Donderdag 10
September 1896.
No. 4596,
45e Jaargang.
Amersfortiana.
Een noodlottig geheim.
Binnenland.
üitgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagnamiddag mot gratis Zondagsblad. Abonnement per3 maanden ƒ1.— Franco
rr post ƒ1.15. Abonnement alleen op liet Zondagsblad voor Amersfoort 40 et., voor het binnenland 50 ct. net
maanden. Advertcntiën 1—6 regels (10 et,: elke regel meer 10 ct. Grooto letters naar plaatsruimte. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvert. per regel 16 ct. Reclames per regel 26 et. Afzonderlijke nummers 10 cent.
Dienstaanbiedingen en aanvragen, uitsluitend voor- en betreffende den werkenden stand, van minstens 5 regels, in het
Zondagsblad, per regel5 cent.
Bij advortentiën van buiten de stad worden de incassecrkosten iu rekening gebracht.
Bureaii
KORTEGRACHT56
Tclephoon 19.
K ENN18GEVINO.
Oproeping van~verlof(?angers.
De BUROEMKE8TJ0R van AMERSFOORT.
Brengt ter kennis van tien uiilioioti-verlofgan-
ger der lichting van 1896
WILLEM van UÖUENDAL
behoorende tot het le regiment Huzaren, dat het
aan hem verleend verlof wordt ingetrokken en
dat hij zich op den 1 October aanstaande bij zijn
korps te Amersfoort behoort aan te melden, voor
zien van zijn verlofpas, zoomede van al de voor
werpen van kleeding en uitrusting voorzoover die
door hem bij vertrek met groot verlof zijn mede
genomen en dat hij zich in geen geval zal kun
nen beroepen op het niet ontvangen eener bij
zondere oproeping, maar dat de tegenwoordige
kennisgeving, welke eenig en alleen als bewijs
geldt, dat. de verlofganger behoorlijk is opgeroe
pen, hem bij niet-verschijning ter opkomst onder
de wapenen in verzuim stelt.
Amersfoort 8 September 1896.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SC'IIIMMKLPENNINCK.
XIII.
Den Treek. Omtrent den Treek veroor-
louven wij ons een andere vraag. In de
meegedeelde verkoopacte Amersfortiana
I) wordt gesproken van een heerenhui-
zinge, enz., als ook van een boerenhof
stede, genoemd „de vijf vierendeelen
Hoeven oft den Treek". Bedriegen wij
ons, niet dan wordt onder den naam „den
Treek" begrepen de geheele bezitting d.i.
het heerenhuis met de hofstede, terwijl
de hofstede bovendien bekend stond onder
den naam van „de vijf vierendeelen Hoe
ven". Is die opvatting juist, welke is dan
de beteekenis van de uitdrukkingde
vijf vierendeelen Hoeven1?
De familie Van den Treeck was te
Amersfoort welbekend. Den oden April
1650 werd „den toorn, staende aen
monickendam aen de stadsmueren inden
hof, voor desen hij Leonard Janzeu van
den Treeck in huure gebruykt, voor den
tijd van 12 jaren verhuurd aan Cornells
moeijaert", enz. En den 27sten Oct. 1659,
wordt er, bij gelegenheid, dat er spraak
is van de verhuring van een deel der
gebouwen van het St. Agnieten-klooster,
melding gemaakt van de erfgenamen van
Peter van den Treek, die gelegen (d. i.
woonachtig) zijn iu een der klooster-ge-
1 houwen aan de zijde der St. Andriesstraat
Resolutieboek
Het „onderaarsch gewelfop de Var
kenmarkt. Volgens Van Bemniel, bblz.
61, heeft er „voor dezen een klein gragje
geloopen uit het Spui agter St. Pieters
gasthuis langs de Singelstraat heen tot
aan het Convert van Mariënhoaf toe,
alwaar hetzelve wederom iu de Singel
uitkwam."
Men merke op, dat volgens Van Bem-
mel het gragje uit het Spui geloopen
heeft, dus daar zijn oorsprong en begin
had. Het is derhalve een geheel foutieve
voorstelling, dat het llellegragje zich in
het Spai ontlast zou hebben, alsof het
daar zijn einde had. Het vervolgde zijn
loop achter het St Pieters-gasthuis, waar
nog een overblijfsel aan den voet van
de houten schutting, die den moestuin
van dat gesticht scheidt van het plant
soen, zichtbaar is. Bij gelegenheid van
het graven der fundeeringeu van het
Gymnasium, erkenden de werklieden,
die aan niets minder dachten dan aan
het Hellegrachtje, dat daar ter plaatse,
naar allen schijn, een gracht geweest was.
Het grachtje vervolgde zijn loop langs
den Singel, terwijl voldoende ruimte
tot weg tusschen de Singel-gracht
en het Hellegrachtje bleef bestaan,
over de iu dien tijd veel lager dan
thans gelegen Varkenmarkt tot aan de
straat voor Mariënhoef (thans het Bur
gerweeshuis) d. i. de Kleine Haag. Vol
gens Van Bemmel ontlastte zich het
Hellegrachtje daar ter plaatse in de
Siugelgracht. Volgens de plattegrond van
de stad iu Amersfoort 7771580 strekte
zich het grachtje uit tot aan de Kleine
Haag en liep daar dood. Aan de Singel
gracht en den Singel zelf valt ook vol
strekt niet op te merken, dat daar ooit
een andere toestand geweest is, dan wij
thans aanschouwen.
Op verschillende plaatsen waren er
bruggen aangebracht. Over de Varkens-
markt in de geheele breedte was volgens
denzelfden plattegrond een gemetselde
brug aangebracht, waarvan dezer dagen
een klein gedeelte is blootgelegd.
Iu het jaar 1526, des Maandags 23
Mei, beval de Raad, dat niemand privaten
Feuilleton.
Beatrix oogeu vulden zich met tranenKenneth
greep haar hand en vervolgde zacht:
Mijn lieve Beatrix, gij hebt door Chatterly veel
geleden. Hij heeft uw zuster om het leven gebracht
en ook een aanslag op het mve gedaan. Ilc weet.
dat het een zwaar offer is, van u te verlangen, dat i
gij afstand doen zult van de wraak. Mr. Wedgwood
meent, dat gij het graf van uw zuster als uw eigen
dom moogt beschouwen, dat gij er een steen op
kunt laten plaatsen met haar naam, haar geboorte-
en sterfdatum en de bemerking, dat zij vermoord
werd, zonder dat gij daardoor een verdenking op
uw oom zult werpen. In naam vau zijn vrouw, in
naam van zijn kind smeeken wij u om medelijden
en vergiffenis.
Beatrix bedekte het. gelaat met de handen.
IV heb uaar dien rijkdom niet verlangd, mr.
Ford, zeide zij vervolgens, dat moogt u niet van mij
gelooven wat ik gedaan heb, was alleen, omdat ik
de nagedachtenis van Nora wilde zuiveren van de
verdenking, dat zij zelfmoord zou gepleegd hebben.
Ik wist, dat zij vermoord was en ik wilde de-
wereld toeroepen „Zie, bier is haar moordenaar."
De misdadiger heeft zieli echter aan mijn wraak ont
trokken en ik wil niet, dat door hem nog meer
onscbuldigen zullen lijden.
Kenneth vertelde haar thans, dat mr. Moukton
te Parijs zwaar gewond lag, dat hij alleen naar
Frankrijk was gegaan om haar oom rekenschap van
zijn misdaden tc vragen, en hoe hij door hem ont
vangen werd.
En hij is de broeder van lady Ohatterly vroeg
Beatrix.
Ja.
01 wat verheugt het mij, dat haar iemand is
overgebleven, die voor haar zorgen kan.
Ziju liefde voor haar is zóo groot, dat hij om
harentwille den naam van zijn aanvaller geheim wil
houden. De Fransche politie zoekt nog ijverig naai
den gewaande» geestelijke. Mr. Wedgwood meent,
dat men gemakkelijk zal kunnen bewijzen, dat de
zelfde oude heer met het witte haar en den langen
baard uw zuster heeft vermoord. Haar nagedachte
nis is van elke smet gezuiverd en wanneer gij nu
van uw wrnak afziet, dan zijn Gertrude en Phillis van
de schande gered.
Er heerschle een langdurig zwijgen vóór Beatrix
antwoorddeten slotte zeide zij
Mr. Ford, wanneer die man nog in leven ware,
dan zou niets mij kunnen weerhouden, hem aan
zijn rechtvaardige straf over te leveren, maar nu hij
dood is, wil ik doen wat u verlangt. Ik heb mijn
taak volbrachthet graf van Nora is gevouden en
haar moordenaar bleef niet straffeloos.
Kenneth arukte haar dankbaar de hand.
Ik dank u, zeide hij iunig, ik ben u meer ver
plicht dan ik u kan zeggen. Ik zal uw edelmoedig
heid nooit vergeten, Beatrix, en zoolang ik leef.
zult ge in mij een vriend, een broeder hebben.
j En zoudt u mij nu iets van de arme lady Chat-
terly willen vertellen? vroeg Beatrix.
I Zij is helaas ernstig ziek geworden. Het schijnt,
I dat de schrik over den doocl van haar gemaal on
het bewustzijn dat hij door eigen hand stierf, haar
i kracht en moed te boven ging- Zij lijdt aan zenuw-
koortsen en dokter Bardon maakt zich ernstig ou-
I gerust over baar.
i Beatrix weende.
Op droevigen toon ging Kenneth voort:
i De uitspraak van de geneeskundigen, belast
j met de gerechtelijke lijkschouwing luidde: sterfgc-
l val door ongeluk. De jury heeft biiiieugowoon mild
zou maken op het kleine grachtje. Die
daar gemaakt waren, moesten afgebroken
worden „tusschen dit (Maandag) en een
Vrid (Vrijdag) toecomende."
Als men aauneemt volgens den platte
grond, dat het grachtje nabij Mariënhoef
doodliep, en de bewoners der huizen, in
hun tuinen, uitkomend aan dat grachtje,
privaten bouwden, zooals men dat ten
plattelande bij slooten en waterpoelen
nog ziet geschieden, dan ligt het voor de
hand, dat mettertijd het grachtje een
moddersloot geworden en geweest is, aau
welken toestand een einde moest gemaakt
worden, gelijk ook heeft plaats gehad.
Het Hellegrachtje liep dus van het
Spui naar Mariënhoefniet omgekeerd
van Mariënhoef naar het Spui. Dat is
een verschil van beteekenis voor het
antwoord op de vraag, welke de oorsprong
is van dat Hellegrachtje, welk zijn be
stemming was, van waar die naam, enz.
Amersfoort, 8 Sept. 1896.
W. F. N. VAN ROOTSELAAR.
ATJEH.
- Aau liet Departemei.i van Koloniën is Dins
dag liet volgende ofliciëele telegram uit Atjeh
ontvangen
«Eergisteren trok een colonne zonder te
genstand naar Dwerir en Sihon. Gisteren
doorgenikt naar Selimoen, waar Panglima
Polim, zes andere vijandige hoofden en twee
bendohoofden in de XXVI Moekims opgelicht
werden."
Een aantal mannen van verschillende rich
ting en positie hebben zich vereenigd om
uitvoering te geven aan bet denkbeeld om
een Nationale inschrijving te openen voor
een huldeblijk, aan te bieden aan H. M. de
Koningin-Moeder bij H. D. aftreding als Re
gentes van het Koninkrijk, als een bewijs
van den innigen dank der Natie voor al
hetgeen door II. M. gedurende H. D. Regent
schap verricht werd, zoowel voor de opvoe
ding van Hare Koninklijke Dochter als voor
de bevordering van 's Lands belangen.
Voorzitter der hoofd-commissie is mr. J. Heems
kerk Aan.
De Provinciale commissie voor Utrecht is saam-
gesteld uit de hecren: B. Reiger, Burgemeester vau
Utrecht, Voorzitter der Provinciale Commissie, Lid
vau do HoofdcommissieW. H. baron De Watteville,
geoordeeld; zij verklaarde, dat Chatterly bij vergis
sing oen te sterke dosis van een slaapmiddel heeft
ingenomen en dientengevolge overleden is. Hij is
lieden begraven en, dank zij de gunstige uitspraak
van de jury, waren wij in staat hem aan de zijde
van zijn vader in den lamiliegrafkelder bij te zetten.
Thans, nu gij weer iu zooverre hersteld zijt, zou ik
gaarne willen, dat mijn moeder weer naar huis kwam.
De kleine Phillis is bij ons op Lane-house en het
arme kind heeft veel behoefte aan afleiding.
En wie is er bij de ongelukkige gravin
Mrs Verity, die uit Londen is overgekomen
zij kende haar en had haar lief, toen zij nog een
kind was. Zij had haar gedurende haar geheel o huwelijk
niet gezien en wij geloofden allen, dat, wanneer
Gertrude weer tot bewustzijn komt, er meer hoop
op herstel zal zijn, als zij hot gelaat van een goedo
oude bekende ziet, die haar lief had, toen zij nog
een gelukkig mejsje was in de pastorie van haar
vader.
En haar broeder
Zoolang er leven is, is er hoop, zeide Kenneth
zacht. Ik wilde eerst dit onderhoud met u hebben
om daarop uaar Parijs te vertrekken en hem te
gaan bezoeken. Ik kan u niet zeggen welk een
innige verknochtheid ik jegens Monk ton gevoel,
ofschoon ik hem nog slechts zeer kort ken.
Beatrix zag hem stneekend aan en zeide
Mr. Ford, ik bid u, laat mij met u meegaan.
Ik kan hier niet langer blijven, ging zij opge
wonden voort, Mr. Cartwright is een goed mensch
hij zal mij wel laten vertrekken. OI mr. Ford, kunt
n mij dan niet begrijpen? Mijn werk te Northshire
is volbracht, ik heb hier niemand die mij kan lief
hebben reeds over eenige dagen, als de menschen
de waarheid kennen, dan zullen zij mij haten, om
dat ik de lieve kleine Phillis tot een onterfde heb
gemaakt.
Kenneth zeide tot haar, zooals men een kind toe
oud-Secretaris der gemeente Utrecht, fi
Provinciale Commissie; jbr. J. O. Strick van Kin
schoten, Burgemeester van Maarsen en Maaraseveen,
Maarsen, Penningmeester der Provinciale Com-
isie: jhr. IT. C. J. Barchman Wuijtiers van Vliet,
Dijkgraaf van den Lekdijic benedendams, te Lopi-
kerkapelmr. J. H. Beaujon, President van het
Hoog Militair Gerechtshof, te Utrechtjhr. mr. B.
de Beaufort, Kantonrechter van Wijk-bij- Duurstede,
te DoornDr. Nicolttas Beets, oud-Hoogleeraar, te
Utrecht; jhr. H. P. C. Bosch vau Drakesteijn, Lid
der Provinciale Staten van Utrecht, te Bunnik-jhr.
mr. W. J. M. Bosch van Oud Amelisweerd, Lid van
Gedeputeerde Staten van Utrecht, te UtrechtJ. L.
Cluijsenaer, Directeur-Generaal der Maatschappij tot
Exploitatie van Stoats-Spoorwegen, te Utrecht ;G.
C. D. baron Van Hardenbroek van Lokhorst, te
Jutphaaa; mr. T. A. B. A. baron Van Itteraum,
President van de Arrondiasemeu te-Rechtbank, te
Utrecht; mr. C. J. W. Loten van Doelen Grothe,
Burgemeester van 8oeet; mr. F. D. Graaf Sohimmel-
pennink, Lid van de Tweede Kamer der Staten Ge
neraal, Burgemeester van Amersfoort, Lid van de
hoofdcommissie.
Het voornemen is, dat de Provinciale Com-
missiën, overal in hun provincie alwaar zij
zulks rtoodig oordeelen, Plaatselijke commis-
sien iu het leven zullen roepen.
Met. ingang van November a.s. wordt be
noemd tot groottneesteresse van H.M de Ko
ningin mevrouw de baronesse Van Harden
broek tot 's Heeraartsberg en Bergambacht,
thans groótmeesteresse van H. M. de Ko
ningin-Regentes.
De baronesse A. J. Juckema van Burmania
Rengers, hofdame van H. M. de Koningin-
Regentes, zal van genoemd tijdstip dienst
loen als hol'darne van H. M de Koningin,
terwijl tot. hofdame van H. M. de Koningin
zal worden benoemd de gravin A. W. A. van
Limburg Stirum.
Volgens de Haagsche bladen zal in de aan
staande Troonrede de indiening van een wets
ontwerp tot invoering van verplichte verzeke
ring tegen ongelukken worden aangekon
digd. Het bedoelde wetsontwerp, aan het
Departen ent van Waterstaat bewerkt, heeft
de strekking, aan de patroons de verplichting
op te leggen, hun werklieden te verzekeren.
Een verzekeringsbank zal van Staatswege
worden opgericht en aan de Postspaarbank
verbonden.
De Kieswet is reeds Maandag door H. M.
de Koningin-Regentes hekrachigd en zal waar
schijnlijk nog deze week in het Staatsblad.
worden afgekondigd.
De Ministe" van Binnenlandsche zaken is
gemachtigd, op Zaterdag 12 dezer, des na
middags ten 3 uur, de zitting van de Staten-
generaal, in een vereenigde vergadering dei-
beide Kamers, in naam der Koningin te
sluiten.
spreekt
Niemand haat u; mijn moeder heeft u lief
van ganscher hartezij zegt, dat gij haar herinnert
aan mijn overleden zuster. Wanneer de arme Ger
trude nog herstelt, dan zal zij u niet alleen niet
haten, maar zelfs alles doen wat in haar vermogen
is om u die achttien jaren van ontbering te vergelden.
Wat de kleine Phillis betreft, zij is nog veel tejong
om het verlies van haar rijkdom te betreurenin
tegendeel, ik geloof, dat de dood van haar vader
voor haar eer als een weldaad te beschouwen is.
Neem mij mee, bleef Beatrix aandringen. Wan
neer ik liier alleen bleef dan zou ik niets doen
dan over het verleden peinzen.
Mijn moeder wilde u meenemen naar Lane-
house, ging Kenneth voort, maar ik heb het haar
afgeraden. Het kwam mij voor, dat gij, zelfs wan
neer gij het geheim der misdaad voor de wereld
wil bewaren, toch de dochter van den misdadiger
zult moeten haten.
Phillis haten riep Beatrix verwijtend, neen,
dat zou ik nooit kunnen. Zjj is zulk eeu lief, be
vallig schepseltje en gelijkt eenigszins op Nora.
Lady Edith, die meende, dat het gesprek nu lang
genoeg geduurd, kwam thans binnen en zeide tegen
naar zoon
Je hebt Beatrix vermoeid, Kenneth, je badt
er a-'.n moeten denken, dat zij nog niet geheel her
steld is.
U moet haar mee naar Lane-house nemen, moe
der I riep Kenneth uit, zonder op het verwijt van
lady Edith te antwoordenBeatrix neeft mij beloofd,
dat zij de nagedachtenis van Chatterly zal sparen
ter wille vnn zijn vrouw, en zij schijnt reeds te
vergeten, dat Phillis zijn kind is.
Phillis gelijkt dan ook in geen eDkel opzicht
op haar vader, zeide lady Editli,
Zeker niet, stemde Beatrix toe.
(VFerdt vervolgd.)