Donderdag 29 November 1900. No. 5036. 50e Jaargang. Binnenland Feuilleton. AMERSFOOETSCHE CDURAITT. UlfGAVE: firma a h van cleeff te AMERSFOORT. V^chijnt Maandag-en Donderdagavond. Abonnement per 3 maanden franco per ên nntmiran' rt6ntiëQ regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, ofiicieële- O or-, ^nmgsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1-5 regels 1.25; elke regel meel ton i'00 et'ers naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij ad\ ei tentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU kortegracht 9 Teleplioon 15>. KENNISGEVING. JACHT. Pe Commissaris der Koningin in de pro vincie Utrecht. Gezien het besluit van heeren Gedepu teerde Staten der provincie Utrecht, in dato 22 November 1900, no. 64 "Gelet op art. 11 der Wet van den 13. Juni 1857 (Staatsblad no. 87) Brengt bij deze ter kennis van belang hebbenden dat de sluiting dor jacht voor de provincie Utrecht is bepaald op Maandag, den 31. December 1900, met zons-onder- gang, met uitzondering echter van: P Ie het schieten van Waterwild, aange duid in art. 17 der aangehaalde wet, daar, waar het schieten van Waterwild geoor loofd is; 2e het vangen van Waterwild met slag netten en het vangen van Eendvogels in eene eendenkooi of' een daarmede gelijk staand toestel; 3e het schieten van Houtsnippen waarvan de sluiting later zal bepaald worden. En, ten einde niemand eenige onwetend heid hiervan voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, den 24. November 1900. De Commissaris der Koningin voornoemd, SC HIM M ELPENNINCK v. d. O. v. NIJENBEEK. Uit het Voorloopig verslag der Eerste Ka mer over de Ongevallenwet blijkt, dat de meerderheid van de leden dier Kamer in de afdeelingen er mede was ingenomen, dat de Regeering dit ontwerp thans gewijzigd op nieuw had ingediend en daardoor had ge toond het algemeen belaug te plaatsen bo ven politieke overwegingen. Velen verklaar den zich dan ook tevreden over het nieuwe ontwerp en voldaan over den loop dien de zaak genomen had. In éen afdeeling keur den enkele leden de handelwijze der Regee ring af en meenden, dat deze veeleer tot ontbinding der Eerste Kamer had moeten overgaan, met welk gevoelen de meeste le den «lier afdeeling zich niet vereenigden. Had de- Regeering andere gehandeld, aan sommige volksmenners zou een welkome gefegenheid zijn gegeven om agitatie te verwekken. Zeer vele leden betoogden, dat het tegenwoordige ontwerp de voorkeur verdiende boven het door de Eerste Kamer verworpen ontwerp. Er waren er echter, die minder gunstig over het gewijzigd ontwerp oordeelden, zoodat en kelen zich hun slem vooralsnog wenschten te reserveeren. Ook meenden enkele ande- Een ware gesehiedenis. Den volgenden dag maakte ik de noodige toebe reidselen voor roijn vertrek, fk begaf mij naar mijn bankier, nam zooveel geld als ik dacht noodig te hebben, pakte toen het noodzakelijke by elkaar en reed naar het station. Enkele gedeelten van London kwamen mij zoo zonderling voor en toch herinner de ik my ze gezien te hebben. Het was nog vroeg toen ik Paddington-statiou bereikte. Ik liepop het perron heen en weer, wachtende op den trein, toen een jongen zag die bezig was een groot panier aan den muur te plakken. Werktuiglijk keek ik er naar en wat stond daar mot groote letters te lezen: „Miss Una Callingham en de geheimzinnige moord te Woodbury Wil zij den moordenaar spareu 7 Verstijfd van sohrik bleef ik staau. Ik vatte niet terstond de beteekenis dier woorden. Ik trad de restauratiezaal binnen en koebt net kleine blad waarin deze mededeeling stond. Kramp- *chtig hield ik het in de hand gedrukt, totdat ik den train zat, die mij naar Woodbury voerde. Jk las, en wat ik las was vreeselijk. Her artikel kort. maar zeer scherp. Het artikel bevatte geen rechtstreiiksche beschuldigingen, maar zinspeelde op allerlei laagheden. Er werd daarin het vermoeden «"gesproken dat ik, die alleen het gelaat van den ren, dat de aangebrachte wijzigingen nietzóo ingrijpend waren, dat daardoor bun beden kingen tegen het vorige ontwerp waren op geheven. O, a. bleef hot bezwaar gelilen van de overbrenging der regeling van het ter rein van bet privaatrecht naar liet publiek recht, dus tegen het Staats-socialistisch ka rakter der regeling. Andere leden zouden zien daardoor echter niet laten weerhouden voor te stemmen, aangezien toch geen meer derheid in de beide Kamers te vinden zou zijn voor een wetsontwerp op zuiver privaat- rechtelijken grondslag. Nog waren er leden, die het uitdrukke lijk voorbehoud maakten dat zij, thans voor stemmende, niet geacht wilden worden, vol gende sociale wetten op publiekrechtelijken grondslag gebouwd goed te keuren. Einde lijk bleef voor sommigen net grondwettelijk bezwaar bestaan, terwijl het eenzijdige van liet ontwerp eveneens bedenking vond, daar een deel der arbeiders een voorrecht bekomt boven anderen. Ten slotte behoorde de on zekerheid van de financieele gevolgen mede tot de bezwaren. De bestrijders van het om werp betoogden, dat het recht der werkge vers om zei'- het risico te dragen, niet breed kon worden uitgemeten en eigenlijk een wassen neus was. Vele leden betreurden dat de kosten van administratie der Rijksbank en van het voorschot ten laste der werkge vers werden gebracht in plaats van geiieel ten laste van het Rijk. Ten laatste werd van de zijde der voorstanders nadruk gelegd op de politieke beteekenis van een evenlueele verwerping ten tweede male van dit ontwerp door de Eerste Kamer. Men achtte dit geen bedachtzame politiek. Verscheidene leden die hun stem tegen het vorige ontwerp had den uitgebracht, verklaarden zich met het nieuwe ontwerp te zullen vereenigen. Een wetsontwerp is ingediend tot gedeeltelijke herziening van do wettelijke bepalingen omtrent de personeele belasting dat, naar de Minister van Fi nanciën zich vleit, meuigo verbetering, waarop werd aangedrongen, zal tot stand brengen. Het ten volle belasten van lokalen die zoowel tot winkel als lot werkplaats zijn ingericht, aarzelt de Minister niet een ongezonde wetstoepassing te noemen. Kap- en scheersalons zijn voortaan als werkplaatsen te be schouwen. Tenzij de behandeling van dit wetsontwerp den Minister tot andere gedachten brengt, is bij voor nemens, na aanneming daarvan te bevorderen, dat alle lobalen by publiekrechtelijke lichamen in ge bruik onbelast worden gelaten. Stookplaatsen in wascbhokken zijn thans reeds belasteen vrijstelling ligt niet in 'aMinisters bedoeling. He Minister kan niet medegaan met hen die voor den aftrek we gens inwonende kinderen een maximum gesteld willen zien. De Minister is er niet in geslaagd, voor de vrij stelling van belasting wegens bestedelingen van do „Maatschappij van Weldadigheid" een formule te vin den. Die personen kunnen dus beschouwd worden alle kostgangers, «I. w. z. als lid van het gezinbe lastingheffing is dan uitgesloten, Ten aanzien der bij het tegenwoordige ontwerp vooi^esteldj^vijzigni^ei^iwiiiiivnllingei^vonj^^ moordenaar had gezien, redenen moest hebben om mij te houden alsof ik het geheugen ha«l verloren. Diep verontwaardigd legdo ik het blad ter zijde, doch vaster dan ooit stond mijn besluit qm den moordenaar op tc sporen. Dat was ik aan mijn goe den naam verplicht. Te Woodbury aangekomen, moest ik eerst eenige oogenblikken rajju omgeving nauwkeurig opnemen, voor mij alles weer te binnen schoot. De huizon, de straten, de meuscben waren mij niet vreemd en toch zou ik den wog niet bobben kunnen vinden. Ik besloot een rijtuig te nemen, doch werd, voor ik daartoe kwam, door allerlei nienscben aargesproken en «Ie hand gedrukt en gegroet. Zoodra zij echter mijn nietszeggenden blik ontmoetten, schenen zy zich plot seling iets te bedenken. Ik was blij toen ik eiudelyk in een rijtuig zat. U wilt zeker naar Jane", zeide de koetsu r met een vrien.lelijk knikje het portier dichtmakend. Ik durfde niet bekenuen, «Int ik niet was en antwoordde bevestigend. We hielden voor een huisje stil. De koetsier schelde. Daar is miss Una, zeide hy. Ze zocht een woning. Ér was iets onuitsprekelijk akeligs in dat herkend worden, terwijl allen mij vreemd waren, en m die onbeantwoorde vertouwehjkheid iets bovennatuurlijks, dat ik onmogelijk beschrijven kan. Ik wist echter m het geheel niet meer wat ik doen moest, toen een vrouw van middelbaren leeftijd, e«;n deftige Engel- sche dienstbode, mij met open armen tegemoetkwam, rS H* (onu *>r volgende medegedeeld: Een nieuwe redactie van art. 4, 4, voorkomt dat alle voor de inwoniug van het personeel eener inrichting van ouderwijs benoodigdc lokalen als be lastbaar worden beschouwd. Lokalen tot gemeen schappelijk gebruik van bestuurders, leeraren, enz. dienende, blijven onbelast. Door aanvulling van de artt. 6 en 7 is het moge lijk gemaakt, dat iemand, die sedert het overlijden van ouders voor jongere broers of zusters Ie zorgen heeft, vermindering geniet der belasting, ingevolge art. 6, 1, der wet. Erkend moet worden de ge grondheid van liet bezwaar der „Vereeniging tot behartiging van de beir.ngen der vrouw" tegen de regeling dor belasting wegens gemeubeld verhuurde vertrekken. Het ecuig afdoende middel om de quaestie op te lossen, bestaat hierin, dat de belas ting wegens gedeelte van een perceel dat gemeu beld verhuurd wordt, alle progressie worde verwij derd, en dal, met afwijking van art. 12, de belasting worde geheven onverschillig hoe hoog de huur waarde is. Iu verband met het verzoek om de „Maatschappij tot verpleging van krankzinnigen op het land", ge vestigd te 's-Hertogenbosch. om krankzinnigenge stichten op denzelfden voet te belasten heeft de Minister een aanvulling ontworpen van art. 11, 2, waarbij niet juist van krankzinnigen, doch in 'het algemeen van zieken en gehrekkigen wordtbesproken. Art. 14 (haardsteden) is gewijzigd in verband met «te tegenwoordig veelvuldig gebruikte „insluit- kacliels", waarvan het hoofdbestanddeel de „bus" zeer gemakkelijk kan worden verwijderd en elders worden bewaard. Voor kloosters, zijnde inrichtingen waar leden eener geestelijke orde naar den regel dier orde samenle ven, wordt van art. 32 een perceel belasten een ma tig tarief gesteld zonder progressie. De vrijstelling van art. 21. 1 c, wordt verruimd met- het oog op het ingestelde reserve-kader bij de bereden korpsen. De daarbij behoorende nersonen kunnen over een militairen oppasser beschikken, waarvoor geen belasting moet worden gevorderd als officieren deswege niet aangeslagen worden. Wat de belasting op de rywielen betreft, mindere militairen die een ry wiel houden, kunneu op do be lasting geeu reductie genieten, indien zij in de ka zerne verblijft houden. De Minister is bereid er toe mede te werken, dat voor het vragen van ontheffing wegens verlaten van een perceel de fatale termijn komt te vervallen en het bedrag der ontheffing afhankelijk wordt van het Ijjdstip waarop de aanvraag gedaan wordt, natuur lijk voor zoover die geschiedt na de ontruiming van het perceel. Daar het bijna onmogelijk is, de redenen na te gaau die leiden tot vermindering van woning, wordt iu overweging gegeven, de faculteit tot het verlee- nen van ontheffing in het algemeen te beperken tot verhuizing, wegens sterfgeval of wegens staking van beroep of bedrijf. Voorgesteld wordt te bepalen, dat bij overlijden van een belastingplichtige degeen die in zijn plaats treedt, geacht wordt reeds terstond de belasting plichtige tc zijn geweest en dat de aanslag van den overledene als zijn muislag wordt beschouwd. Voor de opbrengst der belasting heeft «Ie wets- voordrnclit weinig beteekenis omdat bij de voorge stelde wijzigingen slechts weinig belastingplichtigen betrokken zijn. Veel beter dan Oc'ober 1899 was de af- gelocpen maand voor de Rijksschatkist. Ver leden jaar gaven de hoofdgroepen der Rijks inkomsten teleurstelling. Zoowel de directe belastingen als de accijnzen waren met een belangrijk bedrag ten achter gebleven in ver gelijking met October 1898. De inilirecte be- vrouw kwam mij weliswaar niet geheel onbekend voor, muar ik herinnerde mij vorder niets. Ik durfde dat echter niet bekennen, vreezend onhartelijk te schijnen, en beantwoordde haar vriendelijke begroe ting zoo warm als ik kon. „Je weet, Jano, dat ik heel ziek bon geweest, zeide ik. Alles schijnt mij nog een droom toe en ie moet het mij niet kwalijk nemen, als ik mij niet dadelijk alles herinner." „O ja, miss, ik weet er alles van, zeide do vrouw met tranen in de oogen, we liobbon alles iu de cou ranten golezen Maar ga nu mee naar binnen natuurlijk logeert u bier Zo bracht mij naar een keurig, zindelijk vertrek cn toen ik daar nu eeuigszins tot rust was gekomen en Jane mij eenige gebeurtenissen van vroeger ver- telde, begreep ilc langzamerhanil, dat zij tot liet dienst- bodenporsoneel van mijn vader behoord had. Zij was «Ie „getuige Greenfield", die bij «lo lijkschouwing tegèuwourdig wbs geweest. Toen ik dit wist, besloot ik de «uitreksels, welke de inspecteur van politie mij ter hand liad gesteld, eens na te zien, Voorloo pig bestond daartoe echter geon gelegenheid, want Jane liet mij niet alleen en begon met de vrijmoe digheid eener oude dienstbode over den geheimzin- nigen moord te spreken en hoewel ik mij nog niets bepaalds kon herinneren van baar vroegere verhou ding tot my, voeldo ik in den loop van dien avond de gewaarwording van hartelijkheid en vertrouwe lijkheid toenemen. Daaraan bemerkte ik, dat het gevoel gemakkelijker weer bij mij op tc wokken was, dan liet verstandelijk lierinnueriDgsvermogen. Ik deelde haar meilo, dat hei tooneel na den moord en wat daarmee samenhing het eenige was laslingen, en meer bepaald de toevallige hoo- gere bate der successierechten, hebben toen het gat moeten stoppen. De al'geloopen maand October had een veel normaler verloop. Slechts twee hoofdgroepen van middelen de in- voerechten en de domeinen wijzen een klein tekort aan, in vergelijking met Octo ber 1899; de domeinen van f145 400 (door de bekende oorzaak der tol-afschalïïng), de invoerrechten van f17688, terwijl dat mid del bij de raming over éen maand met f90 000 achterbleef. Aan de grenzen schijnt thans «Ie de hoogste spanning bereikt. Alle overige hoofdgroepen der middelen wijzen over Oc tober 1900 een voordeelig saldo aan, verge leken bij het vorige jaar en wel tot de vol gendebedragen directe belastingen f 137 758, accijnzen f113549, gouden en zilveren wer ken f1896, indirecte belastingen f 122 268, posterijen f52 834, telegrafen f 8479, loodsgel den f 17 764. Men ziet een kalm, rustig en nor maal verloop. Hierbij valt op te merken, dat de suc«-.esierechten tot het meerdere der totaal opbrengst van de indirecte belastingen dimaal niet hebben bijgedragen, integendeel een f14 000 achterbleven bij de opbrengst van October 1899. Grondbelasting, Personeel, Bedrijfsbelasting wijzen alle op vooruitgang alleen de Vermogensbelasting bleef ruim f 75 000 in de minderheidSuiker en wijn bleven een kleinigheid achterdaarentegen gingen gedistilleerd, zout, bieren en azijnen en geslacht eenigszins vooruit. Door den voor- uilgang op de zegel-, registratie en hypo theekrechten werd het tekort op het succes sierecht meer dan noodig gedekt. Het totaal over October 1900 wijst een sur plus aan van 'f327 665 in vergelijking met Oct 1899 (f 13 421024 tegenoverf13093359) cn een meerdere ontvangst van f2717 870 dan waarop t/12 van 't jaar geraamd is (f 13 421 024 tegenover f10703154). Verle tten jaar was, ondanks de teleurstelling op sommige middelen, het surplus tegenover de raming f2 676933 en tegenover de maand October 1898 f 552 786. Over de tien maanden van dit, jaar is thans ontvangen 1111 000 827 tegen f105 416 986 op ulto October 1899, dtts thans f 5 583 851 meer en het goed-verschil met het ramings- j cijfer van 10/12 (f107 031515) is f3 969292. Verleden jaar einde October was op de straks gemelde opbrengst ook een overschot ver kregen van f 5 576 037 en de ratning was toen overtroffen met f1252 741. Wij zijn dit jaar reeds f3 969292 vooruit en er is dus alle stof tot dankbaarheid, zoo wel wat den steeds wassenden vooruitgang van alle middelen betreft (meer dan een mil- lioen gedurende de laatste twee jaren) als wat de uitkomsten voor het oogenblik aan gaat, want de stand van zaken is bijzonder gunstig. Gerekend werd over 't geheele jaar te zul- wat ik mij herinnerde, en om haar te toonon hoe weinig dit was, liet ik haar de fotografie zien, die de inspecteur my gegeven had. „Ach ja, zeide ze. Zoo lag hij op den grond cn liet book en de stoel óok. Alles precies z.ioals hel W-s En dat die fotografie zoo vanzelf ont- stuau is! 't Lijkt wel tooverij Maar uw pup.' was ook zoo knapWe hielden wel van hem, ui von- deu we, dat hij u veel te streng behandelde De man, die daar uit het rauni springt, bouL een vreemden rug, vindt u ook niet?...." Ik bekeek de fotografie en vond dat zij iudevdaad gol'ykliat en het verwonderde mij, dat de inspecteur van politie daarover niet gesproken had. Mijn ge dachten over dit punt werden weer afgeleid door Ja ne, die hernam „Ja, menner was dikwijls In'el luiril tegen n, maar hij is er strong genoeg voor gestraft." Ik liustcrde met belangstelling naar deze niode- deelingon omtrent het knraktpr van mijn vndeiDaar ik niets anders van limn wist, dan dat hij Ie man was, dien ik dood had zien liggen, wus ik blij iets meer omtrent hem te vernemen. „Was hy voor zijn bedienden ook zoo streng vroeg ik. „Eigenlijk niet, miss, Zoolang we onze plicht de den, hoorden we geeu kwaad woord, terwyl hij tegen u zonder eenige reden dikwyls heel boos was iedereen te Woodbury wist dat en toch scheen hot soms ook weer, alsof hij hang voor u was; ikwertniet hoe ik het zal uitleggen. Hij was bezorgd vot r uw gezoudheid en deed alles wat daarvoor noodig was. Wordl wrvolytl)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1