Maandag 7
November 1898.
No. 4821.
48e Jaargang.
De ontvoeri
Open brief
Stadsnieuws.
Uitgave
Firma A. H. VAN CL E E FF
te Amersfoort,
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 4.franco per
post 4.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelka regel meer 40 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale-, oflieieële- en onteigèningsadvertentiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
LORTEGRACHT 56
Telephoon 19.
kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
iUdtOEMELSTER en WETHOUDERS der
gemeente AMERSFOORT,
OP iirt- 9 van het Koninklijk besluit van
ten 1/. December 1801 (Staatsblad No. 127), tijde-
ijk gW!j'.i^,i bij Koninklijk besluit van den 22.
•Juli 1892 (.Staatsblad No. 179);
Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen
uzer gemeente, tot inschrijving van hen, die
verlangen als vrijwilligers by «lc militie op te
treden, alsmede tot het opmaken der over te
toggen bewijsstukken, zal worden zitting gehou
den ter Secretarie gedurende den loop dezer
maand, dagelijks (uitgezonderd des Zondags) van
des morgens 10 tot 1 ure des namiddags, hen
tevens bekend makende met de bepalingen, vast
gesteld bij Hoofdstuk II der wet van den 19
Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), luidende
Art. 11. Orn vrijwilliger bij de militie te zijn,
moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar
en inaezeceu wezen voorts lichamelijk voor den
dienst geschikt, ten miust6 i,56 el lang, op den
Ist'jH Januari van het jaar der toelating als vrij-
wjluger het 19de jaar ingetreden zijn en het
ooste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijd
stip der toelating aan zijne verplichtingen ten
aanzien van de militie, zoover die te vervullen
waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag heb
ben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzonde
ring van de lichamelijke geschiktheid en van de
gevorderde lengte, wordt bewezen door een ge
tuigschrift van den Burgemeester der woonplaats.
Dat getuigschrift is ingericht in den door Ons
te bepalen vorm.
Art. 12. Hij. die voor de militie is ingeschre
ven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten
voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is,
tenzij Hij geenc verplichtingen ten aanzien van
de militie meer te vervullen hebbe.
Art. 18. llij, die bij de zeemacht, bij het leger
hier te lande of bij het krijgsvolk iu 's Rijks
overzeesehe bezittingen heelt gediend, wordt niet
als vrijwilliger bij de militie toegelaten, tenzij
hij bij het verlaten van den dienst, behalve een
bewijs van ontslag van den bevelhebber, ouder
wicn hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift
hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij zich ge
durende zijn diensttijd goed heeft, gedragen.
llij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn
veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger nij
dc militie worden toegelaten.
Art. 14. De vrijwilligers strekken in mindering
van het aandeel in de lichting, tu dragen door
de gemeente, voor welke zij optreden.
Amersfoort, den 3 November 189S.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCIIIMMELPENNINCK.
De fd. Secretaris,
B. W. Th. SAKDBERG.
Feuilleton.
c2)
Hij leunde peinzend achterover en ver
dween in een wolk tabaksrook. Ik nam een
boek om hem niet te storen.
«Ziezoo, Watson", zeide Holmes na een
uurtje, »nu gaan we uitlogeeren. We nemen
ieder een valies mede om geen achterdocht
te wekken".
We kwamen bij de familie Rorig en von
den er alles in groote verwarring, zooals Ie
begrijpen is. Mevrouw zat zenuwachtig te
schreien, du heer des huizes Het nu en dan
een krachtige» vloek hooren. Zelfs de meid
toonde zich bewogen ;n snikte nu en dan
over «die lieve juffrouw Mary".
IJ oo Holmes de menseden tol eenige kalmte
bracht en rnr. Rorig overreedde tot den vol
genden dag te wachten alvorens verdere
maat regel. -i\ te nemen, was mij een raadsel,
maar liet gelukte hem, en we zaten spoedig
betrekkelijk gezellig te praten.
»l- ,-n trterk'w.taril'ig oud huis", zeide Holmes,
't "is verbazend groot", antwoordde
mr ilnri" »Er zij» kamers boven, die we
nóóit gebrokt hebben en die nooit door
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente AMERSFOORT,
Brengen ter kennis, dat
WILLEM PETRUS BRONSVELD,
milicien der lichting van 1895 uit de gemeente
Apeldoorn, behoorende tot het öo Regiment
Infanterie, het onderzoek, bedoeld bij art- 138
dor Militiewet op Maandag, 21 November 189S,
des voormiddags ten 10 uren to Utrecht in het
Militair Logement aan de Lange Nieuwstraat
aldaar, moot ondergaan.
llij moet zich op gemelden datum aldaar be
vinden, gekleed in uniform en voorzien van
zijne kleedings- en uitrustingsstukken, bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en verlofpas.
Gedurende den tijd, dat het onderzoek duurt
is het Crimineel Wetboek en het Reglement
van Krijgstucht en in het algemeen, wanneer
de verlofgangers in uniform gekleed zijn, op
hem van toepassing.
Amersfoort, 4. November 1898.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPEN NINCK.
De fd. Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Aan Mevrouw A.Z.
(I is nog jong en mooi, Mevrouw. Een oude
aardigheid, zegt u, die ik al eens bij Heine
gelezen, van mijn kennissen gehoord heb en
dagelijks in mijn spiegel zie.
U heeft een besten man, Mevrouw, en lieve
kinderen. Over hen zal ik niet uitweiden.
Wat nieuws zou ik u van hun kunnen ver
tellen
U bewoont een mooi huis, dat u zoo com
fortabel inricht als u zelf maar wilt. U maakt
uw badreis, jaar op jaar, en tusschentijds
menig snoepreisje als u meent dat, waar ook
iu den lande, een pretje is waar te nemen,
dit niet zou slagen buiten uw tegenwoordig
heid.
U hebt al wat u hart begeert, om ander
maal met Heine te spreken, en is mensch
genoeg om van uw overvloed mee tedeelen
aan uw armere natuurgenooten.
En toen gij u, onlangs nog, drie heele dagen
minder lekker gevoeldet, toen liep het storm
bij u om toch t.e weten te komen hoe liet met
de «zieke" ging. 't Had weinig gescheeld ol'
er waren bulletins verspreid.
En toch, Mevroujv, toch hoorde ik u on
langs klagen. Ik wil het toeschrijven aan
een soort «spleen"ik wil aannemen, dat
juist o' .idat u alles maar voor 't wenschen
hebt, jazelfs uw wensch niet eenmaal hebt
uit te spreken om dien vervuld te zien
I u er toe komt, alles vervelend, alles zoo
alledaags te vinden. Maar, geloof me, Me-
i vrouw, dat is niet goed van u. U hebt hei
lige plichten te vervullen, niet alleen tegen-
over het kleine kringetje dat u uw gezin
I noemt, en waartoe u uw verwanten en uw
vrienden rekent, maar ook tegenover deri
I grooten kring, dien men de maatschappij
j noemt.
En als u dit bedenkt, Mevrouw, dan zult
j u zich nimmer weer vervelen, dan zult u
j nimmer meer klagen over eentonigheid, over
uw «Alltagsleben".
Dringt it er wat verder in door en dat
kunt u zeer gemakkelijk, u die klaagt over
te veel vrijen tijd, te weinig bezigheid
dan zult u zien, dat u zeer slecht deedt, ver-
oorloof mij dit woord. Mevrouw, door zoo
te klagen, zoo ontevreden te zijn.
Vindt u bet wellicht minder aangenaam,
dat u niet 's zomers op een mode-badplaats
rast kunt wonen en 's winters te Brussel, Pa
rijs, tc Weenen 1 Och kom, Mevrouw, als u
even zich de moeite wilt geven om dóór te
denken, dan V.ult u toch wel willen toestem
men, dal zoo n voortdurend kostbaar ver
blijf te Brusselse f te Parijs of te Weenen
óok vervelend wordt.
Uw heele kwaal, waaruit uw zoogenaamd
«spleen" voortkomt, berust op te weinig
nadenken.
U gaat niet na hoe veel gelukkiger uw
leven is, vergeleken bij dat van honderd
duizenden uwer medemenschen.
Misschien hebt u uw leven wel eens ver
geleken bij dat van door do fortuin nog meer
begunstigde vriendinnen. Maar is 't u dan
niet voldoende, dat u een man heeft, door
ieder geëerddat uw oudste kinderen reeds
een eervolle positie bekleeden en door hun
chefs even gunstig worden beoordeeld als
de beide jongste door hun onderwijzers;
dat ik moet herhalen. Mevrouw, om niet.
al te langdradig te worden u alles kunt
hebben wat uw harte begeert 1 Wat zou u
nóg meer kunnen verhingen
Maar u hebt weer gezondigd tegen de
zaak waarover ik u reeds vroeger heb on
derhouden en steeds, in uw opwelling van
ontevredenheid, naar omhoog gekeken. Zie
eens naar omlaag, Mevrouwlet eens op
de nooden der honderdduizenden minderbe
deelden dan uzelf.
Mag ik u eens op éen geval wijzen, een
van recenten datum, op een drama dat in
dit kleine stadje wordt afgespeeld.
Hier, in uwe onmiddellijke nabijheid, leven
twee menschen, niet beter maar ook niet
iemand van ons betreden zijn. Ik zal u eens
een plattegrond laten zien".
Holmes toonde hierin groote belangstel
ling en legde een keunis van bouwstijlen aan
den dag, die mij verbaasde.
«'t Is een oud klooster", vertelde mr. Rorig
nog, «en er loopen heel wat legenden over".
Nu was Holmes op zijn praatstoel. Hij
vertelde van de oude abdijen in de Schotsche
hooglanden en hun romantische geschiedenis.
«En waar slapen wij vannacht?'' vroeg
hij opeens.
Mr. Rorig wees ons op den plattegrond
een groote kamer aan, die voor ons beiden
bestemd was.
«Hiernaast slaapt u zeker vroeg Holmes,
i «Ja juist, en daarnaast is mijn vrouw's
kamer. Daar boven is de dienstbodenkamer,
i Die metselaar, die u vandaag zag, slaapt
daarnaast, 't Is een broer van onze meid en
j hij heeft hier een paar dagen werk aan 't dak".
I «Ja, dit huis is nogal bouwvallig, nietwaar
j vroeg Holmes.
«Ja, daar hebben we veel last van, maar
j 't is eerst sedert een paar jaar ons eigendom^
eu onze middelen perrnitteeren ons niet een
j ander te huren".
«Ik geloof, dat ik er nu blindelings den
1 weg in zou weten", zeide Holmes glimlachend.
«Maar ik ben erg vermoeid en wou graag
I naar bed. Ik geef u ernstig in overweging,
I dat ook te doen".
»'t Is nog maar tien uur'', zeide mr. Rorig.
«Maar u hebt een vermoeiende dag gehad".
«Nu, we zullen u spoedig volgen".
Mr. Rorig wees ons onze kamer. Holmes
ging echter niet naar bed, maar stak, zoodra
de huisheer zich verwijderd had, kalm een
pijp op.
«Zoodra ze naar bed zijn, moet ik op ex
peditie uit", zeide hij.
«Maar heb je dan eenig vermoeden?"
vroeg ik.
«Zeker", zeide- Holmes droog. «Heb je niets
aan den brief gemerkt?"
«Neen, ik inoet bekennen".
«Maar vind je 't niet vreemd, dat die niet
over de post is gekomen
«Nu, iemand kan hem gebracht hebben".
«Jawel", zeide Holmes droog. «Ha, ik ge
loof dat de familie naar bed gaat".
«Inderdaad, de lichten beneden gaan uit",
zeide ik, de deur openend.
«Zoo. dan wordt 't mijn tijd'', duisterde
Holmes.
Hij begon kalm een vaiscben baard aan
te doen en trok een blauwen kiel aan, dien
hij uit zijn valies haalde.
«Ik zou maar wat gaan slapen, beste Wat
son", fluisterde hij «Over een half uur ben
ik terug".
En liij verdween zonder eenig gerucht. Ik
kon den slaap niet vatten en bleef in een
toestand tussehen waken en slapen, tot
slechter dan u, de bejaarde weduwe en de
niet meer jonge dochter van een bij zijn
leven algemeen geacht man.
Een jaar of wat terug werd de dochter
aangetast door influenza eu het gevclg daar
van was, dat ze niet meer kon zorgen voor
de moeder, die zij aanbidt. Zij herstelde
van de eigenlijke ziekte doch behield daar
uit een zeer verzwakt lichaam dat, tot over
maat van ramp, met wonden is overdekten
het noodzakelijk maakt dat zij behalve zeer
versterkend voedsel heel wat noodig heeft
voor den^dokter die de verbanden legt en
den apotneker, die ze levert, al rekenen
beiden de omstandigheden door en door
kennend - ook het allerkleinste minimum.
Sedert het oogenblik waarop zij ziek werd,
kon de dochter niet meer vóórhaar moeder
werken en liet noodzakelijk gevolg is, dat
al het geen deze stugglo for iifeurs bezaten,
is opgeteerd. Armoede staat voor de deur;
arm.,ede, dubbel moeilijk te dragen voor
hen, die buiten eigen schuld daartoe vervie
len de vreeselijke armoede der zoogenaamd
«stille armen."
Thans wordt een beroep gedaan op de
menschlievendheid der stad- en landgenooten
en het zou wel zeer te verwonderen zijn
als deze oproep onverhoord bleef.
Maar toch, Mevrouw, denk u eens in hun
toestand. En als u daarover goed hebt na
gedacht, klaag dan nooit meer overuwalle-
aaagsch-leven. maar bedenk hoe rijk geze
gend u is boven deze twee en zoo iieel
velen met hen.
En indien uw geweien dan spreekt en
dat zal het, Mevrouw, ik ben er vast van over
tuigd stel u dan tot taak om bet niet-
goede dat u bed reeft te boeten, niet alleen
door zelf hier de helpende hand te reiken,
maar ook door bij uw vriendinnen en uw
kennissen aan t.e kloppen voor dit tweetal,
uwe zusteren, dat hulp hoog noodig heeft
en steun verdient. De namen van hen, die
voor hen vragen, zijn u daarvoor immers
borg
Met onverzwakte hoogachting en bekende
gevoelens,
Frederiks.
Ter 76ste vergadering van de Kamer van
Koophandel eu Fab' ieken. Donderdagavond
8.15 tot 9 uur ten Raadhuize gehouden on
der voorzitting van den lieer J. Ger. Kleber
waren aanwezig de heeren H. C. van Dam.
Holmes op zijn kousen weer binnenkwam.
«Nu, ik heb er mij in geoefend, zonder
eenig gerucht te loopen", zei hij. «Maar ik
heb nooit zóo mijn best gedaan als van
avond".
Hij deed zijn baard af en wierp zich op
bed".
«Heb je succes gehad?", vroeg ik.
«Jawel. Kijk, daar is de broche met een
M er op, die miss Mary aan had".
Hij liet me een mooi stukje antiek zilver
werk zien.
«Maar hoe in 's hemels naam".
«Slaap wel, Watson. Je neemt me niet
kwalijk Ik ben erg vermoeid".
Spoedig bewees mij zijn geregelde adem
haling. dat hij rustig sliep. Ik was niet zoo
gelukkig, maar eindelijk viel ik toch ook in
Morpheus' armen, en bleef doorslapen tot
een herhaald geklop aan de deur me wekte.
«Holmes, word eens wakkerriep ik.
«Dat ben ik al lang", zei Holmes vroolijk.
«Binnen!" riep hij toen, alsof hij pas ont
waakt was.
«Mr. Holmesklonk de stem van den
huisheer angstig. «Sta spoedig op. Er is van
nacht ingebroken".
«Laat alles zooals 't is; ik kpin direct",
riep Holmes luid en haastig. En hij sprong
snel 't bed uit en kleedde zich aan.
Wordt vervolgd.)