Maandag 25
October 1897.
No. 4713,
47e Jaargang.
Stadsnieuws.
VERGIFT.
PHOENIX-BROUWERIJ.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Uitgave
A. H. VAN CLEE FF
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco per
post f 1.15. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote lettejjs naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers iO cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KOETEGRACHT 56
Telephoon 19.
Tot leden van den Kerkeraad der Ned.
Israëlietische Hoofd-synagoge hier zijn gister
herkozen de heerenE. L. Visser, Pli. Meijers
en S. van Embdeu, aftredenden.
In allen eenvoud, bijna onopgen ••kt, werd
Dondeidag door de Congregate var. O. Ij.
Vrouwe de gedenkwaardige d:. gevierd,
waarop zij zich vóór 70 jaar hier vestigde.
Aan de kinderen van de scholen werden in
den namiddag ververschingen aangeboden,
waarbij de aartsbisschop mgr. Van de We
tering tegenwoordig was.
Nadat in de vergadering van 4 October
een commissie van 7 leden werd gekozen
(wier namen hieronder met zijn aangeduid)
uie zich 14 leden zouden toevoegen, is thans
de Hoofdcommissie voor de Huidigingsleesten
in 1898 aldus luidt de ufficieele naam
saamgesteld uit de volgende stadgenooten
kapitein E. C. Boogaert, Jan van den Brink*,
H. J. Croockewit, H. C. van lJam, A. H.
Drijfhout van HoolT, P. J. Frederiks, luite
nant Jos. M. C. Haak*, J. van der Horst,
majoor O. G. H. Heldring, A. Herschel Bzn.,*
C. B. Kok, ritmeester M. van Kuijk, M. van
Lingen, E. L. H. van Lanschot Hubrecht,
luitenant jhr. W. H. J. van de Pol,* G. Prins,
jhr. mr. B. W. Th. Sandberg, J. A. Schoter
man, J. Schulman,* J. Sinnige,* B. A. van
Ruijven*
Eerlang zal deze commissie vergaderen
om eereleden te benoemen, de funetiën te
verdeelen en sub-commités saam te stellen.
De heeren kapitein J. M. Brants, J. E.
Huurdeman, Mauritz W. F. J. de Jong en
luitenant H. J. G. Maas Geesteranus hebben
om verschillende redenen de benoeming als
lid dezer commissie niet aangenomen.
Ook het gedeelte van de Bloemendaalsche
straat van de Teut tot de Buitenpoort heeft
thans haar commissie voor de Kroningsfeesten.
Bij het jongste te Arnhem afgenomen
examen voor apothekersbediende is o. a. ge
slaagd onze stadgenoote mej. E. van Gelder.
Andermaal is de heer J. C. F. Prikken,
leeraar aan de Hoogere Burgerschool hier,
benoemd tot lid van de commissie aan welke
wordt opgedragen het examineeren van hen
die een acte van bekwaamheid voor het
Middelbaar onderwijs wenschen te verkrijgen
Feuilleton.
68.) T>
De trotsche gravin Leontine de Persigny was
zoo mogelijk nog ontoegankelijker dan vroeger.
In de residentie kwam zij bijna in het geheel
niet meer, maar bracht haar tijd door bij den
waanzinnigen Benedict Keller, met wien zij in
het geheim gehuwd was en die»-zij in een af
gelegen provincieplaatsje verborg.
De goede Beaucourt had onder de grillen van
de gravin veel te lijden en vooral bespaarde zij
hem geen verwijten, dat het hem maar niet ge
lukte Adrian terug te vinden. Nu en dan kwamen
er wel brieven van den jongen tooneelspeler,
waarin hij meldde, dat hij nog gezond was en
dat het hem goed ging, maar wiftuin bij nooit
sprak van terugkeeren.
In een van zijn brieven aan den ridder
schreef hij
„Mama zal zich over mijn afwezigheid wel
niet bezorgd of verdrietig maken, want zij is
tegenover baar zoon toch nooit veel meer dan
een vreemde geweest. Daarom gevoel ik dan
ook volstrekt geen gewetenswroeging, omdat ik
het ouderlijk huis verlaten heb en daar niet
terugkeer. Gij zult wel een weinig boos op mij
zijn, maar ik vraag u om vergiffenis en hoopu
nog wel eens terug te zien."
Toen de gravin dit las, mompelde zij
Het is de vloek der misdaad, die mij treft.
in wis- en natuurkundige wetenschappen,
zeevaartkunde en boekhouden en van ben,
die in 1897 de acte van bekwaamheid ver
langen van de wiskunde, bedoeld in art. G5
der Wet tot regeling van het Lager on
derwijs.
De examens zullen worden afgenomen te
's-Gravenhage.
De heer II. Pcerlkamp heeft zijn benoeming
tot Secretaris-Boekhouder van «Liefdadigheid"
aangenomen en zal zijn moeilijke taak 1
November aanvaarden.
Naar wij uit goede bron vernemen, is be
noemd tot officier in de orde van den Oli-
phant luitenant R. E. Dittlinger, van het es
kadron ordonnansen hier, die de eer had bij
het bezoek van den Koning van Siam aan
Amsterdam liet escorte te cominandeeren.
De zangvereeniging «Looft den Heer" .an
de Chr. Jongelings-vereeniging «Psalm 119:
9" is gereconstitnteerd. Het zou ook jammer
geweest zijn als de kleine bent, die zich bij
vei-schillende gelegenheden zoo gunstig deed
kennen en dikwijls zich zoo verdienstelijk
maakte, was blijven sluimeren.
Het Bestuur is saamgesteld als voigtK.
Teeling, VoorzitterE. van der Wart en G.
van Ginkel, Commissarissen.
De heer A. Veen heeft zich welwillend
belast met de leiding der oefeningen.
Uit Utrecht verzoekt men ons te .melden,
dat aan de «Huishoudschool" daar met 1
November óok een verstel-cursus wordt ge
opend voor dienstboden.
We geven daaraan gaarne gehoor, noch
tans onder herinnering, dat zulk een cursus
hier reeds lang gegeven wordtin «Ons Huis",
het lokaal der Toynbee-vereeniging.
Waarom te Utrecht te zoeken, wat hier
voor het grijpen ligt?
Door de ambtenaren en beambten der beide
spoorwegmaatschappijen hier wordt heden
avond opgericht een coöperatieve winkel-
vereeniging, met het doel om goedkoope
kruidenierswaren te kunnen betrekken ;voor-
loopig wordt daaraan ook verbonden een
bakkerij en een schoenmakerij.
Het voorloopig Bestuur bestaat uit de
heerenP. Zonneveld, A. C. Brasem, A.
Zondervan, D. Lonnée en J. II. Meijer.
Weder heeft een Nijkerker getracht, de
Amersfoorters te fracteeren op bedorven ha
ring, doch weder blijkt hij huiten den keur
meester der visoh gerekend te hebben, die
Donderdag het vieze goedje afkeurde en on
der politietoezicht deed onbruikbaar maken.
Aan niet minder dan 173 lotelingen is
Donderdag door het Bestuur van het «Mili
tair Tehuis" aan de Beekstraat kosteloos
koffie en brood versterkt.
Vooral door dezen goeden maatregel zij n dit
jaar de ergerlijke dronkemanstooneelen waar
op de lotelingen de stedelingen plegen te
onthalen, dan ook achterwege gebleven.
Onder begunstiging van zeer fraai weder
begon gistermiddag even na half twee op
het sportterrein onder Oud-Leusden de voet
balwedstrijd tusschen «Victoria" van Wape
ningen en «Quick" van Amersfoort. Een
ongewoon groot aantal toeschouwers woonde
het belangrijke spel bij.
Tot de rust vermocht geen van beide clubs
eenig voordeel te behalen, doch nauwelijks
was de strijd hervat of «Quick" won haar
eerste maar tevens ook haar laatste punten
door het goede spel harer achterhoede bleef
zij meesteres van het terrein, zoodat zij won
met 1 tegen 0.
Dit is nu reeds de tweede overwinning
welke «Quick" in dit seizoen behaalt.
Moge zij zoo voortgaan.
De 2e luitenant-kwartiermeester L. J. H.
Heyman, van het 5e regiment infanterie, is
bevorderd tot Ie luitenant-kwartiermeester
bij het korps.
Aan den reserve-sergeant P. Th. J. H.
Vermeulen, van het 5e regiment infanterie
is, op een daartoe door hem gedaan ver
zoek, toegestaan om zich ten dienste van
zijn studiën tot 1 November 1898 in het
buitenland op te houden.
Bij het 5e regiment infanterie zijn aange
steld sergeant J. G. F. Draijer tot sergeant
onderwijzer, sergeant-titulair C. H. A. van
Steenis tot sergeant, en soldaten G. van
Leijenhorst en K. W. Broekveld tot kor
poraal.
De korporaals E. J. C. Meulman, A. P.A.
Eskens, J. van Doornum en H. J. Juta, van
het 5e regiment infanterie hier, zijn geslaagd
bij het examen voor den graad van sergeant
en fourier.
Korporaal-schoenmaker J. W. Vogel, van
het 3e bataljon 5e regiment infanterie hier,
wordt met ingang van 1 November a.s. op
zijn verzoek overgeplaatst naar het 3e ba
taljon 4e regiment infanterie te Haarlem.
Een alleraardigst geval, dat men allicht
zou willen rekenen tot het fin-de-siècle, heeft
zich hier voorgedaan.
Bij een familie waren in den laatsten tijd
nogal wat feestjes en logés geweestals ge
volg daarvan had de dienstbode een vry
aardig extra-potje gemaakt.
Toen, zoowat een jaar geleden, gezegde
dienstbode «van buuten" in het gezin kwam,
droeg ze riog haar eenvoudige maar mooie
boersche dracht; thans gaat ze uit met een
hoed vol pluimen, een japon vol strikken, een
mantel, enz.
Geen van onze lezeressen of lezers zal
echter raden wat ze zich nu heeft aange
schaft uit de extra-inkomsten.
We zullen het daarom maar zeggenhet
is eenvalsch gebit
Half November, zeer vermoedelijk den
löden, zal het »I!del-quartet" zich doen
hooren in Amicilia hier.
De Beaucourt verstond deze woorden en ver
bleekte. Met bevende lippen zeide hij
Wij moeten het verleden laten rusten, me
vrouw.
De gravin zag den deelgenoot in haar sombere
geheimen doordringend aan en zeide met holle
stem, zoodat de ridder bij elk woord, dat zijn
oor trof, huiverde:
Wanneer de rust van het graf eens de
werkelijke rust niet was? Wanneer schimmen
uit de graven oprezen en in het nachtelijk uur
de levenden naderen Kunt gij zoo gerust slapen,
ridderhebt gij alles vergeten wat er is gebeurd
O, mevrouw, smeekte Beaucourt, gij kwelt
uzelve en mij met zulke sombere gedachten.
Een koel, hoonend lachje speelde om de lippen
van Leontinehaar met kostbare ringen ver
sierde vingers streken over het goudblonde haar,
waarin reeds verscheidene zilveren draden waren
op te merken. Zij wierp een blik in den spiegel
en hernam tot den ridder
De sneeuw des ouderdoms is reeds op mijn
hoofd neergedaaldvandaar wellicht dat ik zoo
kinderachtig ben geworden, aan sproken te ge-
looven en de dochter van den graaf De Persigny
te vreezen.
Vreest u gravin Olaria vroeg Beaucourt ver
wonderd.
Ik kan Olaria niet in het gelaat zien;het
is mij als haat ik haar, de dochter van Per-
signy.
Maar Olaria is toch ook uw dochter, merkte
Beaucourt aan.
De zonderlinge vrouw maakte een afwijzend
gebaar.
Neen, zy is slechts myn dochter volgens
de wet en volgens de natuur, maar niet volgens
het hart. Zoo dikwijls ik te München kom, ver
mijd ik met haar samen te zijn. Maar nu zal
ik Olaria toch moeten opzoeken en spreken,
want ik ben voornemens haar uit te huwelijken.
O zeide de ridder dat zou een groot geluk voor
gravin Olaria zijn.
De gravin zag hem doordringend aan.
Hoe dat?
Verschrikt antwoordde hij
Oik bedoel alleen, dat gravin Olaria zich
thans zeer eenzaam en ongelukkig moet gevoe
len. Die afzondering zal haar droefgeestig maken-
O 1 vrees niet tooi» Olaria, antwoordde de
gravin met een spottend lachje. In de oogen van
net meisje fonkelen allerlei hartstochten. Ola
ria is niet vatbaar voor droefgeestigheid. Gy zult
mij naar Munchen vergezellen, Beaucourt. Ik
moet een schoonzoon hebben, die mijn geslacht
waardig kan vertegenwoordigen. Om voor Olaria
een echtgenoot te vinden, moet ik mij niet van
de wereld afzonderen, doch de deuren van mijn
huis voor de voornaamste gezelschappen openen en
groote feesten geven. Het ismij niet voldoende, Ola
ria eenvoudig volgens haar stand uit te huwelijken,
haar echtgenoot moet tevens de voor mij aan
gename eigenschap bezitten, dat zijn woonplaats
ver van Beieren verwijderd ligt.
De oude ridder zag de gravin verbaasd aan.
Dus wil mevrouw de gravin haar dochter
aan een waardigen vertegenwoordiger van den
buitenlandschen adel uithuwelijken?
Hij kan mijnentwege een Tartaar zijn, ant
woordde de gravin meteenspottendenglimlach
hoe vorder hij Olaria wegvoert, hoe beter. Trouwens
dat is zorg voor later. Wy zullen nu alleB gereed
maken voor het vertrek dat op de volgende week
bepaald is.
Zooals mevrouw het begeert, zeide Beaucourt-
en nadat hij de kamer verlaten had, zeide hjj
voor zich
Op het gelaat der gravin is de zware schuld
te lezen, die op haar geweten drukt. Waarlijk,
het zou voor Leontine en mij beter zijn, wanneer
Olaria gehuwd was
De ridder maakte de noodige toebereidselen
tot het vertrek en in het begin der volgende
week nam de gravin afscheid van Benedict
en reisde in gezelschap van Beaucourt naar
Munchen. Tot haar groote verwondering vond
zij Olaria niet thuis en de bedienden deelden
haar mede, dat de jonge gravin te Mizza was.
Do gravin droeg Do Beaucourt op, terstond
naar Nizza te telegrapheeren aan het adres der
jonge gravin en het antwoord kwam eveneens
per draad en luide:
„Ben sedert eenige dagen zeer ziek, kan niet
terstond vertrekken, kom spoedig bij u."
De gravin was buiten zichzelve van toorn.
Is het niet schandelijk! riep zij uit.Olaria
is op reis slechts iu gezelschap van naar kame
nier; men zal haar eer voor een avonturierster
dan voor een gravin De Persigny houden.
Dat zijn de gevolgen van de maandenlange
eenzaamheid, waarin ge door uw voortdurende
afwezigheid gravin Olaria hebt gebracht, waag
de de ridder op te merken.
Goddank, dat zal nu spoedig anders worden
riep de gravin uit. Binnen drie maanden zal
Olaria de gemalin zijn van een buitenlandschen
vorst, misschien wel van een Tartarenkahn.
(Wordt vervolgd).