Maandag 13 Januari 1896. No. 4527, 45e Jaargang. Binnenland. DE WONDERKUUR Stadsnieuws. Ditgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Ma mdag- en Donderdagnamiddag met gratlB Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 et. per 3 maanden. Advertentiën 1—6 regels '30 ct.; elke regel meer 10 ct. Groote létters naar plaatsruimte. Legale-, offieieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10' cent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in. het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KOETEGRACHT 66 'I'eleplioon 19. Indertijd weigerde Minister Kappeyne een wet voor te stellen tegen het misbruik van sterke drank, omdat men, gelijk hij toen zeide, volkszonden niet door wetten kan tegengaan. Over die uitspraak is hij vaak hard gevallen, vooral nadat de thans bestaande wet in wer king is getreden. Dat «lie meening toch ook bij anderen instemming vond en, wat meer zegt, door de ervaring bevestigd wordt, blijkt uit hetgeen het Weekblad van hel Recht dezer dagen schreef: »Het wil ons voorko men, dat, indien nu 14 ii 15 jaren na de invoering van de Drankwet, met alle haar lang niet malsche strafbepalingen, het drank misbruik nog steeds als een kanker aan de welvaart knaagt, ofschoon jaarlijks duizenden bij duizenden wegens overtreding van die bepalingen worden gestraft, hierin een nieuw bewijs is. gelegen, dat men volksondeugden niet uitroeit, laakbare tekortkomingen op zedelijk gebied niet op eenigszins afdoende wijze bedwingt door middel der Strafwet". Men doet bij onze Departementen van algemeen bestuur soms toch maar rare dingen. Tien jaren geleden teekende iemand uit Gramsbergen als militair schrijver naarlndië. Na twee jaar ontving zijn vader geen bericht meer van hem en bleven de gezonden brie ven onbeantwoord. Thans, na 8 jaar, wendde de vader zich tot den Burgemeester om te hooren of deze ook gewaar kon worden waar zijn zoon was. De Burgemeester vroeg inlichtingen aan het Ministerie van Koloniën en kreeg die ook. - Zij luidden, dat de jonge man in 1887 op de terugreis naar Nederland was over leden, nalatende een bedrag van circa f30, dat nog voor de erven beschikbaar was. Indien geen inlichtingen gevraagd waren, wie weet wanneer de kennisgeving van over lijden zou gezonden zijn vanwege het Depar tement- Een niet minder vreemde handelwijze is wel het toezenden, aan sommige deelgerech- tigden, van de Lombokkruisen.per post pakket, terwijl het onderscheidingsteeken aan anderen op plechtige wijze zal worden uit gereikt. In aansluiting op 'het door den Minister van' Koloniën meegedeelde aangaande de baten van de Lombok-expeditie kun het zijn nut hebben, eens te resumeeren, welke ver liezen gedurende de expeditie, en als een gevolgd daarvan, door bet leger zijn geleden: Het aantal gesneuvelden is als volgt: 15 officieren, 90 Europeesehe, 34 Amboineesche en 30 inlandsche militairen. Feuilleton. Naar het Duitsch. Aan bekomen wonden overleden5 of ficieren, 18 Europeesehe, 1U Amboineesche en 14 inlandsche minderen. Als een gevolg van daarbij bekomen ziek te, vermoeienis of uitputting zijn sedert over leden 175 Europeesehe, 33 Amboineesche eri 38 inlandsche militairen. Van het aantal voor den vijand gewonden, werden sedert afgekeurd 97 Europeesehe (waarvan aan 71 verhoogd of gewoon gage- ment) 40 Amboineesche (waarvan aan 44 verhoogd of gewoon gagement) en 45 inland sche militairen (waarvan aan 41 verhoogd of gewoon gagement werd toegelegd). De overige 26 man (Europeanen) werden tijde lijk ongeschikt geacht en naar Nederland opgezonden, terwijl aan twee Amboineezen en vier inlanders een onderstand voor eens werd toegekend. Gisteren den 12 Januari vierde luitenant- generaal Karei van der Hcijdeti, thans com mandant van Bronbeek, zijn zeventigsten verjaardag. Onder de talrijke ovation, den grijzen veld heer gebracht, nemen zeker een eerste plaats in de gelukwenschen van II. M. de Koningin- Regentes en Z. M. den Keizer van Duitschland. Lees dit In strijd met de bepalingen komt het her haaldelijk voor, dat couranten geheel los. dus zonder kruisband, kruistouw of strook, ter post worden bezorgd, terwijl het adres dan op de bladen geschreven of door middel van een klein strookje daarop geplakt wordt. De op deze wijze in de postbussen geworpen stukken zullen voortaan niet meer worden verzonden. Men vestigt er de aandacht op dat men bij het overmaken van geld per postwissel naar Engeland geen mededeelingen, voor den ontvanger bestemd, op de strook links moet schrijven, maar die afzonderlijk per andere ge legenheid moet doen toekomen. De Engelsche post brengt nl. den Hollandschen wissel niet zelf over, maar zendt eigen betaalaanwijzin- gen uit, zoodat de op de strook geschreven mededeelingen den ontvanger niet bereiken. Het hoogste bedrag der aan te geven waarde van aangeteekende brieven in het binnenlandsch verkeer zal voortaan zijn f12 000 en in het verkeer met de Euro peesehe landen 25 000 franc. Voorts zal gelegenheid worden gegeven, tot verzending per post, voor doosjes met juweelen en kostbaarheden, een aangegeven waarde van 25 000 franc niet te boven gaande en van aangeteekende stukken en van brie ven en doosjes met aangegeven waarde, belast met een verrekenbeilrag van niet hooger dan 500 franc. 11). „Wat? Beware ons, dat niethet is wegenB wegens Johan stokte. „Wat dan?" vroeg Quirl. „Ja u is zijn aanstaande schoonzoon en mag het dus wel weten het is geloof ik." En hierbij wees Johan naar het hoofd, alsof hij zeggen wilde „de oude heeft zijn zinnen niet goed meer bij elkaar." „Wat zeg je, mfju schoonvader krankzinnig?" „Ja, weel. u daar dan werkelijk niets van?" „Niets, totaal niets I" „Hé, dat is toch verkeerd 1" zei Johan afkeurend. „Hier in de stad wordt het natuurlijk geheim ge- houdeu, dat laat zich ook begrijpen, maar u, als aanstaande sehoonzoon, had men toch u zou er in 't grootste gevaar door" kunnen komen, als n niet ingelicht bentl" „Alle duivels!" riep Quirl verschrikt uit, „dat is wat mooiswat scheelt hem dan eigenlijktobt hij over iets?" „Soms, maar niet altijd, neen goddank niet altijd, u behoeft niet angstig te zijn. 'tls maar heelo lichte waanzin." „Lichte waanzin? Ilomol!" „Ja, stille waanzin gewoonlijk, maar hij doet dan niemand kwaad. Somuuge oogcnblikkon heeft hij wel, dat die stille waanzin tot razernij overslaat. Dan is hij een beetje gevaarlijker; als hij zulke buienl heeft moet men zieli in acht nemen!" „Nu dat is een mooie geschiedenis," riep Quirl verbluft. „In acht nemen Ik heb bijna lust, er lieele- mnal niet heen te gaan „Ozoo erg is het niet", zei Johan sussend. „Er zijn schikkingen getroffen om hem ouschadelijk te maken, zoodra dat noodig is. Een waker is steeds in de aangrenzende kamer bij de hand, en zoodra de aanval komt roept de dokter, of een ander uit. de omgeving „Hanneman 1" zoo heet de eerste wachter, ziet u en op dit geroep komen twee of drie man met strikken in de kamer en binnen den ouden heer. Als dan de aanval geweken is, wordt hij weer vrijgelaten." „Hem binden Dat is toch ergIs dat alles wel waar, of maakt men er dat maar bij vroeg Quirl half ongeloovig, half angstig. „Er bij maken? Wat deukt u wel van ons?"riep Johan verontwaardigd uit. „Ik zelf ben dikwijls genoeg gehaald geworden om te helpen. Er bij maken Hoe komt u er aan U zult bet zelf wel ondervinden, misschien vandaag nog, ik verzeker „Vreeselijk, vreeselijk!" zei Quirl geheel overtuigd en tevens nog angstiger zich gevoelend dan zooeven. dan soms iets waarvoor men zich moetin sn om te voorkomen dat die vreeselijke razernij komt?" vroeg hij, terwijl zyn lippen „Eu is acht ne aanval trilden. „Ja De rechtbank te Rotterdam heeft Vrijdag, conform het requisitoir van den Officier van Justitie, het bevel tot voorloopige gevangen houding van Willem van Berkel met 30 da gen, en voor Catharina Hoogsteden met 14 dagen verlengd. De sterkte van het reserve-kader, dat op 1 Januari 1895 bedroeg 00 adspiranten- vaandrig, was op 1 Januari 1890 geklommen tot 17 reserve-onderofficieren, 79 reserve korporaals en 95 adspiranten-vaandrig. Op 1 Juli 1895 waren er in de Ned. Her vormde kerk 348 predikantsplaatsen vacant, op 1 Januari 1890 bedroegd dit aantal 336, dus slechts 12 minder. Op '1 Januari jl. waren er 687 Gerelbiineer- de kerken of 4 meer dan verleden jaar. De meeste tellen Zuid-Holland met 141 en Fries land met 133. Noord-Brabant en Limburg samen hebben er slechts 27. In het afgeloopen jaar werden hier boren ïen de gemeente, wettig onecht in de gemeente geboren, behoo- reude niet tot de werkelijke be volking Men mag met den zieke niet over water te spreken I" antwoordde Johan beslist. „Niot over water spreken? Maar, dan lijdt hij aan watervrees?" riep de blonde terwijl hij van angst bijna in de hoogte sprong. „Zoo'n beetje wel. Men mag met hem niet water spreken, want als men het doet, dan barst hij los en dan moet men met zijn verkeerd begrip over iets maar kwansuis iustemmen, dan komt hij weer tot bedaren," „Wat is dat verkeerd begrip?" vroeg Quirl, die gnaruc precies ingelicht wilde zijn hoe hij zich zou moeten gedrageu. Mgr. H. van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht, is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw. Ds. M. J. Bouman, predikant bij de Gere formeerde kerk B hier, diej tegen 1 Mei eme ritaat heeft aangevraagd, was vroeger predi kant bij de Ned. Hervormde kerk. Zijn eerste standplaats bij die kerk was te Hoevelaken, van 1854 tot 1869; vervolgens was hij nog werkzaam te Voorst, Hoogland, Baambrugge, Leerbroek en van 1885 tot 4887 te De Meern. Van 29 Mei tot 7 Augustus 1887 heeft hij te Amersfoort voor de Nederd. gereformeerden gepredikt, zonder als predikant te zijn be vestigd, terwijl hij 14 Augustus 1887 als predikant bij die gemeente hier werd beves tigd 3 Juli 1893 vertrok hij naar Voorthuizen en 2 Juli 1894 kwam hij voor den tweeden keer naar Amersfoort. Weer gaat gelijk de bladen melden bet gerucht, dat onze vroegere Burgemeester jhr. mi'. T. A. J. van Asch van Wijck, ont slag heeft gevraagd als Gouverneur van Suriname en omtrent Mei zou repatrieeren. Onmogelijk is hei nietde benoeming expireert om dezen tijd. Naar wij uit goede bron vernemen, heeft majoor J. Doornbos gevraagd in activiteit hersteld te worden. Fourier J. J. van Oudgaarden, van het 5e regiment infanterie te Utrecht, is, in verband met zijn bevordering tot sergeant-majoor dd. officier te velde, overgeplaatst naar hier. elders geboren, behoorende tot de. werkelijke bevolking ongehuwden gehuwden in weduwenstaat in de gemeente overleden, niet behoorende tot de werkelijke bevolking elders overleden, behoorende tot de werkelijke bevolking levenloos aangegeven M. V. wettig 18 13 onecht 5 300 288 2 2 302 290 592 M. V. 144 114 46 55 25 29 215 198 8- '207 198 Huwelijken werden gesloten tusschen jongmans en jonge dochters weduwen weduwnaars en jonge dochters weduwen >38 215 ~453~ 6 4 Jt- 4. Echtscheidingen Evenals .vorige jaren heeft ook nu de Mi nister van Oorlog gunstige bepalingen vast gesteld voor de lotelingen der nieuwe lichting, die zich willen onderwerpen aan een examen eu bij slagen kunnen geplaatst worden bij het wapen 'en in het garnizoen. huDner keuze. Het examen omvat 1. Het schrijven van een goed leesbare hand. 2. De kennis van de gronden der spelling van deNederlandsche taal. hetgeen moet blij ken uit een te vervaardigen opstel. 3. De vier hoofdbewerkingen der reken kunde met geheele getallen. 4 De kennis van het Nederlandsche stel sel van maten en gewichten. _5!__Eenige bekendheid met deVaderland- „Zijn geloof, dat zijn vriend dr. Raupenstecher eeu bakkersgezel is. „Een bakkersgezel?" „Ja, een bakkersgezel, zooals ik u zeg," verklaarde Johan beslist. „Het is merkwaardig, zooals die oude heer, zjodra hij in dien gevaarlijken toestand is, weer in gedachten zijn oud beroep uitoefent. Hij beeldt zich in, dat dr. Raupenstecher een arts is, die uit pure liefhebberij voor het bakken de geneeskunde neeft laten varen en zich nu in de bakkunst wil bekwamen. Dat hoort hij heel gaarne, en als men hem dan maar spreekt van het broodbakken, dat de dokter bij hein doet, dan is hij ineens weer bedaard en zoo gemoedelijk als een lam. „Vreeselijk, vreeselijkjammerde Quirl. „Als het niet om mijn bruid was, ging ik in het goheelniet naar dat dolhuis toe." „O, zoo erg is het nu niet." zei Johan goedig. „U moet niet zoo gauw den moed laten zinkeu, Als u hem geen aanstoot geeft en erg voorzichtig is, dan zal hij u niets doen. Ik zou gaan als ik in uw plaats was, misschien is hij van daag heel goed Hoofdschuddend eu geheel terneergeslagen nam Quirl ziju hoed en ging pp weg naar zijn aan water vrees lijdenden aanstaanden schoonvader, dien hij erg ziek achtte en welken hij zooveel mogelijk uit den weg dacht te blijven, „Beste, goede Quirlben je dnar eindelijk?" riep de joviale Brahmer uit met uitgebreide armen, toen hij den langverwachte voor zich zag, „Waar heb je toch zoolang gezeten „Pst., stil, mijnheer Brahmer. wind u niet zoo op, anders ga ik direct weer heenzei Quirl afwerend en trad angstig terug. „Ik was ziek, vier dagen lang, doch ik verzoek u vriendelijk, daar niet verder over te praten: ze was onbeduidend die ziekte, waar lijk heel onbeduideudik beu spoedig door dr, Raupenstecher. „Raupenstecher? Hoe? Keu je dien dan?" riep Brahmer verrast uit. „Drommels, wat heb ik daar gedaan bromde Quirl halfluid. „Ja Raupenstecher maar weet u. schoon- papaatje, niet, dat hij mij als dokter behandeld heeft. O! hahaha schoonpapa, u zal.toch niet denkon,dat hij mij genezen heeft? Geen idee!" „Niet Maar wat heeft hij dan gedaan vroeg mjjnheer Brahmer en zag daarbij zijn aanstaanden schoonzoon met een verwonderden blik aan. „Wat hjj gedaan heeft ha ha ha, hm Papa, ziet u mij toch niet zoo strak aan, dat maakt iemand verlegen 1 Wat hij gedaan heeft Dat kan u toch wel begrijpen, hij hmhij, ja, vroolijk Papaatje, lekkere broodjes heeft hij voor me gebakken, weet u, lekkere broodjes! Ja prachtig! weet u hij bakt werdelijk overheerlijk, hij heeft het van u geleerd „Bakt dr. Raupenstecher bakt ver tel inij eens, Quirl, wat. heelt je dan eigenlijk ge scheeld vroeg mijnheer Briilm.'er verschrikt. „Do hi pp hippope haisamische moe raskoorts I" „De hipp tnensch wat zeg je daar „Balsamtsche moeraskoorts, zeg ik u, Maar u niet opwinden, rustig blijven I Ziet u, hier die groote pleister?" Quirl bukte ziju hoofd om den zwarten leister te laten zien, die nóg vastgekleefd op den londen schedel zat „die pleister, ziet u, heeft de koorts totaal weggemaakt. Die dr. Rauhm, ja. zoo, kan die Raupenstecher bakken, papa?" „Ik geloof waarachtig, dat hij niet goed bij zijn zin nen is," zei de budo Brahmer halfluid, terwijl hij een angstig gezicht trok. „Schoonpapa, u begint zoo raar te kijkenzei Quirl met een benauwden trek op't gelaat. „U man keert toch niets? Wil u misschien ecu glas wa ewa God, daar schiet me iets te binnen, wat, ik bedoelwat heeft u gezegd Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1