Maandag 10
September 1900.
No 5013.
49e Jaargang.
OP PEIS.
Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co.,
Export naar Oost- en West-Indië.
Uitgave
Firma A. H. VAN ClEEFF
te Amersfoort.
tv»* 1- aan aa~ ^on(^er dag avond. Abonnement per 3 maanden f 1.franco per
nlnnt-Kiiimt' t vo' i'egels 60 centelke regel meer '10 cent. Groote lettors naar
nummers 10 cent* ë'e" en Ontei8en>n8sa(,ve>'tontiën per regel 45 cent. Afzonderlijke
Bij adveitentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bureau
KORTEGRACHT 9.
Telephooti 19.
Wij xij n gaarne bereid om, tegen vergoe
ding van liet porto, de geabonneerden «lie
voor korten of langoren tijd opreisgaan.de
;\mi«rslbortsclie Courant en do bladen welke
zij door onze tusscli en komst ontvangen, na
te
:enden.
O|i..':ivo
duidelijk adres is voldnoinli;.
li K N N I S (i K V I N li K N.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT vestigen de aandacht van be-
iatiggebbondcn op de „Verordening tot wijziging
en anuvulling 'ter bouwverordening, afgekondigd
30 Januari lö'Jli", afgekondigd den 20 Augustus 1900
en ter Secretarie verkrijgbaar, en wijzen er speciaal
op. dat thans du bepalingen der Bouwverordening niet
op een deel. doch op de geheele Gemeente toepasselijk
rijn; herinneren voorts aan do bepaling van art. 6
quntor, luidende
Het is verboden na I Januari 1901 privaten of privaat-
putten te hebben, welke in openbare wateren uitloozon.
Gedaan te A merfsoort, den 0. September 1900.
Burgermeester en Wethouders voornoemd,
Do Burgemeoter
T. A. .t. van ASCH van WIJK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
AANGIFTE VAN VERTREK UIT EN VAN
VESTIGING IN DE GEMEENTE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMESFOORT,
Gelet op hut Koninklijk besluit van den 27. Juli
1SS7. (Staatsblad no. 141), ER regelende de verplichting
der ingezetenen tot het doen van aangifte voor de Be
volkingsregisters:
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doen van aangifte van vertrek
uit on van vestiging in de Gemeente, en brengen
daartoe bij deze U hunner kennis de bepalingen
vim gezegd Koninklijk besluit, welke luiden als
volgt
J. 7J\j die op don dag der volkstelling in den
vreemde of in oene der koloniën of overzee-
Hcbe bezittingen van het Rijk hebben ver-
tocl'd, geven binnen éene maand na hunne
terugkomst hiervan kennis aan het Gemeente
bestuur.
Zjj die bij die telling zijn overgeslagen, geven
binnen dene maand na den dag voor elke
tolling bepaald, van dit verzuim kennis aan
liet bestuur hunner werkelijke woonplaats.
Voor de leden van huisgezinnen rust ue ver- I
plichting tot kennisgeving op bet hoofd van
elk huisgezin. I
2. Zij die uit een Ncderlandsehc kolonie, eene t
overzeesohc bezitting of uit den vreemde hunne
woonplaats overbrengen in een Gemeente bin
nen het Rijk, doen hiervan eene verklaring
aan het Gemeentebestuur, vergezeld van het
gebruikelijke getuigschrift voor hen die uit
de koloniën of bezittingen, van ecu paspoort
afreis- en verblijfpas of andere door de politic
deugdelijk erkende bewijsstukken voor hen
die uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen éenemwuid
"ft hunne aankomst in de uemuente.
De kennisgeving in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige op
gaven oiu ui do Bevolkingsregisters tc worden
ingi'irliri'ven.
ZÜ die hunne werkelijke woonplaats binnen
hot Rijk verlaten om die over te brengen naar
een Nedorlandsche kolonie, eene overzeesolie
bezitting ol naar den vreemde doen hiervan
eene verklaring aau liet bestuur der Gemeente
weike zij verlaten.
Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene
Gemeente van het Rijk naar eene andere
Gemeente overbrongen, doen hiervan eene
verklaring aan liet bestuur der Gemeente
die zij verlaten en waar zij in hel Bevolkings
register zijn ingeschreven, met opgaaf der
Gemeente, waar zij wenschen zich te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift
van verandering van werkelijke woonplaats.
Ier plaatse, waar zij hun werkelijke woon
plaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen
éene maand na hunne aankomst een verklaring
aan het Gemeentebestuur, met overlegging van
liet gcttiigsehrilt in het vorige artikel ver
meld.
Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk
binnen éene maand kennis aan liet Gemeen
tebestuur van ieder lid dat in het huisgezin
wordt opgenomen of daaruit gaat, inwonende
dienst- en werkboden daaronder begrepen.
Omtrent die kennisgeving geldt liet bij sub.
3 bepaalde.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzon
derlijk levende personen, wanneer zjj an
dere persouen in hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en
inrichtingen, niet staande onder bestuur of
toezicht van liet openbaar gezag, waar personen
onder eenig bestuur samenwonen, geven maan
delijks aan het Gemeentebestuur kennis van
alle personen, die in de samenwoning zijn op
genomen of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt wanneer langs een
anderen wog de vereischste kennisgeving voor
het Bevolkingsregister gedaan is.
Onverminderd de bovenstaande voorschriften
is eenieder, door het Gemeentebestuur daar
toe opgeroepen, verplicht tot het doen der
opgaven die vereisent worden om de Bevol
kingsregisters in te vullen.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of Mboete van ten hoogste honde-d gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 7. September. 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van VTJCK.
Do Secretaris,
r. Tn. SANDBERG.
AANGIFTE VAN VERHUIZING
BINNEN DE GEMEENTE.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Overwegende, dat de bepalingen dor door den Ge
meenteraad den 20, Mei 1802 vastgestelde Verorde
ning regelende de verplichting tot het doen van
aangifte van de verhuizingen binnen do Gemeente,
niet bohoorlijk worden nageleefd
Herinneren den ingezetenen de op hem rustende
verplichting tot het doen van aangifte van verhuizing
binnen de Gemeente, en brengen daartoe by deze te
hunner kennis de bepalingen van gezugde Verorde
ning, welke luiden als volgt:
1. De hoofden van huisgezinnen of afzonderlijk
levende personen, binnen de gemeente van woning
veranderende, zijn verplicht daarvan binnen éene
maand ten Roadhuize aan den ..mbtenunr, belast
niet het bijhouden van het Bevolkingsregister, aau-
gifte to doen.
2. Zij die liet voornemen hebben te kennen ge
geven om de Gemeente te verinten, en dientenge
volge eeu getuigschrift van verandering van werko-
lijuo woonplaats hebben ontvangen, zijn verplicht,
indien zij van dat voornemen afzien, daarvan ter
plaatse en aan den Ambtenaar, in art, 1 voriuohl,
binnen éene maand na de dagtookuning van lietaf-
gegovon getuigschrift, kennis te geven.
3. Do overtreding van elke der bepalingen van
deze Verordening wordt gestraft met eeue geldboete
van ten hoogste zeven gulden.
Gedaan tc Amersfoort, den 7. Septombor 1900
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJOK.
De Secretaris,
B. W. Tn. SANDBERG.
KOSTELOOZE-IN ENTING.
De BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. 18 der Wet van 4 December 1872
(Staatsblad No. 184)
i Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor oen ieder de gelegenheid tot kosteioozo inen
ting wordt gegeven op don eersten en don tweeden
Maandag van do maanden Januari, April, Juli en
I October, telkens des namiddags t.e drie ure, in do
I daartoe bestemde lokali'eit, gelogen wyk F. Brocdo-
straat no. 21.
Amersfoort, den 7. September 1900.
Burgemeester eu Wethouders voornoomd,
Do Burgemeester,
T. A. J van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Tn. SANDBERG.
Een oud-stadgenoot, ambtenaar der N, Z.
A. S. M., thans met egedwougon verlof" weder
hier te lande, sclirytt het volgende:
Markgraafspruit, 9 Juni 1900.
Zooala ik u in mijn vorigen briefschreef, zijn
wy afgesnedende Engelschen zijn tuaschen
Elandafontein en Johannesburg in Transvaal,
zoodat de lijn voorbij Heidelberg in handen van
den vijand is. De llolltvndsche spoorwegambte
naren, die aan dat gedeelte op de stations werk-
zuam waren, zijn eerst gevangen genomen en
hebben nu een permit gekregen om vrij rond te
loopen. De toekomst ziet er donkor uit; terwijl
Lord Roberts Johannesburg en Pretoria met
sterke troepenmachten bedreigt, staat Generaal
Sir Redvers Buller aan de Natalsehe grenzen
klaar om zijn slakkengang te vervolgen. Do Boe
ren hier in den omtrek vertelden mij, dat Buller
zijne troepenmacht in tweedeelen had verdeeld:
éen gedeelte ligt achter dn Majuba, terwijl de
grootste macht omtrekt en by Botha's nas zul
trachten door te broken. By de Nok (Majubu)
liggen 200 Wakkerstroomers en by Botha's pas
heeft het Carolina- en Lydenbtirglager (to zamen
600 Boeren) positie genomen.
11/6. Gisteren liepen er geruchten dat de 18000
Engelschen die vóór Botha's pas liggen, zyn
doorgebroken. Hedenmiddag om 5 uur hoorden
we hier op 't station do kanonnen der Boeren
richting Allerannsnek vreeselijk schieten en tegen
zes uur werd het dreunen al duidelyker. Ik dacht
dadelyk al dat de 600 dapperen den vijand niet
zouden kunnen houden, maar vertrouwde toch op
de goede positiesdie ze in de kopjes hadden,
doch toen 't schieten al meer en meer naby
kwam, begon ik den moed te verliezen. Om kwart
over zesson was 't stil, do maan wierp haar zil
verlicht weer over de kopjes, juist als gisteren
avond, en hoeveel dapperen zouden er thans
minder zijn dan gisteren 1
Oom Ben Viljoen die hier van avond even
kwam „kuieren" vertelde my dat dc vijand bij
Botha's pas was doorgebrokenals leeuwen heb
ben de vrijheidslievende Boeren gevochten, maar
't vuur was te hevig. Station Zandspruit soindo
tuy zooeven dut do Lijdenburg- en Carolinalagera
terug waren getrokken over dat station en thans
posities haddon genomen op de Graskop. Overal
op de koppen is do brand in 't grus gestoken,
zoodat dt vijandelijke paarden geen voedsol kun-
krijgen.
12 Juni. De nacht is rustig voorby
ton kriigei
Dinsdug
Feuilleton.
De beleende Juweelen
5.)
I't bespiedde Spttrgcons ongemerkt, zoolang, tot ik
verzekerd was zijn gelaat niet weder tc zullen ver-
Niettegenstaando alle pogingen der politie werd
"och dc dame, die de zilveren bordenh ad willen be
toenen, noch eenig verder spoor der juweelen van
tody Tlnstletoe gevonden. Do zilveren borden en
wnig uiidpr zilverwerk, dat ongeveer tezelfdertijd en
°ogeri3chijnlyk door de zelfde dame bij ecu anderen
panduemer beleend was, behoorden blijkbaar tot
"et zilverwerk van een rijken bankier, dat eenigen
"manden to voren uit don spoortrein gedurende bet
transport, van Londen naar zijn laudgoedgestolen word
waarvan eveneens tot nu toe geen spoor was ont
dekt, Dat het nu eerst te voorschijn kwam en op
2"'k ecu sitiwo wijze vorauderd was, dat men op
plaats der voormalige wapens en voorletters nieu-
zeer fraai gestempolde of geciseleerde plaatjes
'""t andere wapens enz. had gesoldeerd, bracht de
politie niot weinig in alarm, waut daaruit scheen
men tc moeten besluiten, dat het een georgani
seerde bende was, ruim genoeg van geld voorzien
de gestolen voorwerpen lang te kunnen bewa
ren. l)it wna 1)ot gevoelen van de meerderheid der
Politic, dat ik editor niet geheel deelde. Ik meende
?er een wolgestclden heler te moeten veronderstellen,
"'ens handen het mccrendecl der gestolen waarde
2;('" tnoost bevindendo nu veranderd en verbrok-
Ie voorschijn komende voorwerpen waren
""J1" inziens slechts aandeden iu den buit van
""kelen der dieven, welke ze, daar zij die niet als
""Werkt zilver konden vorkoopen, hadden laten
AMERSFOORT.
omwerken. Ik hoopte en weiischte echter, dat
deze enkele voorloopers later de aanwijzingen tuouh
ten leveren om tot net geheel te geraken. Ik wachtte
mij echter wel, dit vermoeden reeds uit tc spreken
vóór ik nauwkeurige gronden had derhalve hield
ik mijn hypothese voor mij en werkte in dien geest
volkomen' op eigen hand, als wa het ook niet met
juist zeer aanmoedigend gevolg.
Ik kan my niet nauwkeurig meer herinneren hoe-
voel tyd er verloopen was tussehen mijn eerste ken
nismaking met miss Valérie de Vermont in het
kantoor van Simpson en onze tweede ontmoeting,
die onder de volgende niet minder merkwaardige,
liaar niet bepaald vcreerende omstandigheden
plaats vond.
Do bewoners van groote steden weten hoezeer
de prostitutie byoa met den dag toeneemt, hoeveel
werk en toezicht deze, iederen weldenkende stuitende
maatschappelijke ziekte aan de politie verschaft.
Tot lof der Britsche mag gezegd worden, dat hut
bestuur waaraan de openbare veiligheid onder het
gebied van Koningin Victoria is tuevurtrrouwd, in
dit opzicht geen gekscheren verstaat 9» de ontucht
daar niet zoo schaamteloos zieli durft vertoonen
als in sommige steden van liet vasteland,
Wat ik hier moet modcdeelen, staat in het nauwste
verband met mijn verslag; het levert oen bewijs,
hoozecr hoogmoed en waan den mensch kunnou
verblinden en tot het laagste peil der zedelijkheid
doen zinken, maar ook boe een waakzame en
nauwkeurig opmerkende politie soms den val on
het gcheolo verderf eeuer ongolukkigo kan voor
komen. Moge men hetgeen volgt romantisch noem
en, als ambtenaar der politie, wien liet welzijn van
goeden en kwaden is toevertrouwd, mocht ik niot
alleen, maar moest ik zelfs de rol van een roman
held spelen en bet berouwt mij niet, want zeker
behoort de door nij; behaalde overwinning lot
de schoonste herinnering-ju mijner loopbaan.
Op con achoonen avond na tien uur leunde ik
tegen een lantaarnpaal op den hoek van 8t. Jamea-
slreet en Pall-Mall, toen ik een slauko vrouwelijke
gestalte, dicht gesluierd, met snelle schreden zag
aankomen Ik bomorkte, dat na eeu zeer kort ge
sprek een boor zich met oen doordringenden blik
van baar wondde eu de vrouw of liet muisje verder
rendewaut ik zou baar haastigen, onzekeren gang
niet anders weten te noemen.
Op dit oogenblik werd myu nieuwsgierigheid af
geleid door oen voorby rijdenden cab wy poli
tiemannen hebben onze oogen overal en moeten
dikwijls twintig dradeu tegelijk in banden houden,
opdat ons niet de eene vangst ontsnappc, terwijl
wij de andere doen. Ik zeg dus, mijn opmerkzaam
heid werd door een cab afgeleid, waarin een dame
zat, die met een heer in een levendig gesprok was
gewikkeld. Ik volgde hun spoor reeds sedert maan
den en thans bad ik het gevonden. De cab rood
ouhtor zóo haastig, dat ik slechts het nummer kon
opnemen om later bij den koetsior vorder navraag
tu doen. Ik vestigde dus weder uiijn aandacht op
do gesluierde en zag na weinigo minuten baar in
omgekeerde riohting terugkomen. Ik trail baar op
zettelijk in don weg, in dc verwachting dal zij mij
zou aanspreken. Hierin bedroog ik my ook niet,
want zy naderde my op haar voortvarende, zenuw
achtige manier, legde baar hand op myn arm oil
noodigde mij baar i* volgen, wijl zij my iets had
to zeggen.
„Als gij mij iets bobt medo te doelen, zullen wy
in een naastbij gelegen restaurant giuin. Maar wie
zyt gij 1"
Zn gaf ii.ij een kort antwoord, rukte met beven
de baud baar sluier weg en toondo mij de gelaats
trekken vanValérie de Vermont
Ik heb in myn leven reeds velo verrassingen be
leefd, maar nooit to voren In die mate als in dit
oogenblik, want onder allo vrouweu iu dit groote
Gomorrha luid ik dit meisje in oen zóo beruchte
wijk hot allerminst verwacht te ontmoeten. Ik bor
stelde my echter spoedig en vroeg: „Maar zeg mij
wat wilt u mot het verlangde gold Dit zoggondo
glug ik dwars over do straat naar do poort hij Marl-
borougii-Hotmo. Zy trok den sluier weer voor hot
gelaat oil volgde my, Toen ik de poort was doorge
gaan, wachtte ik tot zü my had ingehaald en gaf
haar mijn armzy nam dien aan en ik voelde, dat
zy ovor het gehoele lichaam siddordo, terwijl zij huur
verzoek ora geld herh.uildo.
Ik zag haar strak nan on zoide: „Miss Vermont,
line komt U
Maar nauwelijks had ik haar naam gonoomd, of
zij stiel een luiden gil uit, hing bijna machteloos
aan mijn urm en riop ontzet uit„Groote God, waar
toe beu ik gekomen? Maar wie zijt gij, dut gn mü
kent 1"
„Wees bedaard u hebt van mij niets to vreozon.
Misschien kent u mjj van naam, want iedereen kent
mü, den politie-inpectour Forrester."
Had do ongolukkigo, iu mijn oog govalleno, niet
zoo stork op mijn arm gesteund, dan ware z(j op don
grond gezonden. Haar knieën knikten on Ik kon
haar krampachtig onderdruk t snikken hooron, dut
zy tc vorgoefs mot den op den mond gudruktcn zak
doek trachtte te verstikken.
„O mijnheer, heb medelijden! jammordo zij. Goof
my mot over aan de openbare schandeIk heb
nooit uun zulk eon misdaad geducht tot de ,ori
avond Aoh, als u alles wist Haar stem
weigerde en zy schudde vertwijfelend liet hoofd, als
wilde of kon zij niets meer zoggen.
„Hou mout tk dit alles begrijpen? hornara ik.
Wees niet bang voor my. Mijn plicht is, u tc bol-
pon als li uurlyk wilt, te redden als ik kan, niaar
niet u iu het verderf lo storten. Dool mij alles mede,
opdat ik oordcclon kunno, hoe tt hot beat voorden
gapenden afgrond te behoeden. Wilt u met mij
meegaan en mij verhalen wat u wedervaren is. dat
ik ii onder deze omstandigheden moest aantreden
Zooala ik zie, kunt gy u mijnor niet moor herinne
ren I"
(Word! vervolgd).