Donderdag 16 Juli 1896. No. 4580, 45e Jaargang. OP REIS. Stadsnieuws. Een noodlottig geheitn. Ditgave A. H. VAN CLEEPP te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Dtnuhtrdagnuniiddag niet gratis '/.oi tjnbbul. Abonnement per 8 maanden ƒ1 Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op het Zondagsblad voor .mersfoort 40 et., voor het binnenland 50 et. pet 3 maanden. Advertentiën 1regels (50 et.; elke régel nicer 10 cl. Grootc letters naar plaatsruimte. Legale-, officieele- en ontnigeuingsadvert. per regel 15 et. Reclames per regel 25 et. Afzonderlijke nummers 10 eraf. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGEACHT56 Teleplioon 19. Wij zijn gaarr.e bereid om, tegen vergoeding van liet porto, aan geab- bon neerden. die voor koi'ten of langen tijd op reis gaan. de Amerstoortscbe Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is vol doende. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 219 der gemeentewet, Doen te weten, dat de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1895, door hen aan den Gemeenteraad aangeboden, gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's voormiddags ID tot 1 uur des namiddags, op de plaatselijke secretarie voor eenieder ter lezing zal liggen, en dat men van voorzegde rekening afschrift ban bekomen, tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 14. Juli 189(>. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester. F. 1). SCHLMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De godsdienstoefening in de Remonstrant- sche kerk hier zal aanstaanden Zondag om '10 uur aanvangen en worden geleid door ds. W. Haverkamp, predikant bij de Ned. Her vormde gemeente te Purmerend. Ds. Hartwigsen, van Harmeien, hoopt aan staanden Zondag vóór te gaan bij de gods dienstoefening in de Gereformeerde kerk B. hier. Bij de Raadszitting welke Dinsdagmiddag kwart vóór tweeën door den heer Burgemees ter mr. F. 1). graaf Schimmelpeuninck werd geopend, ontbrak alleen de heer Visser. De notulen werden op de meer en meer gebrui kelijke wijze zonder hoofdelijke stemming gearresteerd. Toen kwam aan de orde, het in de vergadering van 20 April ingediende voorstel des heeren Kleber ten aanzien oener wijziging in de Verordening op de Inkomsten belasting, met rapport der aldeelingen waar heen het verzonden werd. Het luidde Den 28. Januari 11. werd door oen aantal inge zetenen dezer gemeente aan tien Raad een adres gezonden, houdende bezwaren togen do wijze van aanslag en tegen de behandeling der bezwaarschriften Feuilleton. 46) ij heette Not - Ja, zij was mijn tweeling en ik ben Beatrix. Hebt ge nooit gedacht dat ge u aan een vreesdijk gevaar blootstelde, doftr in Engeland te komen Hij heeft nooit geweten, dat mijn vader een tweelingzuster achterliet. Grootmoeder was niet zeer bedreven in het brievenschrijven en daarom geloofde onze vijand dat er maar een dochter was, Nora. En meent gij dezen man te Cliatterly te zullen Beatrix zeidc eensklaps op deemoedig openharti- Mr. March, ik lean niet voortgaan alvorens u een bekentenis gedaan te hebben. Een bekentenis? Ja, ik verdien uw goedheid niet. want ik heb gedacht, dat gij het waart. March zag haar verwonderd, ontsteld aan, maar hij bleef zijn kalmte behoudenalleen vroeg op zacht verwijtenden toon Ik heb nu ingezien, dat het een dwaling was. Toen ik gisteravond uw stem hoorde, toen ik in uw oogen zag, gevoelde ik dat u liet niet gedaan kunt hebben, maar op denzelfden dag dat ik hier aan kwam, zijt gij op n is gegaan en gisteren ontving ik een telegram uit Frankrijk, waarin mij dringend verzocht werd, terug te koeren, En u meende dat ik u het telegram gezonden had om u ergens onder een nieuwe vermomming op te wachten en te vermoorden? in zake de heffrng der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, bepaald bij artt, 19 en 20 dier verordening, en tevens met verzoek, daarin verbete ring te willen brengen. Hoewel de voorsteller bedoeld adres niet in zijn geheel wenseht te onderschrijven, kan hij toch niet ontkennen, dat de bovenvermelde bezwaren, in dat adres vermeld, naar zijn meeniug, alleszins gegrond zijn. Ook de commissie uit den Raad tot onderzoek der bezwaarschriften (ingevolge art. 20) heeft zich aan bedoelde regeling gestooten, en meermalen deze zaak in haar vergaderingen ter sprake gebraeht. Bij de Bedrijfsbelasting is deze zaak dan nok anders en beter geregeld, en komt degene wiens aanslag ambtshalve is verhoogd, bij reclame voor de commissie en weet dus ook waarom dat is geschied. En voor den Raad van beroep eindelijk wordt de ambtshalve aanslag toegelicht door den inspecteur. Nu heeft ondergeteekende, ter tegemoetkoming aan de bezwaren al eens gedacht aan een recht van reclame op korten termijn bij B. en W. vóór de vaststelling van het kohier, zooals vroeger bij de plaatselijke belasting gebruikelijk was, maar bij vreest dat B. en W. daartegen bezwaar zullen hebben. Naar zijn meening zal aan de bezwaren van adres santen en alle andere belastingplichtigen belangrijk worden tegemoet gekomen door toevoeging aan al. 8 van art. 20 van (ie volgende woorden „en minstens éen lid van het college vail B. en of van de commissie, bedoeld bij art. 10 der verordening, ten einde den ambtshalve» aanslag zoo noodig toe te lichten." Z. i. zal deze regeling de taak dei reclame-com missie veel minder onaangenaam maken eu tevens het aantal reclames doen verminderen. Hij heeft daarom de eer den Voorzitter uit te noodigen, om in de eerstvolgende Gemeenteraads vergadering in behandeling te willen nemen het volgende voorstel tot wijziging van art. 20 der Ver ordening op de helling van een plaatselijke belas ting naar liet inkomen, van 3 December 1S94. en om alitiia 8 in het vervolg te doen luiden „Bij het geven van deze toelichtingen moeten minstens drie van de leden der commissie tegen woordig zijn. eu minstens éen lid van et college van B. eu W., of van de commissie bedoeld bij art, 19 der Verordening, ten einde den ambtshalve» aanslag, zoo noodig, toe te lichten." De Voorzitter begon met te herhalen, dat liet Dagelijksch Bestuur het voorstel onvereenigliaar acht met art. 1S3 Gemeentewet, welk art. zegt, dat B. en W. inlichtingen geven aan den Raait, niet aan een deel daarvan. Den lieer Kleber speet het, dat B. en W. hem niet in de gelegenheid hadden gesteld oni ook in de 2o afdeeling zijn voorstel te verdedigen dag en datum waarop die afdeeling bijeenkwam, bleef iiem onbekend men schijnt hem niet begrepen te hebben. Spr. pleitte minder voor de heel wat lieden die zich to laag aangeven en dus een soort speculatie wagen, maar voor lien die te goeder trouw zijn. Als eerlijk aangifte is gedaan, is de twijfel der Com missie van bijstand grievend. Wie te kwader trouw is, moot bewijzen dat hij niet te kwader trouw is en volledig bewijs is volgens spr. niet te leveren. Men moet dus de Commissie gelooven en dit is altijd zeer subjectief. Spr. kan niet ingaan op. liet onvereuuigbare van zijn voorstel met het art. in de Gemeentewet; hij had van dit bezwaar gehoord, doch zijn raadsman erkende dit bezwaar niet. Spr. hoopte dat do door hem voorgestelde wijzingen goed mocht zijn en dat de Raad haar zal Beat ordde Mr. Prikken uit een practiseh zijn echter volkon: kan spr. er zijn st De 'aak der Co» beschouwde het voorstel-Kleber en een juridisch oogpunt; deze n met elkaar in strijd en daarom nissic is een zeer moeilijke, vooral advies moet uitbrengen over alle reclames; Ivies goed zijn en voldoende gemotiveerd de Commissie te beschikken hebben over lichtingen wat niet het geval is. Intusschen is net voorstel-Kleber in strijd met art. 91 al. 2 der Gemeentewet; immers bij splitsing van het college vervalt het begrip„college". Ook de heer G e r r i t s e n zeide, dat hij als lid der Commissie van Bijstand tot de ervaring is ge komen, dat de leden te weinig gegevens hebben, en de Commissie dan ook telkens een nieuw onder zoek moet instellen, terwijl B. en W. dergelijke in lichtingen wel bezitten. Een der Wethouders zegde der Commissie dan ook opgdvftn toe. De heer Van Es veld meende, dat B. en W. moeilijk anders dan geheel vrijwillig inlichtingen kunnen verstrekken, al kwam het spr. hoogst wen- schelijk voor, dat de Commissie daarover zeer ruim zou moeten kunnen beschikken. Na het gehoorde over de onwettigheid van het voorstel-Kleber zal spr. daar togen stemmen De lieer Kleber meende, dat men hein verkeerd begrepen hadhij stelde de voorlichting van B. en W. facultatief en acht zijn voorstel geeuszius in strijd met de Gemeentewet. Mr. V a n Z ij s t erkennende dat de bedoeling van het voorstel-Kleber in het. belang der belastingschul digen is, liet de wettigheid in 't midden, doch gaf als zijn meening te kennen, dat wanneer het D. B. inlichtingen verstrekt, de zware taak der Commissie veel zal worden verlicht, De heer Van Beek, zich vereeuigend met mr. Van Zijst, meent, dat indien B en W. die inlich tingen geven, het voorstel-Kleber onnoodig zal zijn. Wethouder Celosse vond het vreemd, dat de heer Kleber zich beklaagde, dat hij niet voldoende- op de hoogte was van de vergaderingen der 2e af deeling; immers de lieer KI. zal nu toch wel de tradition kennen, had althans kunnen inlormeeren ter Secretarie en zal door deu tyd zeker wel op de hoogte komen. Dat de eigen-aangifte bestaat, is de schuld van een der bureu des heeren KI. die hein wel volkomen zal inlichten. Het juridiek advies, door den heer KI. aangeduid, is „natuurlijk niet schriftelijk" en zal wel dienen gerangschikt te wor den bij die waarop men zich in zoo menig pleidooi beroept, Wat de „speculatie" aangaat, dergelijke uitdrukkingen werden voorheen niet zoo lichtelijk gebezigd in een vergadering. B. en W. zouden gaarne allerlei inlichtingen geven, doch wat weten zij er van, vooral van „roerende zaken" De leden van het D. B, weten daarvan min der dan menig lid der C. v. B. Mocht echter liet geval zich voordoen, dat B. en W. kunnen inlichten dan zullen zij dit ook stellig doen, doch het zullen slechts officieuse mededeelingen wezen. Spr. stemde volkomen iu met mr. Prikken waar deze er op had gewezen, dat het D. B. een college is en dat dit mededeelingen doet aan den Raad, doch niet aan Commisiön uit den Raad. De heer Kleber handhaaft toch zijn voorstel. De beer Gerritsen acht officieuse inlichtingen niet voldoende en zal daarom eer. Motie van orde voorstellen, strekkende om B. eu W. uit te noodi gen, aan de commissie, na de vaststelling van het kohier, over te. leggen een lijst van alle belasting schuldigen, met dc redenen waarom by den aanslag bun opgaven niet zijn gehonoreerd. Do Voorzitter herhaalt de verklaring dat het jek u, vergeef het mij, ik had u nog u ganscher harte, I O! ik s Ik vergeef liet u gaarne zeide hij. Zij drukte lu-ni dankbaar de hand en liy ging Wat mij nog onverklaarbaar voorkomt is, dat j gij zoo zeker gelooft dat de man hier te Cliatterly I woont. Mij dunkt, bij zou toch wel een ander oord, ver verwijderd van liet graf van zijn slachtoffer, tot in plaats hebben gekozen. Gok dat wil ik u ophelderen, ten teeken, dat ik u thans volkomen vertrouw en u niet meer verdenk. Zij vertelde hom daarom de geheele geschiedenis en toen zij dat gedaan had voegde zij er bij De, man die mijn zuster om het leven heeft ge braeht, was nauwkeurig niet de plaatselijke omstan digheden van Cliatterly bekenu en moet ook een kennis van mr. Kenneth Ford ge weet zijn, wiens naam by aannam. Ja. Hij sprak slechts dit enkel woord, maar door den geheel veranderden klank van zyn stem hield Bea trix zich overtuigd, dat hij een spoor oudekt had, dat hij haar echter niet wilde nanwyzen. Zy ging voort Do moordenaar van mijn zuster heel't getracht, de verdenking op nir. Kenneth Ford te werpen. Misschien, stemde mr. March toe. maar ik wil met myn leven borg slaan voor do onschuld van Kenneth. Bovendien is het toeval boni gunstig, daar hij dien dag juist het dorp niet heeft verlaten eu hy er zell's hij was, toen het. lijk van het vermoorde meisje aan het station te Snltou in een spoorweg coupé gevonden werd. Ook ik ben dien dag te Cliat terly geblev - Ik v t het. Haar oogen zóo strak op dc zyne gericht, als wilden zij tot op den bodem van zijn hart zien. Na een korte pauze ging Beatrix voort: Maar niettemin moet de moordenaar van Nora goed bekend zijn met mr. Ford. Mr. March keck baar twijfelachtig aan. U zeide, dat u een telegram uit Parijs ont vangen hebt. Ja. Wil u mij dat telegram eens laten lezen Dat kan ik niet, ik heb het gisteren al naar Peter Wedgwood te Londen gestuurd. Ilij scheen te verwachten, dat ik wel iets van den man zou hooren en daarom schreef hij mij. Hij had den man met witten baard in een spoorwegcoupé zien :r het Gij hebt mij gisteren gezegd, miss Charles, sprak hij, dat ge u te moede gevoeldet als iemand, die langs den rand van een afgrond gaat en wien éen kleine mistred noodlottig kan worden. Ja. Wilt ge my veroorloven u een raad te geven Gaarne. Doe dan voorloopig niets, wacht het af. Maar dat wachten valt mij zoo moeilijk. Ik weet het wel, maar gij kunt op hete»,, blik nog niets doen, wat eenig nut kan hebben. Wanneer gij aan uw vrienden te Parijs schroef om liun te vragen of zij u getelegrafeerd hebben, dari zoudt ge hen vrueselijk ongerust maken. Wanneer ik ïi gisteren vroeger ontmoet had, dan zou ik naar Londen teruggekeerd eu met denzelfden trein naar Frankrijk vertrokken zyn, dien men n in dat tele gram had aangewezen, maar ik weet ook niet ol dat wei veel voordeel zou opgeleverd hebben. Wees maar zeker, dat de man met den witten baard zicli wel in een nieuwe vermomming zal gestoken hebben. Eti gelooft gij dat liet telegram van hem wna? Zeker. D. B. alleen officieuse mededeelingen kan doen en vreest, dat de raotie-üerritsen het zelfde gebrek zal aankleven, dat het voorstel-Kleber onaanueemlijk maakt. Nadat de heer Van Eek heeft gevraagd ofóok officieus zal worden meegedeeld waarom deze of gene verhooging is (geschied en de Voorzitter heeft geantwoord, dat hieromtrent bij elke aanvraag zal worden overwogen, doch dat men niet mag aandringen op officieele mededeelingen, wordt het voorstel-Kleber verworpen met op éen naalgemeene stemmen en wordt z. h. st. besloten, dat de rootie- Geritsen zal behandeld worden in een volgende vergadering. Eerst om 2.20 kwam het tweede punt de agenda in behaudeling, zynde een voorstel tot het aan schaffen van een vélocipède ten gebruike van den toegestaan voor jaarlijks onderhoudnaar zijn mee ning zou dit tevens een waarborg zyn, dat niet de huisgenoolen des heeren Van den Hooff het wiel gebruikten. Ook de heer Van Eek was van die gedachte en merkte op, dat de Gemeente anders niet alleen den aankoop maar ook het onderhoud zou zou moeten bekostigen. Wethouder Celosse vond dit bezwaar niet zoo erg. Spr. stelt zeer veel vertrouwen in den Ge- het wiel zouden stukrijden dan was 't wat andera; nu vertrouwde spr. stellig, dat de Gemeente-opzich ter de vélocipède uitsluitend in dienst der Gemeente zal gebruiken. De heer Garjeanne vraagt of het voorstel in sluit, dat telkens de vélocipède zal worden verstrekt; zoo ja, dan zou ook spr. er vóór zyn, dat de ge bruiker verantwoordelijk werd gesteld voor het onder houd; controle op het gebruik zal zeer moeilijk zyn. Wethouder Celosse drong aan op een beetje vertrouwen; moet een gemeente-eigenaom aan een ander in onderhoud worden gegeven? Als de véloci pède het slechts éen jaar uithoudt dan hebben we reeds ruim de kosten terug der rijtuigen welke de Gemeente-opzichter voor zijn inspecties noodig heeft men denke aan de terreinen op de Leusderheide. Besloten wordt om het rijwiel aan te koopen tegen stemden de heeren Van Beek, Kleber en van Eek. Aan de orde komt het verzoek van dr. K. H. J., Koker om ontslag als leeraar aan het Gymnasium. Hot wordt tegen 1 September eervol verleend onder dankbetuiging voor de diensten, 17 jaar door liern aan de Gemeente bewezen. Mr. Prikken wil een enkel woord zeggen naar aanleiding van het verzoek van zijn hooggeachten oud-leermeester, iu wiens klasse voorheen volkomen orde en stiptheid heerselite, die vóór 86 door zyn leerlingen werd bewonderd en geapprecieerd. Het heeft spr. verwonderd, dat de oude roem is getaand en dat dr. Koker, geknakt naar lichaam en geest, zich genoodzaakt heeft gezien zijn ontslag in te dienen; maar nog meer is spr. verbaasd, dat geen en kele reden is opgegeven. Spr. mag niet verzwijgen, (lat hom in zijn qualiteit van Raadslid een officieel com missoriaal bezoek werd gebrachtde redenen tot liet zoo geheel onverwacht ingediend ontslag werden hom toen in den breede meegedeeld spr. wil die thans niet memoriseeren, en heeft de eer, óok met liet oog op het (na te melden) request van alle leeraren van het Hooger- en Middelbaar onderwys bier ter stede, voor te stelleu aan dr. Koker te ver- leeuen een jaarlijksche gratificatie. De Voorzitter zegt, dat aan het D. B. de Mr. March, a hebt mij beloofd, dat u mij helpen zoudt. En dat doe ik nog. Gij zijt sedert eenige maanden reeds in North- shirehebt gij er iemand ontmoet, die met dc be schrijving van den man overeenkomt? Nooit. Mr. March had dit woord op beslisten toon uit gesproken, maar na een korte pauze voegde hy er bij -- Ik kom overigens zeer weinig in gezelschappen en behalve met de bewoners van Lane-house sta ik met geen enkele familie in den omtrek op vertrouwe- lijken voet. En u raad mij dus aan, voorloopig niets to doen. Ja dat raad ik u aan. Reken er maar vast op, dat de man, wanneer bij ontdekt dat zijn telegram de gewenschte uitwerking mist, wel iets anders zal ondernemen. Wantrouw alle brieven die u over de post worden toegezonden en wees zoo voorzichtig mogelijk in den omgang met vreemdelingen. Houd uw oogen wijd open eu geloof mij, gij zult met deu tijd dut geheim wel ontsluieren. Maar liet is my alsof ik hier met valsche be doelingen bier ben gekomen. Ik kan het niet ver dragen, dat de menschen mij vriendelijk ontvangen en mij allerlei beleefilhedeu bewijzen, dat zij mede lijden met mij hebben, omdat ik zoo ver van huis mijn brood moet verdienen, terwijl ik weet dat het eenige doel van mijn komst te Cliatterly was, wraak te nemen. Vergun mij nu nog éen vraag te doen, miss Charles. Wanneer uw zuster nog in leven was. zoudt gij dan liet beroep vau muziekonderwyzeres niet gekozen hebben?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1