Maandag 31 October 1898. No. 4819. 48e Jaargang. Stadsnieuws. De Maanweger. PHOENIX-BROU W ERIJ H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. Ditgave Firma A. H. VAN CLEEFF te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement por 3 maanden f 1.franco per post f 4.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. üroote lettors naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. A/zonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Bureau KORTEGRACHT 5 0. Telephoon 19. KENNISGEVING. KAMER van KOOPHANDEL FA BRIE» ivHjiN neeft ontvangen: 5 jaarverslagen van de Kamer van Koophan del Fabrieken over 1S07 van '«OravenhagefKat wijk, Ier Neuzen, Nijmegen, en Tegelen. Consulaire Verslagen no. 38, 89, 40 en 41. Tijdschrift der Ned. Maattcbappij tot bevor dering van Nijverheid. 1 exemplaar 1998. Statistiek In-, uit- en doorvo.er over de maand Juli 1898. Van de Centrale-Commissie voor de Statistiek Statistiek der Sterfte in de jaren 1891—189") Tarieven van Invoerrechten Brazilië, België, Lngos, Madagascar, Portugal, Rumenië, Trini dad en Tabago. Belangstellenden kunnen bovengenoemde stuk ken voor eenigu dagen ter lezing ontvangen aan te vragen bij den ondergeteekende, Ilerm. P. van IIASELEN, Secr. f Amersfoort, 28 October 1898. Gelijk we aan het slot van het eei-ste deel van ons verslag der Raadszitting van j 1. Dinsdag zeiden, kwam om 2.32 aan de orde de Gemeente-begrooting voor 1880, met eenige voorstellen tot verhooging aer jaar wedden van enkele ambtenaren. De heer Gerritsen, de algemeene dis cussion openend, zegt dat zijn totaal-indruk van den arbeid var. 13. en W. z. i. gedrukt, mat iseen Stadhuiswoord kan spr. niet vinden, doch in den handel zou men spreken van »niet doorgewerkt". De oude voorstellen worden niet uitgewerkt. Spr. wil enkele groepen noemen om dit aan te toonen. Zoo is daar het Herhalingsonderwijs. Heeds jaren is de treurige toestand daarvan bekend en erkend, en is toegegeven dat het zelfs aan de matigste verwachtingen niet voldoet. Zooals het nu is ingericht, gelooft spr. dat hetgeen hiervoor wordt uitgegeven, wegge worpen geld is. Nu heet het weder, dat wordt gewacht op de invoering van Leerplicht. Leerplicht? Hoe langzaam komen onze wetten tot stand en. bovendien zijn vellicht nog 5 overgangs jaren noodig. Moet al dien tijd deze zaak ongewijzigd blijven'? Spr. hoopt, dat 13. en W. met een voorstel zullen komen, dit jaar n°g- Dan is er de pensioens-quaestie. Spr. had Feuilleton. 3 (Slot) Prachtige dingen, man. Ten eerste heb ben ze de maan gewogendaar op het pa piertje staat het gewicht; schrijf maar over. Dan ben je op reis met winkel en al; je scheert je klanten, al reizende door de wereld ruimte. De maan is een dooie bol, vol bergen en uitgebrande kratersje. Hou op, schei uit, manpraat maar niet meer en laat den dokter halen. Ik vlieg naar mijn winkel met je laatste nieuws. En wat zal je ze dan vertellen? Ik wed, dat je er de helft niet van begrepen hebt. O ja, ik begrijp er alles van, ik zal zeggen, dat je gek bent. Een half uur later komt de kruideniers vrouw, die boodschappen hoeft gedaan, den winkel binnen. Zij is blijkbaar uit haar hu meur; de plooi om de mondhoeken voor spelt ten minste weinig goeds. Haar man let daar niet op, verdiept als hij is in zijn kaasjes, die hij laat rondwentelen langs de krijtlijnen, [lij schrikt op als zij haar boodschappen mand onder zijn neus zet met de bitse vraag: Wat sta je daar te lummelen, Kees Vrouw, zegt Kees, onze jongen had ge lijk Dc maan is gewogen. En zwaar dat ze is'Kijk maar eens op dat papiertje20 nu,- zoozeer gehoopt, daarvoor dit jaar reeds een post op de Begrooting to vinden. Dit is niet alleen van zeer groot belang voor de Ge meente, maar ook vele ambtenaren snakken daar een regeling, althans een beslissing. Vervolgens de quaestie der onbewoonbaar- verklaring. Sinds 1890 rapporteert de Ge zondheids-commissie met taaie volharding en lofwaardige kalmte, jaar in jaar uit, over de zelfde misstanden, maar in al dien tijd hebben B. en W. nimmer uitvoering gegeven aaiv art. 1. der Verordening die nu 8 jaar in workig beet te zijn. Het heeft spr. zeer verbaasd, dat de G.-C. zoo kalm jaar op jaar op het zelfde kan terugkomen, doch hoewel dit geschied is, bleef een aantal barakken, met name aangewezen, doodkalm al dien tijd ongemoeid. Spr. noopt dat B. en W. toezegging zullen doen, art. 1 ten uitvoer te leggen. Nu spr. dit onderwerp toch aanroert, zou hij tegelijk willen wijzen op de nieuwe Bouw- vereeniging, geheel op philantropischen grond slag en daarbij de hoop uitspreken, dat 13. en VV. het Bestuur ervan zooveel als moge lijk zullen te hulp komen wat betreft de wegen, waterleiding, verlichting, afvoer, enz. Nog wil spr. een wenk geven aan den heer Wethouder van Onderwijs. Op de open bare Lagere scholen zijn klassen met 55 a 00, ja zelfs met meer dan 60 leerlingen. Die kin deren hebben evenveel recht op goed onder wijs als die van de betalende scholen, maar bij zulke overbevolkte klassen kan liet on derwijs niet goed zijn. Hoeveel gunstiger is dat op de bijzondere scholen. Het zal geld kosten, veel geld wellicht, doch het is nood wendig, dat een einde wordt gemaakt aan zulke overbevolkte klassen. Mr. Prikken heeft reeds drie maal sedert October '97 de vraag gesteld hoe het D. B. denkt over de schoolvergaderingen hem is geantwoord, dat «binnen zeer korten tijd" en 20 Mei 1898, dat «weldra" voorstellen zouden komen. Spr. hoopt thans, dat die voorstellen in de eerstvolgende vergadering zullen worden gedaan, wat trouwens weer 7 maand later is. De qu;cstie der pensionneering laat al even lang op zich wachten. Dit inderdaad zoo gewichtige vraagstuk hangt sedert 15 De cember 96voortdurend is het op de lange baan geschoven en nog altijd is geen prac- tisch resultaat bereikt. Er werd een Commissie van adviesbenoemd en aan deze een crediet verleendzij diende Mei 97 haar rapport in, dat Maart 98 werd behandeld. Toen werd aan 13. en W. op gedragen, een ontwerp-verordening op de pensionneering te maken. Weder zyn we 7 maanden verder en nog hoorden we niets van B. en W. dan dat dit college in den loop van volgend jaar met een voorstel zal komen. De Memorie van antwoord wijkt af van i hetgeen door den Voorzitter der 2e aldeeling op llrf October 1897 is gezegd nopens een deskunjge. Spr.'constateert, dat van 15 Maart tot 11 October door B. en W. eigenlijk in zeer ge ringe mate aandacht aan dit onderwerp is geschonken en het wil spr. voorkomen, dat B. en W. hebben geconcludeerd zonder een deskundige te hooren. Spr. ontving gaarne inlichtingen hieromtrent. De heer Van Esveld vindt de mee ning van B. en W. over den toestand der I Hoogere Burgerschool zeer optimist en acht deze lang zoo rooskleurig niet. Hy meende dat het gebruik van de lokalen aan de Koe straat slechts zeer tijdelijk zou zijn. Nu hooren we echter dat de beide scho len 3e soort overbevolkt zijn en de lokalen aan de Koestraat zijn de eenige waarin «lie kinderen kunnen worden ondergebracht. B. en W. zoggen wol, dat zij tijdig mét voor stellen zullen komen, doch spr. is niet over tuigd van dut tijdige. En wat de Hoogere Burgerschool zelf be treft, wil spr. dit zeggentoen de lessen hervat werden, was er geen personeelj op dit oogonblik zelfs is het nog niet voltallig. Een en ander gaf aanleiding er toe, dat en kele leerlingen naar elders gingen, wat tot schade was voor do Gemeente. Spr, zou gaarne zien, dat B. en VV. meer aandacht wydilen aan hot hier gesprokeno. Do V o o r 7. i 11 e r, de sprekers beantw >or- dend, zegt, dat de aanvang van het door den lieer Gerritsen gesprokene veel heftiger was dan uit hel vervolg wol bleek. Wat de pensioen-quuestie betreft, schijnt de heer Gerritsen vertrouwen te hebben in B. en VV. en sprak deze slechts de hoop uit op bespoediging. Blijkens de Memorie van ant woord hopen B. en VV. in het loopende dienstjaar, zoo niogelyk nog in dit jaar, met voorstellen te komen. Het heeft mr. Brikken verwonderd, dat In de afdeelingen oerst gesproken is van een adviseur on B. on W. nu gekomon zyn tot de opinie als zou het ongosvenscht zijn, in relatie te treden met een particuliere Maat schappij mr. Prikken moge echter niet ver geten, dat reeds zeer goede adviezen inkwa men van de commissie ad hoe en ongevraagde zoo van den heer Buys als van particuliere deskundigen. Een advies is ook niet meer 1 noodig en vooralsnog hebben B. en W. niet de gevestigde meening dat een particuliere Maatschappij zoo voordeelig is voor de Ge meente. Wat het vervvüt des hoeren Gerritsen be treft als zouden 13, en VV. zich niet houden aan punt 1, daarop moet spr. antwoorden, dat het noogst moeilyk is, dc Verordening toe te Sassen, eon bezwaar dat wo met vele andere emeenten duoion. Bepaalde toezegging kun nen B. en VV. dan ook niet doen. Een licht punt in do duisternis'is «Volkshuisvesting", len wat zeg je daarvan? En ik weet nog meer ook; van avond zullen Piet en ik jul lie er alles van vertellen. Ik zeg maarster- rekunde is een mooi vak. Er zit misschien nog meer in dan in een kruidenierszaak, en als Piet er lust in heeft, sterrekijker te wor den, zal ik hem niet tegenhouden. Zoo, de menschen bobhen dan toch ge lijk. Wat gelijk Man, de heele stad praat over je. Op de markt stoot het dienstmeisje van den pastoor me lachend aan en zegtjuffrouw, meneer is een beetje maanziekDe barbier roept me spottend toede complimenten aan meneer dé^maanweger, en ne slager van hierover zegt dat je hem geen drop wil ver- koopen en hem hebt uitgescholden l De heolo straat kijkt me na; ik voel, dat ze het alle maal weten hoe je je fatsoen vergooit, 'tls vreeselijk. En vanmorgen nam ik het nogal voor je op tegen onze kinderen. Maar vrouw draaf toch niet zoo door. Al dio menschen die jij hebt gesproken, be grijpen van do sterrekundo niks niemendal. Ik had misschien liever mijn mond moeten houden, dat is waar, men moet geen parelen voor de zwynen gooien maar jij, mijn eigen vrouw, zult me toch wel willen gelooven als ik zeg, dat de maan 72 500 trillioen Kilogram weegt. Al zeg jo het honderdmaal, gelooven doe ik liet evenmin van jou als van onzen jon gen. Als de maan zóo zwaar was, zou ze im mers uit de lucht vallen en ons allemaal ver pletteren. Nou, wat zeg ie daarvan, meneer de maanweger; waarom valt dat ding dan niet? Hè, ja, daaraan had ik nog niet gedacht. Och jullie mannen denken nooit na. Dat praat maar raak en is koppig op den koop toe. Kom, redder nou dien boel op en zorg voor je zaken. Ik zei het ."nn morgen tegen onzen jongen, maar 't slaat op jou ook, Kees, zei ik, een kind moet niet wijzer willen zyn dan zijn vader, zei ik. 't Eerste wat je doen moet, als je even uit den winkel kan, is naar den slager en den barbier loopen om te zeg- gon, dat die maanwegorij maar een grapje van je was. Je hebt wel eens meer van die aardigheden gemaakt, die ze niet begrepen, zooals verleden jaar bij de verkiezingen niemand zal je dut kwalijk nemen en je goeie naam is gered. Neem voor den slager maar een grooten pijp drop mee en vraag Josientje ten eten voor Zondag. De kruidenier wist wat gehoorzamen was en handelde dus overeenkomstig de bevelen van zijn vrouw, maar 't kostte hem moeite, al moest bij bekennen dat ze gelijk had. Wat oen teleurstelling. Hoe ter wereld had hij die eenvoudige zaak over liet hoofd kun nen zien Ja natuurlijk, ze had volkomen gelijk; indien dio maan werkelijk zoo zwaar was, moest ze vallen. Ze hing toch niet aan kabels en rustte immers op niets! Hoe jam mer, dat hij die troef niet had uitgespeeld tegenover dien ji ngen leeruur. Maar hij zou er toch nog het zijne van hebben. Hij zou er zijn zoon toch mee vastzetten, en dat denk beeld lleurde hem weer wat op. Nauwelijks was de zoon over den drempel, of bij riep hem toeWal zyn jullie toch dom. De maan weegt 72 500 trillioen Kilo, zeg je, hè Dat heeft o goed onthouden. Welnu als zo zoo zwaar was, zou zo ons allen al lang op het hoofd zyn gevallen. Neen, vader, dan heeft u er toch nog niet veel van gesnapt. LI zakt zeker voor uw examen als u zulke domme dingen zegt. De maan is een hemelbol, die orn do aarde draait, niet waar? Haar snolheid behoedt haar voor vallen. Zo vliegt door do ruimte met eenparige snolheid. Ze kan niet vorder weg van do aarde, omdat deze haar aantrekt en ze kan niet op de aarde vallen, omdat haar middelpnntsvliedende kracht haar van de aarde aftrekt. Kijkt u maar eens: als ik dit boek aan dit touw rondslinger, kunt u zich voorstellen hoe dc maan om de aarde blijft draaien zonder to vallen. Wat hier het touwtje is, is daar de band der aantrekkings kracht. Piet, ik begin te gelooven, dat je er moor van afweet dan ik. Ja, ik ook, vader. En moedor zal dit niet begrijpen. Natuurlijk niet! 't Znl 't beste zijn, dat ik de sterrekunde maar laat voor wal zo is en er maar niet moer over peins en soos; 't gaat me toch wel een beetje to hoog. Dat zal ik maar voor jou overlaten. I Bedoelt u daarmee dat ik niet in de zaak I hoef en in iets anders mag gaan studeeren Ja, jongen, maar mondje dicht tegen moe der. Dio mag het pas weten als je professor bent.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1