Donderdag 19
Mei 1898.
No. 4772.
47e Jaargang.
Het Woningvraagstuk.
DE HALTE.
Binnenland.
Dltgave: k
Firma A. H. VAN CL E E FF
te Amersfoort.
Verschijnt. Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1-franco per
post ƒ4.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Grooto letters naar
plaatsruimte. Legale-, ollicieële- en ontoigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummer* 10 cent.
ftij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KO RTEORACHT
Telephoon tft.
KENNISGEVING.
Schietoefeningen.
Do BURGEMEESTER .lor Gemeente AMERS
FOORT maakt bekend dat in de Zuiderzee :5e
district door II. M. schepen schietoefeningen
worden gehouden op schijven, welke geplaatst
zijn op den Westkant van het oude Vliu tusschen
de stompe tonnen no. 8 cn 9 met nfgeknotten
kegel in den omdraai Van het oude Viie en op
de Lutjeswaard nabij het roode drijfbaken no.
3 met 2 bollen (drijfbaken van de Nes) van den
Vlieter.
Ten behoeve van die oefeningen zijn gelegd
a. in de oude Viie een rood en zwart geblokte
stompe ton in de nabijheid van de schijven
b. in den Vlieter een rood en zwart geblokte
stompe ton in de nabijheid van de schijven.
Deze tonnen dienen tot aanduiding der anker
plaatsen voor de schepen.
Gedurende de schietoefeningen zal van de sche
pen een ronde vlag getoond worden.
Amersfoort, 17 Mei 1898.
De Burgemeester voornoemd,
F. I). SCin.MMELl'ENNINi':;.
Bovenstaand motto geoft meur dan 90
percent der oorzaken aan, van do al grootor
en grootor wordende ontaarding en voi'ont-
zedelijki.ig van de massa.
Slechte woningen, welke niets anders zijn
dan een wettig domicilie om niet onder va
gebonden en landloupers te belmoren en als
zoodanig onder lint bereik van de letter der
wet te vallen; nog niet goed genoog voor
varkens- of hondenhok; walgelijke kweek
plaatsen van de verregaandste onreinheid,
onzedelijkheid en dronkenschap; zulkepesl-
holen, waarvoor nog schandelijke huurprijzen
worden geëischt, zijn ook hier ter stede nog
bij tientallen te vinden.
Of zou men meenen, dat reinheid van ze
den, gevoel voor alles wat schoon en edel en
goed is, huiselijkheid, kunstzin, lust toteenige
studie of geestarbeid, kunnen worden opge
wekt of bevorderd door het gezicht van kale,
berookte en gescheurde muren, open vloer
planken, gebarsten, met stukken papier dicht
geplakte of met een prop oude vodden diclit-
gestopte vensterruiten Overigens ten deelo
verrot en verveloos houtwerk, soms gesple
tenon hun hengsols of krammen balancee-
rende kamerdeuren, enz.
Och! al kwam men ook als beschaafd por-
Feuilleton.
S).
Ééns in de tien jaar kocht zij een paar schoenen,
lompe, sterke dingen met houten zolen, die al
leen bij zeldzame gelegenheden gedragen werden.
In haar ruimen zak had zij een klein rond
kaasje en een wittebrood gestopt om aan haar
jongen te geven. Zij had wel gaarne wijn me
degebracht, doch deze was in het geheele gehucht
niet te vinden, behalve in de kelk van den
priesfce^dar kleine kerk, dio omringd was door
in de holten der rotsen wortelende pijnboomen.
Zij liep flink door, niet den pas van iemand,
die gewoon is, geen tijd te verliezen. De lucht
was koel, een licht briesje kwam van over de
zee, en de schitterende stralen der opgaande zon
verjoegen de ochtendnevelen.
Ilaar gedachten waren aldoor bij haar jongen
geheel zijn jeugdig leven trok voorbij haar gees
tesoog. Zij ging terug tot den tijd, toen hij m
haar armen lag als een klein kegelvormig bun
deltje in lange kleeren, waaruit alleen zijn kleine
bruine handjes en zijn begeerig, vochtig rood
mondje te voorschijn kwamen. Zij zag hem
weer voor zich, toen bij tien maanden oud was
en uit haar armen ontsnapte om voor do eerste
maal heel alleen op eigen beentjes naar do deur
te waggelen. Zij herinnerde zich den dag, toen
hij uit een pruimenboom was gevallen en zijn
enkel verstuikt had en met zijn krullckopje
soon, door den nood gedwongen, in zulk een
krot terecht, in zulk een omgeving zou men
van lieverlede, evenals zoovele anderen, naar
lichaam en geest te gronde gaan.
Het kan niet anders't moet wel.
Men deuke niet, dat deze schildering over
dreven ol' te sterk gekleurd is; inderdaad
niet; men behoeft zich maar eens naar de
achterbuurten te hegeven teneinde zich te
overtuigen. En men behoeft nog niet eens
in de woningen z.elve te gaan zien: tllleeii
wanneer ge de toegangen, de portalen en
gangen maar aanziet, dan heeft men al
ruimschoots genoeg en kan daarnaar wel
afmeten, hou liet van binnen er moet uitzien.
Wij begrijpen zeer goed hoe mocilyk het.
valt voor iemand, die tien kamers voor zij'1
persoonlijk gebruik heeft, zich een eenig-zins
juiste voorstelling te maken van het leven en
de toestanden van lino natuurgenoot en. die
met azijn tienen" oud en jong. van heider
sekse, slechts een klein linkje tot verblijf heb
ben, terwijl dat hokje voor alles dient,- zoo
wel voor zit-, als slaap- als eetkamer, zieken
kamer, reinigingsplaats, linnenkamer, en wat
niet al meer.
Hot ware hoogst wenschelijk, dat mecr-
bedeeldcn den moed haddon, zelf eens te gaan
zien of een vertrouwd persoon te zenden om
van die toestanden een zooveel mogelijk nauw
keurig verslag te geven, want congressen,
vergaderingen, openbare besprekingen hel
pen niet; hier inoet door degelijke mannen
worden aangepakt, of T loopt mis.
Er wordt, en terecht, ernstig geklaagd over
het meer toenemend misbruik van sterke
drank, diefstal, geweldpleging en de toene
mende onveiligheid op de openbare wegen.
Maar waf wil men
't Zijn vaak de onvermijdelijke gevolgen
van de hoven geschetste oorzaken.
De huisvader komt na een vermoeiende!»
dag arbeids thuishij heelt iu een fraai huis
gewerkt en merkt natuurlijk liet verschil op
met -zijn eigen onooglijke woning, waarvoor
hij nog t 100 a f150 huur per jaar moet be*
tulen. De kinderen schreeuwen en dwingen;
moeder, ook niet altijd in het beste humeur,
(hopelooze zorg en gebrek zijn slechte fac
toren om vi'Oolijk te kijken) liet een komt
hij liet ander. Ochmaak den moeden, ge-
plaagden man liet verwijt niet al te zwaar,
wanneer hij, nog een stuiver bezittend, om
een oogenblik rust te hebben en een woord
te kunnen wisselen, dien stuiver in de tappe
rij verteert.
't Moest niet zoo zijn, maar
Een ander verblijf. Vader en moeder lig
gen in de bedstede, althans indien zooiets er
is; een zuigeling daarbijsoms twoe klein- I
tjes. Op den grond, soms een ruimte van 10
a 12 M-. 2 a 3 jongoro kinderen, een doch- I
ter van 15 a 16 jaar. een zoon van 17 of 18,
zonder cenige separatie naast elkander.
O foei! hoe is 't mogelijk, zal er geroepen
worden! Zeker; 't. is ook schande, 't is ook
ergelijk maar niet voor hen dio tegen hun
wil zoo moeten leven, omdat zo niet ander»
kunnen
Welaan gij mannen en vroiiAou met edele
harten en goeden wil; welaan gij machtheb
bers, die inspecteurs voor hot voorwezen b"-
zoldigt, ofschoon du wetgever niemand straft
omdat hij niet rijdt, maar wel omdat hij niet
woont, doet wat uw hand vindt te doen spant
niet langer hel. paard achter den wagen; iedere
hoer weet. dat, wil hy gezonde varkens hub-
boii. hij in de allereerste plaats heeft te zorgen
voor neii gezonden, ruimen en doelmatigenstal.
Zou 't mei menschel) dan óok niet zoo zyn
Hemelvaartsdag i» in de laatste jaren zoo
van lieverlede gewordende Liefdadigheidsdag
bij uitnemendheid.
En ziet. juist aan den vooravond van dien
dag bereikt ons oen circulaire, door eeuigo
inaimen van goeden wille op ruime schaal
verspreid aan hun stadgeoooten, waarin zy
dezen uitnoodigen, met hou mode te werken
Uit hut hier ter stede doen bouwen van
goede cn goodkooper woningen voor den ar
beidenden stuud.
Wat zij beoogen en hoe zij zich voorstel
len hun zeer toe te juichen plan te volbren
gen, hopen we in oen volgend nummer uit
een te zetten.
tegen haar aruo lag te snikken. Toen kwam de
dug van zijn eerste communie. Wat een slank,
welgevormd ventje was hij toen, met. zijn heldere
oogenwel is waar was hij klein en mager,
want er was maar weinig voedsel en de kinde
ren waren altijd hongerig. Zij had had haar
eenige katoenen japon verknipt otn er hom voor
dien dag een hemd en broek van te maken. Het
was midden in don zomer on do zon scheen op
zijn kastanjebruin haar, toen bij over het hob
belige plaveisel der kerk ging, die 's middags
altijd zoo donker was, behalve waar de krachtige,
vurige zonnestralen door do openingen aer
nauwe vensters heendrongen.
Hij wns altijd een goed kind geweest, volg
zaam en ijverig, vriendelijk voor de kleintjes,
gehoorznum jegens zijn ouders en tevreden met
zijn lot. Toen had de Staat hem opgeëischt en
sedert dien tijd wist zij niets moer van hem er
was een hoogu muur tusschen haar en hem op
getrokken; hij was ver weg en zij kon niets an
ders doen dun ncderknielen voor de kleine
schilderij der Mudonnu om voor heiu te bidden.
Een twintig jaar was hy geheel haar eigendom
geweest, flink opgroeiend door haar ontboringen
on zolfopofToriugon, en toen was het plotseling
uit; de staat bad hem haur ontnomen. Zi] had
het nooit kunnen begrijpen of vergeven. Ze much-
ten zeggen wat zij wilden, hot was wreed en
slecht. Hij was haar eigen zoon en zo hadden
hem weggevoerd zonder dat zij wist waarheen,
en in do duisternis der onwetendheid lustte zij
blindelings vond om iets van hem te vernemen.
Doch nu zou zij hem dan toch eindelijk zien.
Hij had den marskramer verzocht, haur te
vragen of zij komen wilde. Hij had hour dus
De Minister van Biiineulandsche liecl't tot
alle llui'geiuuostttrs in het land eon schrijven
gericht, waarbij opgave verzocht wordt van
allo feestelykhodei), welko in ieder flor stil
den of dorpen van Gemeentewege zullen
plaats liübbi'ii ter gelegenheid van de inhul
diging van II. M. de Koningin.
Hot was de tweede maal in deze eeuw,
dat een lid der Tweede Kamer plotseling in
de zitting overleed. De vorige maal was het
evenals uu een Romnsch-katholiek afgevaar
digde, en ook toen midden iri het uitspreken
van een rode. De eerste maal was het 4
Juni 1859, óok op Vrijdag en toen eveneens
een Mililiewet aan de orde was. En de heer
niet vergeten. Zij jnoest er wel een vermoeiende
cn brandend hoe te reis voor utleggen, doeh enn
lianr kind terug te zien, zou zij naar hut einde
der wereld hebben willen looponen als er stil
gehouden werd, dan zou zij hom kunnen om
helzen, zijn stom kunnen hooren. Hij zou van
haar brood en haar kaas eten ze zon het stof
van zijn gelaat kunnon wissehon, alsof hij nog
oen kind was.
„Vraag moeder, of zij naar don Belvu-paw komt",
dat had hij gezegd, die goede jongen I Noen, hij
had haar niet vergeten, noch don weg, die naar
zijn geboorteplekje leide.
liet werd lichter on heldorder, hot was nu
volkomen dag.
De lucht werd warmhot landschap, nu niet
langer getint door het rozige lioht en do zilvor-
uchtigo schaduwen, word knal, vlak en droef
geestig. Sedert do dagen van 't oude Etruriö
heeft men hier gedolven naar koper en hoewel
do mijnen nu sedert lang niet meer onderzocht wor
den, vertoont de bodem overal do sporen er vun.
Het pad, dat zij volgde, bood geen afwisseling,
het liep over liet korte spaarzame gras, dat groeide
op den leisteen en het gneiss van do rotsen en
op don kalkuohtigen bodem. Nu en dan kwam
er een kudde geiten of een groep pijnboomen,
een dorpstoren of een verlaten posthuis in 't
gezicht, doch dat idles lag verwijderd en de ge
heele landstreek was droefgeestig, eentonig on
verlaten.
Haar weg lag naar net Zuiden en Westen. Er
was geen eigenlijk pud, doeh zij volgde do door
muilezels voortgetrokken karren, die steonkool
of kalk over du heuvels vervoorden.
Zy liep vole mijlen zonder óor. lovend wezen to zien.
L D. Storm, afgevaardigde voor Dreda, had
toen, evenals nu de heer Bahlmann heeft
gedaan, juist verklaard, dat hy zich zou blij
ven verzetten tegen de voorgedragen rege-
ling.
De behandeling der Leeningswct van 45
millioen, ter versterking van de Indische
middelen en bestrijding der kosten voor
spoorwegen en bevloeiing, zal tusschentyds
aai» de orde gesteld worden in de Tweede
Kamer. Na aanneming ervan zal de Eerste
Kamer worden opgeroepen tot behandeling
vun de delinilieve Marine-begroeting en van
de Leeningawot.
Op 1 Mui ontbraken bij de verschillende
wapens en dienstvakken van hot loger hier
to lande: infanterie 75, cavalerie2,artillerie
31. genie 7 en militaire administratie 7 ofli-
cieren.
Volgens do Gelderlander zou hot voorne
men bestaan om aan do solduten by de in
fanterie tcactemcntsvcrhooging too to staan.
't I» te hoperi, dat hot blad goed is inge
licht en het voornemen een werkelijkheid
wordt.
Het thans by de Tweede Kamer ingediende
Ontwerp van wet tot. wijziging en aanvulling
van de bepalingen in het Bui-gelijk Wetboek
omtrent de vaderlyke macht en do voogdy
en daarmede samenhangende artikelen is in
hooldzaak gelyk aan het dour de vorig» Re-
geering aangeboden wetsvoorstel.
In uil ontwerp is or naar gestroofd om
liet beginsel, ook vuu liet vroegere ontwerp
dat hot verlies van liet ouderlijk gezag de
verplichting tot bydragen in de kosten van
onderhoud en opvoeding niet opheft, beter
tot zyn recht te doen komen door naast het
beginsel ook do middelen van dwang te re
gelen die de juiste nakoming van de ver
plichting ten goede zullen komen, en zonder
welke liet in du wet uitgesproken beginsel
oen donde letter zou blijken.
Naast ile ontzetting wordt by dit ontwerp
beproefd een regeling van een ontheffing op
eigen verzoek.
In een volgend nummer komen we hierop
terug.
Door don Minister van Waterstaat is af-
wyzend beschikt op het verzoek van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Vlissingen om van postzegels óok gebruik
te kunnen maken ter voldoening van tele-
gramkosten on van zegelrecht op quitantiön.
I>'i woningen waren slechts weinige en het
pad, dat zy volgde, was eigenlijk slechts een weg
voor muilezels. Toon zij ton Uiutsta een mon-
sclielijk wezen zag, ecu oud man op een «sol
die voor en achter met zakken beladen was,
bleef zij staan cn wisselde cenige woorden met
hem oin in gelegenheid te zijn don man te ver
tollen waarop zij zoo trotsch was. „Ik ga naar
mijn zoon. tin komt door den Beivu-pas met
•zijn regiinont. Hy hcett naar mo laten vragen."
Kn de oudo man zeide
„Zoo, zooDat is heorlyk voor ie. Ik ben
zelf ook soldaat geweest lang geleden heel
lang geleden. Goede dag, vrouwtje, veel geluk".
Hy vervolgde zijn weghot geluid van de
hoeven van den ezel op den rotsachtigon grond
stierf langzamerhand weg on zij liep weer ge
heel alleen, omringd door do drooge, glooiende,
stoonige heuvels waar alleen do pad en de taran
tula verblijf houden.
Hot word zeer warm, do rotsen geleken wel
glooiend koper onder haar bloote voeten. Mug
gen zoomden en kleine adders koesterden zich
in do hitte. Er was weinig of geen plantengroei,
slechts hier en daar een half verdorde pynboom
of een verschrompelde gomboom, Zy was zeer
vermoeid door don harden grond en de hitte
van de zon, doch hoo vorder zij ging, des te
lichter werd het haar om het hart en tot zich
zelf zeide zij: „Ik zal hom hooi gauw zien, mijn
jongen o, heel gauw I"
De zon schoot haar verzengende stralen vlak
op haar neernergens, noch op de rotsen noch
op den vlakken grond er tusschen, was eenige
schaduw to vinden.
{Slot volgt.)