September 1900. No. 5011. 49e jaargang. OP REIS. Binnenland. Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Export naar Oost- en West-Indië. Uitgaveerschijnt Maandag- en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per H. VAN CLEEFF ^i°St Advertenttën 46 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Groote letters naar p aatsruimte. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Afzonderlijke nummers f0 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. firma A. te Amersfoort. Bureau KORTEGRACHT 9. Telephoon 19. Wij zij" gaarne bereid om, tegen vergoe- ing van liet porto, de geabonueerden die oor korten of langeren tijd op reis gaan, de .mersibortsche Courant en de bladen welke ij door onze tusschenkomst ontvangen, na zenden. Opgave van duidelijk adres is voldoen de KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis der ingezetenen, dat de in- oer van Slachtvee voor de abattoris te Ant werpen, Brussel, Cureghem, Anderlecht, Gent ,n Luik, langs Selzaete (Station) met ingang van heden is toegestaan des Woensdags van 8 tot 10 uur en des Zaterdags van 8 tot 11 uur voor- middags. Amersfoort den 1. September 1900. De Burgemeester voornoemd, T. A. J. van ASCH van WIJCK. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat .p 4 September 1900 en zoo noodig ook op den daarop volgenden dag zal worden gevuurd uit zware kanonnen van het fort te IJmuiden: De Sector, welke tot op 8000 M. van het fort als onveilig moet worden beschouwd, wordt op eiken schietdag vóór 12 uur des middags ge- vomd door het fort en de richtingen W. en Z. W. na 12 uur, des middags door het fort en W. en N. W. Een stoomboot zal, voorzoover mogelijk, waar schuwen en desgewenscbt aan kleine (zeil) vaar tuigen hulp verleenen om buiten dien sector te komen. Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal van het fort een roode vlag waaien van minstens ui uur vóór den aanvang der schietoefeningeu it aan het einde daarvan. Amersfoort, den 1. September 1900. De Burgemeester voonoemd, T. A. J. van ASCH van WIJCK. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van de belanghebbenden, it de lotelingen dezer Gemeente. Hendrik Meyer, Jan Snijders en Johannes de Vos, behoorende tot, het le Regiment Huzaren, die i hunne inlijving tot nadere oproeping met verlof zijn gezonden, op 13 September 1900 bij hun korps, in garnizoen te Amersfoort, in wer- kelijken dienst zullen worden gesteld, ten einde gekleed en geoefend te worden. Amersfoort, den 1. September 1900. De Burgemeester voornoemd, T. A. J. van ASCH van WIJCK. Feuilleton. De beleende Juweelen. ui te spreken "vroeg ik opzet- i, die mij aan dc huisdeur ont- ,Mk- Argot? Hier woont geen daine va i dien «Weetje dat wel zeker?" vroeg ik, nog immer niet wetend welken weg ik zou inslaan. «Of ik het zeker weet, o iii zeker. Hier woont nie mand anders dan miss Dc Vermont en haar familie. Nu wist ik, wat ik weten wilde, haalde mijn zak boekje uit, bladerde er in, alsof ik een adres zocht en vroeg toen; „Is dit dan niet Raven-Hill Gardens? «Neen, was het. antwoord, hier iaRavcn-Hill Spuare. -O zoo? Dan heb ik mij ook vergist! Het spijt mij. dat ik u stoorde. Goeden morgen 1 R'ng, verschooniug vragend, heen. Dus had miss De Vermont aan Simpson toch haar "aren naam en adres opgegeven. Maar wat kon deze familie, die zulk een mooi huiibewoonde en op zulk een voet leefde, gedwongen bebhen tot zoodauige middelen haar toevlucht te moeten nemen om te leven Voor zoover ik door een vluchtigcn blik naar binnen had kunnen waarnemen, "as liet buis fraai gemeubeld en alles gaf zekeren "clatand, al was hot dan ook geen weelde, der be woners te kennen. Toen ik het huis verliet, was Ut W0ö haar wijzer dan te voren en schaamde m\j bijna, oal ik mijn berichten niet slimmer had ingewonnen. "aar overigens, buiten de voorbijgaande bclangstei- 1DS die de verschijning en het gedrag van mejut- »ouw De Vermont in mij had opgewekt, niets ver haar persoon verbonden was "J,® ,ij had o mm naar persoon verhonden was en j®n mij bijna uitsluitend bezig houdenden juwee en- •hofstal in verbinding stond, had ik geen verdere Wat de pers er van zegt. Het terechtstellen van den «samenzweerder" Hans Cordua wekt in het buitenland alge meen de verontwaardiging op. De «Inriepen dance Beige" noemt liet een «misdaad" en andere Belgische bladen noemen het even eens een «moord" en spreken de onderstelling uit, dat lord Roberts niet meer toereken baar is. In Oostenrijk wordt de daad door de groote bladen ook een «moord" en een «misdaad" genoemd. De Duitsche bladen zeggen, dat de getuigenverklaringen niet van dien aard waren, dat het vonnis gewettigd werd en noemt het bovendien een groote politieke fout. De «Kreuz Zeit." dat niemand te goeder trouw gelooft, dal Cordua een samenzweerder wasde «Vossische" dat Cordua een on toerekenbaar baar persoon, een creatuur van een Engelschen agent-provocateur was. Het hardst veroordeelen de Parijsche bla den de daad Moord is bet ook in hun oogen De «Gaulois" zegt, dat het ongelooflijk zou zijn indien het niet duidelijk was, dat de Engelschen iu Zuid-Afrika zooveel wreedheid en onrechtvaardigheid ten toon spreiden. Zelfs eenge rnatigd blad als de «Temps" noem de motieven, die tot het vonnis leiden, ou- beteekenend en betreurt het dat het vonnis zoo snel voltrokken is. Zelfs in Engeland gaan er eenige stemmen tegen deze executie op. Zoo schrijft Charles Williams in de „Morning Leader": „Plaat sing in een krankzinnigengesticht zou een meer passend vonnis voor den exluite- nant Hans Cordua zijn geweest. Hij had den eed van trouw niet afgelegd ofschoon hij zijn parool gebroken hadhij was in een sa menzwering geleid geworden welke lord Roberts van een melodrama in een drama heeft omgewerkt door een Engelsche kleur ling politie-agenthij had den moed schuld te bekennen aan alles waaraan hij werkelijk schuldig was en lord Roberts, die het vonnis bekrachtigde, was zelf de «belanghebbende" persoon in het domme plan. Dat waren alle redenen om vergevensgezind te zijn en welk voorbeeld er in gevonden kan worden een half onnoozelen dronkaard dood te schieten, kunnen wij niet begrijpen Maar Hans Cor dua is niet meer, en zelfs zij, die het hardste om zijn terecht stelling geschreeuwd hebben, zullen den moed waarmede hij zijn eind te gemoet ging moeten bewonderen.'' Henri Roehefort schrijft in de «Intransige- ant": «Door de wijze, waarop zij in de hinder lagen der Roeren vielen, hebben de generaals Ruller en Methuen Engeland belachelijk ge maakt. De oude Roberts is bezig Engeland te onteeren. «Het proces tegen den Boerenluitenant Cordua, gehuisvest door een agent-provoca teur, die hem door gezegden Roberts was toe gevoegd, was reeds een laagheid, daar het complot, waarin de Engelsche koloniale poli tie dien patriot wilde betrekken, niet meer begin van uitvoering heeft gehad, dan dat, hetwelk voor ons Hooge Hof behandeld is. «Een generaal, die een voorgewende samen zwering in eikaar zet, is niet meereen mili taire bevelhebberhij is een stille-verklikker, een eerloos agent van de zeden of van de veiligheids politie, enfin, wat men in lage po litietaal noemt „une casserole". De ^Liberté" publiceert het volgende te legram van zijn Londenschencorrespondent: Ik kan u eenige nog onbekende inlichtin gen geven omtrent de omstandigheden, die Lord Roberts er toe brachten, de proclama tie, waarin tot de tegenwoordige strenge maatregelen werd besloten, te teekenen. De tekst van deze proclamatie is van de hand van Sir Alfred Milner, die handelde op inspiratie van Chamberlain. Toen Lord Roberts den tekst zag, hield hij het stuk veertien dagen in zijn portefeuille, weigerend zijn handteekening onder een der gelijk geschrift te zetten. Sir Alfred Milner zorgde toen voor tus schenkomst van zijn superieur Chamberlain, die van Lord Lansdowne, Minister van Oor log, gedaan wist te krijgen, dat hij Lord Ro berts beval te teekenen. De verantwoordelijkheid van de maatrege len, die in de laatste weken in de Zuid-Afri- kaansche republieken worden toegepast, rust dus geheel bij Sir Alfred Milner en Joe Cham berlain. Chamberlain den Minister en wapen-lever ancier te gelijken tijd. Door mr. P. J. G. vaD Diggelen, lid van de Provinciale Staten van Overijsel en oud lid der Tweede Kamer, is aan laatstgenoemd college een adres gezonden, waarin hij, de geschiedenis van de droogmaking der Zui derzee in herinnering brengende, aandringt, dat de Kamer de o|dossing van dat vraag stuk een schrede verder zal brengen, door in de eerste plaats naar de zienswijze der Regeering te informeeren. Adressant geeft o. m. te kennen «dat hij niet tot TJwe Vergadering komt met het verzoek om de uitvoering van het werk al aanstonds te willen bevorderen, maar zich bepaalt tot het bescheiden opvolgen van den in 1894 (d. i. in een tijd, toen men voelde hoeveel moeilijkheden waren te over winnen) door de Zuiderzee-vereeniging ge geven wenk, om door adressen de aandacht ook van de Vertegenwoordiging op het doel der Zuiderzee-vereeniging gpvcstigd te hou den dat hij voorhands slechts beoogt om, zoo mogelijk, een schrede voorwaarts op het pad der geleidelijke oplossing van het belangrijke vraagstuk uit te lokken; dat hij om allen schijn van voorbarigheid te vermijden met het doen van dezen stap langs heeft gewacht, maar thans nu wy staan voor het aanbreken van het laatste jaar van een parlementair vierjarig tijdvak, gedurende hetwelk een Regeering aan het roer is, die op niet al te losse gronden ge acht wordt de zaak van alle zijden te heb- AMERSFOORT. bepaalde reilen, mij om baar te bekommeren ut aan haar te denken. Ik verloor haar derhalve langzamer- hand weder uit het geheugen, gelijk zooveele andere nienschcnkindercn, wier lot en omstandigheden mij I dikwijls nóg meer belangstelling hadden mgeboe- 7.emd en mijn medelijden en werkzaamheid in nóg hoo- j ger mate hadden gaande gemaakt dan dit voorval. Eenige dagen later stond ik ep het punt naar Drury-Lane-theatre te gaan om een jongen man te bespieden, die verdacht werd, valsehe assignatien op een bankiershuis in de City te hebben afgegeven en die aan een jonge tooneelspeelster van boven- genoemden schouwbug het hot maakte. Gegrond was mijn verdenking nog wel niet, maar het was 7.eer waarschijnlijk, dat hij niet vreemd aan de ver- valsching was. Hij was vroeger aan dat bankiers kantoor werkzaam geweest, maar wegens onsolied gedrag ontslagen ofschoon hij de zoon van een welgestcldcn fabrikant in een noordelijk graafschap was Sedert zwerfde hij zonder bezigheid door Londen, waar bh veel in koffiehuizen, oesterkelders en schouw burgen te zien was en leefde, hoewel niet juist m •weelde, toch alijd op een voet, die óf een groot vermogen óf niet onbeduidende onbekende hulp bronnen noodzakelijk maakte. Vat mij tegen hem had ingenomen, was de omstandigheid, dat ik hem eerst kort geleden op een avond had zien uitreen met een frnmehen klaplooper, zekeren Carbonnel en twee vrouwelijke figuranten van een kiemen schouwburg in Gremorne-Gardcus. Die De Carbonnel wa9 mij als een avontuner van het eerste kaliber bekend, die zijn onderhoud aan het b. lard verdiende en nieuwelingen met zyn rood lintje van het Le eioen van Eer in den val lokte. Dat dit paar van een avondmaaltijd kwam waar- i.ii de wiin niet was gespaard, had ik even duide- lijk bemerkt, »1« ik vermoedde bet Cerbooir.l het Sr niet brt.eld h»d. Sind. dien «vond had ib S voorgenomen Mr. irtbnr Todger. ba gelegenheid nailer OP do viogere te r.ien. Heden «lat ik - het doet er niet toe op welko -ijm - dat b,j een loge- kaartje voor Drury-Lane theatre had, om een jonge tooneelspeelster ruikers toe te werpen en daarbij wilde ik liein nauwkeuriger opnemen. Toen ik Long-Acre langs ging, hoorde ik haastige stappen achter mij en voelde ik mij zacht aan den arm getrokken. „Mr Forrester, duisterde men mij toe, de inspecteur Ward wenscht u te spreken en verzoekt u om een oogenblik aan zijn bureau te komen." Ik zag om naar den man, die mij dit be richt had gebracht en op dit oogenblik niet een veel beteekenenden blik mij in het gedrang voorbij ging. Het was een ngent der erimineelcpolitie van Ward's brigade. Ik ging nog tot den naasten hoek door, keerde toen om, en vjjf minuten later was ik op het bureau van Ward. „Zoo, wat is er voor nieuws, oude jongen?"vroeg ik hem. „Goede berichten, vriendje! De juweelen van lady Tistletoe zijn nog in Londen." „Daaraan heb ik niet getwijfeld. Maar welkBpoor?" „Een tamelijk zeker spoor. Ik was juist van plan naar den chef te ryden en daarvan melding te ma ken, toen ik ie zag voorbijgaan en niet wilde ver zuimen je óok op het spoor te brengen. Voor een half uur houdt een cab stil voor het kantoor van Sauters, den duitschen pandnemer, een dame stijgt uit en wenscht een dozijn zilveren dessertborden te verpanden. Sauteis vertrouwt de zaak niet, want hij bemerkt, dat op een plaats, waar misschien een wa pen of naam gegraveerd was, een splinternieuw plaatje met een versch gestempeld vreenul wapen is gesol deerd. Hij tracht de dnme op te houden en zendt naar de politie. De dame schijnt lont geroken te hebben en maakt gebruik van een oogenblik dat meer personen binnenkomen om te ontsnappen. Ge lukkigerwijze heeft een mijner onderhoorigen, die in de nabijheid was, het nummer van den cab en de richting welke deze insloeg onthouden. Toen wij den vorel gevlogen vinden, rijden wij terstond den cab na en halen dien in Great-Kusscll-street in, maar hij is ledig. De koetsier zegt ons, dat hij de danie uit bet huis van Saunders heeft zien komenhij wilde haar bij hel instijgen behulpzaam zijn, maar zij greep slechts in don wagen om er een pakje uit te halen, dat zij daarin had laten liggen en beval hem naar een huis in Gloucester-street te rijden en haar daar af te wachten, terwijl zij hem een kroon in de hatid drukte. „Dat kwam mij zeer waarschijnlijk voor ik had geen reden om de geschiedenis van den cabman in twijfel te trekken, want de dame was in die streek ingestapt en onmiddellijk nnar een of twee andere „noodhelpers" gereden, dien ik mijn lieden heb na gezonden. Natuurlijk liet ik den voerman niet ver tier rijden, zouiter een blik in den wagen te werpen en toen ik hot kussen optilde, ligt daar onder dit hier Daarmede toonde hij mij een zware zilve ren doos voor knmmen en haarborstels, zooals zij op de sierlijke toilettafel van rijke dames niet ontbre ken mogen. „Dit is een stuk van het toilet van lady Thia- tletoe, of ik wil gekielhnuld worden, ging Ward voort en nam het gedrukte lijstje der vermiste ju weelen van den lessenaar. Zie hier! no. 110: Doos voor kam en haarschuiers, zilver en verguld, gedre ven werk, op het deksel een aardbezie met drie blaadjes als handvatsel. Dat heeft een knappe zil versmid nu weggeveild en door dezen fraai gewerk- ten knop vervangen en op de plaals van het oude wapen is ook een plaatje gesoldeerd." „Daaraan twijfel ik ook geenszins; maar de dame, de heelster? Verder, verder!" „Dadelijk vriendjeDe beschrijving luidtjong, fraai, middelmatige grootte, goed gevormd, donker haar, bruine oogen, fraaie mond," enz. genoeg, evennis alle signalementen. Dat past op duizenden dames. Kleedingzwart zijden japon inet strooken, zwarte lange satijnen inantille, zwarte of donker bruine fluweelen hoed, met grijze veder er. twee rijen blondes dat belooft reeds meer. In ieder geval is 7,ij een nieuweling, anders zou zij haar zin nen niet zoo zeer verloren hebben een harer gevaar lijke artikelen in den wagen le laten liggen." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1