Donderdag 6 October 1898. No. 4812. 48e Jaargang. De Baanwachter. EERGEVOEL. Binnenland. Uitgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.franco por post 1.45. Advertentiiin 1G regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertenliën per regel 1» cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentië» van buiten de stad worden de incasseerkosten iri rekening gebracht. Bureau EORTEGRACHT 6 0. Tolephoon 10. KENNISGEVING. De»WÏSSMEESTER on WETHOUDERS van AMERSFOORT. a ifre-leh,?,P,rhot Koninklijk besluit van don 4. Mei 18% (Staatsblad No. 76); Brengen ter algemeene kennis] dat op Donder- den 1! November 1S98 van dra voofmiddnft. 1U tot des namiddags fon uur ten Raadliuizo ac stembriefjes kunnen worden ingeleverd voor de verkiezing vnn leden van de Kmiicr vnn Koop. Handel en fabrieken te Amersfoort, zulks ter ver vulling der plaatsen van drie leden, die op den eersten Januari daaraanvolgende aan de beurt van aftreding zijn, n. 1. de hoeren J. fi. KLEBER, J. SINNIGE on G. 1'. A. GARJEANNE. Gedaan te Amersfoort, den 4. October 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNING*. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. QUOSQIE TANDEM? Onder het opschrift Enfant Martyr" geeft het Utrecht sch Dagblad het volgend ver slag van een zitting der rechtbank te Utrecht. Op zeker oogenblik kwamen van debroe- de, steenen trap naar omlaag een boeren vrouw en een oude man, dragende in den arm een bleek, dood mager wichtje, ineengedoken en' ouder den wollen omslagdoek bibberend van koude, 't Bleeke ingevallen gezichtje scheen als misvormd, en groote angstige oogen staarden wazig, wezenloos voor zich uit. Als houten staakjes staken twee lange beentjes in grijzige knusjes uit onder 't roode rokje, kaarsrecht, zonder eenigen vorm. 't Ellendig voorkomen van liet, kind viel ons op, we vroegen er naar, en bij stukjes en brokjes, van deze dit, van gene dat, leerden we kennen een stuk levensgeschiedenis van dit kind, dat door stiefouders was veroordeeld om te worden doodgemarteld. Toen hare moedor in 't huwelijk trad met Teunis Wevorwijk, wonende te Montfoort had zij twee onwettige kinderen, dit en nog een ander. Zij werden bij dit huwelijk door Weverwijk gewettigd doch kort daarop bracht de vrouw een derde kind ter wereld van onbekenden vader, en in hare bevalling is zij gestorven. Weverwijk trad voor de tweede maal in 't huwelijk en nu waren de kinderen hem een groote lastpost gewordenhij trachtte zich van hen to ontdoen. Of dit met de anderen al gelukt is, of zij nog loven of een al of niet natuurlijken dood zijn gestorven, weet ik niet, ik weet Feuilleton. (3 Slot). Zal men ooit te weten komen, waaraan de koningin dien winternacht dacht, toen zij het kind van den armen baanwachter wiegde, terwijl de Hofmaarschalk en de barrones, wier hulp zij had afgeslagen, zich bij liet vuur warmden'! Toen de conducteur de deur opende, en naar binnen riep: »We gaan aanstonds ver der, instappen dames", toen legde de koningin baar met goud gevulde portemonnaie en bet ruikertje viooltjes, dat zij in haar ceintuur had gedragen, op de wieg van de kleine Cecile, en verliet het vertrek. Te Parijs evenwel bleel hare Majesteit slechts tweo dagen; toen ging zij naarl'raag terug dat zij daarna maar uiterst zelden meer verlaat. Zij wijdt zich geheel aan do opvoe- din" van haar zoon. De Hofmeesteresssen evenwel, met hun dertig kwartieren, wier stijve mutsen oenc donkere schaduw over de eerste kindsheid van den troonopvolger hadden geworpen, konden niet de handen in den schoot zitten. Als de kleine Whuhslas eenmaal groot zal rijn geworden, dan zal hij zijn, wat zijn alleen maar van het kind dat ik van middag heb gezien. De mensclien, die 't droegen, waren niet de stiefouders, die waren boven om gehoord te worden voor den rechter van instructie Dir. Van Leeuwen. Een betrekkelijk jong echt paar, de man met leelyke wreeue oogen en ongeschoren gezicht, de vrouw een gezond uitziende boerenvrouw, waaraan men niets bijzonders zou hebben opgemerkt. Deze beide ontaarde wezens hadden bet negenjarige wicht gepijnigd en geslagen in de afgeloopen dagen van vreesolijke hitte, cenige weken terug, hadden ze 't kind op den lieeten zolder gegooid zoodat 't lug te kermen van dorst en niemand er bij kon om hulp to verleenen. De veldwachter bad den man toen gewaarschuwd en gezegd hem voor 't gerecht te zullen brengen, als hij hem maar een keer kon betrappengela chen had toen 't wezen met een dierlijken glimlach, de breede lippen breed opengetrok ken, blootgevend de leelijke, zwarte, naar tabakssap riekende tanden. Hij had gezegd: «Och ze make me toch niks". Donderdag voor acht dagen had men hot kind zóo geslagen, dat geen vleeschklcur meer te onderscheiden was van heupen tot knieën en lappen vel los neerhingen van 't uitgemergelde lichaampje. Toen heeft de veldwachter Geerts in kunnen grypen, en voor dit feit werden zc thans voor du eerste maal in de instructie gehoord. Sedert waren de ouders verhuisd van Mont foort naar lJselsteindaar had de man ge tracht het kind nog in een levensverzekering to doen, doch dit is hem niet gelukt. In Mont foort hadden ze achteraf gewoond, met weinig menschen in den omtrek, doch in lJselstein, waar dit niet het geval was, is de zaak spoe dig ruchtbaar geworden. Gisteravond zijn meer dan tweehonderd menschen geweest voor de deur van hun woning, ze waren toen uit, en vier vrouwen zyn naar boven gegaan, waar 't schaapje weder verlaten lag, alleen, gansch ongekleed op den zolder. Een paar huurlieden hebben 't toen bij zich genomen in bed. Maar toch hadden gisteren do dier-men schen nog gelegenheid gehad 't zóo te slaan tegen beentjes en voetjes, dat het thans niet meer loopen kon dour de groote wonden. De mensehen, die met haar naar beneden waren gekomen, waren huurlieden uit Mont foort, die zich nog al eens over haar hadden ontfermd. Doch bij zich in huis opnemen konden zij het niet, want zij waren zelf maar arme menschen. Nu bemoeiden zij zich nog met liet kind, en soldon het en spraken 't vader niet is geweest een goed koning. Hij is pas vijf jaar oud. maar nu reeds algemeen oomind, en als hij met zijne moe der in don gemoedelijken, Boheemschen spoortrein reist, die niet veel sneller rijdt dan eene postkoets, en hij dan door het ven ster van zijn salonwagen een baanwachter ziet, die aan de eene hand een kind houdt en met de andere de vlag laat waaien, dun worpt de kleine Prins op bevel van zyn moeder hem altijd een kushand toe. 0) Zij was meid-alleenhij was kappersbe diende. Het huwelijk van een harer vriendinnen bad hen toevallig gepaard in hot go- volg der jonggetrouwdenzij groot,,sterk, gespierd, hooggekleurd en vleezig, een echt werkpaard; hij zóo klein, tenger, jongens achtig van gestalte, dat zij hem dadelijk, zonder te weten waar dien naam vandaan kwam of wat bij beduidde, in stilte generaal Tom Pouce bad genoemd. Hij reikte te nauwer nood tot haar schouder en het tweetal, hij in zijn te lange, voor de gelegenheid gehuurde rok. zij in een te korte zijden japon, van een zóo opzichtig groen, lieve woordjes toe, zooals nok vrouwen kun nen doen met vereelte werkhanden, wanneer slechts een moederhart bezitten. En waarlijk, de tranen kwamen ons in do oogen, bij 't aanzien van zulk een schouw spel stil ging con van ons hoon en kwam kort daarop terug mot een zakje met choeo- laudjes, dat hij 't kind drukte in de vingertjes. «O, dlngies" stamelde 't mondje en gretig grepon de vingers naar die ongekende lek kernij. Toen t kind een paar uur te voren moest worden gehoord door den instructie-rechter was 't zóo zwak dat 't niet moer spreken konop zijn bevel heeft men 't toen gevoed met brood en melk. doch slechts heel lung" zaum kou dit geschieden, bij heel kleine ge loei ton. Terwijl de groep van medelijdende harten lieenstond om het kind, zaten op eenigc al» stand do ouders, do moeder op den schoot en eigen kindje, en zij keken er niet naar om. 't Getuigen-verhoor was afgeloopen, de getuigen uit Montfoort konden vertrekken zij hadden van niemand toezegging gekregen, dat hun vergoeding zon worden geschonken, en daarom konden /ij't kind niet meenemen. Ze pakten 'twurmpjo nog eens en vertrokken. En zij, de kleine, zei niets, wellicht kon ze niets zeggen, maar de oogon toekenden oneindige droeihoid toen ze de vreemden zag heengaan; grijpend strekten zich uil do magere armpjes en dikke traiien rolden langs de uitge teerde wangetjes. Do vrouwen wondden nog eenmaal om hot hoofd en weenend gingen ze vorder. Een oogenblik nog aarzelde de oude man, met 't verweerde gezichtbij bleef staan by 't bankje, waarop zij zat toen ging ook hy Nu zat zo alleen, verlaten, weenend op het houten bankje. Wij koken elkander aannog onkele oogen- blikken, en 't zou weer vallen in handen vnn de ouders. Wat moesten we doen't opne men en brengen naar oen philanthroop in deze stad? Ja maar, wie, wie? We wisten geen namen. Do ouders vertrokken. De moeder nam liet kind by den arm, en toen 't niet voort kou strompelen, nam ze hot op den schouder, quasi-verzorgend, om 't morgen wellicht te vermoorden Op de straat keek ze telkens om, of ze ons nog zag, naast haar don man met het eigen kind, zij op den schouder 't andere. Zoo gingen zo over 't zonnige Domplein, waarover zich rondboog do strakke, egaal- blauwe lucht, gevend de impressie van jong op gewekt leven. Zoo verdween ze uit liet gezicht. En ik was eon ervaring ryker door ,do«J bittere sa tyre van wat men justitie, van wat men gerechtigheid noemt, die wel straks zal straffen met strengo straf, maar thans zon der bescherming, laat heengaan 't slacht offer, laat ingaan misschien wol den dood. Tweo opmerkingen wagen we Do eerste dezeonze geachte collega had niet moeten denken en niet moeten vragen, wat moeten we doendoch moeten doen, handelen, het kind moeten verzorgen. Do tweede dezehoo lang zal men nog toelaten, dut iels gebeurd als hier geschied is Hoo heeft de rechter van instructie kit.n- nen toestaan, dat de boos! en het kind weer meenamen, de ouders, die toch wol verdiend hebben preventief in hechtenis te worden genomen Elke veldwachter had hot gaarne verzorgd, ook zonder geldelyken steun. Hoeveel kinderen zullen nog op die wyzo moreel kunnen worden vermoord'? Hoo lang nog zal hut duren eer tot wet is verheven het ontwerp op de ouderlyke macht? Het is ons aangenaam te kunnen mede- doelen, dat het ongelukkige kind aan de han den harer «ouders" in ontnomen en geplaatst in de «Martha-stichting" te Allen aan don Ryn. Maar als de vader" het terugcischt, wat dan dat spinazie er stemmig bij zou hebben ge* schenen, vormden een komiek paar. Niettemin verstonden zy elkander best. Na een oogen blik van onrustige verlegenheid, was hy aan zijn dame gewond geraakt en zette hij oen hooge borst, (lor in bet bewustzijn zulk oen groote vrouw den ann te mogen aanbieden, zulk oen kolossaal juweel der schepping tot steun to mogen verstrekken. Wus dat niet moreel groeien? Zij van haar kant voeldo zich, nadat do oorspronkelijke minachting was vervlogen, teeder gestemd. Zij bespeurde ten opziohto van haar cava lier iels bijna moederlijks, en het schoon haar alsof zij zich, inplaats van beschermde, zooals haar secto het voorschreef, tot be schermster verhief. Beiden voelden er hun trots door gestreeld. Den volgendon ochtend to lluöil in de villa bloemtuintje vóór, lapje mocsgrorul achter waar zij diende, droomde zij, nog vermoeid van den vorigen avond, met bran derige oogen. loom. onder bot droogschuren en peinsde, hoe zoet het zoude zijn, met zulk oen mannetje, een kindumnneljeom zoo te zoggen, een kalm leventje te leiden, en na zelf alt yd van iedereen bevelen tc heb ben moeten afwachten, op haar beurt in haar huishouden to kunnen cottimandeerenwant zij kon zich niet voorstellen, dat oen wezen, I zoo bescheiden van (iguur, zelf een wil had] 1 ATJEII. Bij de Regeoring word Maandagavond het volgende telegram ontvangen «Colonnes trokken van Telok Somawe door Tjocndu, Nisain en Sa wang naar Kloumpang Doewn en Loboe. Uit talrijke bentings vlo don stryders van Pasangan of worden ver dreven na geringen tegenstand, achterlatende 10 dooden. «Onzerzijds gesneuveld éen mareehnussóe licht gewond twee militairen beneden don rang officier. «Gisteren doorgenikt naar Pasarigan. «Een colonne van Scgli murehoorde tot de grens van Mcrdoe. Bevolking wus in de kampongs en de hoofden meiddon zich aan." Aan de N. II. Cl. word uit Batavia ge seind «Onze troepenmacht, die naar Pasangan trok^juim^m^ver^^ Do kappersbediende aan den andoren kant, te Argenteuii, ondervond bij eon onlesch- baron dorst, verergerd door liaarpyn, een onwederlegbaro leegte van ziel. Dezo drievoudige kwelling maakte zyn band beverig, de schaar deed eigenzinnig en het scheermes was grillig in zijn loop. Talryke kinnen, wangen en lippen moesten het ontgelden en enkele ooronbloedden, ton govolgo waarvan hij bourtelings, in een zacht crescendo, voor slungel, vlegel en onhandige stommert werd uitgemaakt. Maar hy lotte niet op die uitvallen van zyn klanten. Zijn eergevoel werd er niet door gekrenkt. Zyn trots omzweefde de over vloedige bekoorlijkheden der bruidsjuft'er, die don vorigoh nacht aan do iioedo van zijn min persoontje was toevertrouwd geweest. Ach zijn hoole loven lang dat vertrouwen te mogen behouden, do man, de hoer en mees ter van zooveel vrouwevloosch en boon te worden. Welk een glorio voor zijn nietig ik l Zoo koesterden zij weken lang hun ideëen van wedorzijdscho overheersehinazij onder liet trappen vegen, of terwyl zy vuor het glooiende fornuis oen runderhaas braadde; hij, terwyl hij den Gemeentesecretaris onder het mes had, of do glimmende gopommadeerde lokkon puntte van den knecht van den slager op den hoek. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1