Memorie van Toelichting. 0. (/é/ac/rf/. ^jêtéiei? De jongste wijziging der Wot op hot Lager Onderwijs, waarbij de minima der onderwijzers- jaarwedden herzien zijn, heeft geleid tot aanbieding van dit adres, waarin wij met heseheidenhuid onze wenschen te kennen geven. Ter motiveering diene 't volgende Steeds meer en meer wordt erkend en ieder voorstander van goed onderwijs zal het beamen, dat een onderwijzer, wiens gewichtige arbeid zooveel van zijn geestes en lichaamskracht vergt, aan spraak mag maken op een bezoldiging, die hem vrijwaart tegen geldelijke zorgen, waardoor hij belet wordt al zijn krachten te wijden aan zijne moeitevolle taak. Een onvoldoende bezoldiging toch, die hem noodzaakt zijn verdiensten aan te vullen door werkzaamheden, soms geheel buiten zijn vak staande, kan niet anders dan nadeelig werken op zijn onderwijs. Ook de wetgever heeft begrepen, dat hij zich geheel aan de school moet wijden en daarom beperkende bepalingen gesteld, waar 't betreft de waarneming van andere betrekkingen. Het zal immers wel geen betoog behoeven, dat de arbeid van een' onderwijzer met de schooluren niet afgeloopen is; dat hij zich dient voor te bereiden voor zijn onderwjjs en bovendien zieli op do hoogte van zijn vak moet houden, waartoe hem de noodige boeken en tijdschriften niet mogen ontbreken. Een flinke bezoldiging, die hem daartoe in staat stelt, mag dan ook met recht noodzakelijk genoemd worden. Waar nu de jongste wetswijziging minima voorschrijft, waarvan de Minister herhaaldelijk verklaard heeft, dat zij zelden en dan alleen in die plaatsen mogen toegepast worden, waar de be hoeften het geringst zijn, mag met cenig recht de verwachting gekoesterd worden, dat de gemeente Amersfoort ten opzichte dezer minima hetzelfde onbekrompen standpunt zal innemen, als onder de vorige wet tegenover de toen geldende minima. De wenschen in 't adres vermeld, zijn dan ook op deze verwachting gebouwd, terwijl zij tevens met bescheidenheid zijn gesteld, opdat van geen overdrijving sprake moge zijn. Wat vooreerst punt 1". betreft, kan opgemerkt worden, dat het minimum van f 600 in deze gemeente reeds geldende is, zoodat handhaving daarvan voorzeker geen tegenkanting zal ontmoeten of verdediging behoeven. Overgaande tot de beschouwing van punt 2"., waarin gevraagd wordt 8 tweejaarlijkscho vorhoogingen van 50 tot een maximum van f 1000 zij 'tvolgende gezegd:

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1901 | | pagina 6