Donderdag 8 Juli 1897. No. 4682, 46e jaargang. Zou 't kunnen? VERGIFT. Stadsnieuws. AMERSFOOETSCQE COUEAIT. Ditgafe Firira A. H. VAN CL E E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, olïicieële- en onteigeningsadveitentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers iO cent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 56 Telephoon 19. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe ding van het porto, aan geabonneerden,die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amersfoortsche Courant en de bladen welke zij door onze tusscbenkomst ontvangen, na te zénden. Opgave van duidelijk adres is voldoende KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER der gemeente AMERSFOORT, Brengt, ter kennis van de ingezetenen, dat in de Legerplaats bij Zeist gezamenlijke schietoefeningen, ook op groote afstanden, zullen gehouden worden alle dagen behalve des Zondags van af 21 Juli a.s. tot 17 Augus tus d. u. v., van voormiddags 7 tot 5 uur des namiddags en somtijds ook na het val len van den avond. De onveiligheid van het terrein zal wor den aangeduid door vlaggen en borden. Amersfoort, 7 Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SGI 11M M ELPENN1NCK. De BI RGEMEKSTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen enz. te Amster dam executoor verklaard kohier No. 1 van de personeel® bolasting over het dienstjaar 1897 aan den Ontvanger van's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 6. Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SOHIMMELI'ENNINCK. Nu morgenavond de Oudheidkundige Vereeniging „Flehite" weder ten Raad- huize vergadert om, zoo mogelijk, te ko men tot, een definitief besluit aangaande de wederopgraving en het opnieuw stel len van Meyster's Kei, willen we een voorstel in overweging geven, dat zeker niet aller afkeuring zal hebben maar dat, om verwezenlijkt te kunnen worden, veler medewerking zal behoeven. Feuilleton. 24). Hij zette een gouden pence-ncz op en nam een frnnschc courant. Nog niet lang had hij daarin gelezen, toen hij het blad eensklaps neerlegde. Een heer had tegenover hem plaats genomen. Hij was een zeer in het oog loopend gekleed klein, zwaarlijvig man met een hoogrood gladgeschoren gelaat, waarin een paar slimme oogjes fonkelden. Ilij droeg een lichtgele das met een groote diaman ten speld, een zware gouden horlogeketting, en ringen aan al zijn vingers. Nauwelijks had De Beaucourt zijn overbuurman goed an. gekeken of hij sprong verheugd op. Dat noem ilr eerst eens geluk hebben, zeide de ridder, voor zich. Ik zoek Hermann en vindt hem vóór ik nog de minste moeite heb gedann. Hij ziet er nog juist zoo uit als vroeger; geen haar is aan hem veranderd. Diezelfde kogelronde gestalte, hetzelfde dikke, roode gezicht. Bij den hemel, waar om zou hij ook veranderd zijn Leefde hij niet altijd te midden van lust en vroolijkheidheeft hij jaren doorgebracht in de eenzaamheid van een provincie plaatsje als bewaker van een waanzinnige, gelijk mijn lot is geweest Beaucourt glimlachte droevig. Neen, zette hij zijn alleenspraak voort, hij leefde voort in de vreugde en bleef jong, omdat overal de jeugd hem omgaf. De ortiston-agent bestelde een glaasje cognac, Géén brieven voor mij, Frans? vroeg gij den kellner. In beginsel is reeds voor lang beslo ten om den Kei weder te doen ontgra ven niemand koestert meer vrees, dat de beruchte naam „Keientrekkers" weer zal opkomen. Maar over de plek waar men het gevaarte weder zal opstellen, is men het lang niet eens. Sommigen willen hem plaatsen in het Plantsoenzoowat tegenover Beekestein", waar het groen een evenfraaien als passen den achtergrond zal vormen. Maar zulleu de vreemdelingen daar den steen gaan bekijken Of zal hij daar staan ten gerieve van de schooljeugd en de Hagenaars? zoo vraagt men. Anderen willen hem doen verrijzen op Den Hofde vreemdelingen zullen dan dieper stadwaarts intrekken. Maar zal op dit groote plein de kei niet heel veel van zijn grootte verliezen? En zal bijvoorbeeld in den Kermistijd de kei daar niet gelieel misplaatst wezen? zoo vraagt men alweder. Zou 't, ook uit dien hoofde, geen aan beveling verdienen om den kei op te stellen op zijn oorspronkelijke plaats, namelijk de Varkensmarkt? De Varkensmarkt wordt met den dag meer het centrum van de stad. Het verkeer is er met den dag drukker en eiken dag wordt meer de behoefte ge voeld om dit inderdaad fraaie plein ge heel en al te laten voldoen aan zijn bestemmingeen ruim plein, waarop de hoofd verkeerswegen der stad samen komen. Daaruit volgt, dat de varkensmarkt van de Varkensmarkt zou moeten ver dwijnen en het plein desnoods den ouden naam Sint Joosten-plein zon dienen terug krjjgen. Ieder, die Vrijdags wel eens heeft ge zien hoe ontzaglijk veel overlast de omwo nenden hebben van den varkenshandel op dit plein, zal moeten toegeven, dat voor ons voorstel veel te zeggen valt. Wij zwijgen er nog van hoe een eenigszins lange infanterie-colonne, uit deArnhem- sche straat komend, met kunsten vlieg werk langs de boerenwagens en varkens- manden moet laveeren om in de Utrechtsche straat te komen, hoe hu zaren of artillerie niet vrijelijk zich daar kunnen bewegenhoe de omwonenden Neen, mijnheer, geen brieven, was liet antwoord, maar een jonge, dame heeft naar vi gevraagd. Zij zou vanmiddag terugkomen. Goed. Hoe zag ze er uit? Aardig, mijnheer, heel aardig, zeide de kellner met een ondeugend lachje. U zult wel ecu artiste van haar kunnen maken, u hebt daar slag van, waar zou het met de directeuren heen moeien, als zij mijnheer Hermann niet hadden Maar wat ik vragen wilde, mijnheer, kunt u mij niet een paar entrées voor een der schouwburgen bezorgen, dan kan ik mijn nicht eens een genoeglijken avond be zorgen. U is altijd zoo goed. Jawel, jawel. Frans, gij zult mot je nicht naar den schouwburg gaankom vanmiddag maar op liet gewone uur aan mijn kantoor. Dit gesprek, waarvan De Beaue-ourt geen woord verloren had, bewees hem, dat hjj zich niet in den man had vergist. Hij besloot dnarom zijn overbuurman maar dadelijk aan te spreken. Goeden dag, Hermann, ken je mij nog Hermann zag den ridder eenigzins verwonderd aan. Nog? herhaalde hjj. Ik heb u nooit gekend. Dan zijt gij kort van geheugen, mijn waarde, hernam de ridder. Heiinner u maar eens onze be schermelingen van destijds. Mij staan zij nog duide lijk voor den geest. Wy hadden bijvoorbeeld Rosa Hellbach. Die was ponsionnnire bij bet Duitsehe hoftheater. Eu dan de cbansonnetten-zangeres Juliska. Met een stoomboot den Atlantischen Oceaan overgestoken. Jammer, maar ik heb toch nog mooie procenten getrokken van haar engagement in Noord- Amerika. Zoo, zoo, is Juliska de Yankees gaan plunde ren cn hoe maakt het de kunstrydster Amanda zij heeft toch den hals nog niet gebroken? Het was voor Beau court een zichtbaar genoegen hun huis bijna niet kunnen verlaten hoe de gasten in het eerste hotel der stad met medelijden neerzien op den on- mogelijken toestand, waarbij de varkens zelf, tot groot nadeel der boeren, steeds in de zon liggen. Zou 't nu niet mogelijk wezen, dat de varkensmarkt verlegd werd naar het Lieve Yrouwe-kerkhof We weten wel, dat dit plein niet het eigendom is van de gemeente, maar wellicht zou met een beetje goeden wil wel toestemming verkregen kunnen wor den om hier, behalve de vischmarkt, ook de varkenmarkt te houden. Het zou een groot voordeel aanbrengen voor de om wonenden en de dieren zouden niet lan ger in de zon behoeven te liggm, maar onder de boomen zich wel zoo behaaglijk gevoelen. Verkoopers en koopers zouden zeer ingenomen zjjn met deze veran dering teu goede. En wanneeer op die wijze de Varken markt ontlast zou zijn van de iedere week terugkeereude overlast, dan zou op dit plein, op zijn oude plaats, weder kun nen verrijzen de Kei, omgeven door een sierlijk hekje en een klein bloemperkje, dat de bewoners der Varkenmarkt des noods op eigen kosten willen onderhouden. Zou 'tkunnen? De gewone audiëntie van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht zal Zaterdag, 10 Juli a. s. niet plaats hebben. Onze vroegere stadgenoot de 'kapitein van het le regiment infanterie L. A. H. Ane- maet is te Leeuwarden plotseling overleden. Onze voormalige stadgenooten de beeren A. D. Putman Cramer en II. II. E. Deelken, cadetten der artillerie h. t. 1. aan de Kon. Militaire Academie te Breda, hebben vol daan aan bet overgangs-examen naar bet derde studiejaar; de heer S. N. G. Pieter, eveneens cadet der artillerie h. t. 1., werd bevorderd tot het tweede studiejaar. Omtrent de toelatings-examens voor de Hoogere Burgerschool is nog slechts gedeel telijk de uitslag bekend. Als geslaagd voor de 1ste klasse kunnen voorloopig worden over zijn kennissen uit de artistenwereld te sproken. Amanda? herhaalde Herman lachend. Neon, den hals heeft zij niet gebroken, maar voor de kunst is zij toch verloren. Zij is getrouwd met een spek slager die eigen huizen heeft; zij is nu moedor van een half dozijn jonge Bpekslager'tjes en zoo dik ge worden als een varken. Hahnha, lachte de ridder, wat kan het toch raar loopen met die artisten. Ja, huu lot is zeer wisselvallig, zeide Hermann. Ik heb „brillantenkoninginnen" gekend, die in het armhuis terecht gekomen, en koorddanseressen, die met millionaire getrouwd zyn. Vrouw Fortuna heeft er buitengoon veel lust in, vangbal te spelen met dat soort kunstenaressen, die met de eigenlijke kunst- niets te maken hebben. Toch is hot vroolijk volkje, zeide De Beau court en ik zou nog wel eens een poosje in hun midden willen verkeeren. De artistenagent keek den vermomden grijsaard strak aan. U hebt my eenigo namen genoemd die wer kelijk bewijzen, dat gij geen vreemdeling in Jeru zalem zijt, sprak hij, uiaar ge hebt er nog een ver gelen, namelyk uw eigen naam. Vriend Hermann, wat moet ge toch veel aan uw hoofd hebben, dat gy De Beaucourt, met wien gij tc Parijs en bier zooveel genoeglijke uren door leefd heb, niet herkent Den ridder, mijnheer De Beaucourt; zyt ge het werkelijk, ik zou n uiet herkend hebben? Noem mij Beaucourt, kortaf Beaucourt. Het doet my genoegen, u weer te zien en ik moet u mijn verontschuldiging miiken over mijn vergeetachtigheid. Oei), dat is jou schuld niet, beste kerel, ik ben veel veranderd. O 1 niet zoo heel veel. mijnheer de ridder Beaucourt, kortaf Beaucourt. Nu dan, waarde Beaucort. je ziet er nog patent genoemd: D. J. Boks, Antonia J. J. Burger, Helena S. E. Burgers, Wilhelmine Buijs, F. H. Cheriex, Gerarda J. C. van der Eist, W. A. van der Gant, D. A. M. Harting, P. C. van Steeden, Aug. Tromp van Holst en A. de Zoete. Alstoehoorderessen slaagden: JeannetteT. G. van Aaken voor de Hide, Betsv van Gel der en Sophie de Haas voorde lvde klasse. Definitief zijn tot dusver afgewezen 3 can didates aan 2 is herexamen opgelegd, ter wijl voor de overigen «ie uitslag eerst Vrij dagnamiddag bekend kan zijn. Het aantal opgekomen candidaten be droeg 40. Wegens haar spoedige hulp bij den bin nenbrand ten iiuize van den heer Spiekerman werd aan de Amersfoortsche Vrijwillige Brandweer een premie van f4 toegekend door de «Assurantie-Maatschappij tegen Brandschade te Zutphen" agent bier de beer J. Bnsquet. Een commjssie, benoemd uit de gecombi neerde vergadering der verschillende tim- tnerlieden-vereenigingen hier, welke aan de patroons voorstelde om de loonsverhooging reeds te doen ingaan op 1 Augustus, heelt daarop een afwijzend antwoord ontvangen. Men weet, dat met 1 Januari 1898 het loon zou gebracht worde, van 14 op 16 cent per Voor de derde maal in twee jaar tijds overkwam Dinsdagmiddag aan den loodgie tersknecht J. van E., van de firma Gebrs. Nieuwenbuizen, het ongeluk uit de goot van een in de Korte Bergstraat in aanbouw zijnd buis op den steiger en van daar op den grond te vallen, waar bij een regen van sternen op het lichaam kreeg. Vrij ernstig aan hoofd en handen ge kneusd en met gebroken dijbeen werd hij per brancard huiswaarts gebracht, nadat dokter Jorissen het eerste verband bad ge legd. De zetel van de militaire onderlinge waar- borg-maatschappij «Onderlinge Voorzorg", opgericht 1 Maart 1894 en wier doel is het verzekeren en uitkeeren bij het verlaten van den dienst door onderofficieren en minderen van hot Nederlandsrge leger en het verzor gen, bij overlijden, van hun weduwen en weezen, is van Utrecht overgebracht naar hier. Haar kapitaal bedraagt reeds f12000, ge uit, vleide Hermann. Men moet de macht van den ouderdom zoo lang bestrijden als men kan, zeide De Beaucourt, indachtig aan de woorden gravin De Persigny. Datik u niet dadelijk herkende, komt meer "omdat ik u in geen eeuwen heb gezien. Ik dacht, dat gij al lang en breed eeu gelukkig huisvader waart. Neen, neen, daar heb ik nooit de ware neiging toe gevoeld. Ik heb eenige jaren gereisd, toen een jaar of wat in een provincieplaatsje van de vermoei- ennissen uitgerust en uu ben ik weer friscli om het vroolyke leventje van voren af te beginnen. Maar natuurlijk is er in al dien tijd veel veranderd jij moet dus mijn cicerone zijn. Op mijn woord, dat wil ik met alle genoegen doen. Braaf zoo, dun gaan wy er van avond al op los. Ik ben Hermann. Noem my Beaucourt, kortaf Beaucourt I mijnheer de ridder! riep BravoBravo l Bravissimo l Bis Da capo Zoo schreeuwden de stemmen woest dooreen, ver gezeld van een razend handgeklap. De zaal van het café-chantant was goed liezet met het publiek, dat men gewoonlijk in dergelijke eta blissementen aantreft en vooraan, dicht bij het tooneel, zaten De Beaucourt en zijn cicerone Her mann. Een chansonnetten-zangeres had juist met een versleten stem maar met levendige gebaren eenige coupletten voorgedragen en baar gold dit overdreven applaus. Nu, boe bevalt zij je? vroeg Hermann. (IKordt va volyd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1