Donderdag 4 Maart 1897. No. 4646 46e Jaargang. Binnenland Wantrouwen. Oitgave Firma A. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement por 3 maanden f 1.franco por post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderljke nummers 10 cent. Rij advertentiën van buiten dó stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Buroau KOKTEORACHT66 Tolephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95), Brengen tor kennis van het publiek, dat door hen aan J. van de WAL Kz. en zijne rechtver krijgenden vergunning is verleend om een fabriek voor het produceeren van melkproducten, door stoom te drijven, opterichten in het perceel, al hier gelegen buiten de Kamppoort, wijlt II. No. 99, kadastraal bekend onder sectie A. No. 186®/» Amersfoort, den 27 Februari 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER der gemeente AMERS FOORT, Brengt ter kennis van de Zootriilioien-verlof- ganger der lichting 1895 Jacobus 14 roes. behoorende tot de Zeemilitie, dat hij bij deze wordt opgeroepen voor op komst in werkelijken dienst ten einde gedurende den tijd van vijf weken te worden geoefend waartoe hij zich, voorzien van zijn bij vertrek met groot verlof medegenomen muts met lint, zoomede van zijn verlofpas en zakboekje, op Vrijdag, don 2. April 1.897 voorzoo veel dit moge lijk is, ten 12 uur des middags, behoort aan te melden, bij den Commandant van het. schip „Marnix" to Willemsoord, aan boord waarvan hij zal worden geoefend. Hierbij wordt opgemerkt, dat hij zicli hiertoe slechts dan den vorigen dag reeds op reis behoeft te begeven, wanneer de plaats van bestemming niet binnen éen dag kan worden bereiktter wijl, indien hij door ziekte verhinderd is op den bepaalden datum aldaar aanwezig to zijn, zich onverwijld na zijn herstel daarheen behoort te begeven en zich alsdan moet vervoegen bij den Commandant van hot Wachtschip aldaar. Voorts wordt hij verzocht, zich daags vóór zijn vertrek tussohen 9 uur des voormiddags en 3 uur des namiddags, ter Secretarie te vervoe gen, ten einde op zijn verlofpas de noodigevor- klaring te doen stellen. Amersfoort, den 3. Maart 1897. Dc Burgemeester voornoemd, F. 1). SCIIIMMKLI'ENNINCK. ATJKIi. Omtrent Tooknu Oemar schrijft oen Atjeh- correspondent 2l> Januari aan «Ie Sumatra Cl. o. a.»liij slaapt nu werkelijk niet op rozen bestookt, en opgejaagd, bevindt hij zich thans Feuilleton. Vrij naar hel Duitsch. 45) Dat schrijven scheen hem erg vermoeid te hebbenhij had een gevoel, alsof hij geslagen was, en toen hij van zijn schrijftafel was opge staan, kostte het hem moeite om zich voort te sleepon tot hij den haard, llij rakelde liet vuur wat op, legde er een paar blokken hout bij, ging in een leunstoel zitten en staarde gedachteloos in de vlammen. „Dat had ik nog bijna vergoten I" zeide hij opeens verschrikt, terwijl hij haastig opstond. Zonder lang te overleggen, schreef hij op een vel postpapier „Mijn laatste wil. Ik verzoek mijn broeder, Godfried Hellberg, mijn nalatenschap te regelen. Het is mijn wensch, dat juiVrouw Nelly Sand, Börsigstraat, op zijn minst de helft van mijn kapitun! ontvangt, opdat zij in haar verder loven geen zorgen mogo hebben. Martin Hellberg." Hij stak dat papier in het couvert, dat nog niet was dicht gemaakt en waarop het adres van zijn broeder stond. Nadat hij ook deze zaak in orde had gebracht, leunde hij een oogenblik achterover in zijn stoel, mot een 200tal getrouwen aan den bovenloop iler Lehong-rivier. Zijn laatste woning, te Gentoet, is verbrand en met den grond gelyk gemaakt, terwijl zijn roerende goederen, ter waarde va* ruim 3000 dollar in beslag geno men zyn." Volgens dien brief is, uls liet bestuur met kracht optreedt en zich do medewerking verzekert van de slaatjes Lambesi en Telok Kroet, wier Vorsten een gloeienden haat tegen Oemar koesteren, diens val nabij. Een groot aantal zijner volgelingen verkiest liet gevangenisleven boven de groot e ontberingen, waaraan zij onder Oemar zijn blootgesteld. Omtrent den dood van majoor Reets schrijft hij «Majoor Reets werd gedurende den uiterst, vermoeienden marsch in het bergterrein zóo uitgeput, van warmte en vermoeienis, «lat men hem in een tandoe moest vervoeren, uit welke hij den marsch kon leiden. In plaats van terug t,e koeren, wilde hij m «Ie eerste plaats de hem gegeven opilracht tert uitvoer brengen. Nauwelijks Imd dan ook de voortroep de nabijheid des vyands gesig naleerd, of majoor Reets wist zijn vermoeienis met groote geestkracht te overwinnen. Hij verliet de tandou en leidde met kalmte en beleid hot gevecht en ten slotte den storm aanval. Toen alles afgeloopen' was en hel daverend hoerageroep der stormlpopende soldaten opgehouden luid, bleek do inspanning voor «ion braven officier te groot te zijn ge weest. Hij zakte ineen en binnen weinige oögenblikken luid een zonnesteek een einde gemaakt aan liet leven van een braaf dapper officier, die gevallen is op hot veld van oer als offer van soidatenplicnt, ridderlijke Ironw en zelfverloochening Blijkens een bij het Departement van Rui- tenlamlsclie zaken ontvangen bericht van don gezant, te Petersburg, heelt geheimraad De Marlens, aan ivion door den Keizer aller Russen was opgedragen scheidsrechterlijk te beslissen in hel tnssclieii de rcgeeriiigen van Nederland en van Groot-Rritanië en Ierland gerezen geschil in zake «Ie gevangeneming en voorloopige gevangenhouding van den gezagvoerder der Cost a Rica Packet, uitspraak gedaan. Volgens deze zal de Staat, der Nederlanden gehouden zijn, aan don gezagvoerder, de be manning en de eigenaren van gemeld vaar tuig uit te keeren oen lotaal bedrag van 8550 pond sterling, met «Ie renten sinds 2 November 18!)I, alsmede te voldoen 250 pond sterling wegens kosten van hot gedingeen rekte zich uit, keek naar de antieke kast en stond langzaam op. Ilij ging nog niet. naar do kust, inunr nam weer plaats in do leunstoel bij den haard. Hij keek de kamer nog eens goed door, daarop leg de hij zijn handen op zijn knieën en kook in de vroolijk dartelende vlammennog eenmaal nam hij de geheele kamer op, en mot een stillen, tevreden glimlach haalde hij zacht do woorden aan van Kleist: „Nu ben ik gereed als een rei ziger Godfried had een poos besluiteloos gestaan tegenover don koetsier, die zwijgend op zijn be volen soheon te wachten. Daarop liet hij zich brongon naar het gerechts gebouw in Moabit. In de nauwe coupé werd hij bestormd door een reeks van gedachten, ver moedens en veronderstellingenhij wist niet moor svat hij denken moest. Voorloopig scheen slechts éen ding hem duidelijk voor den geest te staan, en dat éeno wilde hij onmiddellijk ten uitvoer brengen. Ilij begaf zich öncl naar zijn bureau. In een korte en bondige memorie aan zijn chef gaf Godfried te kennen, dat hij zich wegens bij zondere riulonen, «lio hij liever niet wilde opgeven, genoodzaakt zag, ontslag te verzoeken uit zijn ambt en voorloopig een verlof aan te vragen, dat dadelijk inging. Aan zijn opvolger in die betrekking, die do nog hangende werkzaamheden moest overnemen, zou hij alle vereischto inlich tingen geven. Ilij voegde bij zyn memorie nog het woord„oitissimo" en stak haar in de bin nenzak van zijn jas. Onder hot rijden van het gerechtsgebouw nuar schadupostje voor ons land alzoo van ruim een tonne gouds. De Minister van Justitie heeft beantwoord het Voorloopig verslag over het wetsontwerp tot wijziging van hel Wetboek van Strafvor dering. De minlciiling daartoe is de door art. I50 dor Grondwet gevnrderdo wettelijke re geling van «ie gevallen, waarin op liet briuven- goheiin inbreuk mag worden gemaakt, In verband met «Ie opsporing en in beslagneming van voorwerpen «lie betrekking hebben op eenig misdryl'. Daarnevens is oen betore re geling voorgesteld «Ier bevoegdheid tot bin nentreden van woningen, en zyn de gevallen uitgebreid, waarin de officier van justitio plautselyk onderzoek kan instellen (artt. 43 en volgende Wetboek van Strafvord.). Wijders zijn een drietal nieuwe bepalingen opgenomen omtrent «Je gyzeling van oen woigoraclitigen getuige, do vrye briefwisseling van den be klaagde met zijn raadsman en oen meer al- geineoiHi bescherming dor ambtenaren in de uitoefening van bun bediening. De Minister hooft zich onthouden van oonig voorstel tot wijzigingen van bepaling betreffen de de preventieve hechtenis of tot toekenning van schadeloosstelling van veroordeelen, «lio preventieve hechtenis hebben ondergaan. Een en ander levert stof op voor een afzonderlijke wetsvoordracht. Daarentegen heeft.deMinister gevolg gegeven aan den vvnnsch der Kamer tot verdere uitbreiding van «Ie gevallen, waarin do officier van justitie liet by art. 43 en volgende bedoelde plaatselijk onderzoek kan instellen, in dien geest en voorts tot wijziging van «Ion vorm van het ontwerp, wordt bet nader gewijzigd aan de Staten-genoraal voor gedragen. De voorgenomen wijziging van den ulge- meetien maatregel van inwendig bestuur be tredende do huishoudelijke reglementen van do Huizon van bewaring wacht op do be slissing over het by dit ontwerp gedane voorstel, «lat voortaan de raadsman van den gevangene briefwisseling niet hem zal kunnen voeren, zonder «lat hot bestuur «Ier gevangonis van den inhoud kennis neemt. De Ilaagsche Cl. heeft hot over de kwade betalers, te weten over degenen, die hun belastingen niet. betalen. »De Kiewet heeft," zoo zegt. zij o. tl, «nu de oogon voor dat, althans in do steden, algemeen verbreide kwaad geopend. »/,y heelt don omvang loeren kennen van de kwaal der belasting-ontduiking, die tot dusver met lijdelijke medewerking der amb tenaren o^jirooto schaal plaats luid. ijalaa dc woning van zyn broeder, in do Tlockstraat, word Godfried rustiger en kuitnoror kwam eenheid in «Ion ohaos zijner gedachten. Velerlei, dut hij eerst niet begrepen had, werd hom nu duidelijk, helaas maar al to duidoltykl Muar do zaak zelf liegroep Ilij toch nog niot. Attonhofor was stellig dc moordenaar, eu Martin stond er mee in betrekkingMartin kendo At tonhofor. Godfried herinnerde zich nog do op merking, dio Martin te Wannseo, in den tuin had gemaakt.dat men zulk een monsch mis schien nog wel oou kon gebruikenmaar Martin r.6o laaghartig zou geweest zijn om een moordo- nuur to huren, «lat kon niot 1 Dut was onmoge lijk, tenzij Martin krankzinnig.... Muur Martin was niet krankzinnigoen uur gelodon had hij nog goud ou wol mot hom gesprokenMartin was terneergeslagen, zwak ilIh een man, die pus erg ziek is geweest, muur dio toch goed by zijn vorstand is gebleven. Maar die ziekte zelf volgens het zeggen van Martin, hot gevolg van een ongeluk, dut hein onder dien noodlottige» storm was over komen. op denzelfdon dag, waarop Attonhofor onder zeer verdachte omstandigheden hu Stolpe was geweest, op denzelfdon dag, waarop blijkbaar Toinplin vermoord was wees dio niot op een go- inoonsohuppulyko handeling van dio twee, zijn broeder en den misdadiger 'I En toch kon God fried het niot goloovon I Nu en dan kwain or nog een zwakke straal van hoop in zyn gemoed. Misschien was alleen de schyn tegen Martin. Zyn goedhartige broeder, die niet in staat was om gemeene dingen to doon, kon geen plannen gemaakt hebben mot Atton hofor, want hot betrof eon gumoono misduad I «En al hielden do kiesgerechtigde wanbe talers zich nog zoo stillekens achteraf, hopende of moenetide dat men hen niot zou npmurkon on blyven vergeten, «lat is misgorokond, want men heeft nu den toestand overaten, en niemand «lio er onopgemerkt aan ontsnapt. «Laten wy dun hopen, «lut het gevoel van eerlykheiil, van liurbeiil en van eigenwaarde tevens, zal ontwaken by «lie «luizenden, die wel aanspraak zouden willen maken, op rechten als Staatsburger, maar tot dusver hun plichten vergaten. «Dc nieuwe Person oeie belasting vermin dert «Hen last voor «Ion man met een klein inkomen nog weer belangrijk. De aanslagen over 1897 en volgende jaren zullen nogaan- morkelyk kleiner worden ook dat was eon billijke maatregel al komt hy voor een goed deel ton laste van den middulstund, die 't. uiuir verhouding, ook al niet. best dragen kun. Maar laat dan nu ten minste by Tiet opmaken van de kiezerslijsten in 181)8 vim bot Noderlainlsehe volk gezegd kunnen wor- «lon, dut liet geleerd' heeft, eerlük on fatsoen lijk «den keizer to geven wat dos keizers is." De iV. (lor. Ct. bevat een hoofdartikel (niet van de redactie) waarin er op ge wezen wordt, dat het aantal wetten, noodig om bet maatschappelijk bestaan te regelen, op onrustbarende wijze toeneemt. «Arbeids wet. Drankwet, Hinderwet, Zondagswet, Ar- beidskamurvvet, straks Vorzekei'ings- en Pen sioenwetten; liet dwarrelt alles lustig over ons heen, zoo lang tot vóór en na blykt, «lilt onze reglementeerzucht ons parten hoeft gespeeld." Wat het ontwerp-Pytterson betreft, merkt de schrijver op, dat do bakkers toch niet voor hun genoegen do gewoonte hebben aangenomen, 's nachts te werken. Het zyn trouwens in onze maatschappij n'ot alleen de bakkers die 's nachts werkenmen denke aan de werklieden in gasfabrieken, op spoor wegen, nan do ambtenaren by post- en telegraphic, aan do schipperij, aan politie en brandweer, aan de militaire wachten, enz. Al «liu nachtelijk»! werkzaamheid Is noodig of gewenscht. De (juaestio komt, zegt de schry ver, alleen hierop neor, of in liet bakkersvak te veel werkuren worden geëischt. En dat gelooven wij wèlmaar (lat beeft niets te maken mot al of niet nachtwerk. Hut is «Ie vraag of do wetgever kim bopaleu, hoe lang in zeker vak achtereen zal mogen gewerkt worden. Dit is evenwel zeker, dut in bet bukkersbedryf, zoo goed als in elk ander, waarin nachtwerk!, gewenscht is, bet alleon Daaraan biold Godfrud zich vast uls uan een luatstun stroohulm. Hot was oen moord, dio inot kalm overleg on «ion duivelsohon zin was gepleegdhot klei nood, dut h(j nog in zyn zak had, bewees bot duidolyk. Muar daar stond woor tegenover: alloreorst de onbeschaamdheid van Attonhofor. Wat was hy brutaal gowoestl Godfried had in 't eerst nuuwoiyke wuurde gehecht uan do bedekte toe spelingen van den misdadiger, maar nu hoorde hy woor Attonhofer's onbeschaamde bedreiging: „Vraag liever niet vorder, want u zou dinxon kunnen hooren, die u minder aangenaam zouden zijn"hy zag nóg hot hutulyko grijnzen van dien ellendeling, die zou sprokon, uIh hy voor de jury stond. Ilij hoorde op eens weer heel duiuelyk den klank van Martin's stom, die op zoo'n oigonaardigen toon de woorden horhuula had: „De kraanvogels van lliicusl" Godfried schudde het hoofd tevergeefs zocht hy naar den draad van Ariadne, «.liu hom «len weg zou wyzon om buiten dit labyrinth te komen. Ilij huiverde plotseling, toen hot rytuig stil hield voor do woning van Martin. Martin had do kust juist opengedaan, toon er gebold word; hij sloot haar weer haastigen een oogenblik Inter kwam Godfried binnen. Do twee broeders stonden zwygendi tegen over elkaar. Godfried sluukto een diepen zucht, zag zyn broeder nan mot een oneindig treurigen blik en stiet met mooito de woorden uit: „Och Martin 1" Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1