Donderdag 28
Juli 1898.
No. 4792.
47e Jaargang.
OP REIS.
Binnenland.
De ware Jacob.
üitgave
Firma A. H. VAN CLEEFF
te A mor stoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco per
post f'.1.45. Ad verten tiën 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Grooto letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflicieële- on onteigeningsadvertentiën per regel 10 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
Bureau
EORTZQRACHT 5 6.
Tolephoon 10.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen ver
goeding van het porto, aan geabon-
neerden die voor korten of langeren
tijd op rein gaan, do Arnerstoortsohe
Courant en do bladen welke zij door
onze tussehenkomst ontvangen, na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
K EN NI8GE VINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van hel publiek, dat door
hen aan den Raad van administratie der dienst
doende Schutterij en zijne rechtverkrijgenden
vergunning is verleend om een schictinrichting
opterichten in het perceel alhier gelegen in de
Muurhuizen, wijk B, No. I'd!), kadastraal bekend
onder sectie E. No. 2684.
Amersfoort, den 25 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
With., 1".
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Burg.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 519 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat de rekening van ontvang
sten en uitgaven der Gemeente over het jaar 1897,
door hen aan' den Gemeenteraad aangeboden,
gedurende veertien dagen, te rekenen van heden,
alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur
des namiddags, op de plaatselijke Secretarie voor
eenieder ter lezing zal liggen, en dat men van
voorzegde rekening afschrift kan bekomen, tegen
betaling der kosten.
Amersfoort, den 28 Juli 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Weth., I0, Burg.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Feuilleton.
6).
Maar, duivels, wat 'n aardig ding ben je 1 nou
wees maar niet bang, ik zal je geen kwaad doen.
Zeker 't nieuwe kamermeisje van de gravin?
Dat dacht ik wol. Maar op wie lijk je zoo? Ik
geloof, dat we mekaar als eens meer hebben
gezien
Dat geloof ik niet, bracht ik aarzelend uit.
Nee, nee, je heb gelijk, ik weet al aan wie
jo me doet denken, aan de freule van ;t kasteel
bij or.s in 't dorp, maar die mocht willen dat
ze der zoo uitzag. Za 'k je bij den tuinbaas
brengen
Graag, maar vertel me eerst eens wat van
die freule?
Daar valt niet veel van to vertellen, een
mooi, rijk, aardig ding, da 'k muur fons in mijn
leven heb gezien.
Zoo? en wanneer dan?
Zoo maar eens. op den weg.
Geen woord dus over zijn heldendaad, over
mijn redding. Hij was groot en edol gebleven 1
Nu, maar als ik u was, Dietrich, dan zou
ik maar niet meer aan die freule denken.
Lieve hemel I geen haar op mijn hoofd dat
aan haar denkt. Als jij niet zoo'n dergelijk bak-
kesje had, zou ik misschien nooit meer aan haar
gedacht hebben.
Dat was een gcrustelling voor mij, want het
bewees, dat hij niet verliefd was op de jeudige
freule en cr dus geen enkel bezwaar voor hom
bestond om verliefd te worden op hot kameniortjo.
Want het had toch heel goed kunnen zijn, dat
ook hem die eerste kus nimmer uit de gedachte
was geguan en hij trouw was gebleven aan een
eerste liefde.
A TJ EII.
«De rust in Edi is hersteld" lioettö het
de vorige week in de telegrammen. Er schijnt
al wederom te gauw victorie te zijn geroepen.
De correspondent der N. Huil. CA. te
Batavia seinde Maandag aan zijn blad
»Den 23 dezer zijn onder hevel van ma
joor De Jong zes brigades maréchaussee mot
de helft van liet zesde bataljon uit Kolu-
Radja getrokken via Lom-Tubo naar Kroong
Raja om den vijand te verdrijven."
De correspondent van bet Handelsblad te
Medan seinde Dinsdag
»De colonne-Willems ging den 21 Juli op
mnrsch over Kcmala naar Tiro en van daar
over Glé Sibacli, Koemboe en Gigiöng naar
Segli. De tocht duurde vier dagen. De vijand
liet bij de ontmoetingen 33 dooden achter.
Onze verliezen bedroegen 20 aan gewonden
(minderen) van wie 4 ernstig.
«Kolonel Van Heutsz is teruggekeerd van
Edi, waar alles weer rustig is."
De correspondent van dat blad te Batavia
seinde
#De colonne-Willems is teruggekeerd te
Segli. Zij marcheerde Woensdag over Garoet,
den Glé Gapoei en Langga naar l 'oeloe Pantel)
waar gebivakkeerd werd. Eenig vuur. Don
derdag bereikte men Tjot Moerong geduren
de den marsch werd men beschoten van een
plateau ten Zuidwesten van den Tjot Pliëng,
De cavalerie maakte een charge en nam drie
Atjehers gevangen. De vijand trok in massa
terug. Toen ons bivak weder werd beschoten,
werd kampong Lho Igeuëh geattakeerd ;76
geweren werden buitgemaakt en de be
waarplaats van wapenen werd vernield. Des
nachts hevig vuur. Vrijdag werden bij een
verkenning 50 geweren buitgemaakt.
«Zaterdag kree^men op den terugtocht
hevig vuur op beideflanken de vijand volgde
in massa tot aan den zuidelijken kampongriind
van Reuëng Reuëng. De stelling des vijands
werd door ons aangevallen, waarbij de vijand
10 dooden verloor. De rest vluchtte. Gedu
rende den verderen marsch bleven wij vuur
krijgen.
«Het totale aantal verliezen onzerzijds be
droeg 20 minderen. Alle kampongs waren verla
ten men werd beschoten uit de tot dusver
«bevriende".
«Kolonel Van Heutsz is te Kota Radja
aangekomen. Ilij keert Woensdag naar Segli
terug. Donderdag wordt weer uitgerukt."
Bij de Regeering werd Dinsdag ontvangen
het volgend telegram
«De colonne-Van Heutsz maakte een vijf-
daagschen tocht van Edi overTagoh, Djolok,
Semantah en Simpag-Ülim tot Djamber-Ajer.
Geen schot gevallen.
«Alle hoofden meldden zich aan. De troepen
keerden naar Segli terug. De colonne van
overste Willems maakte oen vierdaagschen
tocht van Segli over Kemala, Tjot Moering,
Gié Siblali, Doureunoen en Reung-Reung
naar Gigiëng. De vijand, die zware verliezen
leed. heeft 33 dooden achtergelaten.
«Onzerzijds 5t3 militairen beneden den
rang van officier gewond."
Bij de aanwezigheid van H, M. de Koningin
te Amsterdam zullen do studenten uit
Delft, Amsterdam, Utrecht en Leiden oen
eerowacht vormen, ter sterkte van 4 sectiën.
De Minister van Oorlog, overwegende dat
hot noodig is wijziging tc brengen in eenige
der bij zijn beschikking van 10 April 11. vast
gestelde tijdvakkon, voor welke de daarbij
bedoelde milicien-verlofgangers onder de wa
penen moeten worden geroepen, heeft den
bij genoemde beschikking behoorenden staat
vervangen door oen anderen, te vinden in
Staatscourant 171.
De lichtingen 1894 en 1895 van het le,
2e, 3e, 5e, Ge, en 8e regiment infanterie bijv.
zijn nu opgeroepen van 1 September tot en
niet 24 September.
De Minister van Oorlog heelt machtiging
verleend om 2000 man infanterie ter be
schikking te stellen als bijstand van de po
litie bij de inkomst enz. van H. M. de Ko
ningin te Amsterdam.
Daartoe worden detachementen geleverd
door bet 7e regiment infanterie uit Amster
dam, Hoorn en Naarden, hot, 4e regiment uit
Haarlem en Leidon en hot regiment grena
diers en jagers, alle met hun muziekcorpsen.
Te Haarlem kreeg een milicien-verlofgan
ger van de lichting 1895, die voor herhal-
lingsoefeningen tegen September was opge
roepen, dezer dagen zijn paspoort, omdatYiy,
door de inly ving van een achtergeblevene
zijner lichting, boven liet contingent diende.
Die verrassing heeft echter voor zijn jonge
ren broeder minder aangename gevolgen,
omdat deze zijn recht op vrijstelling van den
inilitiedienst door dit ontslag ziet verloren
gaan. Volgens art. 50 der Militiewet toch
wordt de vrijstelling wegens broederdienst
slechts verleend wanneer de broeder drie
jaren bij de militie heeft gediend, turwyl nu
deze milicien twee-en-twintig dagen korter
dan drie jaren gediend heeft.
Do Directeur dor Rijks-postspaarbank heeft
vernomen, dat bier en daar in den lande,
do commissiön, gevormd met het oog op de
feesten, die zullen plaats hebben tur gelegen
heid van de inhuldiging van H. M. de Koningin,
voornemens zjjn urn te dier gelegenheid
o. a. spaarbankboekjes ten geschenke te geven
aan de schooljeugd.
[lij is volgaarne bereid dat loffelijk plan
zijnerzijds zooveel doenlijk te steunen, naast
meer, door den gewonen omslag der boekjes
welke het hier geldt, te vervangen door oen
fraaioren vorm, die aan de livrotten eencom-
memoratief karakter verleent.
Iiitusscben, is het hem daartoe noodig, ten
spoedigste (en wol vóór 19 Augustus aan
staande) van bedoelde commissiön enkolo in
lichtingen to ontvangen.
Vooral wenscht hy dan zoo nauwkeurig
mogelijk te vernemenhot aantal boekjes,
dat men van plan is tot bedoeld einde by
een der postkantoren aan te vragen.
Hy zal vervolgens aan bedoelde commissiön
den dag melden, waarop zij hem do genomen
boekjes uiterlijk kunnen doen toekomen, ter
vervanging (te zijner directie) van den ge
wonen omslag door den moor sierlijken.
En nadat zulks geschied is zal hij de col
lecties onverwijld terugzenden, en dit in elk
goval zóo vroegtijdig, als zulks noodig blijkt.
Do commission kunnen do boekjos aan don
Directeur der Rijks-postspaarbank doon toe
komen, hetzij door bemiddeling vau een post
kantoor, hetzij direct.
Voor het geval zij op lautstgemolde wjjze
mochten handelen, kan bot nuttig wezen, in
herinnering te brongon, dat allo postzen-
dingon, aan en van rlien directeur, vrij van
port zijn.
Jammer, dut die r g en schouders zoo rond
waren. En dan was er ook iets iu zijn stem dat
ïuo tegenviel. Als Elsa voor Hans speelde, was
het zoo heel iets anders!
Maar het volgende oogenblik voehlc ik mijn
hart zwellen, bij de gedachte dat hij liet nu zelf
was (lie tot me sprak 'feeder slóeg ik mijn
oogen naar hem op en zeide
Wie weet, Dietrich, of dat meisje toch niet
aan je denkt.
Dan zou ze wel uial moeten wezen i Maar
zeg ereis, hoe weet je zoo, dat ik Dietrich heet
En hoe mag ik jou dan wel noemen
Ik heet Gretl Müller.
Nou, Gretl!... ja hebt me eon paar oogen
in je kop l. daar kan je 't mee doen, hoor
Ik sloeg mijn oogen zedig neer waarschijnlijk
hadden ze mij reeds verraden. Ik begon bang to
worden, dat hij reeds onmiddellijk met een
liefdesverklaring voor den dag zou komen en
dat strookte niet niet mijn plannen en opvat
tingen.
Gelukkig kwam de tuinbaas juist naar dn
serre. Ik bracht hom mijn boodschap overhij
vulde mijn mand en daarmede keerde ik naar
huis terug. In het voorbijgaan hoorde ik Hans
weder zjjn deuntje Huiten ulaol er niets gebeurd
ware.
Ik was misschien te lang weggebleven en ging
dus haastig de trap op naar het boudoir der
gravin, toon ik plotseling naast my een stem
hoorde, die vroeg
Waar gnat dat zoo haastig heen, lief kind
Toon ik ópkeek stond boven op do trap, bijna
vlak vóór mij, een slanke jonge man met een
zeer voornaam en knap uiterlijk. Ik begreep on
middellijk, dat dit de zoon des huizes was, mot
wien de gravin uiy zoo strong verboden had te
coquotteeron.
Waar gaat dat zoo haastig heen, kindlief
herhaalde hij.
Naar liet boudoir van mevrouw, mijnheer,
om do vazen met bloemen te vullen, antwoordde
ik kalm en wilde verder gaan, maar hij vor-
sperde mij den weg.
Wacht eens een oogenblikie Bloenion?...
Van al die bloemen ben jij Je schoonsteriep
hij uit.
Dat is geen bijzonder origineel compliment.
Maar je bent zelve wel origineel, klein ding
Ik heet Gretl en ben niet zoo bijzonder
hierin.
Maar wel bijzonder mooi I Bon je hot
nieuwe kunieniertje Hoe kan mama zoo onvoor
zichtig zijn om jou te kiezen Je zult hier in
huis iedereen liet hoofd op hol brongon, te be
ginnen met mij I
Ik nam een trotsohe, gebiedende houding aan.
Ik zal niemand toestaan u zoo min als
eenig ander mij vrijpostig te bejegenen. Mag
ik u nu verzoeken my door to' laten, mijn
heer
Zwijgend on met eon buiging, ging de jonge
man op zij. T.k vervolgde mijn weg.
Blijkbaar was hij geheel onder don indruk
van mijn toon en houding.
Intusschon had dit tooncel ook op mij nogal
indruk gemaakt. Uitvoerig beschreef ik not dien
avond in mijn dagboek en ik weet daaruit, dat
mij op dat oogenblik het denkbeeld nogal aan
lachte mij ook het hof to laten maken door den
jongen graaf, want welk oen schoon bewijs
mijner innige en trouwe liefde voor Hans zou
het wezen, indien ik om zijnentwil dien voor
namen aanbidder versmaadde I
Dat de jonge graaf hot hof aan een kameniortte
zou maken met eerlijke bedoelingen, begreep ik
wel dut niet mogelijk waseen reden te meer
dus voor mij om hem koel en trotsch te be
handelen I
Dat ik op dien joudigen leeftijd reeds zoo we
reldwijs was, zal niemand verwonderen, die zich
herinnert hoo ik tul van romans uit de oude
bibliotheek had verslonden. Als ik nu mijn dag
boek nalees, sta ik zelf verbaasd over wat ik
toon sehreef:
„tic heb hom gezien. Ik herkende zyn gelaat
onmiddellijk, maar toch vraag ik mo af: is hij
dat inderdaad? Aan dun persoon is geen twijfel
mogelijk, muur zonderling, toen ik ver van hem
was, beminde ik hem vuriger dan nu ik zooeven
hij hem stond. Zou ik te zoor onderdon indruk
van het oogonbl'k zijn geweest? Nu ik weeral-
leen ben, weer kalm en onbevangen, nu voel ik
mijn oude liefde weder met dezelfde kracht in
me leven. Mot dezelfde kracht zeg ik? Neon,
luizondmuul sterker nog I Muur ik moet trachten
hem dat rooken van pijpjes af te leuren hot
was of al zyn kleeren mot dien ukoligon tabaks
rook doortrokken waren, terwijl er daarentegen
van don jongen graaf een zekere geurige, friseh-
hoid uitstraalde. Wat een eigenaardige persoon
lijkheid is die jongo graaf. Korst sloeg hy eon
wol wat vrijpostige» toon aan. maar hoe beloofd
ging hij later op zij en groette hij mij. Ik schoen
hom wezenlijk eenigeii eerbied in te boezemon
maar ik ben overtuigd, dat hij mo morgen op-
nieuw zal aanspreken. Nu. ik vind dat niet on
aardig. Wezenlijk, als ik Hans niet zoo oprecht
lief had, zou dio jonge graal' wel eens gevaarlijk
voor me kunnon worden. Dien ronden rug zal
hij zich toch óók moeten alwennen Hans bo-
doel ik natuurlijk, want do ander hooit do
houding van een Spuansohon grundo I Ik heb wol
nooit eon grnndo gezien, maar zóo stel ik mo
dion tooh voor: van top tot toen edolmnn, tier
manr zacht. Gelukkig dat al zulke fraaie hoe
danigheden in andoren my volkomen koud laton
mijn liefde voor Hans maakt mo blind en go-
voelloos voor alles bchalvo voor hom. Ja, myn
lluns, jy hebt my liet leven gered I Jou behoort
dat leven voor oouwig tooi"
(Wordt vervolgd).