zondagsehe" stemming te-ver wekken het overige komt dan van zelf.. De beweging voor Zondagsrust zou er krachtig door bevorderd worden, want wie zulk een -„Zondagschen" geest in zijn kring beoogt aan te kweeken, denkt daar door van-zelf ook aan anderen en laat bovendien al datgene na, dat, juist omdat bet noodeloozen rustdagarbeid van ande ren eischt, 't meest aanstootelij k en ver- derflijk is voor de sameuleving. kennis worden gesteld," Puchta werd zoo bleek als een doek. In een oogenblik werd hein zijn geheele hachelijke toe- duidelijk. Een ellending had hem aangeklaagd, om dat hij niet iu diens snnuik viel. Ongetwijfeld stond de onverwachte komst van den kapitein daarmede in verhand. En nu zou men van hem verantwoor ding vragen van de hom toevertrouwde golden nu zou hij bij zijn overste, zijn kameraden, zyn vader, bij de guheelo wereld bekend staau, als iemand die misbruik van vertrouwen heeft gemaakt als een slecht officier Een ontzettende angst over deze smet op ziju eer greep hem aan, De kellner ging voort en zeide „Zooeven is de kapitein de gezelschapszaal uitge gaan hij schynt bierheen te komen." Doodsbleek sprong Puchta uit zyn bed. „Ga hem tegemoet en zeg hem, dat ik binnen vijf minuten gekleed zal zyn." En nadat hij achter den vertrekkenden kellner de deur had gesloten, greep hij pen en papier en schreef in vliegende haa9t de volgende woorden „Overste, vergeef eeu ongelukkige. Gisteren gaf ik, door medelyden gedreven, een aruie Weduwe f 70, het mij toevertrouwde mcna-gegeld. Mijn mnande- lijksche toelage zou mij in stnat. gesteld hebben, die som morgeu terug te geven. Heb do goedheid, dit mijn vader en mijn kameraden mede tc deden." Er werd aan de deur geklopt. „Dadelijk"' riep Puchta. En een' op zijn schrijftafel liggend pistool grijpend schoot liij zich een kogel door do rechterslaap. Den zelfden middag kwam uit Budwcis een ver zegelde brief met 500 gulden voor luitenant Puchta te Maisn. Het was de maande) ijksche toelage. Toen dos namiddags vier soldaten de ruwe houten kist op hun schouders naar 't kerkhof.droegen, volg de een eenvoudige vrouw, met twee kinderen aan haar hand, den stoet. In diepe siuart wierp zij zich naast het pas ge dolven graf cn bevochtigde de koude aarde met haar hecie tranen. i). Een jas zit eerst goed als hij een tijdje gedragen is en een paar laarzen passen eerst dan wanneer de hakken Hink scheefgeloopen zijn. Nog opmerke lijker is liet met de jicht; liet Huurt vry lang eer men er bepaald aan gewend is. Egoiste mannen beweren, dat een vrouw altijd jong moet zijn doeli wat biervan zij, zooveel is zeker, dat de WelEdelGestrenge heer rar. W. van der Wolk even gelukkig als benijdenswaardig was, want zijn vrouwtje was. inderdaad jong en mooi. Ze was rijk bovendien en wat het nog beste van alles was ze had een allerliefst karakter. Hij was dan ook, zelfs drie jaar na zijn huwelijk nog altijd in den zevenden hemel. Als hij even de deur uit moest om zich te laten scheren, vroeg hij zijn Emma wel honderdmaal excuus en hij vond hot haast romantisch, dat hij na het eten zijn vest niet een beetje op een kier durfde zetten. Zij hadden een groote. vierkante eettafel, maar altijd kwamen zij samen aan hetzelfde einde te recht; het botermesje bleef altoos voor doeniet liggen en met hun eigen mes grabbelden zij in den boter, wnt natuurlijk steeds aanleiding gaf tot Btocierij. Soms was er zoo'» haast bij hot kussen, dat zij geen tijd iiadden om dit of dat in veiligheid te brengen Ou het meermalen gebeurde, dat een regen van suiker op het tapijt te recht kwam of hét tafella-. ken op. allerwanhopigste wijze werd bemorst. Als men nu zóo innig is. zóo ontzaglijk veel van clkanr houdt, elkaar zóo naar de oogen kijkt, is het om het nu eens heel gematigd uit te drukke) alleronaangenaamst zoo opeens de overtuigende be wijzen te krijgen van de ontrouw van je vrouw, die je zoo vergoodt. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1