Donderdag 4
Juli 1901.
De zijden japon.
No 5098.
50e Jaargang.
IÏÏERSFÖORTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN GLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden f\.franco per
post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieèle-
en onteigeningsailvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25elke regel meer
f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
bureau
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
kenIisï
evingen.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien art. 55 slot-alinea der Kieswet,
Brengt ter kennis der ingezetenen, dat ter
vervulling van de zes door aftreding openval
lende plaatsen in den Raad dezer Gemeente
in In t I, II en III district elk twee alsmede
in door uittreding van mr. J. G. A. van
Z1JST, in het 111e kiesdistrict opengevallen
plaats van Raadslid, den 5 Jul! a.s., van des
voonniddiigs acht urtr tot des namiddags vijf uur
eene stemming zal plaats hebben, als volgt
wegens periodieke aftreding
In het I kiesdistrict over de candidaten
ECK (van) G. J. I).
VOORST VADER (van) mr. 1'. J. F.
WOUDSTRA J.
In het II kiesdistrict over tie candidaten:
BEEK (van) O. Th.
CELOSSE M. I,.
WOUDSTRA J.
In het UI kiesdistrict over de candidaten:
CROOCKEWIT H. J.
GROENHUIZEN G.
KALKEN (van) A. II.
wegens uittreding ran mr. J. G. A. van /ijst:
In het III kiesdistrict over de candidaten
HAGEDOORN J. C. ROLANDUS
KONING H.
PLOMP C. J.
Verder Wordt in herinnering gebracht de in
houd van art. 128 van het Wetboek van Straf
recht, luidende:
Hij die opzettelijk zich voor een ander uitge
vende aan een krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge
straft- met gevangenisstrui van ten hoogste éen
Amersfoort, den 1. Juli 1901.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
1901 te verlagen met éen cent per M'. en mits
dien vast te stellen op
8 cents per M.J voor lichtgas en 6 cent per
voor kookgas,
Amersfoort, den 2. Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
T. A. J. van ASGH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Tit. SANDBERG.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gezien art. 8 der Hinderwet.
Brengen ter kennis van het publiek, dat door
hen aan de Ilollandsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij eu hare rechtverkrijgenden vergunning
is verleend om een lagendruk stoomketel tot
verwarming van het in aanbouw zijnde Centraal
station te plaatsen in het perceel alhier gelegen
aan den Vlasakkerweg, kadastraal bekend onder
sectie D, no. 1448.
Amersfoort, den 1. Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Brengen ter algemeene kennis, dat de Gemeen
teraad in zijne vergadering van 1 Juli 11. heeft
besloten de gasprijzen met Ingang van 1 October
Feuilleton.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
onder leiding van den Kolonel-cominendantvan
het 3e regiment vesting-artillerie van 15 tot en
met 27. Juli a.s. oefeningen zullen worden ge
houden op de forten Housvvijk, Lunet aan de
Snel, Korten Uitweg en Waalsche Wetering, alle
gelegen in de gemeente Tuil en 't Waal.
Gedurende het tijdvak van 22 tot en met 27
Juli zullen daarbij zoowel bij dag als bij nacht
losse schoten uit vuurmonden worden gedaan
van af deze forten, benevens van uit batterijen,
aangelegd of nog aan te leggen in de omgeving
dezer forten, alsmede van uit vuurmonden in
verschillende opstellingen in de gemeenten Tuil
en 't Waal, Schalkwijk, Houten, Werkhoven, en
Cothen.
Amersfoort, den 2. Juli 1901.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De BURGEMEESTER en WETHOl DfcRS
van AMERSFOORT.
brengen bij deze ter kennis van de belang
hebbenden dat de commissie bedoeld bij art. 15
der Wet opde schutterijen van den 11 April 1827
(Staatsblad no. 17) tot het onderzoeken van-en
beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en
uitslui.ing van den dienst bij de schutterij, te
dien einde zitting zal houden ten Raadhuize dezer
gemeente, op Dinsdag, den 9. Juli a.s.'s namid
dags ten twee uur.
En dut zij, dio reebt vermeenen te hebben op
vrijstelling of uitsluiting van den schutterlijken
dienst, op plaats en tijd voorschreven, in per
soon voor gemelde commissie moeten verschij
nen, onder overlegging van de bescheiden waarop
zij hunne aanspraak gronden voorzooveel het
andere redenen betreft dan lichaamsgebreken.
Amersfoort, den 3. Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. van ASCH van WIJCK.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
Het was middernacht en van dat gure, akelige
winterweder. De hoofdstraat der stad was geheel
duister en eenzaam; slechts in het huis van den ad
vocaat Blom schemerde nog licht en tusschenbeide
verscheen een vrouwegeetalte aan het venster om
uit te zien.
„Mevrouw blijft weer lang uit," zeide de huishoud
ster, een statige matrone, in 't zwart gehuld, „langer
dan vroeger haar gewoonte was."
„Het is al zeer laat," zeide het jonge dienstmeisje
en huiverde van den slaap. „Van slapen zal niet-
veel komen
„Nu, wat dat betreft, Klara, je zorgt wel, dat je
niet te kort komt," zeide de huishoudster. „Maar
laat de kachel vooral niet uitgaan!"
En terwyl het slaperige dienstmeisje haar werk
volbracht, ging juffrouw Sören, de huishoudster, weer
naar het venster, leunde tegen de glazen en keek
uit. Maar er was niets te zien, niets te hooren
slechts uit eon der kamers op dezelfde verdieping
klonken door de stilte van don nacht zware, langzame
schreden, alsof men daar op en neer wandelde.
„Zij komt niet," zuchtte de huishoudster en wik
kelde zich dichter in den doek, dien zij omgeslagen
had, „en ook mynheer schynt ongeduldig te worden."
„Dat is geen wonder," merkte Klara op. „Een
mooie pret, om zoo avond aan avond op zyn eigen
jonge vrouw te moeten wachten. Geen man zou
dat doen. 'I Is onbegrijpelijk!"
Amersfoort in 1900.
UI.
Het aantal leerlingen der school 2e soort
bestond 15 Januari 1900 uit 120 jongens en
126 meisjes, totaal 216op 15 Januari 1901
was het totaal 272, n.l. 135 jongens en 137
meisjes.
Toegelaten werden 50 jongens en 43 meis
jes, terwijl 41 jongens de school verlieten,
voorzooveel bekend9 jongens en 16 meis
jes als volleerd te beschouwen, o. a. meisjes
van 14U2 en lö1^ jaar, 1 jongen werd toe
gelaten tot de Rijks normaallessen, 1 jon
gen werd toegelaten tol de Rijkskweek
school voor aanstaande onderwijzers te Haar
lem, 1 meisje werd geplaatst op de Hoo-
gere Burgerschool hier, 10 jongens gingen
naar de Jongensschool, 3 meisjes naar de
Meisjesschool, 13 jongens en 7 meisjes ver
lieten de Gemeente metterwoon, 2 jongens
vonden plaats op de Ambachtsschool te Arn
hem, 1 jongen werd op een kantoor geplaatst,
2 jongens en 1 meisje kregen plaats op een
der scholen 3e soort, 1 jongen werd wegens
wanbetaling verwijderd, 1 meisje verliet nalf-
volleeid de school. Een paar leerlingen gin
gen tot een bijzondere school overéen meisje
ontviel door den dood aan de school.
Leermiddelen, lokalen en meubelen zijn in
goeden staat. Van de school-bibliolheek werd
weder druk gebruik gemaakt.
In den aanvang van 1900 bedroeg het aan
tal leerlingen der Openbare school 3de soort
(Beekstraat) 587dit daalde tot April aan
merkelijk, den 24 April waren er nog 531.
Met Mei evenwel was het aantal der aan
vragen zóo groot, dat niet aan alle kon wor
den voldaan.
Daarom werd tijdelijk het Gymnastieklo
kaal ingericht en waren er2 aunvangsklassen.
Op 15 Juli was het aantal leerlingen 610,
op 15 October 587.
Half. November werden ruim 10 leerlingen
overgeplaatst naar de School in de Koning
straat zooveel mogelijk werden zij overge
plaatst, die liet naast hij de Koningstraat
woonden.
Ruim 30 nieuwe leerlingen werden aan
genomen terwijl enkelen vertrokken, zoodal
er op 31 December nog 559 overbleven.
Van de schoolbibliotheek wordt goed ge
bruik gemaakt. Schoulgebouw en meubelen
zijn in goeden staat.
In het begin van het jaar bedroeg het aan
tal leerlingen der Openbare school 3e soort
(Koningstraat) 343 195 jongens 148 en meisjes
Op het einde van het jaar was het aan
tal 425, te weten229 jongens: en 196 meisjes.
Op 1 Mei was de toevloed van leerlingen
zóo groot, dat een 40 lal onder een tijdelijk
onderwijzer geplaatst werd in het Gymna
stieklokaal.
De leerlingen waren in acht klassen ver
deeld, waarvan éen in het gebouw der voor
malige Diaconieschool.
Rij de ingebruikneming van de bijgebouw
de lokalen werd nog een uegepde klasse toe
gevoegd.
Door bijbouw van ies nieuwe lokalen heeft
de school thans 12 lokalen, waarvan 9 in
gebruik zyn.
Van de leerlingen zaten ultimo December
in de 9 klassen onderscheulenlyk 51, 47, 43,
56, 51, 42, 40, 49 eu 43 leerlingen.
Het schoolbezoek was vrij getrouw. Enkele
leerlingen verzuimden eenige malen voor
veld- of huisarbeid.
Een 80tal leerlingen deed, daartoe door
eenige heeren in staat gesteld, onder geleide
der onderwijzers een tochtje naar Amster
dam, dat met buitengewoon succes werd be
kroond.
Lokalen en meubelen zijn in goeden staat.
Aan het herhalingsonderwijs werd op
31 December deelgenomen door 27 leerlingen.
De toestand van dit onderwijs laat nog steeds
te wenschen over. De meeste tijd wordt
gebezigd voor schrijven, rekenen en lezen.
De commissie stolt zich voor, binnenkort
omtrent dit onderwijs voorstellen te kunnen
doen.
Omtrent het bijzonder onderwijs rappor
teert de C. v. T.
Het gemiddeld aantal leerlingen der
Roomsch Katholieke scholen voor jongens
bedroeg 476; het gemiddeld aantal afwe
zigen bedroeg bijna 4*/2 V De meeste ver
zuimen kwamen voort uit ziekte of huise
lijke omstandigheden. Het personeel bestaat
uit het Hoofd en 10 onderwijzers.
Lokalen en meubelen zijn in goeden staat.
Het personeel der Bijzondere school voor
Christelijk Nationaal onderwijs bestaat uit
6 onderwijzers. In den loop van bet jaar
was er geen vacature.
Op 31 December 1900 werd de schooi
bezocht door 337 leerlingen, verdeeld over
6 klassen.
In den loop van het jaar vertrokken 2
leerlingen naar de Normaallessen en 4 naai
de Hoogere -Burgerschool.
De school werd trouw bezocht, zoodat het
schooolverzuim zeer gering was.
Naar aanleiding van een klacht door den
vader van een der leerlingen bij de school
commissie ingediend over den slechten toe
stand van de privaten aan deze school, werd
door 2 leden der commissie daarnaar een
onderzoek ingesteld en de gegrondheid der
klacht geconstateerd. Evenals het reeds bij
vorige bezoeken aan de school was opge
vallen, kwam ook nu weer duidelijk de ge
brekkige inrichting van lokalen en gangen
aan het licht Nadat de commissie, in een
schrijven, het Bestuur der school op een en
ander had gewezen, is men begonnen met
verbeteringen aan te brengen. De privaten
„Wat is onbegrijpelijk, Klara," zeide de huishou-
ster scherp.
„Nu, ik bedoel," zeide Klara verlegen, „ik bedoel,
dat het vreemd is, dat mynheer niet meegaat met
mevrouw. Andere mannen
„Wat gaat ons dat aanIeder huis heeft zijn ge
woonten en geen ordentelijke dienstbode heeft het
recht, daarop aanmerkingen te maken, Klara!"
„Maar vroeger was het toch geheel anders, dat
moet u zelf toegeven, juffrouw. De toestand in huis
is geheel veranderd, zonder dat men weet, waarom,
en mijnheer en mevrouw zijn óok veranderd."
De goedhartige matrone moest die opmerking ook
reeds dikwijls bij zichzelf gemaakt hebben, want zij
zuchtte eu vergat daardoor, Klara verder terecht te
wijzen.
Hierdoor aangemoedigd, ging deze voort, bedenke
lijk de wenkbrauwen optrekkend„En in 't bij
zonder mevrouw. Geheel veranderdzij wordt er
mager van. De naaister heeft haar japonnen een
vingerbreed moeten inleggen. Ja, en Bertha heeft,
toen zij var. de kiespijn niet slapen kon, duidelyk
mevrouw hooren snikken."
„Snikken vroeg de huishoudster. „Dat arme
vrouwlje zoo jong nog.
„Ja, daarover verbazen de menschen zich óok.
Maar, enfin, met het huwelijksgeluk is het tusschen
die beiden gedaan en wie heeft draraan schuld
Zij ging niet voort, want op dat oogenblik ging
de deur van de kamer opeu en de beer des huizes,
een statige, ernstige man, verscheen op den drem-
pel.
„Is mevrouw nog nog niet thuis?" vroeg hy •.rien-
delijk.
„Nog niet, mijnheer," zeide de huishoudster, „maar
ik geloof, dat daar een rijtuig aankomtDe be
weging, die beneden in 't huis ontstond, scheen de
komst van de lang verwachte aan te kondigen.
De heer des huizes trad in de huiskamer, pookte
zelf het vuur in den open haard wat op en bleef
daarna, in gepeins verloren, staren naar een lieflijk
vrouwebeeld, dat tegen den muur hing. Ernst en
weemoed spraken uit zyn mannelijke trekken.
„Als zij heden kwam, zooals"... fluisterde hij
met bevende lippen. „Als zij heden eindelyk
kwam."
In het benedenportaal klonk een zachte, lieve
vrouwestem: „Neeu, neen, ik heb niets noodig,
beate juffrouw. De kleine was dus aldoor rustig
Ga naar bed, het is erg laat geworden, eu stuur
Klara ook naar haar kamer, ze kan haast niet staan
van den slaap."
Do ernstige man in de kamer had geen woord
verloren van alles, wat zyn vrouw had gesproken
nu naderde zij met lichte schreden de deur der woon
kamer. De man scheen te aarzelen, oi hij gaan zou
of blijven, maar vóór zijn besluit genomen was, trad
zijn vrouw binnen. Zij wierp den witten maute^
met kap op de canapé neder en men zag een ne
gentienjarige blondine, zeer mooi en met allerliefste
kinderlijke blauwe oogen, die nu mat stonden.
Zij geleek een roosje, dat men vergeten had te
verzorgen.
Toen zij de halfduistere kamer binnentrad, be
merkte zij '.n 't eerste oogenblik haar miui niet, die
een weinig zywaarls was gaan staan. Zy zuchtte.
Toen zij echter haar man zag, kwam er een glans
in haar oogen. Zy deed eenige schreden naar hem
toe en riep blij verrast
„Heb je op mij gewacht en dat zóo laat?"
Zij stond op 't punt, zich aan zyn borst te wer
pen, maar zijn koolheid hield haar daarvan terug.
„Ik heb gestudeerd," zeide hy en bladerde daar
bij in een boek, dat op tafel lag. „Heb je je ge
amuseerd
„Geamuseerd O, ja," zeide zy. „Er werd gemu
siceerd." Een pijnlijke stilte volgde. Zenuwachtig
speelde zij met de bloemen op haar borst, terwijl
hij met de vingers op de talel trommelde. Zij lici
1 zich op de sofa neervallen en leunde met hei hoof
de handen.
i z1j
tranen uitgebar-
„Je ziet er vermoeid uit," zeide hij, met iets har
telijks in zyn stem.
Zij streek een paar weerspannige lokken van haai
voorhoofd weg eu keek hem vragend aan.
„Ja, ik ben moeue," zeide zy. „Zeer moede."
Hy antwoordde niet. Eindelijk stoi.d zij op en
trad naar de kamerdeur, die zy voorzichtig opende.
„Ga je al heen?"
„Ik wil even zien, of de kleine slaapt." Zy ging
heen en liet de deur achter zich open. „Hoe mooi
is hij toch," riep zij uit, vol moedertrots. „Wie zou
willen gelooven, dat hy pas een jaar oud is? Hij
lacht in zijn slaap; misschien droomt hij van mij."
Het kind had in zijn slaap het dekentje op zijde
geschoven en zijn hoentjes daardoor ontbloot. De
moeder boog zich over hem heen eu kuste hem
hartstochtelijk.
De vader was op de teeneu genaderd. Zij voelde,
dat hij achter haar stond. Zij deed, alsof zij hem
niet bemerkte.
„Ben je niet bang, dat hij wakker wordt," zeide
hy zacht.
„O, neen," fluisterde zij, „hij slaapt zoo gezond.
En zie, hij heeft den blikken soldaat nog in de
hand. Ik gelcof stellig, dat hij nog soldaat zal wor
den."
Zij boog zich weer over het kiud heen, terwylde
'man met een blik vol liefde dit lieflyk beeld, moe
der en zoon, aanschouwde.
„Wil je bem niet een kus geven," vroeg zy ein
delijk. „Wat lijkt hij op je precies dezelfde mond,"
en daarbij gleed haar blik van het gezichtje van
het kind naar het gelaat van haar echtgenoot.
„Ik ben bang," zeide hij, met moeite een glim
lach bedwingend, „dat myn baard hem zal steken."