Donderdag 2 ©3ss April 1896. No. 4550, 45e Jaargang Een noodlottig geheim. Binnenland. AMERSFOORTSCQE COURANT. Uitgave Verschijnt Maandag- en Donderdagna/middag met gratis Zondagsblad. Abonnement per 3 maanden ƒ1.Franco Riiromi rr post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct., voor het binnenland 50 ct. per maanden. Advertentiën 1—6 regels 60 ct.elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, m m r- x, v, x, x, x, x x officicëlc- en nnteigcniugsadveit. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ct. - Afzonderlijks nummers 10 mxt. KORTEGBACHT 56 w»Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Amersfoort. Zondagsblad, per regel 5 cent. Telephoon 19. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. In verband met het Paasch- feest zal het volgend num mer van dit blad Zaterdag avond verschijnen. Beleefd verzoek, de voor dat nummer bestemde ad vertentiën in te zenden voor Zaterdagochtend TIEN nur. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT doet te weten, dat de lijsten, aanwijzende de personen in deze gemeente bevoegd tot liet kiezen van leden voor do Tweede Kamer der Stateu-Generaal, de Pro vinciale Staten en den Gemeenteraad, heden zijn gesloten on in afschrift aungeplukt aan de berg plaats bij het raadhuis, welke lijsten gedurende veertieu dagen, te rekenen van heden, alïe werkda gen van 10 tot 2 nur op de Secretarie der gemeente voor een ieder ten inzage, liggen. Amersfoort, den 1 April 1896. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. Het begin van 'teinde? Nadat Maandag door den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch Indië per tele graaf was gemeld, dat, volgens bij den Gouverneur vau Atjeh en Onderhoorïghe den ingekomen berichten, Toekoe Djohan Pahalawan onze zijde verlaten zou hebben, zijn van den landvoogd de volgende van Dinsdag gedagteekende telegammen bij het Departement van Koloniën ontvangen, die het boveubedoeld bericht bevestigen. I. De vijand beschoot Zondag de pa trouille van Biloel en de colonne van Tjot Goëe. Een officier en vier mindere militai ren zijn gewond. Zestig man landingdivi sie versterken Oleh Leh. Hoessin Longbattah en de hoofden Lan- wabs en Atenh zijn afgevallen. Dp meeste hoofden der IX Moekims hebben zich ge voegd bij Toekoe Djohan. De Gouverneur vraagt twee bataljons en een batterij. II. Dinsdag is vau Padang de beschik bare suppletie vertrokken. Conform het advies van den Raad van Indië en van den legercommandant enden vlootvoogd is het volgende beslist: Generaal Vetter gaat uiterlijk (Douderdag) als regeeringscom- missaris met het 9e bataljouzoo spoedig Feuilleton. 19.) Dat weet ik en toch moet ik onophoudelijk nan dut arme meisje denkeu. Wakend of slapend, is liet mij steeds alsof ik haar lieftallig bleek gelaat met die helderblauwe oogen voortdurend voor mij zie, is het mij alsof eon stem mij in het oor fluistert, dat zij geen rust in haar graf zal hebben, zoolang dat geheim niet opgehelderd en haar dood ge wroken is. Kenneth greep de hand van lady Ckatterly en er lag iets zacht gebiedends in zijn stem, toen hij zeide Luister cous naar mij, nicht Gertrude. Voor eerst weet g\j niet, waar de betrekkingen van dat meisje te vinden zijn, ten tweede kent ge lioar ge schiedenis niet: je ziet dus, dat, al waart ge ook bereid u oogenblikkelijk te heiasten met de taak, haar moordenaar op tc sporen en aan zijn straf over te leveren, je dal toch met ten uitvoer zou kunnen brengen. Komaan, doe toch eens mooi te, die gedach ten uit je hoofd to bannen, zy doen je zenuwen te veel aan. Ja, dat voel ik zelf. Je hebt in deze stille streek zóo lang geleefd, dat je zonder hot te weten kleingeestig bent ge worden. Het zien vau dat arme vermoorde meisje heeft zulk een vreeselijkc ontroering bij je teweeg gebracht, dat je geheele gestel er door geschokt is on daarbij komt dan nog die plotselinge reis, waar van nooit sprake is geweest. Ik kan zeer goed be grijpen wat er in ie omgaat. Je hebt aan het spoor wegstation dat droevig tafereel aausohouwd en daarom vrees je, dat je op reis een ongeluk zal mogelijk volgt het 6e met een batterij berg-artillerie. Gisteren werd aan het Departement het volgend telegram ontvangen Eergisteravond, 30 Maart, is hij het inrukken der marechaussee van benting en blokhuizen nabij Senelop gesneuveld de luitenant J. W. C. Vuijk en éen Amboi- nees. Gewond 11 minderen. Uit particuliere telegrammen van het Nieuws van den Dag big kt, dat de telepho- nische gemeenschap tusschen de verschil lende posten buiten de linie, behalve met Tjot Goëe en Tjot Toengkoep, is ver broken, de le luitenant der infanterie J. W C. Vuijk is gesneuveld en dat het 9e batal jon Woensdag van Weltevreden vertrok ken is en het 6e bataljon met een bergbat- terij morgen uit de Preanger naar Atjeh vertrekt. Beide bataljons namen van den beginne deel aan den Lombokkrijg. V ier andere bataljons worden in gereedheid gebracht en volgen weldra. Volgens een telegram aan het Handels blad is van Itegeeringswege bekend ge maakt, dat Toekoe Djohan met een goed gewapende bende en andere aanzienlijke hoofden gedeserteerd is. Zij vallen ons thans aau. De le luitenant E. van Zijtveld werd gewond. De correspondent der Nieuwe \Rott. Ct. te Batavia seint onder dagteekening van 1 April: Thans zijn zeven bentings door den vijand omsingeld. Generaal Vetter, kolonel Stemfoort en de majoor van den Generalen staf Breijer, gaan naar Atjeh. Volgens het Nieuws van den Dag wor den nog 3 bataljons gereed gemaakt. De bezetting van Atjeh bestaat op dit oogenblik uit: het 3e, 12e en 14e batal jon, uit 3 compagnieën van het 15e, be uevens het le en 2e garnizoensbataljon infanteriehet linker half 4e escadron cavallerie, de 4e compagnie berg-artillerie de 16e, 17e en 22e compagnie vesting artillerie 1 detachement genie en het korps maréchaussée, 240 man sterk. We willen niet napleiten. doch de be richten afwachtendat ze zeer onaan- Dat ia nog niet alles. Wat is er dan nog meer Gertrude aarzelde. Ik geloof, dat ik wel eenigszins liet recht heb, op je vertrouwen aanspraak te maken, zeide Ken neth ernstig, omdat ik de naaste bloedverwant van je man ben. Zeg mij wat je bezorgd maakt en ik zal je helpen, waar ik kan. Ik beu ongerust. Over Reginald 1 Zij knikte, en nu bet ijs eenmaal was gebrokeD, ging zij zonder verdere aarzeling voort Je weet, of je zult ten minsto wel gehoord hebben, dat hij ongelooflijk zuinig was en zelfs de noodzakelijkste uilgaven beeft trachten te besparen. Dat weet ik, zeide Kenneth. Mijn moeder en ik hebben er dikwijls over gesproken, dat bet een zware beproeving voor je moest zijn. Ook met het oog op die zuinigheid verwonderde het mij, toen Jordan mij zeide, dat je op reis zoudt gaan. - Maar sedert hij van zijn laatste reis is terugge keerd, is hij geheel veranderd. Hij gaf mij zelfs een rolletje bankpapier en zeide, dat ik daarvan voor Phil en voor my kon koopen, wat ik wilde. Terwijl wij op reis zijn, zullen alle kamers van het kasteel die in verscheidene jaren niet geopend zijn geweest, schoongemaakt en opgeknapt woraen. Jordan moet eon groot dienstpersoneel huren en Reginald heeft aan oen meubelmaker te Londeu geschreven, dat het geheele kasteel op nieuw gemeubileerd .moet worden. Wanneer wij terugkeereu, zullen hier lees ten gegeven worden met talrijke gaston, want Regi nald wil, dat de oude roem vau gastvrijheid van Chatterly weer zal opleven. Wanneer ik over dat alles deuk en mij daarbij herinner hoe hij kort ge leden nog over vij t' shilling kon spreken alsof het een aanzienlijk bedrag was, dan kau ik daar geen ver klaring voor vinden. Maar hij kan dat toch doen, zeide Kenneth, genaam zullen zijn en over velen in aen lande rouw zullen brengen, behoeft geen betoog. „IJzeren Hein" zal onze troepenmacht op Atjeh met den meeaten spoed met een paar duizend man versterken en het zal er in de eerste weken zeer spannen Toekoe Djohan kent al onze zwakke pun ten. De „sloeber" die ons nu voor de derde maal verraden heeft, is tot de zijnen teruggekeerd, toegerust met die voor ons zeer gevaarlijke kennis, uitgerust met onze geweren en onze patronen bij staat in den roep, onkwetsbaar te zijn en is nu invoerder in een algemeen ver zet, waarvan de gevolgen voorshands niet te berekenen zijn. Intusschen de mousson is ons mede, de regens hebben er spoedig gedaan. De geest van den troep zal wel als altijd uitmuntend zijn, te meer wijl de soldaat er naar verlangt, om in een gezonde atmosfeer terug te komen, die sedert Oemar's vriendschap met de kom- panie" al meer en meer aan het ver vuilen was. Zal nu nog bewaarheid worden hetgeen het Bat Hbld zeer onlangs schreef„Wat het leger het meest ontstemt, is dat men in Patria zich de Atjeh-zaken niet aan trekt" I of zal, als straks de werving weer wordt opengesteld, om de bataljons op Java te completeeren, weer iets van het bloed der Jongeus van Jan de Witt" spreken en de aanvulling gemakkelijk gaan Dat men zich in Den Haag toch in 's Hemelsnaam onthoude van inmenging. Generaal Vetter heeft getoond, meermalen bewezen, niet alleen op Lombok, dat men hem ten volle kan vertrouwen. Dat men hem een onbeperkte volmacht geve en daarmee de volle verantwoordelijkheid voor hetgeen- hij doet, of nalaat ter ver richten. Éénmaal waarschuwen en dan, bij 't minste verzet, den brand er in. Dat is de eeuige weg om den Atjeher te straffen. Nu is het tijd voor een Atjeh-fonds en voor een klein beetje sympathie, niet in woorden, maar iu dadenvoor een Atjeh-fonds, waaruit de oorlogskosten kunnen betaald worden als de mannen van de bezuiniging gaan jammeren, dat het zoo veel geld kost. zijn inkomen is zeer groot en iu (1e laatste zeven tien jaren heeft hij een verinogen er bij overgespaard. Je moetje daar zoo ongerust niet over maken, maar de verandering van den besten kant beschouweu en genieten zooveel je kunt. Zij wjjfelde, Maar iemand, die bijna vijftig jaar oud is. verandert maar zoo plotseling niet van levenswijze, als hij er geen grondige reden voor heeft. Chatterly is nooit geweest zooals andere mensclieu. Ik hoop toch, dat er geen gevallen van waan zin in de familie zij"1 voorgekomen, Kenneth Kenneth schrikte vau do ontzetting, die uit haar schoone oogen straalde, terwijl zij deze vraag deed. Weineen, nog nooit, zoolang nis iemand heugt I riep hij uit. Du Chatterly's zijn altijd bekend geweest om hun helder \eratuud en hun ijzersterk gestel. Tot in het laatste geslacht hebben zy alleu een hoogen leeftijd bereikt. Je zult je nog een koorts aanjagen, wanneer je aan dergelijke inbeeldingen toegeeft. Zij waren door hun gesprek zóo in vuur geraakt, dat zy volstrekt geen acht geslagen hadden op den tijd, lot de peudule op den schoorsteen eensklaps zes sloeg. Kenneth sprog op en zeide, dat hjj naar huis moest., toen eensklaps de deur werd opengerukt en lord Chat terly met wankelende schreden binnentrad. Zyn gelaat was bleek van selirik, zyn haren hingen ver ward over zyn voorhoofd en dikke zweetdroppels parelden aan zijn slatten. Hy sloeg volstrekt geen acht op Kenneth Font, miuir greep do handen van Gertrude en klemde zich aan haar vast, als zocht hij by haar bescherming, Ik hebt den geest van je broer ontmoet; hij dwaalt ginds door het bosch. Laat hem niet binnenkomen I riep hij ademloos uit. Toen viel de landheer van Chatterly, de aanzien lijkste man uit geheel Northshire, bewusteloos neer Wellicht, dat uit het verraad van Toekoe Djohan ten langen leste het eind van den Atjeh-oorlog voortkomt. Uit Den Haag wordt aan de Pr. Drentsche en Asser Crt. het volgende gemeld omtrent de reisplannen van HH. MM. Zooveel weet men reeds, dat de afwezig- beid van de Vorstinnen van korten duur zal zijn. Reeds half Mei zouden Zij in het lanil t.erugkeeren en dan Soestdijk betrekken. En daar HH. MM. nog in het laatst van April Amsterdam hopen te bezoeken, zou het buitenlandsch verblijf zich tot hoogstens drie weken beperken. Is dit alles juist, dan zou 't precies zób uitgerekend zijn, dat de H.M. de Regentes zich weder te midden van Haar onderdanen bevindt in den tijd, dat de Volksvertegen woordiging bezig zal zijn zich aan een der gewichtigste belangen, gelijk het Kiesrecht zeker is, te wijden. Bij de minste eventualiteit of crisis, welke zich bij zulk een zaak allicht kunnen voor doen, ware alsdan een onmiddellijk overleg tusschen Kroon en Regeering gewaarborgd. Tot lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal voor het kiesdistrict 's-Hertogen- bosch is, in plaats van wijlen generaal Van der Schrieek, gekozen mr. J. A. Loeff, lid van de Provinciale Staten van Noord-Bra bant, lid van den Gemeenteraad van 's-Hei^- togenboseh en advocaat-procureur daar. Naar men verneemt zou de Raad van State geadviseerd hebben tot wettelijke regeling van de samenstelling en werking der Kamers van Koophandel en Fabrieken hier te lande. In den ouderdom van 80 jaar is Maandag te 's-Gravenhage overleden de gepensionneerde luitenant-generaal der infanterie A. W. Ph. Weitzel, oud-Minister van Oorlog. De overledene diende ook bij het leger in Oost-Indië en verwierf door zijn moedig en beleidvol gedrag bij de Lampongsche expeditie het ridderkruis 4e klasse der Mili taire Willemsorde. Hij trad in 1865 op als directeur der Normaal schietschool, was als generaal-majoor bevelhebber in de 4 Militaire al'deeling en later commandant der 2 divisie infanterie. Van 1873 tot 1875 was hij Minister van Oorlog en bracht toen de wet tot regeling en voltooiing van het vestiDgstelsel tot stand. In actieven dienst teruggekeerd, werd hij aan de voeten van zyn vrouw. In Plum-Tree-Court. nauwelijks vijf minuten van het kantoor van Paul Verity, had zich de advocaat Peter Wedgwood gevestigd. Niemand had ooit gehoord dat mr. Peter Wedg wood zich aan een oneerlijke handelwijze had schul dig gemaakt, op hem persoonlijk was met het minste ten nadeele te zeggen, maar toch heerschte er onder zijn buren en ambtgenooten een zeker vooroordeel tegen hemmen beweerde, dat zijn cliënten voor liet meerendeel menscheu waren die zich met licht schuwe praktijken ophielden. Mr. Wedgwood had een ruim inkomen, maar toch werd zijn kantoor uiterst spaarzaam gehouden. Hy had slechts éen klerk, een knaap, voor wien de eenige veieischte was, dat hy een duidelijke hand schreef en een goed geheugen had. Elk jaar nam hij een nieuwen klerk, ten einde te voorkomen, dat zyn bediende te veel van zijn zaken zou weten. Zijn cliënten kwamen meestal op een van te voren bepaald uur eu dientengevolge gebeurde het ook mnar zelden, dat er iemand moest wachten. l'etor Wedgwood was algemeen bekend om zyn groote voorzichtigheid en zyn stipte geheimhouding en daarom werd hy voor de lastigste zaken geraad pleegd. Wel liet hij zich door zijn cliënten duur betalen, maar hy diende heu ook nauwgezet. De klerk had omtrent het toelaten der bezoe kers steeds de strengste orders en het gebeurde nooit, dat iemand in een onderhoud met mr. Wedg wood gestoord werd. De advocaat was ten naastenbij vijftig jaar, ge huwd met een zachtzinnige vrouw, en gezegend met een groot aautul kinderen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1