Donderdag 22 ®BI Juli 1897. No. 4686, 46e Jaargang. Binnenland. VERGIFT. AHERSFOOmCEE COURANT. UitgaveVerschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per !3 maanden ƒ1—; franco per Bureau a TT Post f 115. Advertentiën 4—6 regels CO cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar a CLEEFF plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. A/zonderlyke KORTEGRACHT te Amersfoort. nummers 10 cent. Telephoon 19. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Wij zijn gaarne bereid om, tegen vergoe ding van het porto, aan geabonneerden, die voor korten of langen tijd op reis gaan, de Amersfoortsche Courant en de bladen welke zij door onze tusschenkomst ontvangen, na te zenden. Opgave van duidelijk adres is voldoende KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag den 27 Juni aanstaande, des namiddags te half twee. Amersfoort, den 22. Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De ministerieele crisis duurt zóo lang, zegt de Haagsehe medewerker van de Zutpli. Cl., dat men bijna zou beginnen te vergeten, dat wij reeds langer dan vier weken eendemis- sionnair Kabinet hebben. En zooveel meen ik er wel van te weten, dat de Staatscourant ook in de eerste dagen nog geen «verrassing" zal brengen. De Nederlandsche Maagd heeft wel aan den ooievaar opgedragen, uit den ministerieelen vijver een stelletje bijeen te zoeken, maar langbeen schijnt het nog altijd niet met zich zelf eens te zijn, welk stelletje het moet wezen. Misschien heeft hij ook wel eenige moeite om uit den schat van candidaten, die in den vijver rondzwerven, juist diegenen te vinden die hij het liefst voor het voetlicht wil brengen. Naast al de gissingen en combinaties welke op dit stuk reeds gemaakt zijn, wordt thans gemeld, dat het nieuwe Kabinet aldus zou zijn saamgesteldPierson, Kabinet-formeerder FinanciënRöell, Binnenlandsche Zaken Lely, Waterstaat; Van Golstein, Buitenland- sche zakenVan Dam van Isselt, Oorlog Cremer, KoloniënMacleod, Marine Drucker, J ustitie. Niet alleen zou 't in de bedoeling van den Minister van Oorlog liggen om het aantal adjudanten en sergeanten-majoor-dienstdoend officier aanzienlijk te verminderen, maar ook zou hij het aantal sergeanten sterk willen inkrimpen en doen vervangen door de jongelui van het Reservekader. Als dat waar is en de compagnieën ont daan worden van hun kader want de luidjes die, in hun vacantiën bij wijze van tijdpasseering, te hooi en te gras eens voor een paar dagen hun uniform aantrekken, tellen toch waarlijk niet mee dan zal 't eerst een echte janboel worden. De een of andere Jan Salie heeft in het Haagsehe Dagblad weer eens gepleit voor bezuiniging in de Atjeh-zaken. Een »oud-gediende" antwoordde daarop Laat ik aan het Nederlandsche volk mede- deelen, dat wij nu meer dan ooit op den goeden weg zyn, nóg meer zelfs dan vroeger onder generaal Van der Heijdendat er geen quaestie is van hachelijkheiddat de gouverneur-generaal en de legercomman dant gerust zijn. Wel weten zij, dat er nog veel gevochten zal moeten worden, maar dat het Atjehsche volk er onder moet en er onder zal, dat lijdt geen twijfel. Het zal nog een viertal jaren moeten duren, en dat kan Ne derland best volhouden. De quaestie, toen wij begonnen, was wel niet waard wat wij opoll'eruen, maar nu zij eenmaal begonnen is, is het gebiedend noodig dat zij.zegeviorend beëindigd worde. Dat eischt ons nationaal bestaan, onze eer. Nederland niet machtig genoeg Wij hebben in Indië stof voor inlandsche soldaten, zooveel als wij inaar kunnen ver langen, en zijn zy eens in de gelederen, dan hebben vvy reeds dikwijls genoeg ge zien hoe zij hun plicht weton te doen I En in Nederland zijn er nog ilinke jongens, ge noeg om de wapens aan te gorden als het vaderland ze daar noodig heeftVoor hen die zorgen achter laten, is het maar een quaestie van de handgelden te verhoogen, om ze te krijgen en Nederland is God dank rijk genoeg om zijn naam als koloniale mogendheid op te houden Dus geen zorg 1 Wij zijn tegenover de Atjehers machtig genoeg, als wij maar willen ernstig willen. Te dikwijls is er al gesproken van «heen gaan" maar heeft men zich wel eens af gevraagd wat «heengaan" zou beteekenen? Geheel heengaan van Atjeh zou zijn: afstand doen van koloniale mogendheid te zyn. Na te hebben geschetst wat dit zou be teekenen en wat daarvan de gevolgen zou den zyn, besluit de »oud-gediende" aldus: Daarom, zie naar SpanjeWat dat arme land kan En vooral gedenk Jan Pieterszoon Koen's«Endo desespereert niet." Vooral niet, nu wy het moeilijkste achter den rug hebben, nu de vyand uit Groot Atjeh, Lepong en Lohong vorjaagd is, en niet meer durft en kan standhouden. Meer dan ooit is nu «Groot Atjeh ons,", zooals in Februari 4874 getelegrapheerii werd Neen, wij zijn niet onmachtig tegen Atjeh, en het devies blyve: Je maintiendrai. In de verschillende belastingwetten wordt met strengheid opgetreden tegen allen die fraude plegen. Uit een geval, dat dezer dagen uit Dinxperloo aan do Arnh. CL werd mede- gedoeld, blijkt intusschen, dat men by do Personeele belasting nog niet tegen allo mid delen, waarbij inen'do Schatkist zoekt te be- nadeelen, maatregelen heeft getrolTon. Voor eenige weken vond daar de schatting van het mobilair plaats. Dat de schattors in aan tocht of te wachten zijn, daarop hooft men op een dorp al spoedig zyn aandacht geves tigd. De schatters bezochten dan ook een aanzienlijk ingezetene, die het vertrouwen van het grootste deel dor hurgery heeft go- wonnon door do verschillende eereposten die hij bekleedt. Zij vonden hij dien man, hij wien een pas getrouwde zoon inwoont, zulke versleten meubels, dat de schatting slechts weinig kon bedragen. Eenige dagen later gaat oon der schatters weder voorhij en ziet van verre, dat het buis, voor oonige dagen door hem bezocht, veel in aanzien gewonnen heeft. Hij treedt nader, waagt liet een kijkje door do ramen te nemon en ziet, dat do oude meubelen voor nieuwe hebben plaats gemaakt en er do indruk werkelyk is, zooais men dit by een man van dien stand zou verwachten. De schatter kijkt wel verdrietig, dathyop die wijze was misleid en dat inenschen, dio een naam te verliezen hohbon voor eenige guldens de Schatkist niet geven wat haar toekomt. Er is echter niets aan te doen. De man is eenmaal geschat en daanneo uit. Do misleider heeft loon van zyn werk. Zou hij dit echter ook hebben kunnen doen bij de Vermogens- en de Bedrijfsbelasting of by eenige aangifte van cynsbare goederen Als een treurig teeken des tyds wordt ons medegedeeld, dat voor tweo vacatures als opzichter bij de Gemeente-reiniging to Rot terdam (salaris f500) zich niet minder dan '250 sollicitanten aanmeldden; onder hen 4, die do Militaire Willemsorde hebben. Uit Breda wordt aan de Tyd geschreven: Reeds vroeger is er op gewezen, hoo cel straf, langer dan twee jaren ondergaan, na- deelig werkt op de gezondheid van den ge- <li|: grijsaard, uuiur II: was j-iicii>i 1 znakl mij .«m pot sierlijk uil lo doHHonen mijn grijze haren door kiinst- luidtlolon to verbergen, door oon tauk dio ik op mij bob genomen, on zoo dm dio taak volbracht ia, zal ik my weer in mijn ware eodoante vertoonon. Laat my jo besoliermor zynik zul je moonomon naar hot provinciestadje waar ik woon ou waar niemand weton zal wie jo bont. Men zal je daarals mijn niolit achten on eerbiodigon. Kom, goof my de hand on stem toe. Do prachtige oogen van Constance fonkelden. Zy grcop do hand van don ridder on boog daarover om or oen kus op to drukken. Vervolgens zonk zy in haar fauteuil achterover ou oon pynljjk hijgen steeg uit haar borst op. Ach, hot zou zoo schoon zijn, Htuinoldo zij, na weer en weinig hjj udom gekomen to zyn, hot zou heerlijk zyn wanneer hot mogelijk was. En waarom zou hot niot mogolijk zijn? vroeg Ileauoourt. Binnon een paar dagen heb ik mijn tank hier te Münehon volbracht on dan vertrokken wij naar mijn stadje. En hij 7 vroog Constance schuchter, denkt u, dat hij my zal laten vertrekken 7 Uw zoogenaamde „papa" dien gij zoo groent 7 Nu, daar zal ik wel oon middel op vinden, zoido Boaueourt; jo vlucht eenvoudig, Constance sprong op en mioldo nnnr don ridder, Deze gedachte moot God zolf u Ingegeven hebben, zoido zij vol ongowondenhoid, do vlucht ia hot oonigo middel dat binnen ons horolk ligt, ja,ja, ik zal vluchten. Kon liovige hoestbui volgde op doze laatste woor- don on eon bloedig schuim kwam op haar lippen, Do ridder, dio zag hoe uitgeput hot meisje was, stond op en ried haar aan zich te bod begeven. Wat zou dot baton, mompelde Constance, van avond moet ik toch weer zingen. Dat moogt go niot. I riep do riddor uit, geef mi) papier, pen en couvert. vitngene. Zoo'n geval deed zich weer voor te Breda, waar een tot celstraf veroordeelde door het «zitten" een ziekte heeft opgeloopen zoodat hy oen levonsgovaariyke operatie in het Gasthuis hoeft moeten ondergaan, Zou het niet wenschoiyk zyn, dat van Regeeringswego oens oon onderzoek werd ingesteld: weikon invloed celstraf, langen tyd ondergaan, op de gezondheid van den tot die straf voroordeelde uitoefentMen zou dan allicht tot andere wyze van straffen overgaan. En byv. zou het wel overweging verdienen om, in plaats van gevangenen te laten coneurreeren met den braven werk man, hen veldarbeid te doen verrichten, onder toozicht van politie ot militiaren. Ais zy eens werkzaam werden gesteld om de Poel vruchtbaar te makon of heidegronden te bewerken, dan zouden zy heol wat meer goed doen aan de mnatschappy, tegen welke velen hunner zwaar gozondigd hebben. Ovoroonkomstig don oisch van den amb tenaar by het O. M., is oen landbouwer te Wijnjeterp door den kantonrechter te Beet- stor/.wuag tot drie maanden hechtenis ver oordeeld, wegens liet niet aanwenden der noodige pogingen tot redding van een zoontje van R. N., dat in het water lag, welk knaapje jammerlijk verdronk, hoewel het zonder eonig gevaar gered had kunnen worden Aan de Zw. Ct. wordt gemeld, dat het leggen van de telephoonkabol van (Jrk over Schokland naar de bovenlanden van de Kaïn- perketel met goeden uitslag heeft plaats ge had De verdere aansluiting vnn Kampen zal spoedig haar beslag krygen. Hoe, voorzichtig men moet z\jn by het koopcii van zoogenaamde geneesmiddelen op de markt, is woor voor de zooveelste maal gebleken. Te Amsterdam is door oon surnumerair van politie een man naar hot bureau gebracht, dio er zyn werk van inaakte, aan de gocdgeloovige inenschen tleschjes met geneesmiddelen te verknopen. By hot onderzoek van zy» koopwaar is gebleken, dat er in de lloschjes vloeistof aan wezig waren, die zware vergiften waren. Hot mooiste was, dat de man zelf niet wist, wat hij verkochthij had zyn grondstellen in geslagen opeen publieke verkooping. By supplotolre hegrooting hoeft de Mi- nistor van Binnenlandsche zaken voorge steld, den post, uitgetrokken op do Begroo- Constnnoo zollo mm sehryfnecoHsulro voor hom op do tafel en do riddor Holiroof aan Boor, waarbij hy een bankbiljet inaloot. Dat zal helpen, zoido hy, de ollondclinK ui je nu wel de zoo noodige rust gunnen. Constauce zuchtte. Misschien. Do Boaueourt nam hierop afscheid van Constance, die zich terstond naar haar katnor begaf en zich te bed legde. Do opgewondenheid waarin hot denkbeeld vau eon vlucht hiuu gebracht had, werkte bijna vernie tigend op haar wakke gentel. Huur zunuwon worden in do hoogste mate geprikkeld en huur hoofd klop- tou zóo geweldig, dat zij meonde het vorstand te zullen verliezen. Oik zul vluchton, ik moet, herhaalde zij tel kens. TegclUk sprak editor oon naamloezo angst uit haar blik. Toon Boor thuiskwam lag Constance krachteloos, selder buiten, kennis, op haar bod. Hy ging on middellijk naar haar toe. Het urmo meisje schrikte, toon zy haar pjjnigor zag. De vrees overviel baar, dat Boor bot plan tot do vlucht op haar golont zou lozen. Jo bout wut ongesteld en moogt vanavond thuis blijven, zoido de sielvorkooper koel. Ik zal jo bij den direeteur verontschuldigen. 11 (j ging weer heen, zonder dat liij Constance zolf» goed had aangezien. Ileauoourt kwam kort daarop terug en verlangde II Kir Ie sproken, die hom zoor voorkomend ontving, doch met een gemeenzaamheid, dio don riddor in nerlijk woedend raeekte. Constance is gevaarlijk ziek, zcidu Hcunooiirt bijna zonder inleiding, g\j moeteen dokter ontbiodon. (Wordt vrrvutyd). Feuilleton. Hij vermoed de gravin, maar Olaria kon hij niet ontwijken, want de jonge gravin kwam hem op zyn kamer bezoeken. Getrouw aan zijn belofte gaf hy der gravin oen nauwkeurig verslag van zyn avontuur. Zy verzocht don ridder, haar verder op de hoogte te houden, hoe het met het arme meisje ging. Beaucourt beloofde liet. Na het dejeuner, dat hij geheel alleen op zyn kamer gebruikte, liet hy een rijtuig komen en zich naar het huis van CoiiHtanco brengen. Aan don portier vroeg hy, of mijnheer Boor daar woonde. Boor was de naam van don man met de bakke baarden do ridder had zich dien naam mei weinig moeite herinnerd en ook dat Boor een Amerikaan wab, die zich nl jarenlang met een gcwetenlooze zielverkooperjj bezighield; met zyn vrouw was hij daarmee begonnen, later had hy zijn dochter Ma rietta en nu zyn kleindochter Constance opgeofferd. De Beaucourt werd ontvangen door een bejaarde vrouw met een verloopen uiterlijk, eon handlangster van Boor. Zy bracht hom in een vry weelderig ge- moubileerdcu ontvangsalon, hoewel dio weelde meer docoratiewerk, oogverblinding was. Mynheer Boor is niet thuis, zoido de vrouw, maar ik donk wel dat Constance u zal kunnen ont vangen ik zal lmar terstond guan roepeti. UI ik herkende mynheer den baron terstond, naar de bo- sehryving dio zy ons van u gegeven heeft. Men was dus op het bezoek vooorbereid en waar schijnlijk was Boor mot opzet uitgegaan om den ridder Beaucourt of den baron, zooals men hier noemde door zyn dochter te laten ont vangen. Beaucourt glimlachtezyn geweten verweet hem niets, hij kwam mot de eerlijkste bedoelingen. De kruiperig-vriendelyke vrouw verdween oukort daarop kwam Consuince binnen. De Beaucourt snelde haar tegemoet. Constance wankelde en zag doodsbleek. Zy was gekleed in oen sierlijk negligé ou droeg een withouten kraag, Neem my niet kwalijk, zoido zy, terwijl zy met do huud over hot bout streek, maar ik bon zoo koud. Toch was de salon aangenaam verwarmd. Beaucourt begreep wel, waarom het arme meisje zoo koud was. Zy hud een inwendige koorts, die eerst dan ophoudt wanneer zy do zieluit het lichuaam heeft verdreven. Do ridder gevoelde innig medelijden mot hot arme sluclitofl'er van den zielverkooper, meer nog dan den vorigen avond, want nu eerst, bjj het hel dere daglicht, merkte hy op, hoo deerniswekkend ConBtauce er uitzag. Neem plaats, mynheer, zeide de chanteuse, terwijl zij Beaucourt oen stoel aanwees en zelf haar afgemat lichaam in een fauteuil deed nedorziukon. Beaucourt begon Waarvoor ik gokomen ben, weet jejo hebt my gisteravond wol een weigoroud antwoord ge geven, maar dat kan ju geen oriiBt geweest zyn jo moogt myn reddende hand niet alwyzeu, want ik verzokoi' je, dat je onder het juk van je grootvader een wissen dood tegemoet gaat. Dat weet ik ook, maar ik kan dat juk uiot afwerpen, zuchte Constance. Je kunt dit wol, Constance, hIb je slechts ver trouwen stelt in mij. Whs mij niet af om myn dwaas uiterlijk en beschouw inij niet als een ouden dwaas. Nog kort geleden zag ik er uit ales coil eerbied waar-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1