Donderdag 28
Maart 1901.
5070.
50e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
UITGAVE:
lm
MA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Vonderdagavond Abonnement per 3 maanden ƒ1.franco p-)r
post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële-
en onteigeuingsadverteiitiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25; elke regel meer
I 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenais afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
I
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
JRSFOORT,
art. 8 dor Hinderwet,
i tor kennis van het bubliek, dat door hen
J. B. ROUWHORST en zijne rechtverkrijgenden
inning is verleend om een broodbakkerij opte-
.•n in liet perceel alhier gelegen aan de Lange-
No. 102, kadastraal bekend ouder sectie E. No.
icrsfoort, den 2ö.Maart 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
Ue Secretaris,
Th. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
•RSFOORT,
^let op art. 6 der Hinderwet,
"-en ter kennis van het publiek, dat een door
M. VER.WOLEN, bundelende onder de firma
M. van BEEK, met intrekking van zijn verzoek
6 Maart 1901 ingediend verzoek, met bijlagen,
ergunning Lot het oprichten eener koffiebranderij,
'ijjven door een gasmotor van 3 paardekrachten
St perceel alhier golegeu aan de Nieuwstraat, hij
'atlastor bekend onder Sectic E. No. 8948, op
:ie der gemeente ter visie ligt, en dat op
en 9. April aanstaande, des voormiddags
if oil" uren gelegenheid ten Raad huize wordt
en om, ten overstaan van hei Gemeentebestuur
of meer zijuer leden, bezwaren legen het
van de inrichting in te brengen,
ersfoort, den 20. Maart 1901.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
e Secretaris,
Th. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
RSFOORT,
let op art. 6 der Hinderwet,
ugen ter kennis van het publiek, dat eon door
an der HART ingediend verzoek, met bijlagen,
ergunning tot het oprichten van eene broodbak-
in hel perceel alhier gelegen aan het Plantsoen,
t Kadaster bekend onder Sectie E. No. 4054, op
cretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op
~ag, don 9 April aanstaande, des voormiddags
-,lf elf uren gelegenheid ten Rand hui ze wordt
n om, leu overstaan van het Gemeentebestuur
n een of meer zijner leden, bezwareu tegen het
-hten van de inrichting in te brengen,
ersfoort, den 26. Maart 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
Th. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
5RSFOORT,
Ingen ter algemeeno kennis, dat de Gemeente-
zijne vergadering van 25 Maart deu weg
ude aan de Korte Bergstraat en den Ouden
Vlasakkerweg (kadastraal bekend gemeente Amers
foort Sectie C, no 799, 806, 798, 801, 825, 824, 848,
847,823, 820, 814 eu 815, alle gedeeltelijk), heeft ge
noemd
BLOEMWEG
Gedaan te Amersfoort, den 26. Maart 1901.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Ds. W. J. Meiners, Ned. Hervormd predi
kant hier, hoopt aanstaanden Zondag vóór te
gaan bij de godsdienstoefening in de Luther-
sche kerk.
Door de afdeelingen der Tweede Kamer
zijn benoeml tot rapporteur omtrent het
wetsontwerp tot vrijmaking der voor een
geldleening verbonden tollen op den Rijks
weg van Naarden naar Amersfoort de heeren
Kool, Van der Velde, Meester, Van Deinse
en Smeenge.
Van de leden der Provinciale Staten zijn
in dit jaar aan de beurt van aftreding in
het hoofd-kiesdistrict Amersfoort do heeren
nir. A. W. van Beeck Calkoen, D. P. Ha
mei-s en inr. A. J. de Beaufort.
Van de leden van den Gemeenteraad moe
ten aftreden «Ie heerenC. J. D. van Kek
en mr. P. J. F. van Voorst Vader (1), C. Th.
van Beek en M. L. Celosse (11). en H. J.
Croockewit en A. H. van Kalken (III).
Omtrent de voorziening in de vaca
ture, oustaan door het ontslag nemen door
mr. J. G. A. van Zijsl, is nog niets beslist.
Bij de Maandagavond van 8.15 tot 9.10
onder voorzitting van den Burgemeester,
jhr. mr. T. A. J. van Asch van Wijck, ge
houden Raadsvergadering waren alle Raads
leden aanwezig, behalve mr. Van Zijst.
Oindat eer. uittreksel daarvan moest wor
den overlegd bij de aanvraag om pensioen
als Directeur der Burgeravondschool voor
den heer G. J. Buys, wien in de vergadering
van 1 Maart om gezondheidsredenen eervol
ontslag uit die betrekking werd verleend,
werden de notulen dier vergadering staande
die zitting vastgesteld.
Alvorens over te gaan tot de beraadsla
gingen vroeg de heer Van Beek als oudste
Raadslid liet woord om dank te brengen aan
geheimzinnige diefstal.
scheidden de oude predikant en Lyonneux.
te zette zijn breedgeratideu hoed op en wan-
jaar zijn nederig verblijf, zwaar leunend op
doornenatok. Lyonneux atak een pijp op en liep
naar de Bank van Engeland,
illiam kende den directeur, zooals hij bijna
-en kende. Het deftige, strakke gelaat van dien
i:j man on|pi00i(ie zich met een wel-
glimlach toen onze vriend werd aange-
aar bet nam zjjn ernstige uitdrukking weer
toen de gevangenneming van John Martin ter
e kwam.
ijn waarde. Lyonneux, het spijt mij. je te moe-
vggen, dat deze diefstal zoo klaar is als de dag.
onge man iu quaestie ia van buiten gekomen,
tl toe is hij altijd voor eerlijk en betrouwbaar
Juden. Voor 8 dagen, dat is 14 Juli, ging hg een
(banknoten tor waarde van 10 000 pd. st. brengen
de Hypotheekbank, 'a morgens te tien uur.
had een half uur te loopen, door het drukste
"lte van Londen. Om half twaalf J twaalf uur
hü terug en deed heel vreemdhij scheen
bepaald dronken, maar zag doodsbleek en als
ft. Hij disebte hier een verhaal op, dat. ..ia,
oet de brutaliteit van die lui bewonderen.dat
juivel hem was tegen gekomen en hem midden
"enstreet zjjn pak met bankbiljetten had afge-
n. Het mooiste is, dat hg dit verhaal volhoudt,
oon men hem omstreeks elf uur in George
t gezien heeft, waar hü een paar van de groot-
banknoten inwisselde. Ik behoef je wel niet te
ai, dat hij al acht dagen in de gevangenis
Tortom, do zaak is zoo duidelijk raogelgk al-
is het zelfs van den meest bggeloovigou Schot
d, dat hij zoo halsatarig vasthoudt aan dat ver
van den duivel, ofscnoon bij moot begrjj-
a ook zelf zegt, dat niemand dit gelooven zal."
don Burgemeester. die het initiatief nam tot
de Hulde-betooging en van H. M. wist te
verkrijgen, dat Zij deze aanvaardde en waar
door wij hadden een genoeglijk oogenblik,
dat we ons lang zullen herinneren.
Ook bracht spr. dank aan de leden van
het Dagelijkse!) Bestuur, die de zoo goed ge
slaagde betooging hielpen regelen, zóo dat
alles goed en ordelijk is afgeloopen.
Spr. hield er zich van overtuigd dien dank
te brengen namens alle leden van den Raad
en hoopte ook de tolk te zijn van alle inge
zetenen.
Den Burgemeester dankte spr. voor de
zoo hartelijke en juiste woorden tot H. M. en
tot Z. K. H. gesproken. Zoo heel terecht
heeft de Burgemeester er op gewezen, dat
Amersfoort steeds Oranje-gezind is geweest.
Spr. eindigde met den wcusch uit te spre
ken, dat liet huwelijk van H. M. gelukkig
moge zijn en ten zegen worden \foor ons
dierbaar vaderland. (Instemming.)
De Voorzitter lankte don heer Van
Beek voor de hartelijke woord'-1. door hem
namens den Raad gesproken ert san Raad
voor deu krachtigen steun, aan het Dage-
lijksch Bestuur verleend.
Spr. moest erkennen, dat een oogenblik de
orde dreigde verstoord te worden, toen H. M.
en Z. K. H. naar voren traden. De ingeze
tenen waren niet meer te houden en dron
gen naar voren, doch alléén om het Hooge
echtpaar te zien on zonder ook maar eenigs-
zins te kort te doen aan den eerbied. Het
vervulde spr. inet groote blijdschap, te ont
waren dat H. M. hier zóo gelieft! is en het
was hem hoogst aangenaam nogmaals te kun
nen verklaren, dat zoowel H. M. alsZ. K. 11.
hem Hunne ingenomenheid hebben te kennen
gegeven mei de betooging en hem hebben
j verzocht Hun dank daarvoor over te bren-
j gen aan den Raad en de ingezetenen,
j ^yir. wilde eindigen met de zeilde woorden,
I waarmede hij op 9 Maart zijn toespraak
eindigde «Leve de Koningin Leve de Prins
der Nederlanden." (Instemming).
J De Voorzitter deed hierna meedeeling
I van de Ingenomen stukken: een schrijven
van mr. J. G. A. van Zijst waarin deze om
j gezondheidsredenen ontslag vraagt als lid
van den Raad en als Curator van het Gym
nasium.
De Voorzitter herinnerde hoe in den
laatsten tijd mr. Van Zijst tot aller leed we
zen zich groote inspanning moest getroosten
om de zittingen bij te wonen, maar ook
hoe groot de ijver en nauwgezetheid wnren
waarmee hij ruim 22 ittar zjjn taak als Raada-
lid en langer dnn 23 jaar die van Curator
vervulde. Ziji. zwukke gezondheid vervult ons
met leedwezen, doch zijn beslissing moeten
we eerbiedigen. Moge het hem gegeven zyn,
dat zijn gezondheidstoestand nog zoodanig
verbetere, dat bij nog lang kan medewerken
tot den bloei der Gemeente, zij het dan ook
niet als Raadslid.
Spr. stelde nu voor, het ontslag als Cura
tor eervol te verleenen, onder dankbetuiging,
hetgeen z. d. of h. st. geschiedde.
Ingekomen waren verdergoedkeuring door
Gedepüteerde Staten van net Raadsbesluit
tot overneming van wegen van de N. V.
«Volkshuisvesting" een schrijven vm dank
betuiging vuil helllofildlii'sluur van -i. u Aeii.
Schutterij Kader Bond" een schrüveu van
mevrouw Van EsveldMezger en de heeren
Urandscn en Salomons waarbij zij verklaren
de benoeming tot lid der Commissie tot
wering van schoolverzuim niet aan te nemen
alle voor kennisgevingeen request van
den heer Kroes c. s. 011) een weg aan te
leggen van den Koppel naar den Hoogland-
schun weg, en een request van vVreemde
lingenverkeer" omtrent de schutting iu de
Westsingelgracht bij den L. V. toren
beide om pne-advies aan B. en W.
Aan de orde kwam nu hel eerste punt
van den Beschrijvingsbrief, een voorstel van
B. en W. lot uitgifte in erfpacht aan I. A.
de Vries van een terrein aan de Zundhoopen
voor de oprichting van een buenderenbe waar-
plaats.
M r. H e y 1 i g e r s merkte op, dat in hun
adviezen de autoriteiten nogal eenigszins ver
schillen van opinie. Ook spr. acht het een
niet. gering bezwaar dit terrein 24 jaar in
erfpacht uit te geven, want de uitbreiding
der mestvaalt zal daardoor wellicht onmo
gelijk worden.
Ook den heer Van Eek vielen de zoo
geheel verschillende adviezen op, doch blij
kens bet kaartje is er nog plaats iu over
vloed en spr. kan daarom zeer goed mee
gaan met het voorstel van B. en W.
De heer Gerritsen was het volmaakt
eens met den heer Van Eek. óok omdat an
ders een andere pluals moet gezocht en men
dan misschien een herhaling krijgt van bet
„Dow heb ik iets heel moois op me genomen" zei
Lyonneux half luid, „de onsehuid te bewijzen van
iemand, die zelf de gestolen biljetten inwisselde. Dat
is weer juist iets voor mij". Eu vóór de verbaasde
directeur iets kon antwoorden, was Wiliain al weg,
en liet zich met een cab naai' de gevangenis bren
gen om toegang tot den gevangene te vragen.
Ze werd hem verleend, ofschoon dat een auder
tamelijk veel moeite zou hebben gekost. En iu de
cel, waar een lange, stevige jongen op een bank zat,
voorover gebogen naar den grond te staren, zoodat
men niets van zjjn hoofd kon zien dan een borste-
ligen haardos, scheen een zonnestraal binnen te ko
men, toen William met zijn vroolijk en prettig ge
laat zich naast den beschuldigde neerzette.
„Ik kom van je ouden vriend Richardson" begon hij.
De gevangene richtte het hoofd op. Hot was een
lang en beenig gelaat, verbleekt en zonder uitdruk
king, als versuft, maar de groote bruine oogon wa
ren mooi, sIb van een trouwen hond, en er glansde
even een zacht licht iu toen Lyonneux den naam
Richardson noemde. Hij bleef zwijgen.
Maar Lyonneux bad dadelijk ecu gunstigen in
druk gekregen. Hij had de wonderbare gave van
sommige fijngevoelige menschen om nis bij instinct
te voelen of iemand goed dan wel slecht is, en daarbij
had hij een groote mate van praclische menschen-
kennis gekregen in zijn veelbewogen leven, en op
nóg vriendelijker toon vervolgde hij
„Je moet me geheel vertrouwen. Vertel mij nu
eens precies hoe liet kwam, dut je die biljetten ver
loren hebt".
„Ze zijn niet verloren, meneerde duivel heeft ze
me ontnomen. Hij heelt al vroeger op mijn vader
geloerd, en nu heeft hg mij ongelukkig gemaakt."
Hij trilde over zijn heele lichaam en keek ang
stig om zich heen.
„En waar is dat dan gebeurd?"
„Op het Strand meneer."
„En welken weg heb je geloopen met do bank
biljetten
„Over Cheapside on Holborn en Lincoln's Inu
fields en verder weet ik niet."
„Weet je uiet verder? En op het Strand heb je
ze heeft de duivel ze je afgenomen
„Ik begrijp het ook riet" antwoordde Martin werk-
tuigljjk, „ik weet er niets meer van, niets meer dan
wal ik u zeg".
„Komaan, dat is uu toch nl to gok" zei Lyonneux.
„Je oude dominee zou zich schamen als lig je zoo
onwaarheid hoorde spreken.
„U gelooft me ook al niet, meneer" antwoordde
do jongen. „Ik heb geen ouders meer; ik heb ze
linast niet gekend en ik kan dus niet zweren bij do
liefde ntgncr moeder, maar ik zweer bij Maggy
hier hield hij even op en vervolgde „ik zweer
bij het dorpje waar ik vandaan kom en waar ik
nooit uit weg had moeten gaan, dat ik u de lettor-
lijke waarheid vertel"
„Dan zullen we trachten, de waarheid te vinden",
antwoordde Lynneux vriendelijk. „We zullen je on
schuld bewijzen als jo wilt meehelpen. En wie is
Maggy Is dat je meisje?"
„Zult u het aan niemand vertollen, meneer? Zg
was mgn meisje, maar in 't geheim, en ze zou uu
geschandvlekt zijn, als do menschen wisten, dat se
met een gevangene verloofd was".
„Dien dag, toen je de banknoten verloren hebt,
heb je zeker inet haar gewandeld?"
„We hebben even in het plantsoen op een bankje
gezeten, acht» rde boschwachtcrswoning" antwoordde
Martin, opeens sterk kleurend.
„En waar woont Maggy
„Addlevireot 43".
„Weet zg liet al van do banknoten
„De dominee zou het haar vertellen, meneer. Ik
heb baar niet moer gezienzg ging naar haar werk
en ik naar de Treasury".
„En hoe beu jo toen naar de Treasury geloo
pen
„Ik weet het niet, mijnheer. Ik weet niets
Alle verder vragen bleek vruchteloos. Martin ver
zonk weer in bot zwijgen en staarde naar den groud.
Lyonneux verliet hem met een vriondelijken groet
eu trok er op uit om Muggy te vinden. Ilij wist
niet, wat hjj v n dc zaak moest denken eu liep
mei do handen in den zak, bij afwisseling in
zelf vloekend of zachtjes fluitend, zooals zijn ge
woonte was, wanneer hij niet w:it, wat van iets te
donken. Maar zeer spoedig hernam hjj zijn gewoon
aplomb en wandelde met vluggen slap naar Addle-
street. Was daar misschien niet de oplossing te
vinden? Meestal zit oen vrouwelijk weten op den
bodem van zulke quaosteis. Slochta eeu vrouw kan
iemand van goed slecht maken of van slecht goed.
Was bet niet altijd dc vrouw, die de geschiedenis
schreef van het leven van deu man?
Hij liet zich Maggy aanwijzen. Haar uo -der was
wasohvrouw eu zgstundmetconwit ntuleje op tin ren
schortje voor te strgken, een klein, slank fi
guurtje in bedrijvige beweging, ni»ar toen hjj bin-
neutrad, zag hij, dat zo erg bleek was.
„Ik kom van Martin" zei Lyonneux zonder inlei
ding.
Even kleurde hel bleeke gezichtje en keken de
oogen scherp, met cvendige belangstelling en pgn-
lijke spanning tegelijk naar Lyonneux op.Toon nam
liet meisje even snel een koele houding aan uu vroeg
„U is zeker van de politie?"
„Je zoudt Ma-tin een groeten dienst kunnen be
wijzen, door mij precies te vertellen, watergooourd
is, toen je met Item in Lincoln's Innftelds sat, eu
daarna".
„Ik heb alles al aan dc politie verteld" antwoordde
zij droog en ging door me strijken.
Lyonneux nr.m boa. scherp op. Dit moiBjo toonde
al zeer weinig medelijden mat baar beminde. De
politie was er reeds geweest en schoon dus ook ach
terdocht te hebben.
„Was jo er bij, toen hjj twee banknoten in Goor-
gestreet wisselde
„I)ai is een Icngeu 1" viel Maggy plr'soling in,
met oogen dia opvlamden van toorn en een blos
over haar bleeke wangen. Zjj sidderde van boos
heid en scheen ecu oogenblik basr strgkjjzcr naar
het hoofd van Lyonneux te willen werpen. „Martin
heelt niet gestoleu en koD dus ook geen banknoten
wisselen" vervolgde ze iet» minder heftig.
William knikte goedkeurend eu half spottend,
half ernstig zei hjj
„Nu beval jo me beter Maggy. I.aat ik je ten
eerste zeggen, dat ik niet van de politie ben, ten
tweede, dat Martin uieuiaud iels verteld heeft over
zjjn verbintenis niet je dan alleen aan mij. De po
litie heeft dat dus op een andere wjjzc uiigevi»chl".
H'ordl vervolgd.)