Donderdag 26
Augustus 1897.
No. 4696,
46e Jaargang.
VERGIFT.
Stadsnieuws.
Uitgave
A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 1.15. Ad verten tien 1—6 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, ul'iicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 56
Telephoon 19.
Wij zijn gaarue bereid om. tegen vergoe
ding van het porto, aan geabonneerde»,die
voor korten of langen tijd op reis gaan, de
Amersfoortsche Courant en de bladen welke
zij door onze tussclienkomst ontvangen, na
te zenden.
Opgave van duidelijk adres is voldoende.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 203 der Wet van 29 Juni 18-51
Staatsblad No. 85),
Doen te weten, dat de BEGROOTING der
plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer ge
meente voor het jaar 1898, door hen aan den
Raad aangeboden, gedurende veertien dagen, te
rekenen van heden, alle werkdagen van 10 tot
1 uur op de Secretarie voor eenieder ter lezing
zal liggen, en dat men van voormelde Begroo
ting afschrift kan bekomen, tegen betaling der
kosten.
Amersfoort, den 24. Augustus 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Weth., lo. Br.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De Latijnsehe Sehool
te AMERSFOORT.
(SEPT. 1619—NOV. 1G23)
VII (Slot).
Den 27 October kwam het volgende adres
in Verthonen met behoorlijcke eerbiedinghe
die van de kerc.ke tot Amersfoort hoedatsij
gesien hebbende sekere acte [enz. enz
groote swaricheden daarinne vindende, geen-
sins en vermogen daerinne te verwilligen
ende dat om verscheydèn wichtige redenen,
van de welcke sommige sijn particulier, som
mige algemeen de particuliere sullen wij om
seeckere redenen voorbijgaen, ende alleen
de algemeene uwe achtbaericbeyt vertonen,
devvelcke sijn genomen van de wetten ende
resolutien onser provincialen synoden ende
sijn dese
van de welcke sommige sijn particulier, sorn-
1. «Anno 1619 is verstaen dat een Pre
dicant niet en behoort noch en mag het
schoolampt ofte eenige andere diensten aan
nemen dye hem in sijne bedieninge- souden
mogen hinderlicken wesen.
2. «Anno TG23 is desen artyckel bij seeckere
Feuilleton.
38).
De beide heeren keken om en voor hen stond
Benedicta.
De oogen van den directeur richtten zich met
een allesbehalve vriendelijke uitdrukking op het
meisje en hij snauwde haar toe:
Wat is er Wat heb je te zeggen
Benedicta verzamelde al haar moed, keek den
directeur onverschrokken aan en zeide:
Ik kan uw voorstelling redden, mijnheer
de directeur.
Wat? Mijn voorstelling redden? Onmoge
lijk dat kan alleen Cilano en die is ziek.
Juffrouw Cilano is niet de eenige die deze
rol kan spelen, antwoorde Benedicta, die, nu
zij eenmaal zoover was, aldoor moediger en be
daarder werd. Ik heb het haar nu vijftien avonden
achtereen zien doen, ik kan het ook, als u er
maar eens de proef van zoudt willen nemen.
Deze op eenvoudigen toon gesproken woorden
maakten een machtigen indruk.
De regisseur greep Benedicta bij haar beide
handen.
Is het mogelijk riep hij uit. Zou je dat
kunnen
De directeur stampvoette van woede en
Behreewde
Dat meisje waagt het, ons voor den gek te
occasie geresumeert ende nadere vercluert,
dat also een yeder ampt, verstaet het pre-
dick- ende schoolampt, een geheel persoon
vereyscht een Predicant alle andere be
dieningen verlatende, hem alleen met den
kerekendienst sal tevreden houden.
3. «Sijn oock eenige exemplen gestatueerl,
want die Predicanten die boven haren dienst
de schoole hadden aangenomen ofte ver-
sochten le mogen aennemen, is belastet de
schoole te moeten verlaten ende geene te
mogen houden ofte oock aen te nemen bij
exempel enz." Hierop volgen eenige voor
beelden tot staving van bet beweerde,
zonder belang voor ons.
Het slot is
«Yersoecken derhalven gansch dienstelijck
dat de Heeren Regeerders gelieven dese onse
gemoveerde swaricheden ten besten te
verstaen ende ons volgens den 28en Artyckel
van onsen kerekenordeninge in onse goede
ordeningen de handt te bieden ende te be
schermen, gelijck oock op andere middelen
gelieve le gedencken, ten einde de schoole
met een bequaem rector ende ten spoe-
dichste rnoehte werden voorsien, enz. enz."
Weder moesten de Regeerders toegeven
en weder ging het onwillig.
Het stuk, dat zij lieten voorafgaan aan de
benoeming van den volgenden Rector is te
lang om in zijn geheel te worden geciteerd.
Er blijkt ten duidelijkste uit, hoe weinig de
leden van den Raad zich konden vereenigen
met de zienswijze der geestelijke heeren.
Wij zien hen als het ware de schouders op
halen over de li. i. weinig zeggende argu
menten van den Ke- keraad. ü.a. lezen wij
hierin, dat «de Regierders haer onder cor
rectie laten beduncken, dat de beroepinge
Hermanni Anthonidae tot den dyenst der
kerkenraed alhyer doch gratis waer te nemen,
met egheene fundament hij de kereke alhyer
tegengesproken endegeweygert wort"; verder:
dat de resolutien van de Nationale ende
Provinciale Synoden bij de kereke alhyer
geallegeert, medebrengen verboth van com
binatie des kerckelicke dvenst daerdoor te-
ruggestelt ende verachtert soude werden,
daer ter contrarie de beroepinge Hannanni
Anthonidae voortganck gewinnende, tgetal
der bedyenaren van den Woorde Goodes
alhier versterekt ende eo ipso den dyenst
der kereke conform d'lntentie der Synodale
resolutien sooveel te meer gevorderd soude
worden byzonder soo de bedyenaren van de
kereke alhyer d'voorn. Harmanni Anthonidae
mondeling "toegesclieven hebben goede gaven
in leere ende leven, d'welke hij scifs als
ponden van Godt onlfangcn, verclaert. heeft
houden. Zij een rol spelen, waar het talent
van een Cilano toe vereischt wordt?
De regisseur nam reeds de verdediging van
Benedicta op zich.
Het meisje ziet er lief uit, zeide hij, zij
heeft een mooi geluid en weet zich op het too-
neel al heel aardig te bewegen.
Maar zij heeft nog geen tien woorden achter
elkaar op het tooneel gesproken, zeide de direc
teur zij zal blijven steken, men zal haar uitfluiten
en dan is de reputatie van mijn gezelschap naar
de maan.
Ik zal niet blijven steken, mijnheer, zeide
Benedicta vol zelfvertrouwen, men zal mij niet
uitfluiten en de reputatie van uw gezelschap
zal glansrijk gehandhaafd worden. Ik ga naar
de kleedkamer van juffrouw Cilano, trek haar
costmim aan, dat er nog hangt en dan kunt u
voor den aanvang laten bellen.
Zoo spreekt alleen het ware talent, juichte
de regisseur, laten wij het met haar maar eens
beproeven, mijnheer.
Doe wat je wilt, voor mijn part! riep de
directeur, ik ga heen, ik heb een gevoel alsof
de muren van den schouwburg op mij zullen
neerstorten.
Hij snelde weg.
De regisseur drukte Benedicta de hand.
Je bent een moedig meisje, zeide hij, dat
noem ik echt artistenbloedga naar de kleed
kamer en maak je gereed. Het costuum van
Cilano zal je vrij goed passen. Ik zal intusschen
aan het publiek gaan mcdedeolen, dat jij wegens
ongesteldneid van Cillano haar rol hebt ge
nomen.
Benedicta snelde naar de kleedkamer der zieke
van consciëntie wegen Godes kereke uyet te
kunnen onttrecken" enz. enz.
Daar men hem dus niet tot Rector kon
krijgen, verklaren regeerders «om vredes-
wille haer mette kereke te conformeren
protesterende haer intentie ende devoir in
dese saeeke gestreckt te hebben, alleen tot
vorderinge van 't gemene beste der kereke
ende schoole, alhyer, sonder in het alder-
niinste voorhebbens geweest te sijn directe
of indirecte te krencken d'authoriteyt van
de Nationale ende Provinciale Synoden, veel
weyniger deselvige eenige indrachtte doen."
Benoemd werd hierop Theodorus Schut,
di'. Medicus te Gorcum, ongeveer op dezelfde
conditiën als Jacobus Hovius.
Over dezen misschien later.
In dezelfde vergadering waarin Schut tot.
Rector benoemd werd, werd mr. Adrianus Mol-
lius die in 1619 zijn Praeccptoraat had neerge
legd, aangewezen tot scholarch der Latijn
sehe schole. Hij was toen reeds Schepen
iler stad en werd later, van 1631 tot 1634,
een der Burgcmeestere».
Een kleine aanvulling is noodig, vooral
naar aanleiding van eenige aanwijzingen, mij
gedaan dooi' den heer Van Rootselaar, Archi
varis der Gemeente.
In het begin maakte ik melding van eene
resolutie van 12Maart, waaruitzou blijken, dat
de orde op de school onder het bestuur van den
waarneinenden rector Bernardus Larensis
nog al wat te wenschen overliet. Deze con
clusie echter is te stout. In deze resolutie
toch «wordt geinterdiceert aan een ygeiiek
tsij Jonde ofte Oudl van in ofte omtrentdie
scholen van de stadt tsij grote schole ofte
librie enige insolentien te bedrijven, die
meesters mit woorden ofte mit wereken te
misdoen ende generalicke van te spelen op
kerekhoven oite merekten mit enige spul.
Hieruit ziet men, flat het niet geweest is
eene wanordelijkheid onder de leerlingen,
maar meer zekere oppositie tegen de school
of de scholen, die zich vertoonde bij «Jonck
en Oudt". Dit zal nu de orde in de school
wel niet verbeterd hebben, maar hiervan
blijkt uit de resolutie niets. Wel echter was
9 April 1564 aan mr. Aernolt Rackhuyse
aangezegd«Omme beter opsicht te nemen
op te scliole."
Nadat Gesselius van zijn ambt was ontzet,
volgde den 26 December 1619 een resolutie
waarbij hem «lot vereeringhe (of versoe-
tinghe dat hij van de reetorsampte dezer
schole es verlaten, wordt toegelegd d'sotnme
van vyer hondert gulden." Deze som echter
kwam lic.in waarschijnlijk toe krachtens zijne
aanstelling, waarin wij vinden «noch salden
voorsz. Gesselio voor sijn opbreecken ende ver-
treck toegeleyt werden eens een eerlicke re
compense toldiscretie van mijn E. Heeren."
Bovendien schijnt hem echter nog iets te
zijn toegelegd; wij lezen toch in de resolutie
van 27 December 1619«dat er een propine
gemaekt sal worden voor den arbeid bij
hem gedaen int veranderen van eenighe
precepten in de localen van sexta et scp-
tima". Zulk een propine of propina is eene
schenking.
Dit was dus de belooning, die van bij
zondere tevredenheid getuigde.
Voor de gelegenheid, die mij zeer welwil
lend werd geschonken tot het doen van
onderzoekingen betredende de geschiedenis
van onze Latijnsehe School, betuig ik reeds
hier mijn hartelijke» dank aan het Dage-
lijkseh Bestuur der gemeente Amersfoort en
aan het Classicaal Besluur en de Kerkvoogdij
der Nederlandsche Hervormde kerk alhier
en aan allen, die mij door hunne aanwij
zingen hielpen en hunne zeer gewaardeerde
belangstelling toonden in dezen arbeid.
H. J. REIJNDERS.
Amersfoort, Juli '97.
De Dinsdagmiddag te kwart vóór tweë-
j en geopende vergadering van den Raad
dezer Gemeente werd gepresideerd door
den heer E. L. Visser, Wethouder, loco-
Burgemeester, en bijgewoond door 14 leden,
terwijl afwezig waren de heerendr. P.
Groeneboom, C. T. van Beek en A. H.
van Kalken.
Voor het lezen en z. h. st. aldus arres
teeren der notulen deed de Voorzitter
mededeeling, dat aan den heer Burge
meester verlof is verleend om zich buiten
de Gemeente op te houden tot 13 Sep
tember.
Aan de orde kwam het onderzoek der
geloofsbrieven van de nieuwbenoemde
leden, de heerenE. L. Visser, mr. J.
Heyligers, D. Gerritsen, G. P. A. Garje-
anne, mr. J. C. li. Prikken en mr. F.
D. graaf Scbimmelpenninck. Op voorstel
van de commissie ad hoe, bestaande uit
de heeren P. van der Want J. Mz, J.
Ger. Kleber en H. J. Croockewit, werd
z. h. st. besloten tot toelating dier leden
tooneclspeelster en de regisseur liet het scherm
ophalen om het publiek met de nienwe bezet
ting van de hoofdrol bekend to maken.
Een gemompel klonk uit de zaal, waar het
publiek dicht tegen elkaar gedrukt zatieder
was verwonderd, want men kende juffrouw Be-
nedieta niet, die moed genoeg bezat om de rol
van de eerste actrice op ich te nemen De re
gisseur voelde zich óok niet op zijn gemak, want
ook de tooneelspelers kwamen bij hem en be
stormden hem met vragen, hoe men er toch
toe kwam om de hoofdrol toe te vertrouwen aan
een figurante, die slechts nu en dan een klein
rolletje had mogen spelen. Er was echter niets
meer aan te veranderen het publiek was verwit
tigd, Benedicta had laten zeggen dat zij gereed
was, het scherm ging op en de voorstelling be
gon.
Toen Benedicta in het costuum van Cilano
achter de coulissen kwam, keken de tooneelspeel-
sters haar vol afgunst aan f n schenen haar met
de oogen te willen doorboren ook aan hoonende
opmerkingen ontbrak het niet.
Een ongehoorde brutaliteit, zeide er een.
Zij kan op het tooneel nog niet gaan of
staan.
Zij snatert als een gans.
Nu, wij zullen straks een fluitconcert hoo-
ren.
Na het eerste bedrijf blijft er niemand meer
in de zaal.
Benedicta kende haar kunstzusters al een wei
nig zij wist, dat de afgunst nergens zoo groot
is als aan het tooneel en daarom deed zij alsof
zij die hatelijke aanmerkingen niet hoordebo
vendien deed ook lante al haar test. om he
meisje moed in te spreken.
Laat ze maar praten, zeide zij, en denk aan
je rolje zult wel succes hebben.
Eindelijk was de tijd daar dat Benedicta moest
optreden. De regisseur huiverde, de acteurs en
de actrices keken door alle naden en gaatjes
in de decoratie on het publiek was in spanning.
Reeds ging er een goedkeurend gemompel door
de rijer, der toeschouwers, toen de debutante
voor het voetlicht kwam toen zij begon te
spreken, werden de gezichten in de zaal vrien
delijk en na haar eerste, groote scène volgde
reerls applaus.
Het eerste bedrijf van het stuk was ten einde.
Benedicta stond half bewusteloos op het too
neel, tegen een coulisse geleund.
Zij voelde niet, dat de regisseur haar de hand
drukte en hoorde de woorden niet, die hij tot
haar sprak
Speel zoo voort, juffrouw Benedicta, u doet
het beter nog dan Cillano, speel -zoo voort.
Zij speelde zoo voort en net succès klom bij
elk bedrijf.
Aan het slot werd zij daverend toegejuicht,
zij moest meermalen terugkomende geestdrift
kende geen palen.
De directeur, die de geheele voorstelling, in
een hoek van de zaal verborgen, bad bijgewoond,
snelde het tooneel op en sloot Benedicta ten
aanscbouwe van het. geheele gezelschap in zijn
armen hij kuste haar op het voorhoofd en riep:
Gij zijt een kunstenares, een ware kun
stenares.