Maandag 30
Augustus 1897.
No. 4697,
46e Jaargang.
31 AUGUSTUS.
1880-1897.
Binnenland.
PHOENIX BROUWERIJ.
H. MEURSING& Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
VERGIFT.
Uitgave
firma A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post f 1.15. Advertentiën i6 regels CO cent; elke regel meer "10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzondei'lijkc
nummers iO cenl.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KOETEGRACHT 56
Telephoon 19.
Goudglanzend spelt d'Augustuszon een woord,
Uit heldre stralenbundels saamgeweven,
Den naam, in Nederland van oord tot oord
Met heil'ge stift in 't hart des volks geschreven.
De grijsaard snikt hein uit met dankbre vreugd,
De man voelt door zijn macht zijn krachten groeien,
De moeder doet haar kind in d' eerste jeugd
Voor WILHELMINA 't hartje in liefde ontgloeien.
Zoo leeft, zoo trilt, zoo gloeit die naam dat woord
Uit Neerlands heil'ge Oranjestam gesproten
't Ruischt, als een zacht aandoenlijk harpaccoord,
Door 't HollandscK hart van eed'len, kleinen, grooten.
Roem' England vrij zijn waardige Vorstin,
Vier' Indië zijn' Keizeriu Victorie,
Wij eeren jub'lend onze Koningin,
lu WILHELMINA is onze aller glorie
Ontplooi u fiei', op deez' gewijdeu dag,
Oranjevaan kroon Holland's frissche kleuren
Blijft gij 't symbool van Neerlands heil'ge vlag
Waar ginds en hier d' Oranjebloem mag geuren
Telt Insulinde ook zijn millioeueu mee
Nu hier millioenen 's Lands Vorstin verjaren,
Dra zal het ook, ver over land en zee,
Om WILHELMINA'S troon verrukt zich scharen.
En gij, o pracht ju weel van Amersfoort,
Gij, pronk der bouwkunst, rijkgekroonde toren,
Wiens feestmuziek zoo dikwijls werd gehoord,
Laat weer uw zilverheldre klokjes hooren
Wees d' echo van uw schoone, grijze stad
Eén hymne stijge omhoog uit al uw klanken
Vier feest met ons, met Neerlands grootsten schat,
Uw jubeltoon mag mee Gods liefde danken.
Hattkm, 30 Augustus 1897.
H. M. SCHERMER.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8. der Wet van den 2. Juni 1875
(Staatsblad no 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat door
hen aan F. M. HOUBAER en zijne rechtver
krijgenden vergunning is verleend om eene
drogerij Tan sigaren opterichten in het te stichten
perceel op het terrein gelegen aan het Christi-
aanspark, wijk G. No. kadastraal bekend
onder sectie D, No. 1846.
Amersfoort, den 23 Augustus 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Weth., 1". Burg.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der Wet tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
van openbare dronkensehap
Brengen ter openbare kennis, dat een verzoek
schrift om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein bij hen is ingekomen van
H. de VRIJE, in het perceel staande aan den
Hof wijk F. no. 320 te Amersfoort.
Amersfoort, den 21 Augustus 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Weth., 1°. Br.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
HH. MM. de Koninginnen zullen tegen
de aanstaande opening der Staten-Generaal
in de Residentie terugkeeren en een acht
of tienlal dagen aldaar verblijven.
Nederland heeft 85 dagen noodig gehad,
de voorbereidingen niet in aanmerking ge
nomen, om voor zijn Tweede Kamer 100
leden bijeen te brengen. De eerste candidaats-
stelling had plaats op 1 Juni; de laatste
Feuilleton.
De regisseur was buiten zicbzelven van vreugde
hij toch was het, die door zijn voorspraak het
optreden van het meisje bad mogelijk gemaakt.
Zelfs de kunstbroeders en zusters van Benedicta
wenschten haar geluk met het succes. Zoo werd
zij eensklaps een ster aan den kunstkemel.
In een onbeschrijfelijken toestand kwam zij
thuis.
Tante juichte
Morgenochtend zeg ik de huur van dit
krot op en we verhuizen naar een der hoofd
straten.
Benedicta had, vóór zij den schouwburg ver
liet, van den directeur de boodschap gekregen,
dat zij den volgendeu ochtend op het kantoor
verwacht werd.
Op het bepaalde uur ging zij er heen en de
directie legde haar een contract voor, waarbij
een hooge gage werd bepaald en dat terstond
van kracht was.
Tante ging er, toen Benedicta met dit contract
thuiskwam, dadelijk op uit en huurde een eerste
verdieping, geheel gemeubileerd, in een der
beste wijken van Munchcm. Zij vertrokken ter-
Btond uit het huis „De Zeven Hoofdzonden" en
sliepen reeds denzelfden nacht in hun nieuwe,
prachtige woning.
Ook in andere reilen maakte Benedicta een
verbazenden opgang en haar naam als drama
tische kunstenares was spoedig gevestigd.
Als een niet te vermijden gevolg van haar
succês trok Benedicta terstond de aandacht der
jonge, voorname heeren, die tot de habitués in
den den schouwburg behoorden en meermalen
vond zij op haar kaptafel in de kleedkamer rose,
briefjes, „billets doux" van vereerders, die haar
in hoogdravende bewoordingen hun liefde schet
sten, welke „door haar verblindende schoonheid
en haar bedwelmende lieftalligheid" was te voor
schijn geroepen. Zij liet deze briefjes onbeant
woord en later nam zij zelfs de moeite niet meer,
ze te lezen of zelfs te openen.
Op zekeren avond, toen zij. als naar gewoonte,
met tante Binkert uit den schouwburg thuisge
komen was, in de huiskamer gesoupeerd had
en vervolgens haar slaapkamer opzocht, vond
zij op de tafel een geopend étui waaruit haar
een kostbare diamant'„u parure, bestaande uit
oorknoppen, collier en armband, tegenfonkelde.
Zij schrikte zóo hevig, dat het haar duizelde
voor de oogen en zij moeite had het visitekaartje
dat er bij lagen. Het was van Vicomte Lucien
de Nival, attaché bij de Fransehe ambassade
en er onder stond geschreven„Aan de geniale
kunstenares, van een bewonderaar."
Benedicta bloosde tot achter de oorenzij
belde.
Haar kamenier trad binnen, in de veronder
stelling. dat zij haar meesteres, zooals iederen
avond, bij het ontkleeden moest behulpzaam
zijn. Zij was echter niet weinig verbaasd, toen
Benedicta hnar met van toorn bevende stem
toevoegde
.Te bent op staanden voet ontslagen 1 Hoe
durf je je vermeten de tusschenpersoon van dien
vicomte te zijn? Je hadt die juweelen niet mogen
aannemen; wat denkt die mijnheer wel van mij
Neem mij niet kwalijk, mejuffrouw, stot
terde het meisje, maar ik heb geen woord met
den vicomte gesproken en weet niets van deze
juweelen af; ik zie ze nu voor 't eerst.
Benedicta verbleekte en snelde naar de kamer
van haar tante. Daar werd tusschen beide vrou
wen een heftig gesprek gevoerd, waarvan het
gevolg was, dat de kamenier in haar betrekking
bleef, en dat vrouw Binkert den volgenden
ochtend de j uwoelen bij den attaché terugbezorgde.
Toch kon vrouw Binkert, toen zij van den
vicomte terugkwam, niet nalaten in zichzelf te
brommen
Zoo'n domme gans: zij schopt haar fortuin
met den voet weg.
Het was een uitgemaakte zaakde gevierde
kunstenares was ongevoelig voor elke hulde,
die niet haar kunst betrof; zij kende slechts éen
liefdeliefde tot de kunst.
Dat zou echter eenklaps anders worden en de
slimme vrouw Binkert was de eerste, die een
verandering bij haar pleegdochter waarnam. Hoe
zou ook een onschuldig meisje als Benedicta
haar aandoeningen hebben kunnen verbergen
voor een zóo sluwe vrouw als haar pleegmoeder
Het kostte vrouw Binkert dan ock zeer weinig
moeite om te ontdekken wie deze verandering
bij Benedicta had doen ontstaan.
Het jonge mensch, dat iederen avond op
de tweede rij van het parket zit, heeft haar in
gepakt, redeneerde zijik moet er eens achter
zien te komen, wie hij is.
hei-stemming geschiedde 24 Augustus.
Het resultaat is, dat de nieuwe Kamer
thans telt47 liberalen van verschillende
nuances, 5 radicalen, 2 Chr. historischen en
3 socialisten, totaal 57 anti-clericalenen
22 katholieken en 21 anti-revolutionairen,
terwijl 24 leden voor de eerste maal zitting
nemen, van welke 19 voor de eerste maal
op het Binnenhol' komen.
De oude Kamer bestond uit57 liberalen,
3 radicalen, 25 katholieken en 15anti-revo-
lulionnairen.
De sluiting der tegenwoordige zitting heeft,
als gewoonlijk, den laatsten Zaterdag vóór
het begin der nieuwe zitting plaats, dit jaar
dus op 18 September.
De openiug der nieuwe zitting, welke
volgens de Grondwet op den derden Dinsdag
in September moet geschieden, valt dit jaar
vrij laat, daar 1 September een Woensdag
is. De Troonrede zal dus eerst 21 September
worden uitgesproken.
De Staats Crt. bevat voor de tweede
maal de volgende waarschuwing
Honderden brieven en briefkaarten zijn,
wegens onvolledig of onjuist adres, onbe
stelbaar en worden, wijl de afzenders niet
bekend zijn en dus de stukken niet aan
ben kunnen worden teruggegeven, na ver
loop van drie maanden vernietigd.
De aandacht van het publiek wordt er
nogmaals op gevestigd, dat de afzenders zich
tegen zoodanig gevolg kunnen vrijwaren"
door vermelding van hun naam op de ach
terzijde der stukken.
De, heer Heemskerk, de candidaat der
anti-revolutionnairen te Amsterdam voor de
Tweede Kamer heeft wel wat men noemt
»Pech". Den 25 Juni werd hij door den heer
Van Gilse te Sneek met éen stem meerder
heid verslagen en nu, deze week te Amster
dam, was het verschil niet eens éen stem
en toch moest de heer Heemskerk het al-
leggen, omdat zijn tegenstander de heer
Geertsema een paar jaar ouder is dan hij.
Het Bataviaansche Hblb. schrijft
Generaal Vetter zal als gepensionneerde
vermoedelijk de tweede luitenant-generaal
zijn, die wegens in en door den dienst ont
stane gebreken aanspraak op verhoogd pen
sioen kan laten gelden. Generaal van der
Heijden heeft boven zijn f'9000, voor 't ge
mis van een oog nog een kwart of f22o0
verhooging en ook de tegenwoordige leger
commandant ondervindt ten gevolge van
Inderdaad, de verandering bij Benedicta was
zeer in het oog loopend; zoo vroolijk en onbe
zorgd als zij vroeger was, zoo ernstig en in zich
zelf gekeerd was zij nu.
Alleen 's avonds, als zij den jongen man in
het parket zag zitten, glimlachte zij en drukte
soms de handen tegen het hart.
Zij geraakte in verrukking wanneer hij haar
aanzag, maar dat hij eiken avond in den schouw
burg was en nog geen poging had gewaagd haar
buiten het tooneel te leeren kennen, verdroot
Benedicta. Zij zou voor hem niet ontoegankelijk
zijn geweest.
Reeds zon zij op een middel om hem te doen
begrijpen, dat hij een diepen indruk op haar
had gemaakt, toen de stille vereerder eindelijk
moed genoeg verzameld scheen te hebben om
zelf de eerste poging tot toenadering te doen.
Op zekeren a* ond bracht een controleur een
bouquet in de kleedkamer van Benedicta. Tus
schen de bloemen stak een klein briefje. Het
schoone meisje begreep terstond, dat het briefje
van den jongen man was, dien zij volstrekt niet
kende en in wien zij niettemin zulk een leven
dig belang stelde.
Binkert, die de kleedkamer van haar pleeg
dochter bewaakte als een oude draak, trad
binnen zoodra de controleur heengegaan was.
Haastig verborg Benedicta het brieve in haar
corsage.
Wat is dat voor een bouquet? vroeg de
tante. Het is een echt lor en komt zeker van
een bewonderaar op het schellinkje!
{.Wordt vervolgd).