Maandag 10 Augustus 1896. No. 4587, 45e Jaargang. OP REIS. Amersfortiana. Een noodlottig geheim. Binnenland. DItgave firma A. H. VAN CLEEFF te Amersloort. Verschijnt Maandag- en Donderdagmnmiddag met gratis Zondagsblad. Abonnement por 3 maanden ƒ1.Franco per post ƒ1.15. Abonnement alleen op liet Zondagsblad voor Amersfoort 40 ct„ voor het binnenland 50 et. pei 3 maanden. Advenentiëu 16 regels 60 et,; elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieëlc- en ontoigcningsndvert. per regel 15 ct. Reclames per regel 25 ot. Afzonderlijke nummers 10 ent. Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het Zondagsblad, per regel5 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 50 Telephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoeding van het porto, aan gea- bonneerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amersioortsehe Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave vah duidelijk adres is vol doende. KENNIS G E Y I X G. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT. Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van do ingezetenen, dat do Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 11. Augustus aanstaande, des namiddags te Amersfoort, den 7. Augustus 181K>. De Burgemeester voornoemd, F. 1). SCIIIMMELRENNINOK. XI. Misschien kan het volgende eenigennate verklaren, hoe het verhaal, dat het boven stuk van de Utrechtsche Poort werd af gebroken, ontstaan is. De kei is blijven liggen op de Varken markt, waar die tegenwoordig nog ge vonden wordt. Is het Meijster's plan en bedoeling geweest, dat de steen, een eeuwigdurend monument tot aandenken van een belangrijk historisch feit, op het geringste en onaanzienlijkste plein van de stad zou worden opgericht 1 Ziehier een andere lezing. Naar ons in onze jeugd werd mede gedeeld, bestond het plan om den kei op den Hof op een voetstuk te plaatsen. Toen men zonder moeilijkheid op de Varkenmarkt was gekomen, werd bevon den, dat de Langestraat. waar die zich aan de Varkenmarkt aansluit, de noodige breedte niet had, die vereischt werd om aan het gevaarte een doorgang te ver- leeuen. Misschien werd ook ondervoudeu, dat het vervoeren van den kolossalen steen, zonder twijfel duizenden Kilo's zwaar, eigenaardige moeilijkheden had, die in de werkelijkheid veel grooter bleken te zijn, dan men in de geuoeglijke bijeen komsten bad vermoed. Feuilleton. 53) Cecil wacht op do drempel terwijl de kellnernaar binnen ging en eenigszins angstig zeidc Myloril, daar is een Kngelsebe hoor. die ti dringend weuscht te spreken, bij is gisteravond reeds hier Cecil hoorde do barsohc stem van den graaf, die den kellnec in de rede viel Ik kan niemand ontvangen; ik heb je gezegd, dat ik bezigheden heb. Laat mij met rust. De man stamelde een verondsuhuldiging en ging hcoti, maar Cecil was roods binnengetreden en plaatste zich recht tegenover den graaf, dien hij met zijn donkere oogen doordringend aanzag. J-Iet was de eerste maal, dat de graaf van ('bat terij- en Cecil Monktou tegenover elkander stonden sedert zij zwagers waren. Cecil zeide met vaste stom Mij moet gij ontvangen, Gbatterly. De graaf vertrok geen spier van zijn gelaat noch £af eenig geluid, dat verbazing, verrassing of schrik on verraden. Zijn stem klonk uit de hoogte, terwijl liij kool beleefd zeidc Ge vergist u, ïuijuhcer, ik heb niet liet ge noegen u te kennen. Ik beu Cecil Monkton, do broeder van uw cclit- geuooto. Dc broeder van lady Chntterly is sedert velo jaren dood. Ik moet erkennen, dat er ccnigo ge lijkenis bestaat tussoliun u en den man voor vviun ge n uitgeeft, maar daarom zal ik mij toch niet laten bedriegen. Luister naar mij, zeide Cecil met nadruk; die Op de tegenwerping, die gemaakt wordt, dat de Langestraat ook daar ter plaatse breed genoeg is om aan een slede of rol wagen met zulk een vracht den doorgang te verleeneu, luidt het antwoord, dat men zich ruim twee eeuwen moet terugdenken, in den tijd toen bijna alle woningen voorzien waren van pothuizen, luifels, banken, enz. De straten luidden daardoor de breedte niet, die zij in onze dagen hebben. Het heeft heel wat moeite ge kost, al die pothuizen, luifels en banken op te ruimen. Bovendien werd daaromtrent, althans in vroegere dagen, de iloodetoorenpoort gevonden. Volgens Van Bemtnel I, bladz. 20, stond de Uoodentorenpoort „ten einde de Langestraat omtrent de sprengel aan de Varkensmarkt", „en was bijna van gedaante als de noch tegenwoordige Kam perbinnenpoort" „werd ook wel de Utrechtsche binnenpoort geheeten". In 1535 stond daar uog de „pylaar van die Voirpoert daar die steenen toerntgens op staan 1. c. bladz. 21. Was die Roodetorenpoort iu 1661 zóo geheel weggebroken, als wij dat iu onze dagen aanschouwen 'i Het zal wel uiterst moeilijk zijn, zich een juist denkbeeld te vormen van den toestand, zooals die daar ter plaatse in vroeger dagen geweest is. Nog iu 1617, den lesten Juny, werden de „buyren van buyrsprengel aen roeyen tooreu door de Regeerders geordonneert, om den buyr- steyger aldaer binnen acht dagen te ma ken en te repareren". Van dien buur- steiger is in onze dagen niets te vinden men kan nauwelijks gissen, waar die ge weest zal zijn. Daaruit, zoo ook uit andere gegevens, blijkt, dat met het wegbreken van die Roodetorenpoort, de plaatselijke toestand een gelieele verandering onder gaan heeft. Het komt ons zeer aanueemlijk voor, dat er zich tegen het vervoer van den kei door die „Utrechtsche binnenpoort" groote moeilijkheden hebben opgedaan. Wij gaan een schrede verder. Is het aanueemlijk, dat Meijster van plan is geweest, den kei op de Varken markt te plaatsen 1 Meijster heeft gewild, althans in het begin, toen de gedachte bij hem oprees en langzamerhand tot rijpheid lcvvam, dat veinzerij baal u niets. Ik ben uw zwager, Gij weet zeer goed, dat gij dc geschiedenis van mijn dood maar verzonnen heb om de ongerustheid van Gertrude om trent mijn lo; tot zwijgen te brengen; ik kan wel oen dozijn getuigen aanvoeren om te bewijzen, dat ik Cecil Monkton ben. Ik ontken bet, maar zelfs al waart gij de broe der van mijn vrouw, dan wil ik uog niets met u te doen hebben antwoordde lord Chntterly. Ik ben met Gertrude getrouwd en niet met haar familie; ik ben wel rijk. maar daarom heb ik toeli geen lust om mij door haar arme bloedverwanten te laten plunderen. Cecil bleef volmaakt kalm onder deze beleedigcndc woorden en zoido Ik ben rijk genoeg om niets van uw geld noodig to bobben, Ohattcrly. Ik kom bij u^om te sta ik er op dat ge mij zult annhooren. Wanneer gij weigert, dan zal ik mijn belangen aan den pre fect van politie toevertrouwen; de l-'ransche jus titie zal zeker wel aanleiding vindon om den moordenaar ie vervolgen van oen meisje, dat, zij het ook van Kngelsebe familie, te l'arijs geboren en daar gedurende aohtien jaren gewoont hr~''* dus zooveel als een Franseho otuler- dano was. Gbatterly wierp bom een woedenden blik tod Je spreekt als ecu krankzinnige, zeide Hij. Je weet heel goed, dat ik zoef verstandig spreek. Je kunt wel lord Chntterly zijn. maar zoowe* goederen als hel vermogen, dat aan dien titel bonden is, zijn bet rechtmatige eigendom een wees. uw nicht Beatrix, do dochter van broeder Thorn, wier tweelingszuster Nora gij den elfden September van dit. jaar door middel van gil'tigdc bonbons om bet leven hebt gebracht. Deze slag bad getroffen; lord Gbatterly viel op een stoel neer en gedurende een oogenblik was bij te onstcld om te kunnen spreken; een seconde de kei een monument, een waardig en blijvend monument zou zijn van een ge beurtenis, die hem hoogst merkwaardig toescheen. Aan de uitvoering van het plan heeft hij dag en nacht gewerkt, ook nog toen hij van het eerste plan, om den kei als monument op te richten, min of tneer was afgeweken. Men kan bovendien veilig aannemen, dat de keiklucht, zooals hij het geval zelf later genoemd heeft, behalve de drie duizend gulden, verdiend met de weddenschap, hem handen vol geld gekost heeft. Zou een phantas- tisch man als Meijster, er vrede mee gehad hebbenzou hij er éen oogeublik aan gedacht hebben om den kei een plaats te geven op het kleinste en onaanzienlijkste plein van de stad, de toenmalige varken markt Of heeft Meijster, de hooggaande en hoogstrevende Meijster, niet zéér stel lig gewild, dat zijn kei een waardige plaats verkrijgen, en dus ook tot het einde der dagen prijken zou op het eerste en aan zienlijkste plein van de stad, op den Hof, tegenover het Raadhuis, het oude kasteel van de heeren van AmersfoortOok al zou Meijster geheel en al zijn afgeweken van zijn oorspronkelijk plan, de oprichting van den kei als monument; ook nog in dat geval is het zonder den minsten twijfel zijn verlangen gebleven, dat aan den kei een eereplaats op den Hof werd ingeruimd. Onverwachte moeilijkheden verhinderden echter de uitvoering van dat plan. Het bleek, dat het niet mogelijk was, den kei te bestemder plaats te brengen. De dag, begonnen vol groote verwachtingen, ein digde met uog grooter teleurstelling. Zoo als men meermalen ziet geschieden, was met het einde van den dag ook de geest drift bekoeld. Bovendien, Meijster had de weddenschap gewonnen de kei lag op een der pleinen van de stad. Terecht achtte Meijster zich niet gehouden tot het onmogelijke. Op die wijze laat zich ook zeer goed' verklaren, hoe het bericht, dat het boven stuk van de Utrechtsche Poort is afge broken, zijn ontstaan verkregen heeft. Er had zich eene of andere moeilijkheid voor gedaan misschien moest er werkelijk, indien het oorspronkelijk plari tot uit voering zou komen, een of ander wegge broken worden, en, zooals dat dikwijls later loochende hij echter hardnekkig:, maar toen was het te laat. Cecil bad reeds gezien boe zijn ge laat door oogst. verwrongen was en wist, dat bijeen schuldige tegenover zich had. ie moei" gok ol' dronken zijn om het te wagen, zulle oen beschuldiging togen mij uit te spreken, riep de graaf woest. Ik zal §e aanklagen wegens bo- loediging. Hondje bedaard, zeide Cecil zacht, je zult je wel tweemaal bedenken alvorens je zooiets doet. Je bent met dat arme meisje iu dcuzelfden trein van Londen vertrokken men heeft gezien, dat je met baar gesproken hebt. De kamerverhuurstor uit dc woning in Bloomburv, waar je als Kenneth Ford vertoefd hebt, is bereid onder cede te verklaren, dat de witte baren en de lange baard, waarmee alle couranten den reisgenoot van bet ongelukkige meisje beschreven hebben, valsch waren, en haar dienst meisje kau die verklaring bevestigen. Wanneer dat eens gebeurde, dan zou de toestand er donker voor je uitzien, lord Chattcrly. De graaf bromde een vloek tusschen de tanden. Gij kunt niets bewijzen zeide hij halstarrig, en ik begrijp nog niet waar gij been wilt. Men zou toch denken, (lat gij, wanneer go werkelijk de broe der van mijn vrouw waart, niet zulk een ongerijmde aanklacht tegen haar echtgenoot zoudt doen. l iet is dan ook alleen om Gertrude te ontzien, dat ik eerst bij jou gekomen ben, zoide Cecilnorseh. Ik ben er zeker van, dat jij je nicht Nora vermoord hebt en dat haar zuster Beatrix, die je reeds op het spoor is, je schuld spoedig ontdekken en je dan aan de justitie overleveren zal. Ter wille van mijn zuster en haar kind wil ik je van de galg redden. Dal is zeer vriendelijk, zeide lord Ohfltterly spottend, maar wanneer ik een moord had ge pleegd. dan zou je niet bij machte zijn mij aan de straf te onttrekken. Ik geloof wel, dat ik daartoe in staat bon, zeide gaatal aanstonds werd verspreid, dat er werkelijk iets, nog wel het bovenstuk van een Poort, afgebroken was. Fama crescit eundo. Volgens nauwkeurige informatiën ligt de kei nagenoeg op bet middelste gedeelte van de Varkenmarkt, nabij de gaslantaarn- paal, ineer gewend naar de vroeger ge heeten Slijk- thans Arnbemsche straat, ongeveer tusschen die lantaarnpaal en het klinkerpad. Hoogbejaarde, geloofwaardige lieden, nog in bet volle bezit hunner ver standelijke vermogens, hebben mij dat eenparig verzekerd.*) W. F. N. van ROOTSELAAR. Amkhsfoort, 11 Juli 1896. Die lieden zijn J. B. van Hensbergen, oud •S3 jaren, J. van de Klashorst, oud 83 jaren, J. Mulder, oud 81 jaren, -T. van Daal, oud 83 jaren zoo ook de heer G. M. van der Plank, directeur der gasfabriek. Slechts enkeie dagen geleden kwam de S3 jarige J. van de IClaihorst, een zéér krasse man, in het volle bezit van zijn verstandelijke vermogens, mij opzettelijk en ten stelligste ver zekeren, dat de kei ligt op die plaats maar meer gewend naar het huis wijk E. Nos. 24 en 25 (hotel Muller). Nu en dan hoort men verhalen, dat de kei gelegen zon hebben ter zijde van het huis wijk E. no. 321, bewoond door den heer C. M. M. Vermolen op den hoek bij de boomen, die daar geplaatst, zijn. Dat huis werd oudtijds geheeten. »De potlepel". De w aarheid in deze is, dat daar wel een zeer groote steen te vinden is geweest, maar die steen is in geen geval de bekende Amersfoortsche kei. ATJUH. Bij het Departement van Koloniën is Vrij dag ontvangen het volgende, van G Augustus gedagteekenile telegram van den Gouverneur- Generaal van Nedorlandsch-Indië betreffende de krijgsverrichtingen in Atjeh «Pretendent Sultan gevlucht naar Mesdjkl Indrapoern, de woonplaats van Panglima Polim. «Eergisteren bendehoofd Nja Gedong ver dreven uit heuvels van Tjot Soefi in IX Moekims. Gesneuveld I en gewond 4 mili tairen beneden den rang van officier «Bij de excursie in westelijk gebergte der XXV Moekims en in een gedeelte der XXV'I Moekims niets bijzonders voorgevallen." Het Regeeringsantwoord op het verslag der Eerste Kamer over de Kieswet wordt deze week verwacht. Cecil zacht. Wanneer jij dc nalatenschap van je v:uler vrijwillig aan Beatrix afstaat, dan zal niemand willen geloovun, dat jij drie maanden geleden, alleen om die bezittingen te behouden, haar zuster ver moord hebt. Ik heb dat meisje niet vermoord 1 riep Ghat- terly uit met bevende stom. Is het niet genoeg, dat ik dag en nacht door linnr gezicht word vervolgd, dut ik gemarteld word door den blik uit die blauwe oogen? Moet jij ook nog trachten mij in bet verderf te storten? Ik zegje, dat bet een zelfmoord was, een zelfmoord! Ik le die bonbons niet vergiftigd; dat heeft zij zelf gedaan, uit eigen beweging. Cecil wierp den ellendeling een blik vol diepe verachting toe en ging voort Dasje bekent, datje de man bont overwien zooveel geschreven is, de man met het witte haar en den lan gen. witten baard, die met het meisje gereisd heeft En wanneer ik dat nu al bekende? Wanneer je van hier ïegelreeht nanr de politie ging om mjj aan te klagen, wie denk jij dan, dat daaronder het meest zon lijden? Ik niet. Je zult toch niet denken dat ik dwaas genoeg ben om niet steeds een laatste redmiddel in gereedheid te houden Ik zal je eens zeggen wat er in dat geval zou gebeuren ik zou dan volkomen vrij van straf blijven om de eenvoudige reden, dut men een doode niet kan straffen, en do last van mijn misdaad zou voor nu en voor altijd op mijn vrouw en mijn kind drukken; op haar,op haar alleen zou mijn straf nederdalen. Cecil zag in, dat Chatterly gelijk had. Deze ging voort Mijn vrouw bemint mij niet, maar zij pat ge heel op in haar kind. Ik vraag jo thans ofjij zoudt kunnen verwachten liefdevol door je zuster ver ondersteld. datje werkelijk Cecil bent ontvangen te worden wanneer jij Phillis van een verwende, benijde erfgename tot liet artue, onteerde kind van een moordenaar gimaakt luidt. [M'ordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1