Maandag 30
Maart 1896.
No. 4549,
45e Jaargang
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
Uitgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Dondtrdagnamiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco
per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor het binnenland 60 ct. per
3 maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-,
offieieële- en onteigeningsadvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT56
Telephoon 19.
Het is, of elk begrip van «selfgovernment"
bij ons democratisch aangelegd volk moet
worden uitgeroeid en een soort «gezonden
commissarissen van buitenaf" want dat
zijn thans feitelijk onze Burgemeesters de
burgerij overheeren moeten.
Het er-begrip is uit het ambt van
Burgemeester verdwenen.
Alleen de meester is gebleven.
Na de voorjaarsverschijnselen bij planten
en dieren te hebben vermeld, geelt Ericas
in het Nieuws de volgende kenteekenen bij
de menschen aan
Bij 't eerste zonnestraaltje denken de da
mes aan schoonmaken en kachels wegnemen,
en bezorgen aan zich en hun huisgenooten
een onaangenaam, koud en vochtig voorjaar
binnenshuis, als zij dit plan uitvoeren. Studen
ten verschijnen op de veranda's om spoedig
over te gaan tot ivifelrijden en roeienspoe
dig volgen ook «ploerten" dit voorbeeld.
Stedelingen zijn steeds op een mooien dag
in Maart te vinilen in open trams of rijtui
gen of in groote troepen op alle wandelwe
gen. In cafés zit men buiten, soms reeds in
Februari. In huiten-koffieliuizen is het aan
de slechte bediening dikwijls te bemerken,
dat de kellners alleen 's Zondags, en dat nog
slechts in den zomer, dienst doen en pas uit
bun winterslaap zijn ontwaakt; van het af
vegen der tafeltjes hebben zij nog niet het
het flauwste begrip.
Jongelui en kinderen stoeien en krioelen
in het gras en vinden 't »om te stikken".
Alle liefhebbers koopen bloem- en groen
tezaden enzaaien de eerste veel te
vroeg.
De Senaat der Rijks Universiteit te Utrecht
heeft toegekend bet doctoraat honoris causa
in de Nederlandsche letteren aan den heer
A. S. Kok, den bekenden Shakespeare-ver-
tolker, hem prijzend om zijn bijzondere ver
diensten en hem gelukwenschend met deze
zeldzame onderscheiding.
De raad van beroep voor de Vermogens
belasting, kring Arnhem, deed in zijn ver
gadering van 20 Maart 11. de uitspraak, dat
de soldij, verbonden aan de Militaire Willems
orde, pensioen is en alzoo valt onder de on
gunstige bepalingen van art. 3 §§6 der Wet
van 2 Oct. 1893 tot heffing eener belasting
op Betlrijfs-en andere in komsten, en wel op
grond van art. 47 van bet Reglement van
administratie en discipline voor de Militaire
Willemsorde, gearresteerd bij Kon. besluit van
25 Juni 1815.
Daar genoemd besluit weinig bekend is,
wordt het hierbij dengenen, die zulks aangaat,
medegedeeld. Onze zegsman is een gegageerd
adjudant-onderofficier- kwartiermeester van
het Oost Indische leger, ridder van de Mili
taire Willemsorde, 4e klasse" Zutph. ct.
Naast het oordeel der hoogleeraren over
de doodstraf verdient de meening gekend te
worden van den staatsman Groen vanPrin-
sterer, den grooten leider der anti-revolution-
nairen. Die meening wordt thans door de
Standaard medegedeeld, welke schrijft:
Groen zag in de quaestie van de doodstraf:
den eisch tot handhaving van éen der ge
boden van der» op Nederlandschen bodem
nog niet onbekenden God.
De doodstraf niet een ons toegekend recht,
maar een ons oplegd gebod.
En theologen, ja, zells kerkeraden, alleszins
gerechtigd om voor de handhaving ook van
dit gebod op te komen.
Niet over het recht, noch over de nood
zakelijkheid van de doodstraf loopt het ge-
ding.
Toen als nu was hoofdvraag, of we hier
staan voor een gebod van God, en of dit ge
bod door onze overheid moet gehoorzaamd
worden.
Tot men ons nu van beter overtuige. ver-
gunne men ons, het ook in dit geding voors
hands met Groen van Pinsterer te houden,
zegt het blad.
Onder de geboden heeft men natuurlijk
niet te verstaan de «Tien geboden", waarvan
er éen luidt«gij zult niet doodslaan."
Om te gemoet te komen aan de vele en
telkens herhaalde onregelmatigheden welke
te wijten zijn aan de verkeerde uitlegging,
die zoowel door het publiek als door het
spoorwegpersoneel aan sommige bepalin
gen wordt gegeven, wordt een gewijzigd
model van Kilometerboekjes ingevoerd.
De wijziging betreft in hoofdzaak, dat de
klasse op elke strook in rood wordt aange
geven en dat de inrichting der vakjes in
(lier voege is veranderd, dat aantal volwas
senen en het aantal kinderen onder 10 jaar,
voor wie de halve afstand wordt gerekend,
elk afzonderlijk moet worden ingevuld
Reizen geen kinderen op het Boekje, dan
is de openen ruimte tusschen de woorden
»en kind" aan te vullen rnet een lig
gend kruisje.
De nog in omloop zijnde boekjes blijven
van kracht tot ze zijn afgeloopen.
De gebouwen der Pupillenscbooi te Nieu-
wersluiszijn aangewezen als «zomerverblijf"
voor 3 compagnieën infanterie.
KENNISGEVINGEN-
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag,
den 31. Maart aanstaande, des namiddags ten
half twee.
Amersfoort, den 27. Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der wet tot regeling van den klein
handel in sterken drank en tot beteugeling van
ojienbare dronkenschap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoeksehift
om vergunning- tot verkoop van sterken drank in
het klein bij hen is ingekomeu van J. van GINKEL,
in het perceel wijk G. no, 42, aan den Arnhemsehen-
straatweg.
Amersfoort, den 27. Maart 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Sercetaris
W. L. SCHELTU8,
Vee-invoer in Frankrijk.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat, krachtens een
besluit van den President der Fransche Republiek,
opgenomen in het Journal ojjiriel van 15 dezer, met
ingang van 15 April e. k., nieuwe bepalingen in
werking zullen troden op den invoer van buiten-
landsch vee in Frankrijk.
Aan bedoeld besluit is het volgende ontleend
Artikel 1. Rundvee, herkomstig uit liet buitenland,
wordt bij invoer in Frankrijk aan de tuberculineproef
onderworpen en te dien einde gedurende ten minste
48 uren ten koste der invoerders aan de grenzen in
observatie gehoudeu.
De dieren, welke bij inenting de verschijnselen
vertoonen die op het bestaan van tuberculose
wijzen, worden, na gemerkt te zijn, teruggezonden,
tenzij de invoerder zijne toestemming geve tot on
middellijke afmaking. In dit geval geschiedt de af
making ter plaatse, ouder toezicht van den aan het
tolkantoor van invoer verbonden veearteenijkundi-
gen inspecteur.
Artikel 2, Rundvee, voor de slachtbank aange
geven, is van de tuberulineproef vrijgesteld, doch
wordt alleen toegelaten indien het bestemd is voor
markten op plaatsen, alwaar een openbaar slachthuis
bestaat. De dieren worden gemerkt en het geleidebiljet
vermeldt de plaats van bestemming. Binnen 14 dagen
na de daarop gestelde dagteekening wordt dit ge
leidebiljet teruggezonden aan den veeartsenijkun-
digen inspecteur, die het heeft uitgereikt, vergezeld
van een bewijs van afmaking, afgegeven door den
veearlB, belast met het toezicht op het abattoir, waar
de dieren zijn geslacht.
Indien niet alle dieren mochten zijn afgemaakt
ter plaatse, daartoe bij den invoer in Frankrijk op
gegeven, zullen de overgeblevene slechts dan verder
verzonden mogen worden, indien zij vergezeld zijn
van een geleidebiljet van den burgemeester dier
plaats en bestemd voor andere plaatsen, alwaar even
eens een openbaar slachthuis is gevestigd. Het be
wijs van afmaking dier dieren zal moeten worden
Feuilleton.
18.)
Jim Cartwright was naar Londen teruggekeerd.
Hij hoopte, dat hij Maud zou kunnen overhalen
om nog in October met hem te trouwen, zoodat zij
terstond na hun huwelijk de pastorie zouden kunnen
betrekken.
Intusschen volbracht do predikant oir. Jones nog
zoolang den dienst, hoewel hij noch bij zijn meer
deren, noch hij zijn gemeentenaren gezien was en
laatstgenoemden vooral niet verlangen naar den
nieuwen predikant uitzag. Groot misnoegen had hij
onder de brave dorpelingen opgewekt, door zijn
weigering om het lijk van het in dn spoorwegcoupé
gedoodo meisje een kerkelijke begrafenis toe te staan,
omdat, naar hij zcide, men niet weten kon of zij
wel gedoopt was.
Gelukkig echter logeerde de nieuwbenoemde predi
kant nog op Lanc-house en was wat grootmoediger
in zijn denkbeelden dan dominc Jones en zoo
word het ongelukkige meisje nog op plechtige wjjze
begraven niet slechts alle dorpsbewoners en boeren
uit don omtrek, maar zelfs verscheidene bewoners
van villa's en kasteelen uit het graafschap geleidden
haar naar de laatste rustplaats.
De graal van Chatterly was niet bij de begrafenis
tegenwoordig, omdat hij dien dag voor zaken nnnr
Wilmington mocBt, maar zijn echtgenoote kwam met
haar dochtertje aan de hand en de jonge erfgename
van Chatterly legde oen prnchtigen krans van witte
bloemen op de kist der onbekende, terwijl de arme
menschen, die er omheen stonden, elkaar toefluis
terden, dat lady Phillis geheel het karakter van haar
geleverd in den vorm en binnen het tijdsverloop, in
de vorige alinea aangegeven.
Amerfoort, den 28. Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer ge
meente, dat het door den Directeur 's rijks directe
belastingen, enz. in Noord-Holland en Utrecht
exeeutoor verklaard kohier No, 5 van de belastir g
op bedrijfs- en andere imkomsten over het dienstjaar
1895/96 aan den Ontvanger van 's rij Us directe be
lastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder
verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijk plaatsen
aangeplakt te Amersfoort, den 28 Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
Luitenant-kolonel J. E. N. baron Sirtema
van Grovestins, adjudant van H. M. de Ko
ningin, zal in het laatst der volgende maand
naar Italië vertrekken om te Padua als ver
tegenwoordiger van H. M. aanwezig te zijn
bij de ontvangst van het stoffelijk hulsel van
Prins Willem George Frederik van Oranje-
Nassau, dat aldaar begraven is en aan boord
van Hi1. Ms. fregat Van Speyk naar Neder
land zal worden overgebracht, waartoe het
Italiaansche Gouvernement welwillend toe
stemming gaf.
Het schip zal vermoedelijk aanvang Mei
aan den Hoek van Holland aankomen en het
hulsel zal van daar op eenvoudige, doch plech
tige wijze naar den Koninklijken grafkelder
te Delft worden overgebracht.
De Standaard acht het stuitend, dat, waar
zelfs in landen als Italië en Oostenrijk de
burgerij mondig wordt geacht, in Nederland,
dat. aan het vrije burgerwezen het aanzijn
gaf, de bureel voogdij uit de Residentie nog
steeds voortduurt.
Geen benoemingsrecht in zake Burgemees
ter-s, zelfs niet in steden als Amsterdam en
Rotterdam.
Geen recht van voordracht, in welken vorm
ook.
Ja, zelfs als er uit de gemeente een mach
tige adresbeweging opkomt om eerbiedig te
verzoeken wat men zelf uit eigen bevoegd
heid moest kunnen afdwingen, wordt er op
een zóo sterk uitgesproken wensch der bur
gerij niet gelet.
In plaats van echte «burgervaders", vroede
mannen, door ervaring gerijpt, en met iets
van de koppen der Staalmeesters, worden er
naar schier alle plaatsen jonge mannen van
buitenaf gezonden, die op een postje wachten.
moeder had.
De Septembermaand was bijna verstreken toen
Kenneth Ford op zekeren dag een beleefdheidsbe
zoek aan het kasteel bracht. Hij kwam daar zelden,
want de graaf en hij stonden, zooals men weet, op
zeer gespannen voet met elkaar, maar hjj oordeelde
het nu toch zijn plicht te komen omdat zijn vriend
benoemd was tot predikant van Chatterly, ofschoon
hij voor die benoeming als 't ware een koopprijs had
betaald.
Toon hij kwam. was de graaf niet thuis, maar de
oude intendant, die hem dit meedeelde, veroorloof
de zich er bij te voegen, dat mylady hem wel zou
willen ontvangen.
En mevrouw de gravin zal wel verheugd zijn
dat u komt, mijnheer, ging mr. Jordan voort, want
ik hoorde haar zooeven tegenladyPhilliszeggen.dat
zij morgenochtend wat vroeger uitrijden wilde om
op Lane-house afscheid tc nemen.
Kenneth staarde den ouden man verwonderd aan.
Afscheid te netnen?
Ja, mijnheer.
Je bedoelt toch niet, dat de gravin op reis
gaat
Ja, mijnheer, mijnheer de graaf en mevrouw
do gravin gaan Dinsdag beiden op reis, eerst naar
Londen en dan nnnr Frankrijk, waar zij twee maan
den zullen blijven.
Gertrude, die bezig was hnar koffers te pakken,
bevestigde het door den intendant meegedeelde.
Zjj zag er bedrukt uit. Zoo bleek als een geest,
zeide Kenneth later tegen zijn moeder.
Do jonge man gevoelde een heftig verlangen, den
graaf' rekenschap te vragen van zijn zonderling ge
drag, ofschoon dat de arme Gertrude zeker weiuig
zou gehaat hebben.
Ik moet u zeggen, begon Kenneth, terwijl hij
in een fauteuil plaats nam, dat ik u niet eens mijn
verontschuldiging wil maken, dat ik n stoor, want
ik ben overtuigd, dat gij al veel te veel gedaan
hebt. Waarom, in 's hemels naam, blijft ge niet
kalm zitten en laat het inpakkeu over aan de ka-
Ik heb geen kamenier en de meid is met Phil
in den tuin.
Phil gaat natuurlijk met u mee op reis?
De oogen van Gertrude vulden zich met tranen.
Reginald zegt, dat zij nog veel te jong is om
op reis te gaan antwoordde zij, en dat zij met de
kindermeid hier moet blijven. Ik weet wel, dat mrs.
Jordan goed voor haar zal zorgen, maar het arme
kind zal injj toch vreeseljjk missen.
Gij moest haar bij ons zenden.
Zü kon u wel eens tot last z\jnwij komen
misschien niet vöor Kerstmis thuis.
Dat doet er volstrekt niet toe, wij hebben
kamers genoeg beschikbaar, moeder houdt veel van
kinderen en ik geniet de eer een bijzondere gunste
ling van Pliil te zijn. Zeg eens, wanneer ik nn eens
terstond nrnir huis reed en u een formeele, geschre
ven nitnoodiging van mijn moeder bracht, zoudtge
Phil dan, voor zoolang gij van huis zijt, naar Lane-
house willen zenden
Ik zou het gaarne doen, neef Kenneth,
maar
Geen maarenik zal de zaak verder wel met
Reginald schikken en dan komt zij best in orde.
Kenneth begreep wel, dat lord Chatterly de laat
ste zou zijn om een verzoek af te wijzen, dat de
kosten van onderhoud voor zijn kind en een dienst
bode voor eenigen tijtl op anderen overdroeg.
Gertrude hernam
Gg moet mii echter beloven, dat ge de uil-
noodiging niet zult brengen dan wanneer tante
Edith verklaart, dat Pliil haar voor zoo langen tijd
niet tot last zal zijn.
Goed en nu zou ik toch wel eens willen weten
wat u zoo plotseling het land uitdrijft. Wij waren
er al aan gewend, u als onafscheidelijk van Chatter
ly te beschouwen en wanneer gij nu vertrekt, daD
zal Reginald den geheelen jachttijd verzuimen.
Regiuald is in den laatsten tijd niet zeer ge
zond en zegt, dat hij verandering van lucht noodig
heeft.
Ik zou eer denken, dat gij die noodig hadt,
riep Kenneth driftig uit. Behalve het verdriet, dat
een scheiding van Phil u berokkenen moet, geloof
ik, dat het voor u wel aangenaam moet zjjn, op reis
te gaan.
Ik vrees van neen.
Waarom?
De stem van lady Gertrude beefde eenigszina toen
zij antwoordde
Zie, Kenneth, ik voel mij niet thuis in gezel
schap van vreemde menschen ik heb zooveel jaren
hier in afzondering geleefd, dat ik bijna schuw ben
geworden.
Ik vind het juist plezierig, veel met menschen
om te gaan.
Ja, maar deuk eens aan het arme meisje, dat
nauwelijks veertien dagen geleden begraven werd.
Zij werd koelbloedig op een schoonen Septemberdag,
terwijl zij op reis was, vermoord. Ik kan mjjn ge
voel niet duidelijk onder woorden brengen, Ken
neth niet dat ik bang ben, dat iemand mij zal ver
inoorden, maar wij zouden, zonder het te weten,
moordenaars kunnen ontmoeten donzelfden man
wellicht, die dat arme, jonge schepseltje vermoord
heeft. Dat zou vreeseljjk zijn.
Kenneth antwoordde op geruststellenden toon;
U bent zenuwachtig en haalt je de onwaar
schijnlijkste dingen in het hoofd en hovendien is
Reginald er de man niet naar, die gemakkelijk ken
nismaking aanknoopt, zoodat je, terwjjl je op reis
bent, niet veel met vreemdelingen in aanraking
zult komen
Wordt vervolgd.)