Donderdag 27 Januari 1898. No. 4740. 47e Jaargang. Binnenland. VERGIFT. Oltgave: A. H. VAN CLE E FF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post f 4.15. Ad verten tiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, ol'licieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KOBTEGRAOHT56 Telephoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Wet van den 2. Junni 1875 Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan H. van RULLER en zijne rechtverkrijgen den vergunning is verleend om een sigarenfabriek en eeue drogerij van sigaren opterichten in het perceel, alhier gelegen aan den Zuid-Singel, wijk B. No. 219, kadastraal bekend onder sectie E. No. ^25. Amersfoort, 21 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHMM ELPEN ININCK De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Rij liet Departement van Koloniën is Maan dag ontvangen het volgende van 22 dezer ge- dagteekende telegram van den Gouverneur- generaal van Nederlandscb-Indië betreffende de gebeurtenissen in Atjeh «Eergisteren (20 dezer) van Djantoi naar Dan tja, alwaar vernomen werd, dat Toekoe Oemar 's morgens naar de Vil Moekim Pedir doorgetrokken was. «Colonne gister (21 dezer) over Reung terug." Dat uien er niet in geslaagd is. Toekoe Oemar te achterhalen of te omsingelen, was te verwachten. Het Nieuws, de meening op perend dat de voormalige Panglima Prang Besar Kompanie door de Pedircezen wel goed zal ontvangen worden, zegt: Welnu, men weet nu ten minste waar hij zit. 't Is reeds een voordeel, dat alle oproe- ringen thans aan de Oostkust bijeen zijn, want in de geheele Atjeh-vallei is 't rustig en na Oeraar's verhuizing is ook aan de Westkust geen verzet meer te duchten. Wan neer men dezen toestand vergelijkt met dien van de geconcenteerde linie, dan is da voor uitgang waarlijk enorm. Bij Koninklijke boodschap van 20 dezer zijn bij de Tweede Kamer wederom geheel ongewijzigd ingediend de ontwerpen tot vaststelling van een Wetboek van Militair Strafrecht en van een Reglement op de Krijgs tucht, welke in de vorige zitting der Kamer niet meer in behandeling gekomen zijn. Het Feuilleton. 78). Dat. nest is niet waard, dut ik mij verder om haar bekommer, zeide hijje zorgt, dat zij morgen vroeg vertrekt, Anton. Anton boog. Ook aan de andere hiermee bedoelde hjj zijn vrouw wil ik geen oogenblik langer denken. Mijnheer de baron moet dus vroeg gewekt worden Ja, om drie uur. Op een wenk van den baron verwijderde de be diende zich. Erlbaoh snelde naar de vertrekken zijner vrouw. Daar heerachte een onbeschrijfelijke wanordekasten stonden wijd open, op den grond, op de stoeien 'op dc sofa lagen kleedingstukkeu verspreid, die AdMe het niet der moeite waard gevonden had, op baar vlucht mee te nemen. Ook lagen daar juweel kistjes, die zy van hun inhoud had ontdaan. Alles wat waarde had, was door haar meegenomen. Wat Erlbach echter zocht, een brief of iets auders, die opheldering vau haar plotseling besluit kon geven, was nergens te vinden. Die vrouw is krankzinnig gewordenbromde Erlbach, als zij nu eehter niet terug komt. zal zij inij door haar vlucht werkelijk een dienstbewijzen. Eensklaps huiverde hijeen verontrustende ge dachte kwam in hem op en hij bromde in zichzelf Vervloekt, als dat duel eens ongunstig afliep. Met onrustigo schreden ging hij naar zijn kamer. Daar gekomen zette ltjj zich aan de schrijftafel, nam een vel papier en schreef: „in geval mijn leven straks zal eindigen, vermaak ik aan de tooncelspeelster, mejuffrouw Benedicta, een legaat van honderdduizend Mark. Munchen 17 Juni 1898. Guido, baron Von Erlbach." eerstgenoemde ontwerp werd den 24sten April lb97 eit het tweede den 2öen Juni daaraanvolgende ingediend en beide waren reeds «in eon vroegere zitting onafgedaan gebleven", namelijk aangeboden door de Ministers Smidt, SeijHardt en Jansen in het Kabinet van 189894, in liet zittingjaar waarin de Tweede Kamer werd ontbonden. Nu deze ontwerpen in het begin eener wetgevende periode zijn ingekomen, mag men liepen, dut zij eindelijk in behandeling genomen en tot stand gebracht zullen wor den. Een herziening van ons militair straf recht, dat nagenoeg de geheele 19e eeuw heeft dienst gedaan, zal wél niemand voor barig heeten. Rij het Deparlement van Waterstaat is in voorbereiding een regeling van den Arbeid in fabrieken en werkplaatsen in verband met de Zondugrust. In het voorloopig verslag van de Eerste Kamer over de Staatsbegrooting, hoofdstuk Waterstaat, wordt de opmerkinggemaaktdoor een paar oude heeren, die «hun pruikr echt zetten", zooals het Sociaal Weeblad zegt, dat, «mochrhet in de bedoeling der Regeering lig gen om op den duur vrouwen tot inspectrices van den arbeid aan te stellen, dan onder scheidene leden reeds nu meenden te moeten verklaren, dat zij dezen werkring voor de vrouw minder geschikt achten". 'tls wat te zeggen! Waar moet het heen, als de vrouwen niet bij haar breikous blijven In 1894 bracht de accijns op het gedisti- leerd bijna 2Gl/2 millioeu op. In 1895 daalde die opbrengst tot 261/2 millioen. In 189G was er weer eenige rijzing, tot bij de 26^2 millioen, of f33 000 meer dan in '94. Maar in 1897 zakte dat treurige cijfer weer tot even 2öl/4 slechts f 18 000 boven het laagste bedrag in de drie vorige jaren. De bevolking des Rijks nam echter in die vier jaren toe met ongeveer 650000 zielen, d. i. circa 14 pCt. Wanneer de opbrengst van den accijns van 261/2 in 1894 ware gestegen tot301/4 milli oen in 1897 dan zou deze stijging dus eenvou dig gelijken tred hebben gehouden met die der bevolking. Nu er, in plaats van 30>/4 slechts Hij glimlachte toen iiij deze woorden overlas stak een sigaar op, ging op dc ottomane zitten en wachtte tot het drie uur zou zjjn. Aan slapen dacht hij niet. Juist, om drie uur kwam de kamerdienaar binnen. - Het zal wel de laatste dienst zijn dien ik hem bewijs, had de bediende gemompeld, toen hij naar de kaiuer van zijn meester ging. Het is mij onver schillig <'r hij al dan niet doodgeschoten wordt, ik blijf toch geen dag langer in dit huis, waar een vloek op rust. Toen Erlbach, in een gryze overjas gehuld, door de voorknmer ging, sprak Anton hem aan Heeft mijnheer de baton mij nog iets te be velen Je spreekt alsof je verwacht dat ik niet terug zal keereu beet Erlbach hem toe, Hy spoedde zich naar beneden, want voor de deur stond reeds het. rytuig met zijn secondanten te wachten. Iu snellen draf ging het door de straten van Müuobeo naar Ijet dorp Tiialkirchen. In het bosch dat zich achter dit dorp uitstrekt, zou het duel plaats vinden. Achter het rijtuig, waarin Erlbach met zijn twee secondanten en een dokter zat, kwam een gesloten rytuig, dat denzelfden weg opreed. Dat is de tegenpartij, zeide een der secon danten. De anderen knikten toestemmend, want ieder hield zich overtuigd, dat dit rytuig van den bojaar was. Eensklaps zag Erlbach eehier een tweede rytuig, dat eveneens het zyne volgde en hy mompelde: Zie eens,nog een rijt uig. Inderdaad, dat is zonderling, zeide de dokter. Erlbaoh werd doodsbleek. Waaneer Adèlo zich oeus wreken wilde 1 dacht hij. Hij dwong zich tot uiterlijke kalmte, hoewel het angstzweet hem uitbrak De drie rijtuigen reden door Thalkirchen tot aan den zoom van bet bosch. Daar stapten Erlbach en zijn metgezellen uit. Een paar minuten later kwam het tweede rytuig daar aan Gojowicz en ziju secondanten. Deze groetten el 26i/4 is ontvangen, schijnt dit dus te duiden op een inderdaad sterke afneming van het jeneververbruik. Ware de rekening aldus zuiver, de ver betering zou zelfs verrassend sterk zijn, maar ook als men plaats laat voor smok kelarij en minderen uitvoer, dan is toch de uitkomst zeker nog verblijdend en bemoe digend voor hen, die den volkskanker be strijden. Het aantal fabrieken vari accijns-goederen bedroeg verleden jaar: 221 branderijen le soort (graanbraiiderijen)1 id. 3e soort (me- lasse-branderij)94 distilleerderijen le kl. (waarin onveracc. gedist. wordt verwerkt) 221 distilleerderijen 2e kl. (waarin verac- cijnsd gedist. wordt verwerkt) 10 suiker raffinaderijen; 31 beetwortel-suikerfabrieken; 49 zoutziederijen 599 bierbrouwerijen 71 azijnmakerijen (alleen uit gedistilleerd)1 azijnmakerij (alleen uit rozijn nat) 22 azijn makerijen (uit rozijnnat en gedistilleerd) 1 azijnmakerij (uit bier); 3 fabrieken van inlandsclien wijn. De Hooge Raad gaf een beslissing over de waarde van een onderhandsch geschrift, waaronder door hem, van wien het heet af komstig te zijn, doch die lezen noch schry- ven kan, een kruis is gesteld ten teeken van zijn goedkeuring en medewerking, en dat de onderteekende verklaring van twee personen bevat ten bewijze, dat door eerstbedoelden persoon het kruis met genoemd doel op de akte is gesteld. In strijd met het Hof te Amsterdam, doch overeenkomstig de beslissing van de Recht bank aldaar, nam de Hooge Raad aan, dat zoodanig stuk geen begin van bewijs bij ge schrifte oplevert, en zulks o. a. op grond, dat een onderteekende verklaring als boven bedoeld in de wet als bewijsmiddel onbekend is en aan geen van de voor wettelijke be wijsmiddelen gestelde eischen en waarborgen beantwoordt. Om H. M. der Koningin, bij gelegenheid van de Inhuldigingsfeesten, een beeld voor oogen te stellen van het volk, waarover Zij dan zoo juist de regeering zal hebben aan vaard, wordt te Amsterdam een groote ten toonstelling voorbereid, waarop men van plan is on levensgroote beelden de volkseigen kleederdrachten, die thans nog worden ge kanr beleefd, de tegeusraudors zagen elkaar niet Men ging eenige schreden .het bosch in, daar werden do noodige formaliteiten vervuld, de afstand gemeten en de revolvers geladen. Erlbach beefde even, toen hy zyn wapen aannam, uioar toch hield hy zich flink en zyn oogen namen een woeste uitdrukking aan. Wie hem slechts even aanzag, kon op zyn gelaat duidelijk lezen, dat hij vast voornemens was, zijn tegenstander te dooden. Zoo woest en somber als het gelaat van Erlbach stond, zoo spottend onverschillig was dat van den bojaar. Een nauwkeurig waarnemer zou echter hebben opgemorkt, dat de kleiue, zwarte oogeu var. Gojowicz fonkelden als die van een roofdier. De voorbereidende maatregelen waren spoedigge- troffen en weldra zouden de kogels door do lucht fluiten. Iu hun ijver hadden de secondanten noch de strijders gezien, dal het derde rytuig eveneeus nan den zoom van het bosch had stilgehouden en dat er drie heeren waren uitgestapt. Reeds stoudeu de duellisten rug o.... condant, die het gevecht zou leiden had zich op korten afstand geplaatst en wilde juist het bevel geven, dat de tegenstanders moesten voortloopen naar de aangewezen plaatsen, toen een holklinkende stem riep Halt! De secondanten keken verbaasd om. Wat is er? Eeu man, gekleed naar de mode van eenige jaren terug en met een gelaat zoo dor als dat van oen mummie, was iu het strijdperk getreden. Achter hem kwamen kog twee heerenDo Beau- court en Adrian Fels. Sacro bleu 1 riep de bojaar, wie waagt het odb te storen Dit duel mag niet plaats hebben, zeide Peter Kamer. Erlbach herkende zijn gewezen kamerdienaar. En waarom zou iiet geen plaats mogen hebben? vroegen de secondanten als uit oen mond. Zyn de heeren van do politie Weineen, sprak Gojowicz, want daar staat onze vriend Fels. i rug, de se- dragen, aan H.M. de Koningin in de eerste plaats en vervolgens aan landgenoot en vreemdeling te aanschouwen te geven. Het comité, dat deze taak op zich heeft genomen, is reeds vele bezwaren te boven gekomen, maar zal zijn taak nooit tot een goed einde kunnen brengen zonder de ge waardeerde medewerking uit al die plaatsen en plaatsjes van ons land, waar het volks eigen karakter der hedendaagsche Neder landers zich ook nog afspiegelt in uiterlyke dracht en tooi. Wij twijfelen er niet aan, of dit plan zal bij welslagen de grootste belangstelling wek ken, zoowel by de eigen landgenooten als bij de talryke vreemdelingen, die by de In- huidigingsfeesten Amsterdam zullen bezoeken. Ook voor de wetenschap zal deze tentoon stelling niet van belang ontbloot zyn, on ook de kunst zal er zeker haar voordeel mee doen. 'tls te hopen, dat het bestuur vun de tentoonstelling dié algemeene medewerking zal ondervinden, die het mogelijk zal maken, dit aardige plan op de beste wyze te vol voeren. Over dit alles hopen wij spoedig nadere mededeelingen te kunnen doen. De tentoonstelling zal waarschijnlijk in het nieuwe Stedelijke Museum te Amsterdam worden gehouden. Op het oogenblik bestaat liet voorloopig comité uit de heerenI' van Eeghen, J. n. van Eojyfo, mr. J. M. Jolles en mr. .1. E. van Someren Brand, die reeds van vele mannen van wetenschap en kunst hulp hebben genoten, welke hun ook voor het vervolg is toegezegd. Op een vraag van het Nieuwsblad voor Nederland wie personen in zijn omgeving kende, die in de vorige eeuw zijn geboren en dps. als hun nog enkele jaren levens ge schonken worden zoodat zij het jaar 1901 bereiken, in drie eeuwen geleefd zullen heb ben, ontving dit blad reeds verschillende opgaven, als van: mei. Berendina Wieehe- rinck, te Lonneker, geboren 179#den lieer Francois de Rou, te Nieuwvliet (Zeeland) geboren 10 Maart 1796; den heer M. W. van de Waal, te Rhenen, geboren 15 Juli 1796; den heer Wilhelmus van Hauren, te Udenhout, geboren 27 September 1797 (deze vier zyn dus reeds over de honderd jaren oud): den heer A. J. de Boer, te Dordrecht, geboren 24 Maart 1798 mej. Hendrika Heu- Het duol kan daarom geon plaats hebben, antwoordde Kamer, wyl een man van oor niet kan duelleeren met een man die iu het tuchthuis be hoort. De bojaar glimlachte. Erlbaoh daarentegen hief zuit revolver op en een oogenblik scheen het, alsof hy op Kamer wilde vuren. Daardoor verried hij, dat de beschuldiging van zyn gewezen kamerdienaar op heiu betrekking had. De andere heeren wachtten in ademlooze spanning nf wat er verder zou gebeuren. Wien bedoelt u met een. dio in het tuchthuis behoort? vroeg Gojowicz terwijl hij Erlbach vol verachting aanzag Spreek, mynheer. K&rner bekommerde zich niet om de smeekenden blik, dien Erlbach hom toewierp. Met luide, drei gende stem ging hy voort: De man, met wien oen man van oer niet mag duelleeren. heeft zijn echtgenoot? vergiftigd en een andere vrouw als zijn gemalin uitgegeven. H\j heelt door de valsche echtgonooto, op naam van de echte, een erfenis doen ontvangen, die een terne ven laatstgenoemde had nagelatenen dus moord bedrog en oplichterij gepleegd. Die man heeft zich zelfs niet ontzien, zyn kamerdienaar te bedriegen hy heeft ook hem vergift ingegeven. En wie deed dit alles? vroeg Goiowiez, hoe wel voor hem, zoomin als voor een ander der aan wezigen raadselachtig kou zyn wien deze vreeset ij ke beschuldigingen golden. Dc bedrogen kamerdienaar ben ik. riep Kirtter en do schurk is baron Gnid» von Erlbach. Hond, je zult sterven 1 schreeuwde Erlbach woedend. Hij hief snel do revolver op, richtte don toop op K&rner en gaf vuur, tuaar een tweede schot knalde gelijktijdig eu Erlbach viol neder, zonder een kreet te slaken. Poter riep: Daarop was ik voorbereid. Ik heb tnjjn wraak gekoeld; de barones Von Erlbach moot in liet bezit van haar vermogen gesteld worden. Ik verheug mij dat tnjjn zending is volbracht. (Word! vervolgd}.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1