Donderdag 11
Augustus 1898.
No. 4796.
47e Jaargang.
OP REIS.
Binnenland.
De ware Jacob.
üitgave
A. H. VAN CLEEFP
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f franco per
post f 15. Advertentien 1G regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote lettors naar
plaatsruimte. Legale-, olïicieële- en onteigoningsadvertentiën per regel 16 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentien van buiten de stad worden de incusseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEQRACHT 5 6.
Telophoon 19.
Bij dit nummer behoort oen BIJVOEGSEL.
Wij .ijn gaarne bereicl orn, tegen ver
goeding van bet porto, aan geabon
neerd en die voor korten of langoren
tijd op reis gaan, de Amersfoortsehe
Courant en de bladen welke zij door
onze tusschenkornst ontvangen' na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
ATJEH.
Aan het Ildbl. is Zaterdag uit Batavia ge
seind
»In den nacht van den 5en dezer is een
sterke macht van Oemar. die westwaarts van
Lhong uit macheerde, hij Barah aangevallen
door een colonne uit Segli. De vijand ver
loor 5 man. I
«Onder Oemar's persoonlijke leiding zijn
zijne manschappen weer bij Grong-Grong
verzameld. Hedenavond vertrekt een batal
jon daarheen."
Zondag werd geseind
«Gisteren bevonden zich sterke benden van
Oemar in den kampong Long bij Segli. Onze
strijdmacht dreef ben westwaarts. Oemar ver
zamelde die benden thans bij Grong-Grong.
Hier is óon bataljon nu heen."
Een telegram van den 7» Augustus, Maan
dag aan het Departement van Koloniën ont
vangen, luidt
«Kolonel Van Heutsz opgerukt naar Gle
Siblah.
«Honderden gewapende Atjehers vluchtten
bij de nadering van onze troepen en werden
tot hoog in het gebergte vervolgd."
Naar men uit Den Haag meldt, bestaat de
bedoeling een eigenaardig karakter te geven
aan het eerste besluit, dat door H. M. Ko
ningin Wiihelmina geteekend zal worden. Bij
dat besluit zou aan II. M. de Koningin-Re
gentes de hoogste waardigheid worden toe
gekend in de Orde van den Nederlandscben
Leeuw.
Het ofiicieelc programma voor de plech
tige beöcdiging on inhuldiging van II. M.
Koningin Wiihelmina binnen de stad Am
sterdam is verschenen in de Staatscourant
Feuilleton.
en werd bereids medegedeeld door de groote
en zelfs enkele kleine bladen.
Het maakt echter geen wag van «gedach
tenispenningen strooiende herauten op de
pleinen der Hoofdstad, afkondigend met lui
der stemme de heuglijke gebeurtenis."
Het ontbreken van deze herauten is een
afwijking van bet, programma, in 1849 ge-
volgd.
In herinnering wordt gebracht, dat door
H. M. de Koningin bij de aanvaarding der
Regeering geen geschenken zullen worden
aangenomen.
II. M. (ie Koningin zal, met hel oog op
de vele feestelijkheden, in de maand Sep
tember geen afzonderlijke audiëntie aan
colleges of personen kunnen verleenen.
Rij Kon. besluit zijn de beide Kamers van
de Staten-Generaal tot een openbare en ver-
eenigde vergadering bijeengeroepen, ter zake
van de plechtige heëediging en inhuldiging
van Hare Majesteit de Koningin, welke in
de Nieuwe Kerk binnen de stad Amsterdam,
op Dinsdag G September 1808, des voormid
dags te half elf uren, zal plaats hebben.
Het heeft H. M. de Koningin behaagd, den
datum voor de Sportbetooging vast te stellen
op Donderdag '22 September.
Een inzender maakt in het Vaderland de
'olgende juiste opmerking met het oog op
de groote revue
«Un homme averti en vaut deux", zegt een
Fransch spreekwoord en daarom willen we
door deze de attentie vestigen op iets, dat
is èn in het belang der orde èn van de
spoedige opstelling der verschillende troepen-
al'deelingen op de revue, den 21 September
te houden, maar ook van veel waarde voor
den troep, opdat deze niet, door het vele
heen en weder trekken, alvorens plaats en
richting te hebben, noodeloos vermoeid worde
en daardoor bij het defileeren een minder
goed figuur make.
Men plaatse nl. vooraf op het terrein
palen met bordjes, waarop vermelding van
de afdeeling (regiment, enz.), die zich daar-
tusschen moet opstellen.
Waar tocli de dag van den 21 en Sep
tember voor de troepen een vermoeiende is,
omdat zij na niloop der revue nog naar hun
garnizoenen moeten teruggaan, mug men van
den Generalen staf verwachten, dat hij alles
zal doen wat mogelijk is, om den soldaat
zoo min als kan al' te matten.
(1())
Toen ik 's middags alleen op mijn kamertje
was, schreef ik liet volgende briefje.
„Hans Dietrich. Gij hebt mij gister verzekerd,
dat gij het meisje dat uw vrouw zou worden,
gelukkig zoudt weten te maken. Welnu, ik wil
gaarne gelukkig worden. Ik kan vandaag niet
in den tuin komen, omdat de graviu ziek is.
Schrijf mij dus
Ik liet dit briefje door de keukenmeid brengen,
toen ze vruchten moest gaan bestellen.
Kort daarop ontving ik het volgende antwoord,
krioelende van spel- en taalfouten, op een erg
beduimeld stukje papier, en met een kinderach
tige, ongeoefende hand geschreven.
„Weledele Mejuffrouw Gretl! Als uwe, het
heuzig meent dan refereer ik ook van mijn kant
om u trouwen minnaar te 2ijn en voel ik mij
hoogst vereert in de bleide verwachting u spoedig
te mogen omhelzen o schone Gretl, terwijl ik
hoop mijn vurige liefde te toonen daar ik niet
meer leven kan zonder mijn Grote. Morgen
om rede van feestdag is het bal in het dorpen
heden verblijf ik voor eeuwig u Weledel gebo
rene aangebeden bruidegom en toegegeweide
aanbidder Hans Dietrich."
Zooals men ziet, stond Hans niet hoog op
letterkundig gebiedmaar het was immers zijn
schuld niet, dat hij geen academische opvoeding
Het Voorloopig verslag is verschenen omtrent bet
wetsontwerp, bowlende wettelijke verzekering van
werklieden tegen de gevolgen van ongevallen in be
paalde bedrijven. Vrij algemeen werd de indiening
van het wetsontwerp toegejuicht. De verzekering
tegen de gevolgen van ongevallen ontmoette in be
ginsel slechts bij zeer enkele leden der Tweede
Kamer bezwaar. Zij werd beschouwd als een drin
gende eisch des tijd?.
Met de methode en den vorm van bet ontwerp
waren vele loden ingenomen. Zij prozen .Ion dui-
delijken opzet en de goede uitwerking. Anderen
meenden, dat bet ontwerp zich tt veel bepaalt tot
liet stellen van algemcnne regelen.
Men verwonderde er zich over dat de Memorie
van Toelichting ztveeg over verschillende vragen
van prineipieelon aard, b. v. over de vraag waarom
de Staat do verzekering tegen ongevallen geheel iu
eigen hand moet nemen, met uitsluiting van par
ticuliere maatschappijen.
Waarom zou de .Staat zich niet bepalen tol het
opleggen van verzekeringsplicht aan de werkgevers,
en waarom moet hij elke werkzaamheid van parti
culiere maatschappijen op het gebied der wet on
mogelijk maken.
Ook miste uien licht over de vraag, in hoever het
in het stelsel van Staatsverzekering mogelijk en
wenschelijk is, de belanghebbenden, werkgevers en
werklieden, iu de organisatie der verzekering op te
De vraag werd gedaan, ol over do voorgestelde
regeling het gevoelen is gevraagd van de Kamers
van Koophandel en Fabrieken, groote ondernemin
gen en wcrkliedenvereenigingen.
Bveneon.s zwijgt de Memorie van Toelichting over
de vraag, of, behalve verzekering tegen bedrijfsonge
vallen,ook verzekering van werklieden tegen de gevol
gen van ziekte, ouderdom en invaliditeit, en van over
lijden ten behoeve van achterblijvende weduwen en
weezen, en van werkloosheid binnen den kring der
Staatsbemoeiing behooren getrokken te worden, eu
of het niet noodig of althans wenschelijk is, wette
lijke voorziening ten aanzien van bedrijfsongevallen
te doen voorafgaan door of gepaard te doen gaan
met wettelijke voorziening ten aanzien van ziekte,
ouderdom en invaliditeit.
Vooral de verzekering tegen de gevolgen van
ziekte en van ouderdom en invaliditeit had, meende
men, moeten samengaan met die tegen bedrijfson
gevallen. Doch anderen vreesden hiervan langdurig
uitstel, zoo niet mislukking. Vele leden betreurden
echter dat aan do ongevallenverzekering de voorrang
was gegeven.
Terwijl sommige leden meenden dat het niet op
den weg van den Stnat ligt te zorgen, dat werklie
den verzekerd worden tegen schade veroorzaakt door
ongevallen, hun in du uitoefening van hun bedrijf
overkomen, was de groote meerderheid daarentegen
van iuconiug dat het optreden van den Staat ten
deze wenschelijk en zelfs noodzakelijk moet worden
geacht. Met waardeering erkende men dat een niet
gering aantal werkgevers hun werklieden tegen de
gevolgen van ongevallen verzekeren, maar de groote
meerderheid doet zulks niet.
Iu de meeste gevallen worden do door een onge
val getroffenen aan hun lot overgelaten. Zonnar
wettelijke'regeling is geen verbetering te verwachten
en Staatstussohenkonist werd alleszins gerechtvaar
digd geacht. Dat wettelijke regeling der ongevallen-
vevzekori -g een stap in de richting van het socia
lisme zou wezen, werd van verschillende zijden ont
kend. Aanhangers dier richting betoogden dat eeuo
regeling die de kapitalistische inrichting der industrie
handhaaft, kwalijk nis socialistisch kan worden aan
gemerkt. Zij achtten wettelijke regeling der onge
vallenverzekering aanbevelenswaard, al kon do ver
betering, die daardoor in den toestand der werk
lieden gebracht wordt, niet geacht worden van veel
beteekenis te zijn.
Tegen het brengen van do geheel o verzekering
uier hot gezag van don Staal werden verschillende
bezwaren ontwikkeld, o, a. dat het bedrijf der par
ticuliere maatschappijen voor ongeil vallen verzekering,
voor zot veel hot wettelijk gebied betreft, zou worden
vernietigd en wol zonder ccnigo vergoeding, en dat
verzekering bij ecno Rijksbank veel duurder zou
ziji Sommige leden meenden dut do Wet zich kan
bepalen tot het opleggen van verzekeringsplicbt aan
tie werkgevers, met bijvoeging van bepalingen, die
behoorlijke uitvoering van den verzckeriogsplieht
waarborgen. Daartegenover meende men dat bij
het stellen van strenge geldelijke waarborgen, slechts
enkele groote mantschappjjeu nun de cisciieu zouden
kunnen voldoen en aan kleinere hot voortbestaan
onmogelijk zou worden gemaakt.
De meest volstrekte centralisatie waarvan dit
ontwerp uitgaat vond ook bestrijdingmet nadruk
wenschte men meer invloed voor belanghebbenden
en hel volgen van een stelsel, dat leidde tot het doen
opkomen van dc noodigc organisaties uit de bedrij
ven zalven, in den trant der Duitsche Berufsgeuoa-
senschaften. Doch behalve door vorming van be-
drijfsvereenigingen kan ook door eenc gewijzigde
inrichting van het bestuur van de Rijksverzekerings
bank en van den Raad van toezicht aan werkgevers
en werklieden meer invloed worden toegekend.
Sommigen vreesden bevordering van zorgeloosheid
bjj werkltedeu en werkgevers, doch anderen bestre
den die vrees eu kwamen met beslistheid op tegen
de bewering, dat dc invoering der verplichte ver
zekering in Duitschluml tot aanzienlijke vermeerde
ring van ongevallen zou hebben geleid.
Vele leden meenden echter, dat er geen aanspraak
op vergoeding behoorde to bestaan waar het ongeval
aan de grove schuld van don werkman is te wijten.
Verschillende bezwaren werden geopperd tegen uit
sluiting van alle aanspraak op vergoeding, wanneer
het ongeval het gevolg is vuu dronkenschap. Onvrij
willige dronkenschap mocht niet met vrijwillige op
eenc lijn worden gesteld, terwijl in elk geval de
uilsluiting zeer hard is, in zooverre zij vrouw en
kinderen van den werkman benadeelt, ofschoon zij
aan zijn dronkenschap goeu schuld hebben.
Voel tegenkanting vond Let voorstel om bij zelf
moord den nagelaten betrekkinguu aanspraak op
vergooding toe te kennen.
Vele leden konden zich niet vereenigen met de
bespreking der verzekering tot bepaalde bedrijven.
Verschillende bezwaren werden geopperd legen
het brengen van de betaling der verzelceringspremiëa
geheel ton laste tier werkgevers, terwijl de voorge-
gostelde regeling derschadeloostelliugeu tot verschil
lende opmerkiugeu aanleiding gaf.
Bij Kon. besluit is ten opzichte van het
Reservekader na invoering der Militie wet
welke den persoonlijken dienstplicht invoert
het volgende bepaald
De ingeschrevene voor de militie, voor de
lichting van '1899, die zich in 1898 bij het Re-
servekader heeft verbonden, wordt zoo bjj
bij dc militie moet worden ingelijfd, in zijn
verbintenis bij het Reservekader gehandhaafd,
had genoten. Als mensck stond hij daarom niet
minder hoog, en later zou ik hem liet beetje
vernis, dat hem ontbrak wel weten te verschaf
fen.
Ook dien nacht sliep ik weder heel slecht- De
gedachte van verloofd te zijn, was mij zoo vreemd
en nieuw, en eerlijk moet ik bekennen, dat ik
er me eer rampzalig dan gelukkig onder voelde.
Ik droomde ook van het bal, dat ik den vol
genden dag zou bezoeken ik droomde, dat Hans
mij meevoerde om te dansen, maar plotseling
zag ik, dat Hans de gelaatstrekken had aange
nomen van graaf Rene, die mij toefluisterde
„My darling, my queen
Den volgenden dug was het Zondag en bal in
het dorp. De huishoudster bood mij aan om on
der haar geleide naar dat bal te gaan, wat ik
natuurlijk niet afsloeg. De gravin was weer beter
en zij zelve spoorde mij aan, het feest bij to
wonen.
Je bent jong, kindlief, en je moet het leven
maar genieten, zeide zij. Rij deze gelegenheid
moet je je ook maar netjes kleeden ie kunt je
hart ophalen; maar je mag niet laat thuis
komen.
Vóór ik uitging, verlangde de gravin mij nog
evec te zien en ze maakte mij lachend een com
plimentje er over, dat ik zoo keurig en smaak
vol wtis gekleed.
Nu. ik had dan ook met recht mijn hart eens
opgehaald, en als ik er nu aan terugdenk, moet
ik er uit jzien hebben als een tooneclkamenier I
Ik droeg ai licht pompadour japonnejte, heel
kort natuurlijk, zoodat mijn roze kousen en ver
lakte schoentjes mot hooge hakken goed zicht
baar waren. Ik had een kanten schortje voor eu
een kanten mutsje op, waartusschen ik een paar
rozen had gestoken evenals tusschen het tamelijk
laag uitgesneden lijfje. Om mijn hals en armen
droeg ik zwart Uuwoelen lintjes.
Ik moet zelf erkennen, dat ik er bijzonder goed
uitzag. Mijn stemming was echter 'esbehalve
opgewekt. Ik had een gevoel alsof ik in plaats
van naar een bal als een opgesierd lam naar dc
slachtbank werd gevoerd.
Weinig vermoeddo ik, hoe beslissend dat hal
voor mijn gansche leven zou wezen.
Onze danszaal was een overdekte ruimte naast
de herberg, waar een planken vloer was gelegd
er omheen iu de open lucht stonden tafeltjes en
stoelen en lange hinken, die alle dicht bezet
waren, want het bal scheen bijzonder in den
smaak der dorpelingen te vallen.
Het feest was reeds in vollen gang, toen wij
kwamen. Er word juist een polka gedanst. Ge
danst zeg ik, laat ik maar zeggen gestampt;
want het aantal paren was zóo talrijk, dat ze
schouder aan schouder stonden en niet veel anders
konden doen dun op een en dezelfde plek al
stampende ronddraaien.
Er was een tafeltje voor ons opengehoudon.
maar we moesten vreesolijk door de menigte
heendringen om het te borei n. Plotseling voelde
ik een arm om mijn middel slaan. Mijn eerste
beweging was, dien met geweld van mo af te
stooten, maar toen ik:omkeek, herkende ik llans...
Huns op zijn Zondags! die me al hossende mot
ziijh meevoerde.
Dat was een vreeselijk oogenblik voor mo!
Mijn geliefde, de man naar wien ik al die jaren
had gesmacht, voorde mij met zich. Ik moest
juichen uit volle borst, maar er zou geen geluid
over mijn lippen hebben kunnen komen. Ik was
stom en machteloos
Evenals zijn kameraden had Hans een groote
brandende sigaar in zijn mond, die een heele
leelijke dump verspreiden. Dit hoorde blijkbaar
bij het Zondagstoilet, maar het ergerde mij zóo,
dut ik hem toevoegde
Gooi dat vuile ding weg; zóo wil ik niet
met je dansen.
Hè? Weggooien? Mijn lekkere sigaar?
't ls nog wel zoo'n bestol... cla's te kraal
Onmiddellijk, anders is alles uit.
En hij nam inderdaad zijn „beste" sigaar uit
zijn mond en zich tot een slungel wendend, die
juist naast hem stond, zeide hij
Daar l'eter, da's voor jou!
Dank jeluidde het antwoord. Peter nam
gretig den stinkstok aan on stak hem zonder
aarzelen in don mond,
Nou zio jo dereia, wat ik voor je over heb,
Gretl. Geen ander meisje zou mo dut ding uit
den mond hebben gekregen, want worachtig, ik
ben anders zoo mak niet. Maar voor jou Gretl,
voor zoo'n lief, mooi ding, 's jongens, daar doe je
wat voor! Zeg, Gretl, hield je me niet voor het
lappie in dien brief?
Uit den weg! Op zij! klonk het plotseling.
Plaats uiaken vuur dc heerschappen
I De muziek hield op en de dansenden drongen
wat terug om plaats te moken voor dc hoeren
en dames van net kasteel, die het feest cenige
I oogenblikken kwamen bijwonen. Graaf René
I ging voorop, gevolgd dour cenige vrienden en
I vergezeld van een drietal jonge meisjes, nichtjes,
I die op hot kasteel gelogeerd waren.
I Wordt vervolgd).