Maandag 27 November 1899. PHOENIX-BOCKBIER. No. 4931. 49e Jaargang. Binnenland, Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Amersfoort Ditgave Firma A. H. VAN CL EE F.F te Amersfoort. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht Bureau KORTEGRACHT Telephoon 19. kennisgevingen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 264 der Gemeentewet. Doen te weten, dat het 2e aanvullingskohier der plaatselijke directe belasting (Inkomsten-be lasting) over het dienstjaar 1899, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter lezing ligt. Amersfoort, den 25. November 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER, Weth. 1®. Br. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien de artt. 2 en 3 der Verordening op de wegen en waterleidingen, Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de staat van de wegen en waterleidingen die aan schouw onderworpen zijn, door hen is opgemaakt en van af heden, gedurende veertien dagen ter inzage van belanghebbenden, op de Secretarie der gemeente zal liggen, binnen welken tijd het aan hen vrijstaat, hunne bezwaren daartegen bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk in te brengen. Amersfoort, den 27. November 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER, Weth. 1». Br. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. VOLKSSANATORIA voor Borstlijders. De tuberculose is de volksziekte bij uit nemendheid; ieder jaar eischt zij een bijna ongelooflijk aanta! olfers, veel meer dan alle andere zoo met recht gevreesde ziekten te zatnen, als kanker, roodvonk, diphterie, enz. ja zelfs meer dan de met internationale krachten bestreden cholera. Al de verliezen welke oorlog, aardbeving, vuur en water het men- schelijk geslacht doen ondergaan, zijn nietig bij den oogst van dezen vijand. Men kan vrijwel aannemen, dat ruim 10% van alle dooden aan tuberculose zijn bezweken. Met zulk een sterftecijfer berokkent zij de maatschappij een enorme schade. Bedenkt eens wat een jong werkman, lijdende aan tuberculose, aan de gemeenschap kost. Dertien weken of meer uitkeering van zijn zieken bus, intering van het overgespaarde, onder- Feuilleton. DE EERSTE TWIST. 3). Hij antwoordde eenigszins scherp: Ik merk dat je nog heel weinig verstand van zulke dingen hebt, anders zou je weten dat dit knoopje onmisbaar is, omdat ik er mijn boord aan moet vastmaken. Natuurlijk wist ik dat niet, antwoordde ik koel. Met heerenoverhemden heb ik mij tot nu toe niet bemoeid ik moet overigens mijn naai- doosje nog uitpakken, dat zit ergens onder in mijn koffer. Goed, best, maar vergeet het niet. Het is mijn laatste overhemd. De andere zijn nog bij de waschvrouw. Ik zal straks mijn naaigerij opzoeken. Ik ging heen. Toen ik op mijn kamer kwam, voelde ik eigenlijk pas voor het eerst hoe koud ik was. Ik rilde en vond het ver blijf op den Sommering heel onaangenaam. Alfred was nog aan het zoeken en opruimen. Ik was een beetje boos op hem. We zijn pas veertien dagen getrouwd en ik kan mij niet begrijpen, dat hij nó al met zulke prozaïsche dingen bij mij aankomt. Ik zie hem aldoor voor mij, met pantoffels aan, en bretels. En dan die malle bemdenbistorie! 't Was toch volstrekt niet noodig, dat hij mij vertelde, dat hij nog een schoon hemd heeft! Ik dacht, dat hij veel te poëtisch was voor zulke diugen. Wat een dag! Ik ben heelemaal vanstreek! steuning van liefdadige instellingen of van de gemeente, en na zijn dood nog gelde lijke hulp van weduwe en kinderen. Daarbij komt nog het groote verlies van arbeidskracht voor de maatschappij en de nutteloos gewor den uitgaven zijner opvoeding. Dat men deze feiten tot nog toe zoo on verschillig heeft beschouwd, vindt zijn ver klaring in de helaas zoo algemeen verbreide overtuiging, dat voor de tering tóch geen kruid is gewassen. Dit is echter absoluut onwaar. Sedert Brehmer in zijn Sanatorium te Göbersdorf de methode aangaf, tuberculose te behandelen, die later door anderen werd gewijzigd en verbeterd, kan men op een be trekkelijk groot aantal genezingen wijzen. De statistiek van patiënten, in Sanatoria be handeld, geeft 13% genezingen, 28% belang rijk verbeterden, die hun werk weer konden hervatten, en 25% met minder belangrij ken vooruitgang. In Engeland, waar de meeste speciale inrichtingen voor lijders aan tuber culose bestaan, welke jaarlijks 7000 zieken kunnen verplegen, is het aantal gestorvenen aan tering tot op de helft verminderd. In andere landen zijn in de laatste jaren tal van dergelijke inrichtingen opgericht. Daar zij echter, uit den aard der zaak, alleen voor de welgestelde klasse bereikbaar zijn, heeft men overal de zaak der Volks-Sanatoria krachtig ter hand genomen. De meeste lan den zijn ons hierin voorgegaan. Engeland, Ouitschland, Frankrijk, Oostenrijk, Rusland en Amerika bezitten reeds dergelijke stichtingen. Hare Majesteit de Koningin-Moeder is bezig Haar landgoed »Uranje-Nassau" als Volks- Sanatorium in te richten, waarvoor Zij het grootste deel van het Nationale huldeblijk, Haar door ons volk aangeboden bij het neerleggen van 't Regentschap, beschikbaar heeft gesteld. Deze enkele inrichting is echter voor de groote behoefte om voldoende en daarom hebben onlangs eenige uitnemende mannen het plan opgevat, gelden te verza melen om een tweede Vólks-Sanatorium te stichten. Een zeventigtal sub-commissies heb ben zich in ons land gevormd, welke reeds belangrijke sommen mochten verwerven, zoo dat de bouw van een Sanatorium te Hellen- doorn, in Overijsel, reeds is verzekerd. Veel geld is echter nog noodig voor de inwendige inrichting en de exploitatie. Daarom zal de sub commissie te Amersfoort eerstdaags een circulaire verspreiden, waarin geld gevraagd wordt voor een onderneming, welke blijken zal een zeer groote rente af te werpen, ten voordeele van ziekenhuizen en liefdadige instellingen en die menigen o'ngelukkigen te ringlijder van den anders zoo wissen dood zal kunnen redden. Zou onze Regeering de Engelsche gaan nadeon wat betreft de olïicieele berichten Donderdag deelde zij mede Bij het Departement van Koloniën is ont vangen een telegram van 21 dezer van den Gouverneur-Generaal betreffende een roof tocht op het eiland Bantam. De opziener bij het Mijnwezen, G. Busgen, is vermoord te Pankal-Pinang door op roof tocht zijnde gedroste Chineesche mijnwer kers. En ziet, Vrijdag berichtte zij: Bij het Departement van Koloniën is een telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Iudië, dd. 24 dezer, ontvangen, vermeldende, dat, blijkens nader bericht uit Banka, de opziener bij het Mijnwezen Bus gen niet vermoord, maar slechts gewond is en zulks niet levensgevaarlijk. Al wederom bleek de »N. Rott. Crt." be ter ingelicht dan de officieele nStaats-Crt." want zij kon reeds Donderdagavond het vol gende meedeelen Honderdvijftig gedroste Chineesche koelies uit Pangkal-Pinang, onder leiding van Li- oen-ji, die in April gevlucht is, hebben den Mijnopzichter Busgen verwond, den man doer vermoord en vijf kongsi-huizen ver brand. Een compagnie van het derde batal jon verdreef de oproerlingen uit de Alar paka-vallei, zonder verlies onzerzijds en ver volgt hem. Tot lid der Eerste Kamer werd door de Prov. Staten van Gelderland met 34 stem men gekozen mr. T. C. 't Hooft (ant.-rev.), Rechter te Arnhem en oud-lid der Tweede Kamer. üp jhr. G. A. van Nispen (lib), Wethou der der gemeente Arnhem, waren 20 stem men uitgebracht. Het plan is de Eerste Kamer tegen 6 De cember bijeen te roepen, hoofdzakelijk voor het onderzoek in haar afdeelingeu van de Indische begrooting voor 1900. Tot het sectie-onderzoek der Ongevallen wet zal niet in deze bijeenkomst der Kamer overgegaan worden. Dr. Schaepman schrijft in Het Centrum" In de Temps" van 18 Nov. deelt een Dcorrespondant spécial" een onderhoud mede, dat hij met mij zou hebben gehad. Over de juistheid zijner mededeeling wil ik alleen dit zeggen: De brave man heelt den boekwinkel van Hoogstraten en het huis der Broeders van Johannes de Deo aangezien voor den Vijver berg. Mijn goedigen naam heeft hij mis vormd tot »Schraprnan". Welnu, even juist als zijn plaats- en naam- besehrijving, even juist is de inhoud van het net door hem meegedeelde gesprek. Bij de ontworpen herziening van het Strafwetboek is ook rekening gehouden met de behoefte aan wettelijke voorziening op het punt van oneerlijke concurrentie. Bij Koninklijk besluit van 2 November (Staatsblad 226) is het volgende bepaald De voorzijde van de briefkaarten is alleen bestemd voor de frankeerzegels, voor de aanwijzigen, welke op den postdienst be trekking hebben (aangeteekend, bericht van ontvangst, enzoovoort) on voor het adres, dat geschreven of, door middel van een strook van ten hoogste twee bij vijf centimeters, opgeplakt kan worden. Bovendien mag de afzender op de voorzijde, hetzij in schrift, hetzij door middel van een stempel of eenige andere typographische bewerking, zijn naam en zijn adres vermelden. Plaatjes of bekendmakingen mogen op de voorziide van de briefkaarten worden ge- weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende Het kost mij bepaald moeite, geregeld te den ken. De dag begon zoo heerlijk. De zon scheen prachtig, de wegen droogden op. We hadden brieven geschreven. Tegen den middag maak ten we een groote wandeling langs den zooge- naamden Rijksweg naar Mariaschutz. Er was iets bedwelmends en toch tevens iets scherps in de lucht. Een geheimzinnig koeltje ruischte uit de dalen omhoog. De met sneeuw bedekte berg toppen blonken in den schitterenden zonneschijn en uit de vochtige schaduw der bosachen stegen lieflijke geuren op. Er was niemand op den weg, en in zalige een zaamheid wandelden wij. Alfred was onbeschrijf lijk lief. Hij droeg mijn plaid, en tilde mij voorzichtig over alle plassen heen. Hij vertelde mij zoo gezellig van zijn jongelings-idealen, boe hij met rood haar had gedweept, met vrouwe lijke kobolden, heksen en Zigeunerinnen, Diana Vernon, uit Walter Scott's „Robin Hood" was zijn ideaal geweeBt in zijr. gymnasiasten tijd. Hij had zich zulk een bekoorlijk feeksje tot vrouw gewenscht; hij verlangde toen niet naar een stil, rustig geluk. En wat er toen volgde, was heusch allermerkwaardigsthij werd verliefd op een klein, blond, zacht, onnoozel meisje, dat geen kunsten der verleiding kende. Deze ommekeer verliep wel niet zonder innerlijken strijd, maar hij kwam ten laatste tot de overtuiging, dat rus tig geluk te verkiezen is boven zulke boeken- droomen en joeg de heksen, de kobolden en de Zigeunerinen voorgoed weg. De engelen zegevieren altijd, zeide hij. Dat is altijd zoo geweest. Ik ben opeens in den he mel gekomen, maar ik zal mijn best doen, het te verdienen. Och, wat was hij aardig en ik weet niet hoe dikwijls hij mij dwong, stil te staan om mij een kus te geven. Te Mariaschutz hadden we haast niets tp eten gekregen. Het hotel was nog niet ge opend, maar ditmaal ergerde Alfred zich niet. Hij was vandaag bijzonder goed in zijn humeur. In de vroolijkste stemming wandelden wij te rug. We sprongen over de plassen, waar Alfred mij 'b ochtends overheen getild had, en waren net twee kinderen. In deze uitgelaten stemming kwamen wij in ons hotel terug. Alfred ging naar zijn kamer om zich wat op te knappen en Bloot de deur achter zich toe, wat mij zeer van hem beviel. Plotseling rukte hij ze weer open. Nu heb je tóch dien knoop niet aan mijn hemd genaaid riep hij boos. Welken knoop Van mijn overhemd! O, dien heb ik heelemaal vergetenIk heb mijn naaidoosje nog niet uit mijn koffer j gehaald, antwoordde ik koel. Je knoop zal 't nog wel éen keertje houden. Wrevelig nam Alfred een schoon boordje uit de doos en probeerde het vast te maken aan den loszittenden knoop, maar het ding hield niet en viel op den grond. Alfred stampvoette en wierp woedend het overhemd en het boord van zich af. Daar heb je het nuDat verduivelde ding Ik stond verbluft op den drempel der deur. Hoe was het mogelijk, dat hij zich over zoo'n kleinigheid zóo boos kon maken! Het was alsof ik een emmer water over het lijf kreeg. Je bent te ongeduldig, zei ik. Het knoopje zou nog best gehouden hebben als je het boord voorzichtiger er aan gedaan hadt. Voor den duivel! riel Alfred, jij hadt het er moeten aannaaien, toen ik het je vroeg Maar Alfred, zeide ik, hoe kan je nu verlangen dat ik aan zóo iets denken zal? Je hadt je overhemden te Venetië moeten laten wasschen. Ik kan 't niet helpen, dat je nu in verlegenheid zit. En wat antwoordde my Alfred Waar ben je anders voor Je hadt je al lang eens met mijn kleeren moeten bemoeien. Maar Alfred, zeide ik op verwijtenden toon, bedenk toch. wat je zegt. Ik weet heel best wat ik zegHet is je plicht, te zorgen dat mijn kleeren in orde zijn. Ik heb nu geen lust meer, mij met knoopen en bandjes te bemoeien. Waarvoor ben ik anders getrouwd Buiten mijzelve van verontwaardiging sloot ik de deur. Daarom had bij mij getrouwd? Maar hij vergist zich deerlijk als hij denkt, dat ik van plan ben zijn naaister te worden Een uur later klopte Alfred aan mijn deur. Ik vroeg wat hij verlangde. Ga je mee naar beneden om te eten Neen, ik ben moe. Ik laat me een kop thee op mijn kamer brengen. Hij ging alleen. Den heelen avond hoorde ik hem op en neer drentelen. Eerst lang na middernacht riep hij mij van de gang „wel te rusten" toe. Ik hield mij slapend. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1