Donderdag 12
April 1900.
4970.
49e Jaargang.
J ZATMCitDAGMIJBBAG
Binnenland.
Oitgave
A. H. VAN CLEEF.F
te Amersfoort.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Groote letters naar
plaatsruimte. Legale», olïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke
nummers iO cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
EOBTE6RACHT
Telephoon 19.
|Jn verbant! met het
PAASCHFEEST
hel volgende nummer
Weeds
Verschijnen.
Advertentiën voor dat
hummer gelieve wen ons
\iterlijk VI{IJDAÜ1 VOID
doen toekomen.
KENNISGEVING EN.
I I)e BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat
fc blanco verzoekschriften tot het bekomen van
■chtaeten, vischaoten en kosteloozc vergunningen
Vu te vissollen, benevens voor de registratie van
ftiulenkooien en duiventillen, alle werkdagen van
voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, ter
etarie verkrijgbaar zijn, en maakt hen opmerk -
op het belang dat er voor heu in gelegen is,
Je bedoelde verzoekschriften, behoorlijk ingevuld,
■óor den 10. Met aanstaande ter voormelde plaatse
Iteleveren, opdat men tijdig voorzien zij van eene
fcte of vergunning voor het seizoen 1900/1901.
I Amersfoort, den 10. April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. VAN ASCH VAN W1JCK.
I De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
1 Brengt Ier kennis van de ingezetenen dezer ge
beente, dat de door den Directeur van 's Rijks
ïirecte belastingen enz. te Amsterdam excoutoor
Ierklaardo kohieren Nos 1—6 van de personeele be-
Kasting over het dienstjaar 1900 aitu dan Ontvanger
Tan 's Rijks directe belastingen alhier zijn ter hand
gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op
Hen bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
»eplakt te Amersfoort, den 10. April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
I De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Brengt ter keunis van de belanghebbenden, dat,
fclijkens mededeeling van den Heer Commisaris der
Koningin in deze Provincie dd 7 April 1900 (P. BI,
■ki 51), een geval van mond-en klauwzeer en van
ftmltvuur is gekonstateerd, respectievelijk in dp ge-
Tmeentcn Maartensdijk en Stoutenburg.
Amersfoort, den 11. April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH VAN WIJCK.
NA ZES MAANDEN.
Maandag was 't de eerste dag der zevende
naand van den afschuwelijken oorlog in
IZuid-Alrika. Engeland zond reeds 200000
Imau uit tegen het handjevol Boeren en vele
■tienduizenden krachtige Engeische jonge nian-
Inen zijn reeds gesneuveld, aan kwaadaar-
Idige ziekten overleden of levenslang ver-
Feuilleton,
EEN SPAANSCHE VROUW.
(Uit de biographie vau Sherlock Holmes).
minkt.
Nu weer komt het bericht, dat bij Brand-
fort 600 Engelsehen sneuvelden of wer
den gewond900 werden gevangen geno
men en weder 12 wagens buitgemaakt. De
Boeren verloren 5 dooden en hadden 9 ge
wonden. Waar zal Engeland nieuwe hulp
troepen vanduan halenen hoeveel leed
zal nog gebracht over de Engeische ge
zinnen
Dat het zóo lang zou duren, heeft men in
Engeland heelemaal niet gedacht, en dat er
zóóveel troepen noodig zouden zijn, even
min. De troepen zijn men moet- dit ter
eere van Engeland zeggen met den meest
mogelijken spoed naar Zuid-Afrika gezon
den. Het gehalte is wel niet zoo heel goed,
maar de mannetjes zijn er tenminste. Maar
de groote quaestie, de uitrusting dezer troe
pen, die zoo hals over kop werden weg
gezonden, hun proviandeering, enz., baart
den Engelschen autoriteiten nog veel zorg.
De leek vergeet gewoonlijk wat het be-
teekent, alleen voor éen stuk geschut voor
verschillende gevechten de ammunitie rnee
te voeren, dat die ammunitie, voor het ver
voer door streken waar de spoorweg nog
een weinig te beteekenen rol speelt, gelei
ders behoett, die gewoonlijk een gezonden
eetlust hebben en den noodigen voorraad
niet langs den weg kunnen opdoen. Meer
ammunitie beteekent meer amunitie-wagens;
meer ammunitie-wagens beteekent meer trek
dieren meer trekdieren beteekent meer pro
viand-wagens, en meer proviand-wagens meer
niet-strijdende manschappen.
Daar zit Lord Roberts nu, terwijl het
reeds kouder begint te worden, in het hartje
van het vijandelijk land, trotsch omdat hij
de hoofdstad van den «voormaligen" Vrijstaat
heeft genomen, omringd door een groote
legermacht in khaki gekleed, opdat ze zoo
weinig mogelijk zichtbaar zouden zijn.
Maar de khaki-kleeding der Engeische
troepen is niet berekend op het koudere
jaargetijde. De manschappen zitten nu te
bibberen in hun dunne katoenen pakjes.
Zoolang ze te Bloemfontein blijven, gaat liet
nog eenigszins, maar voor marschen, vooral
des nachts, als tegen een uur of drie de
koude wind gaat opsteken, als voorbode
voor den naderenden ochtendstond, als bet
zóo koud wordt, dat zelfs de Boer, gewend
aan het leven in het veld, in zijn combaars
gerold opstaat en heen eii weer gaat loo-
pen, terwijl de kaffer vuur maakt om koffie
water te koken, is deze kleeding ongeschikt.
Het is dan ook niets te verwonderen, dat
ei' berichten komen, dat de troepen van Lord
I 35).
Eu eiken dug keken we uit. of de order niet zou
komen„Naar het front!"
Steeds hoorden we allerlei geruchten en eindelijk,
dat onze troepen in een uitgebreide stelling om San
tiago heen lagen,
Mac Eachin's humeur stond langzamerhand weer
onder nul.
De geruchten omtrent de ziekten die onze troepen
teisterden, verergerden steeds en wij hadden nu zelfs
ook zekerheid, want de ambulance had handen vol
werk.
Zoo nu en dan hoorden we zwaardere kanonna-
des en een nacht hoorden we de stem van het zware
scheepsgeschut boven Santiago. Den volgenden och
tend kwam er bericht van Shafter „Cervera's vloot
vernietigd. Morgen wordt tot den beslissenden slag
overgegaan. Ge zult u met uw troepen bij het ex
peditie-korps voegen, Vannacht moet ge kampeeren
in het wester-kampement der rough-riders en mor
genochtend om 7 uur u bevinden bij de stelling van
kapitein Ilodginson, van wien ge het commando
zult overnemen en waar u verdere orders wachten,
wacht op marscliorders".
De geestdrift, die zich van de Jantjes en mariniers
meester maakte, was onbeschrijfelijk.
Mue Eachiti was half dol van opgewondenheid.
Hij sleurde me plotseling mee in een mislukte hor-
'T'jp- „Morgen. Old Watson, gaan we nog op een
heel andere manier aun den dans".
Helaas, weinig vermoedde de krachtige, opge-
Roberts zeer te lijden hebben van longont
steking, veroorzaakt door de dunne kleeding
en waardoor Lord Roberts genoodzaakt is
af te wachten, totdat dikke uniformen zijn
aangekomen, vóór hij zijn marsch kan voort
zetten. De Boeren zullen ook die kleeding
wel weten te onderscheppen.
Anne Tommies. Bij duizenden zullen ze
door ziekten worden weggemaaid, of onge
schikt worden om vooreerst dienst te doen.
Uitgetrokken om te strijden voor een zaak,
die ze niet eens kunnen beoordeelen, die
hun, als zij haar goed konden beschou
wen eerder symphatiek dan vijandig zou
zijn, zullen de Engeische en koloniale troe
pen voor eenige shillings sterven, vóór zij
nog in gevecht zijn gevoerd. Niet eens het
veld van eer, zooals ook voor deze «absent
minded beggars" bet slagveld moet genoemd
worden, zal bjn graf zijn.
En de Mogendheden laten dezen gruwel
voortduren.
wekte man, wat hem den volgenden ochtend zou
wachten.
In den middag kwam de raarsehorder er. trokken
we het binnenland iu. Zooals het bevel luidde, kam
peerden we in het kampement, dat de rough-ridders
juist verlaten hadden en vonden daar verdete orders.
Do order luidde: „Ge zult het blokhuis, dat zich.
tegenover de stelling van kapitein Hodginson
bevindt, innemen en voorwaarts gaande, u tus-
gcUen fort Morro en de stad dringen en den troepen
van hel fort beletten, deel te nemen aan den slag.
Daarna zal de infanterie uw taak overnemen en
moet ge u weer aan boord begeven met de marine-
landingsdivisie".
Den volgenden ochtend om 7 uur bevonden we
ons tc bestemder plaats.
Verbeeld u de verbazing van Holmes en mij. Het
blokhuis was niets anders dan de villa Conquista
dor van mevrouw Del Mauro.
Hodginson gaf het commando over aan Mac Ea-
cbin.
Hij legde hem uit, hoe hij onder het blokhuis,
waar tegenover we ous bevonden, een mijn had la
ten leggen en dat de actie moest beginnen met het
doen springen der mijn.
Daarop vertrok hij met zijn mannen, alleen de
mineurs achterlatend om zich bij de troepen, die
voor het infanteriegevecht werden geconcentreed,
aan te sluiten.
Een gedeelte vaii onze matrozen nam hun plaats
in de loopgraven in. Een adjudant kwam aanrijden
en overhandigde Mac Eacliin een order. Zij luidde
„Om acht uur. op het sein van drie kanonschoten
niet een halve minuut tusscheupoos, zal over de
geheele liuie de actie geopend worden".
Na eeu beleefden groet reed hij weer spoorslags
verden.
Don vorigen avond waren alle maatregelen door
Mac Eachin reeds genomen en liad hij zijn orders
uitgedeeld.
De Opperkamerheer en de Chef van het
Militaire Huis van H. M. de Koningin ma
ken bekend, dat H. M. op Woensdag 25
April a. s. in het Paleis te Amsterdam ge
legenheid zal geven bij Hoogst-Dezelve hun
opwachting te maken des voormiddags te 10
uren aan militaire autoriteiten, en des na
middags van dienzelfden dag te éen uur aan
civiele autoriteiten.
Op Donderdag 26 April zal H. M. te 10
uren voormiddags aan cornmissiën gelegen
heid geven hunne opwachting t*? maken, ter
wijl om 121/2 uur door H. M. aan particu
lieren audiëntie zal worden verleend.
Degenen die verlangen daartoe te worden
toegelaten, worden uitgenoodigrl zich in te
schrijven op een der lijsten, welke aan ge
zegd Paleis gereed zullen liggen, van heden
af tot en met Zaterdag 14 April, des avonds
te 8 uren, op welken tijd de lijsten zullen
worden gesloten.
De goed-ingelichte Haagsche briefschrijver
van de »N. Groninger Crt" schrijft, naar
aanleiding van het arbitrage-verdrag
ln een gesprek met een welingelicht diplo
maat bleek me dezer dagen, dat de moge
lijkheid van een nadere poging tot interven
tie, of liever mediatie, op grond van het
Haagsche arbitrage-tractaat, wordt beschouwd
geenszins te zijn uitgesloten, zoodra het Hof
zal zijn samengesteld, wat terstond zal plaats
hebben als negen van de mogendheden, die
tot het verdrag zijn toegetreden, het hebben
geratificeerd. En zoodra Nederland is voor
gegaan, zullen acht andere staten volgen
men schijnt zich daarvan te hebben verge
wist. Daarom beschouw ik de aanneming
van dit verdrag van zóo groote beteekenis,
ook voor onze stamverwanten in Zuid-Afrika,
en geloof ik, dat onze Minister van Buiten-
landsche zaken, door zijn beleid in deze aan
gelegenheid, onzen broeders daarginds ton
slotte zal blijken een ontschatbaren dienst
te hebben bewezen.
Hjj liet de ollicieren om zich beeu vetzainclen,
besprak de orders nog eveu en voegde er eenige
De luitenants en de adelborsten, in phantastische
expeditie-pakjes, gingen zwijgend, de meesten een
pijpje rookend. naar bun matrozen en mariniers
terug.
Om kwart vóór acht gaf hij het commando, dat
ieder zich zoo ver mogelijk in de loopgraven naar
voren moest begeven en zag men het gros der ach
terhoede in de loopgraven verdwijnen. De mineurs
legden de laatste liand aan de mijn.
Tien minuien vóór aeht werd van alle kanten ge
rapporteerd, dat alles klaar was.
Het was onbegrijpelijk, dat de vijaud nog geen
schot gelost had.
Op dit oogenblik hoorden we echter een verward
leven uit de villa komen. Eenige stemmen hieven
het oproerlied aan.
Een gebiedende stem klonk boven het gezang uit.
Maat dit hield aan. Een salvo knetterde. Een kreet:
vloog een salvo over ons hoofd heen en had do
vijand het vuurgevecht geopend. Volgens de uit
gereikte orders beantwoordden ouze troepen het
vuur niet,
Een dofte knal weerklonk. Geen vijf seconden
daarna ging een algemeene kreet van agitatie door
de loopgraven. De vijand hield op met vuren doch
te geestdriftiger weerklonk de kreet„Viva el Es-
pagna".
Twee witte gedaanten verschenen op het platte
dak van de villa en gingen staan naast den vlag-
gestok, zoodat de vlag van Spanje boven hun hoofd
breed uitwoei. En zoo hieven zo de „marcia real
d' Espaguu" aan.
Weer weerklonk een doffe kual, het tweede seinschot.
Werktuiglijk bracht ik mijn kijker aan hel oog en
plotseling llitse het op door mijn brein„mevrouw
De Voorzitter van de Tweede Kamer heeft
aan de leden medegedeeld dat hel zijp
voornemen is, de Kamer tegen 8 Mei bijeen
te roepen tot hervatting der werkzaamheden.
Het volgende adres iu zake de consulaire
quaestie is gericht aan de leden der Tweede
Kamer
Het Hoofdbestuur der «Maatschappij tot
Bevordering der Nijverheid" heeft met groote
belangstelling kennis genomen van de motie
door bet lid Uwer Kamer, den heer mr.
E. E. van Raai te bij de behandeling van de
Begrooting voor 1900 voorgesteld, luidende
«De Kamer, van oordeel, dat een betere
regeling en meer stelselmatige inrichting
van ons Consulaatwezen noodzakelijk is, gaat
over tot de orde van den dag".
Dat deze motie onze volle instemming
heeft, zal U niet verwonderen, waar wij
reeds bij schrijven van 8 October 1887 aan
den Minister van Buitenlandsche zaken onze
«bijzondere ingenomenheid" uitspraken mei
het «verslag der Commissie voor de Consu
laire examens betreffende een reorganisatie
van bet Nederlundsch Consulaatwezen" en
in 1893 naar aanleiding van de over deze
zaak verzonden adressen van de Kamers
van Koophandel te Amsterdam en Rotter
dam, van deze gevoelens nogmaals blijk ga
ven.
Het Hoofdbestuur meent dan ook ditmaal
te kunnen volstaan met ee- betuiging van
instemming met de streka.jg der motie,
overtuigd, dat indien de meerderheid Uwei-
Kamer de meening van den heer Van Raalte
deelt, het nan de Regeering kan worden
overgelaten om de bijzonderheden der
quaestie op bevredigende wijze te regelen.
De leden der Sociaal-democratische Ar
beiderspartij in tie Tweede Kamer, de hee-
ren Van Kol, Schaper en Troelstra, hebben
in «Het Volk" een manifest aan het Neder-
landsche volk geplant'st, waarin zij de rede
nen uiteenzetten die hen hebben geleid om
tegen het ontwerp-Leerplicht te stemmen.
Del Mauro en Clara". Ik zag Mac Eachin bleek
worden. Hij moest ze ook herkend hebben.
Het derde schot dreunde.
j Plotseling scheen het als was de geheimzinnige
ban van stilte verbroken. Overal in deu omtrek,
weerklonken de doffe knallen van kanonschoten,
I het geratel van geweer-snelvuur, vermengd meteen
verward gejuich en hoerah-geroep. Maar onze man-
I non hieven geen kreet aan. Als angstig keken al-
Ion naar dat eene plekje, waar. tegen de heldere
j tropische lucht, de twee gedaanten in het witafstaken.
j Sieek de lont aau", zei Mac Eachin tegen den
nmisl hem stranden mineur, met een stem, die scheen
te stikken.
„Dam Sir, I eannot", zei de man en wees met een
breed gebaar naar het dak van de villa.
Toen nam Mac Eachin. mechanisch, als was htf
j geen wezen van vleesch en bloed meer, de lont en
I stak ze onder een schrillen lach, die door merg en
been ging, aan.
Hij had zijn horloge uit den zak gehaald en telde
mol een harde, vreemde stem de seconden, die nog
I moesten verloopeu. Nu nog dertig, vijf en twintig,
I twintig, eti onderwijl klonk zacht van den kunt van
1 den vijand, door reine vrouwenstemmen gezongen,
I de „marcia real". En gecu Spanjaard zong mee;
I geen dacht er aan viurn, allen onder de betoove-
ring van dat word:.bare boven hen, En als gaf
Mac Eachin's stem de maatverdeeling aan van dit
wondere gezang, zoo klonk zijn juist op tijd komend
afroepen van de vijftallen seconden.
Maar toen hij vijf riep, was het alsof hij weer tot
bezinning kwam. In zijn stem een onzegbare smart;
de kreet: „Claire, darling", klonk door de lucht
Een geweldige slag deed allezdreunen.Een vuur
gloed steeg op, rookmassa's omhulden de villa, bal
ken blaken onder heftig gekraak, muren stortten
met een doffen slag in, stofmassa'sdwarrelden omhoog.
Dit was dus het einde 1
Wordt vervolgd.