Maandag 3
iMERSFOORTSCHE COURANT.
No. 5089.
50e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
Vergeeflijk bedrog.
PHOEMX-BROUWERIJ.
H. METJRSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden /"l.franco per
post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale-, officieële-
en oateigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reclames 45 regels- f 4.25; elke regel meer
f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
KOSTELüüZE-IN ENTING.
WETHOUDERS
a 4 December 1872
BURGEMEESTER
AMERSFOORT,
Gelet op artikel 18 der Wet
(Staatsblad no. 134);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inen
ting wordt gegeven op den EERSTEN én TWEE
DEN MAANDAG van do maanden Januari, April,
Juli en October, telkens des namiddags te drie ure,
iu de daartoe bestemde lokaliteit gelegen in w(jk
F, Breedestraat No. 21.
Gedaan te Amersfoort, den 1. J mi 1901.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
Aangifte van verhuizing binnen
de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Overwegende dat de bepalingen der door den
Gemeenteraad den 20 Mei 1862 vastgestelde veror
dening regelende de verplichting tot het doen van
aangifte van de verhuizingen binnen de Gemeente,
niet behoorlijk worden nageleefd
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doen van aangifte van verhuizing
binnen de Gemeente en brengen daartoe bij deze te
hunner kennis de bepalingen van gezegde verorde
ning, welke luiden als volgt:
1. De Hoofden van huisgezinnen of afzonderlijk
levende personen, binnen de Gemeente van woning
veranderende, zijn verplicht daarvan binuen éene
maand ten raadhuize aan den Ambtenaar, belast
met het bijhouden van het bevolkingsregisters, aan
gifte te doen.
2. Zij die het voornemen hebben te kennen ge
geven om de gemeente te verlaten, en dientenge
volge een getuigschrift van verandering van werke
lijke woonplaats hebben ontvangen, z(jn verplicht,
indien zij vau dat van dit voornemen afzien, daarvan
ter plaatse er aan den Ambtenaar, in art. 1 vermeld,
binnen éene maand na de dagteekening van het
afgegeven getuigschrift, kennis te geven.
3. De overtreding van elke der bepalingen van
deze verordening wordt gestraft met eenc geldboete
vau ten hoogste zeven gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 1. Juni 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Aangifte van Vertrek uit en van Vestiging
in de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op het Koninklijk besluit van den 27ster Juli
1887, (Staatsblad No. 141), regelende de verplichting
der ingezetenen tot het doen van aangifte voor de be-
volkingsreg'sters
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doen vau aangifte van vertrek
uit en van vestiging in de gemeente, en brengen
daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen
van gezegd Kouinklijk besluit welke luiden als volgt
1. Zij die op een dag der volkstelling in den
vreemde of iu eene der koloniën of overzeesche be
zittingen van het Rijk hebben vertoefd, geven bin
nen éene maand na hunne terugkomst hiervan ken
nis aan het gemeentebestuur.
Zy die bij die telling zijn overgeslagen, geven bin
nen éene maand na den dag voor elke telliug be
paald, van dit verzuim kennis aan het bestuur hun
ner werkelijke woonplaats. Voor de ledeu van huis
gezinnen rust de verplichting tot kennisgeving op
het hoofd van elk huisgezin.
2. Zij die uit eeu Nederlandsche kolonie, eene
overzeesche bezitting of uit den vreemde hunne
woonplaats overbrengen in eene gemeente binnen
het Rijk, doen bier van eene verklaring aan het ge
meentebestuur, vergezeld van hot gebruikelijke ge
tuigschrift voor beu die uil de koloniën of bezittin
gen, van een paspoort of reis- en verblijfpas of an
dere door de politie deugdelijk erkende bewijsstukken
voor hen die uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen éeue maand na
hunne aankomst in de gemeente.
3. De keunisgeving in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven om I
in de bevolkingsregisters te worden ingeschreven. j
4. Zij die hunne werkelijke woonplaats binner het
Rijk verlaten om die over te brengen naar eene i
Nederlandsche kolonie, eeue overzeesche bezitting
of naar den vreemde, doen biervan eene verklaring l
aan het bestuur der gemeente, welke zij verlaten.
5. Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene
gemeente van het Rijk naar eeue andere gemeente
overbrengen doen hiervan eene verklaring aan het
bestuur de: gemceute die zij verlaten en waar zij iu
het bevolkingsregister zijn ingeschreven, met opgaaf
der gemceute, waar zij wenschen zich te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver
andering vau werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woou-
plaats overbrengen doen zij uiterlijk binnen éene
maand na hunne aankomst eene verklaring aan het
Gemeentebestuur, met overlegging van het getuig
schrift in het vorige artikel vermeld.
7. Elk hoofd van een huisgezin, geeft uiterlijk
binnen éene maand kennis aau het Gemeentebe
stuur van ieder lid dat in bet huisgezin wordt op
genomen of daar uitgaat, inwonende dienst-en werk-
bodeu daaronder begrepen. Omtrent die kennisge
ving geldt het bij sub. 3 bepaalde.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk
levende personen, wauneer zij andere personen in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten eniurich-
tingen, niet staande onder het bestuur of toezicht
van bet openbaar gezag, waar personen ouder eenig
bestuur samenwonen, geven maandelijks aan het Ge
meentebestuur kennis van alle personen, die in de
samenwoning zijn opgenomen of daarvan zijn uitge
treden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een ande
ren weg de vereischte kennisgeving voor het bevol
kingsregister gedaan is.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften
is een ieder, door het Geraeentbestuur daartoe op
geroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die
vereischt worden om de bevolkingsregisters in te vul
len.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis ran ten hoogste veertien dagen of geld
boete van ten hoogste honderd gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 1. Juni 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris.
B. W. Th. SANDBERG.
Opening Ambachtsschool.
,Iu de eruetigc overtuiging, dat het thans hoog
tijd is geworden om in onze stad, waar zóo veel voor
het onderwijs gedaan wordt, ook het vakonderwijs
voor dan aanstaanden nmbachtaman beter tot zijn
recht te doen komen dan tot heden geschiedde,
hebben ondergeteekenden het besluit genomen tot
de oprichtiug van een vereeniging. die zich ten doel
stelt: de opleiding van jongelieden tot bekwame
ambachtslieden te bevorderen door eene te Amersfoort
I in het loven te roepen Ambachtsschool",
j Aldus de aanhef van ecu iu October TS99 met
milde hand verspreide circulaire, in welke o. a.
werd gewezen op de uitbuitiag door onkundige, on-
I nadenkende of gewetcnlooze patroons van de leer
jongens, die hun door de ouders worden toevertrouwd
om opgeleid te worden voor een of ander ambacht
doch die metterdaad jaren achtereen tegen een lut-
I tel weekloon allerlei bezigheden moeten verrichten,
die niets met hun ambacht te maken hebben en
I zoodoende niet dan op zeer ongeregelde wijze ge-
1 raken tot hun eigenlijk doelgevormd te worden
tot bekwaam werkman.
I Den 10 November d. a. v. werd een vergadering
j belegd, die flink bezocht werd en waarin werd gesticht
de Vereeniging „Ambachtsschool voor Amersfoort en
omstreken", tot welke al aanstonds een 50-tal per
sonen toetraden als lid of donateur, eu wier Statu
ten werden gocgekeurd bij Kon. besluit van 9 Maart
1900, tio. 16. Hot aantal leden wies alras tot 130, dat
der donateurs tot 10, terwijl 5 werklieden-vereeni-
gingcu toetraden als lid.
Waar het particulier initiatief zoo krachtig gespro-
keu had, kon men vrijelijk tneer steun vragen. De
gemeente Amersfoort verleende tot wederopzeggens
een jaarlijksch subsidie van 12000, benevens f1000
voor inrichtingskosten der schoolde provineie
Utrecht gaf een subsidie van f 2000 voor den tijd
van drie jaren het Rijk verleende een jaarlijksch
subsidie van f5700 eu f500 als bijdrage voor eens
in de inrichtingskosten het plaatselijk Nuts-depar-
tement eindelijk kende een jaarlijksch subsidie van
f300 toe, en leende een bedrag van f23 000 aan de
vereeniging, onder hypothecair verband en tegen
een rente van 8'/,%.
Door al deze milde lepalingeu kou worden over
gegaan tot den bouw der school, op een terrein in
het Plantsoen b\j de oude Algemeone begraafplaats,
welk terrein vau bijna 1200 M1 door de Gemeente
in erfpacht werd gegeven voor den tfjd van 76 jaren
tegen eeu canon van 160 per jaar, met recht van
koop voor f1800.
Deu 15 November 1900 had de aanbesteding
plaats en reeds half Mei is de school betrokken
kunnen worden.
Het gebouw is uitwendig hoogst eenvoudig, waar
door te gel(jk aan het iuwendige meer zorg besteed
is kunnen worden. De leerzalen hebbenalle prachtig
licht eu zijn flink ruim, 8X15M.
Herinnerd zij, dat de bouw werd toevertrouwd aan
den heer J. C. van Eijbcrgen onder leiding van
architect Herm. Kroes, die zulks gehcnl belangloos
deed.
Rechts van den ingang is op den beganen grond
de schilder-klasse, daarnaast de smederijlinks de
kamer voor deu concierge, bet vertrek voor den di
recteur en de bestuurskamer, en daarnaast het schaft
lokaal over de smederij ligt de timmerwinkel.
Boven liggeu reohts de zalen voor band- en voor
lijnteekeuendaarover nog ongebruikte zalen, in
éen van welke een tijdelijke tentoonstelling yan
werkstukken door de leerliugeu der Ambachtsschool
te Alkmaar vervaardigd, met recht genoomd de
leergangen in beeld.
Tot directeur, tevens leeraar in rechtlijnig teeke-
neu, werd benoemd de heer P. Doorn, leeraar aan
do Ambachtsschool te Alkmaar, naast wien als leer
aren optreden de heeren C. Ouwerkerk, uit Amster
dam, voor timmeren; H. Moojeu Jr. uitEdam voor
schilderen H. J. Huurdeman, uit Amersfoort, voor
smeden. Voorloopig wordt de heer Moojen ookbe-
laat met het ouderwijs in handteekeneu.
Het aautal leerlingen bedraagt 40, to weten 22
voor het timmeren, 14 voor het smeden eu 4 voor
het schilderen. Zonder esameu werden toegelaton
I 23, na exameu 17, terwijl 4 moesten worden afge-
Zaterdag middag te half drie werd het schoolge
bouw plechtig geopend.
Daartoe hadden zich in een der nog ongebruikte
zalen verzameld, behalve enkele dames van bestuurs
leden, ledeu van Gedeputeerde Staten van Utrecht,
het college van B. en W. van Amersfoort, de leden
van deu Raad eu de Secretaris der Gemeente, bet
bestuur van het plaatselijk Nuts-departementen die
van de vijf werklieden-vereenïgingen, welke als lid
der vereeniging toetraden, tal vau burgolijke- en
militaire autoriteiten, de leeraren aan de inrichtin
gen voor Hooger- en Middelbaar ouderwijs, hoofden
en onderwijzers van Lagere scholen, enz., benevens
de leeraren en leerlingen der Ambachtsschool.
Voorafgegaan door deu Eere-voorzitter der ver
eeniging, mr. F. D. graaf Schimmelpenuinck, den
voriger. Burgemeester van Amersfoort, betrad kort
na half drie Minister Borgesius de ontvangstzaal,
i).
„Maar Bella, je kunt het toch niet ernstig inee-
nen. dat je Paul wilt laten loopen, nu hij zoo on
gelukkig ia 7 Dat zou harteloos z(jnl"
Nora Clavering sprak vol verontwaardiging, met
gloeiende wangen en de oogen toornig op baar zus
ter gericht.
Bella lichtblond met vergeet-mij-niet-oogen, Nora
donkerder van haar en teint. Hun stemmen hadden
een merkwaardige gelijkeniswanneer de eene zweeg
en de andere het woord nam, klonk het, of dezelfde
persoon bleef spreken. Zij waren tweelingen, van
daar de overeenkomsthun karakters en smaken
liepen echter wijd uiteen.
Bella stond bij den schoorsteen; zy schikte en
verschikte met zenuwachtige vingers ecnige snuiste
rijen.
Norn vervolgde: „Je schreef m\j zulke glooiende
brieven over Paulhij was de volmaaktste man,
en
„Nu
lukt. Jc
met een blinde? Hij is van zijn reis naar den spe
cialist terug en schrijft mij, of ik gauw bij hem kom.
Hoe kan ik dat? Wat moet ik hem zeggen?"
„Wat je hem moet zeggen?" riep Nora opgewon
den, „dat je hem zoo spoedig mogelijk wilt trou
wen dat je alles zult doen, om hem het vreeae-
lijke gemis te vergoeden."
„'t Is jammer, dat hij zich niet met jou engageerde,
in plaats van met mij, Nora, maar ik kan niet an
ders; 't is nergetjs goed voor dat ik naar hem toe
ga; 't zou maar een pijnlijke scène geven,die beter
te voorkomen is. Weet je watals jij 't hem eens
ging meedeelen
„Ik? En hjj kent mij niet eens; jelui bent ver
loofd geraakt, toen ik uit logeeren was, eu hij ging
op reis, eer ik thuis kwam."
„Dat doet er niet toe; ik heb hem genoeg over
jc gesproken en geschreven. Toe, Nora-lief, doe het
maar. Jij hebt zooveel tact en kunt 't hem zoo
zacht mogelijk vertellen. De arme jongen 't Zal
hem nard vallen. Maar welk meisje trouwt er nu
met een blinden man
„Je bent wreed en harteloos, Bella. Ja, ik zal gaan.
Ik" moet zeker eerst naar zijn zuster vragen? Hij
woont immers met haar?"
„Ja 't is een saaie oude-vrijsterzy mocht mij
nooit ers-, ze was enkel"beleefd jegens mij terwille
van haar broer, dion zij verafgoodt. Wat zal je haar
zeggen V'
„Dat weet de Hemelriep Nora, die, zich reeds
gereed maakte voor de lastige visite.
„Doe het vooral zacht!" zei Bella nogmaar haar
zuster was reeds de deur uit.
„Wilt u dadelijk met hem spreken? 't Nieuws,
dat u brengt, verwachtte ik wel; uw zuster heeft
Paul eigenlijk nooit liefgehad, al verbeeldde zij 't
zichze bewonderde hem eu was gevleid door zijn
attenties ware liefdo bestond tusschen hen niet!"
En juffrouw Beresford wees Norn de deur van de
kamer, waar haar broer Paul zat. Ze liet het meisje
van haar kleed en wendde zgn lichtlooze oogen uaar
haar toe. Hij was eon knap man, met bijna vol
maakte trekken.
Nora stamelde een paar woorden van sympathie,
en zijn gezicht klaarde op bij het booreu van haar
stem.
„Ha, Bella, ben je daar En zóo spoedigDat is
lief. Kom hier en geef mg je band. O, lieveling, i
nu ik jou heb, kau ik den vreeselgken slag dra
gen.
Zijn stem trilde van ontroering, en eer Nora kon
antwoorden, voelde ze zijn arm. om haar hals en zijn
lippen tegen de hare.
Soms dringt de liefdo plotseling in oen vrouwen-
hart binnen. Met dion kus en die hartstochtelijke
omhelzing voelde Nora, dat het was beslist. Toen
zij zich zachtkegs uit zijn omhelzing terugtrok, was
zij vuurrood, haar oogen vulden zich met tranen
en zij beefde hevig. Hij hield haar voor Bella; hoe
zou ze hen» zeggen, dat hij zich vergiste?
Juft'rouw Beresford zat in den salon te wachten
en verwonderde zich, toen een half uur verstreek
en Nora nog maar altijd niet terugkwam. Zij ging
iu de gang en luisterde even bij do kamerdeur
misschien was het meisje heengegaan, zonder haar
goeden-dag te zeggen maar neen! zo hoorde bin
nen nog stemmen on vreemder nog lachen
zelfs. Paul lachte, eeu natuurlijken, blijden lach.
Maria Beresford ging unar den salon terug, niet
wetend, wat zij moest den kon. Nog een half uur
I ging voorbijtoen hoorde zij Paul's kamerdeur one-
j nen, en de stom, welke zoo geleek op die van Beïla,
I zei
I „j.i, ik kom morgen-ochtend weer, tegen tien uur,
I en dan zal ik je voorlozen, zoolang jc will. Wees
nu maar niot neerslachtig, als ik weg ben. Tot mor-
j gen dan
alleen binnentreden. De blinde hoorde hotruischen Een oogenblik later verscheen do bezoekster in
den salon, met gloeiende wangen en oogen vol tranen.
„Ik begrijp niet, lieve begon juffrouw Beres
ford.
Het meisje sloot de deur en wierp zich toen op
de knieën bij den stoel der oudere dame, sDikkend
„O, wat hob ik gedaanWat heb ik gedaan
„Wat? Wat is er?" vroeg de ander, die er steeds
minder van vatte.
„Ik kon 'l hem niet zeggen 't Ging zoo plotse
ling; h(j dacht hij dacht, dat ik Bella was!"
„Bella? O, nu begrijp ik het!"
„En ik trooste hemik deed hem zgn ellende
vergeten, wijl hg mij voor Bella hieldWat moet
ik doen
Een glinstering van hoop kwam op Maria's door
leed verduisterd gelaat. Zacht, heel zacht vroeg zij
„Zou je er moe kunnen voortgaan
„Wat bedoelt u vroeg Nora verraat.
„Voor Bella door te gaan."
„Maar vroeger of later moet hg het toch weten."
„Ja, maar na een poos zal hij misschien zooveel
vau je houden, dat hij de werkelgke Bella niot meer
mist. Bedenk, hoe somber zijn loven zal zijn zonder
dien troostEen andere vrouw kan veel meer doen
dan een zuster.'t Is waar, ik wil je dringen tot
een leven van zelfopoffering.
„Zelfopoffering O neon, dat zou 't niet zijn
fluisterde Nora,
j „Kom je dus morgen terug t"
I „Ja, ik zal komenwas 't antwoord.
En zoo verliep dag na dag; Nora kwam eiken
ochtend bij Paul en niemand dan zgn zuster
I wist van het vreemde bedrog. De echte Bella was
i blij, dat ze haar vrijheid terug had eu begon zelfs
1 haar zuster een beetje te plagon met haar „liefde
werk."
Slot volgt)