Maandag 14 October 1901. No. 5127. 51e Jaargang. Feuilleton. MALGARI. PHOEMX-BROUWERIJ. H. MEURSING Co. AMERSFOORT. Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. iMERSMISCHE COURANT. FIRM A A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden f\.franco per post 4.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regef meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9- Telephoon 19. Toch llijks iloogere Burgerschool. Mot belangstelling, zooal niet met volledige instemming, nam ik kennis van de beschouwin gen n uw blad van jl. Maaudag over de plannen der Regeering in zake de „question bruiante" der Amersfoortsche Hoogere Burgerschool. Al zij liet verre van mij, te willen beweren, dat een jaar wedde van vijf-en-zeveutig gulden per wekelijk- sche les een unicum in ons land een vol doende belooning genoemd zou mogen worden van den arbeid van de bedoelde leeraren aan de genoemde school, niettemin acht ik het aanvaar den der tijdelijk verhoogde bijdrage van het Rijk, zelfs reet het prijzenswaardig doel "ore de gelden te bezigen tot een billijke verhooging dier jaar wedden, rechtstreeks het tegendeel van een be vredigende verbetering der school-zelve, vooral in verband met de plannen des Ministers, die feitelijk hierop neerkomen, dat de school als voorloopige bergplaats zal blijven dienen van het aangroeiend aantal spoorleerlingen, tot tijd en wijle de beraamde maatregelen „ore den stroom van Amersfoort af te leiden" hun werking vol ledig zullen hebben volbracht. Stel, dat het mogelijk ware om gedurende dat overgangstijdperk op behoorlijke wijze te voorzien in voldoende lokaliteiten der school wat niet het geval is dan nog vraag ik u in gemoede in welke positie het dozijn tijdelijke leeraren zich zal bevinden en daardoor de'geheele school wanneer, ten gevolge van het gestadig ver minderen der schoolbevolking, jaarlijks éen of meer hunner op straat gezet moeten worden De voorgenomen maatregelen des Ministers be staan eensdeels in het bevorderen der oprichting eener gemeentelijke Hoogere Burgerschool te Hilversum (waartoe, zooals men weet, die Ge meente aanhoudend geweigerd heeft over te gaan) ten andere in het beschikbaar maken van plaats ruimte voor de „buitenleerlingen" aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Utrecht, dit laatste evenwel niet door een uitbreiding dier school- zelve, doch langs zijdelingscben weg, door de oprichting eener gemeentelijke 3-jarige Hoogere Burgerschool te Utrecht te provoceeren, welke school, bestemd voor de Utrechtsche leerlingen, ten doel heeft de drie lagere klassen der Rijks Hoogere Burgerschool te ontlasten van de kin deren van ingezetenen aldaar. Zeer zeker is de omschreven maatregel zeer slim bedacht, althans zoowel uit het oogpunt van het Rijk, als uit dat der Gemeente Utrecht. Immers het Rijk is dan voorloopig op de goed koopste wijze van de lastige zaak der spoorleer lingen verlost, enkel door een tijdelijke en be trekkelijk geringe verhooging van subsidie aan de Gemeente Amersfoort te verkenen. En Utrecht zal ongetwijfeld gaarne tot deze oplossing der moeilijkheid van het Rijk willen medewerken want ook voor die Gemeente is bedoelde maat regel goedkooper dan het oprichten eener ge meentelijke vijfjarige school, iets wat reeds se dert jaren haar plicht geweest zou zijn over- laden als de Gemeente is met weldaden van het Rijk, in den vorm van allerlei Rijksinstellingen van onderwijs. Utrecht is de «enige groote re Gemeente in ons land, voorzien van een vijfjarige school van het RijkDe Rijksscholen echter hebben geenszins ten doel gehad, enkele Gemeenten te bevoorrechten, doch werden aanvankelijk opgericht om den stoot te geven aan het Middelbaar ondewvijs en in zekeren zin als modellen te dienen ter navol ging door verschillende Gemeenten, echter zeer zeker niet om blijvend te voldoen in de behoefte aan volledig Middelbaar onderwijs eener rijke Gemeente als Utrecht, van meer dan honderd duizend zielen En wat betreft de buitenleerlingen want bet is uitsluitend in hun belang, dat het Rijk zich deze zaak moet aantrekken is het in deze hoogst twijfelachtig, althans voor velen hunner, of zij wel gebaat zullen worden, wanneer juist de Ge meente Utrecht op de omschreven wijze, door het Rijk aangewezen zal worden als centraalpunt van hun Middelbaar onderwijs. Slaat men een blik op de kaart dan blijkt aanstonds, dat voor de 27 Gemeenten met een zielental van 150 dui zend inwoners, uit welke thans 134 spoorleer- I lingen de Amersfoortsche school bezoeken, geen beter centraalpunt gevonden zou kunnen worden i dan de Gemeente Amersfoort, het knooppunt der vijf spoorlijnen waaraan bijna al die Ge meenten gelegen zijn doch niet Utrecht Vele buitenleerlingen zullen dan ook de Amers foortsche school moeten blijven bezoeken, ook al is er plaatsruimte te Utrecht. Bovendien voldoet wel de Amersfoortsche, doch geenszins de Utiecht- sche vijfjarige school aan het criterium door den door den Minister Borgesius gesteld voor de ves tiging (of in stand hpuding 1) eener Rijksschool (zie Memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer, dienstjaar 1901). In het kort luidt het criterium, dat voor Rijks® school alleen in aanmerking komen zoodanige Middelbare scholen, die door overgroot bezoek van buitenleerlingen de kosten te zwaar maken, zooals bijv. met de Amersfoortsche school het ge val is. Utrecht heelt natuurlijk een 5-jarige school wel voor zich alleen noodig. Welke gevolgtrekking laat zich nu van zelve uit dit alles maken omtrent de beste wijze waarop het Rijk de buitenleerlingen kan helpen Eenvoudig deze dat de gemeente Utrecht thans de Hoogere Burgerschool aldaar van het Rijk overneme (evenals in dit jaar de gemeente Werkelijk vond zij in den zilveren wijwaterbak een meisje, blank als albast, met twee oogen blauw als de zee, dat al heel gauw ophield met schreien en dat de handjes naar haar uitstak. Contarina ging toen naar baar juweelkistje. Dat was open, en de prachtige parel van den Doge verdweuenZij begreep nu, dat God baar gedachte in de kerk van San Zanipolo had gezien en den zegen van de be delaarster gehoord. Dol-blij kleedde ze dadelijk het lieve kleintje in de kleeren van haar eigen, aim dood meisje en Het haar man roepen. Ze vertelde hem alles do voorspelling, de gedachte en het won- der. Excellentie Giovanni Contarini antwoordde, dat waarschijnlijk een diet de parel gestolen eu het meisje daar achtergelaten had, maar toen hij zag hoe gelukkig zijn vrouw was, vond hij 't heel goed, dat het lieve kleintje als dochter hij hen bleef. Die dag was gewijd aan Santa Marghcritaen daar om noemden ze het kind Margherita, dat pareltje beteekent; maar toen 't begon te prater., zei het, ra plaats van 6ok Margherita te zeggen, tegen zichzelf altijd Malgari, en alle menachen eiudigden met haar ook zoo te noemen. Malgari groeide voorspoedig op en zou het mooiste kindje van Venetië geweest zijn zonder die verschrik kelijke bleekheid. Do bedienden van het Huis Con- tarni en de jaloersche dames van Venetië hielden maar niet op te beweren dat ze van lago alkomst was, van Zigeuners of van een dievenfamilio. Toch Zalt-Bommel met de in die gemeente gevestigde Rijksschool gedaan heeft) opdat aan de lang durige bevoorrechting dier gemeente eindelijk een einde komen, en zij-zelve in do toekomst voorzie in de behoefte aan volledig Middelbaar onderwijs harer ingezetenen. Voorts, dat te Amersfoort een Rijks Hoogere Burgerschool op gericht worde voor de buitenleerlingen, óf dat de Gemeentelijke school aldaar door het Rijk overgenomen worde. Aan dit laatste is echter een ernstig bezwaar verbonden, en wel, dat die school te groot is geworden om op den duur aan het dubbele doel te beantwoorden. Immers binnen afzienbaren tijd zal de Amersfoortsche school 350 400 leerlingen tellen, een overmatige bevolking, die eveneens tot groote moeilijkheden zal leiden. Feitelijk is er in deze reeds te lang gewacht met het nemen van tijdige maatregelen, en het ligt voor de hand, dat nu de te kiezen oplossing althans gedurende geruimeu tijd afdoende moet zijn, hetgeen niet het geval kaD wezen met de door den Minister beoogde. Nu kan men wel is waar opmerken, dat de oprichting eener gemeentelijke Hoogere Burger- schooi te Hilversum niet lang meer achterwege zal kunnen blijven, doch dat is een zeer on zekere verwachting, terwijl de ontlasting der Amersfoortsche school, daardoor te verkrijgen en op niet meer dan een honderdtal leerlingen i te schatten, geen afdoende vermindering van j het euvel zou zijn, althans op den duur. Bovendien is het zeer goed te begrijpen, dat het Rijk thans terugschrikt om laatstbedoeld middel te kiezen, wijl het vele malen kostbaar- I der is dan de thans voorgestelde oplossingeen j tijdelijk met 5000 gulden verhoogd subsidie aan de gemeente Amersfoort. „En somme tout" j zal het de gemeente Amersfoort zelve moeten I zijn, die aan het Rijk de hand moet aanbieden, in haar eigen welbegrepen belang, om, in de I bestaande omstandigheden, de beste oplossing voor alle partijen te verkrijgen. Zij wende zich alsnog met bekwamen spoed tot do Regeering of, wat beter nog is, tot de Tweede Kamer (waar deze zaak in de tweede I helft der volgende maand in behandeling moet komen) ten eerstemet een duidelijk betoog, I dat de voorgestelde tijde'ijke verbooging van het Rijks-subsidie in geenen deele tot een be vredigende oplossing kan leiden van de moei lijkheden waarmede de gemeente Amersfoort in J zake de H. B. school te kampen heeft, en dat integendeel, zoowel in als na het door den Mi nister beoogde overgangstijdperk, de school en de leerlingen door de voorgestelde oplossing in nog ongunstiger conditie zullen gerakenten tweede mei de mededeeling, dat de Gemeente bereid is, naast hare bestaande vijfjarige H. B. school eene gemeentelijke driejarige middelbare school op te richten, bijaldien eerstgenoemde school door het Rijk zal worden overgenomen, hoofd zakelijk ten behoeve der buitenleerlingen. Ziedaar de voor alle partijen meest gewenschte oplossing Wij laten in het midden of het aan de ge meente Utrecht al dan niet zal gelukken om haar boven omschreven bevoorrechte positie op den duur te blijven handhaven, indien het Rijk de door Amersfoort op. deze wijze aan te bieden oplossing mocht aanvaarden. Dat heeft met deze zaak als zoodanig niets te maken. Alleen willen wij thans er nog op wijzen, dat het een groot voordeel voor het onderwijs en voor de leerlingen zou, zijn indien niet langer aan de Amersfoortsche school dooreen gemengd bleven de leerlingen van uiteenloopende be roeps- en studiekeuze, zooals die noodwendig gevonden worden in een vijfjarige school waar naast geen driejarige school geplaatst is. Voor hen die na het doorloopen der lagere klassen be sterad zijn om op 15 16 jarigen leeftijd een bestemming in de maatschappij te volgen, geeft de vijfjarige school niet het voorbereidend on derwijs waaraan zoodanige leerlingen behoefte hebben. Alleen de driejarige school kan in I haar leerplan, zoo noodig gevolgd door een I handelsklasse, afgerond eind-onderwijs geven aan de bedoelde vrij talrijke cathegorie van leerlingen uit den breeden zoom der burgerij, zooals dan ook te Utrecht en elders reeds sedert lang plaats heeft. De vijfjarige school, alsdan uitsluitend bestemd voor leerlingen die het eind-diploma 5 jarigen cur- I sus benogen, zal, wat betreft het gehalte en de re- I sultaten van het onderwijs, aanzienlijk er door kannen stijgen en niet langer gevaar doen ont staan dat zooals thans niet zelden het geval is geweest sommige leerlingen door de school uit hun „sociale spheer" worden gerukt. Menig een toch loopt later met een eind-diploma rond, I waar hij geen raad mede weet en die reeds lang bij vader op het kantoor of achter de toonbank een nuttiger werkkring gevonden zou hebben, als hij in plaats van een vijf-jarige een drie-jarige school had kunnen volgen. Natuur had ze een veel te lief en nobel gezichtje en een veel te zoet stemmetje, dan dat je ooit, in ernst, zoo iels had kunnen volhouden. Ze was geweldig leven dig, heel vroolijk, was blij en maakte grapjes den ganschen aag, lachte dikwijls met 'n kort zilverig lachje en 'n massa trillertjes. Maar, als zo iemand zag, die onvriendelijk was, dan vertelde ze dat bedroefd en erg ongelukkig aan do dienstbodenals, (wat weleens gebeurde) baar vader en haar moeder 't niet voortdurend eens wa ren, maar vooral, als ze iemand een leugen boorde zeggCD, dan werd ze ernstig en heel verdrietig. Ze was vier jaar, toon, in een zomernacht, iemand door bet kauaal van de .Madonna del 1' Orto", langs het paleis voer, al zingende terwijl hij zich op zijn gitaar begeleidde. Malgari. die sliep bij haar moeder, werd wakker, wipte uit bed, liep naar het venster eu bleef daar oiu beter da stem te kunnen uooren, die zich verloor naar Santo Alviso. Toen ze terug kwam bij 't bed van haar moeder, smeekte zij die letterlijk, haar weer aan het raam te laten staan, haar nog eens dat geluid en dat lied te laten hooren. Toen op eens kreeg ze hard de-koorts, wei drie dagen en drie nachten lang,|en kwam ze in haar ijlen altijd weer op datzelfde punt neer van weggaan, dat ze moest weggaan, dat ze niet was hier uit Venetië, dat ze geen Veuetiaansche was, dat ze een stem ge hoord had van haar land. En ze omhelsde de arme bedroefde Contarina, ui maar roepend„Mama, mama laat ine weggaan 1" Toon herinnerde Contarina zich de woorden die ze gehoord had in den droom en bedacht tegelijk, dat als Malgari in Venetië bleer, het onmogelijk zijn zou, haar ver te houden van muziek, zoo al niet van poëzie. Daarom stelde zij haar man voor te vertrekken naar haar eilandje Syra in den Griek- schen archipel waar ze een paleis had, omringd door olijf- en laurierboschjes, en waar je, tusschen de granaatboomen door, de zee zien kon. 't Eiland was alleen bewoond door een paar huis bewaarders en door do tuiniers van Contarini. Zijn Excellentie antwoordde, dat zij een zottin was en dat hij zichzelf van Venetië naar zoo'n nest niet moest verplanten. Contarina zette evenwel door en vertrok alleen met Malgari. Al de bewoners van Syra kregen aanstonds bevel, onmiddellijk hun muziekinstrumenten vau de hand te doen en niet meer te ziugen. Contarina verbood zelfs, dat de klok geluid zou worden van den kerk toren, omdat, denzelfden avond van hun aankomst, het Ave Maria klepte cn Malgari toen buiten zich zelf was geraakt vau geluk, dat ze het hoorde op- klinkeu in de stilte, hooguit boven het ruischen van wind eu golven. Maar 't meisje lachte niet meer' Al haar blijdschap was vervlogen. Ze was nu maar altijd aan de baai of iu haar bootje en genoot als ze vlak bij de zee, meer nog als ze er op was, mid den er op, en ze bracht beele uren door opliet lido om to luisteren naar de machtigestem van aeu Egeo. Naarmate ze ouder werd, werd ze begeerig om te lezeu en lange ochtenden cmiddagen bleef ze iu de biblotheek van het paleis. Daar vond haar moe der baar eens bezig te lezen in Tasso met vonke lende oogeD, met kloppende polseu en gloeiend van opwinding. Dat was poëzie 1 Daarom liet Contarina alle verzenbundels uit de bibliotheek verbranden en de deur dichtspijkeren. Miuister Contarini kwam maar eens of tweemaal per jaar naar Syra en bleef dau niet langer dan drie dagen, Hij was eerst boos om wat hij „die dwaasheid van z'n vrouw" uoemdelater werd hij er aan ge wend. Malgari was er, in zichzelf, erg bedroefd over, dat haar vader en haar moeder niet meer van elkaar hielden. Ze had haar moeder al dikwijls gevraagd, toch maar met haar naar haar vader terug te gaan. (Ach, zy kende het geheim niet van haar eigen ge boorte en de reden van haar en haar moeders vlucht uit VenetiëZy schreef hun vertrekken toe aan haar gril van ziek kindje.) Haar moeder smeekte haar telkens, eerst met kusjes en liefkoozingen,.latei met tranen, toen dat teruggaan niet meer aan te dringen. Malgari Was dertien jaar, toen een praatziek ka mermeisje, uit naijver, haar vertelde hoe ze in het huis Contarini gokomen was, nl. door de haudeu van dieven of Zigeuners. Malgari werd oi koud vau. Witter werd ze dan 'n blank pareltje en antwoordde: „Meisje, ik vergeef ie dit." Toen liep ze dadelijk naar haar moeder en zei met de strenge beslistheid als van een Koninginnetje „Ik wil mijn eigen geschiedenis weten." Coutarina begon, bevend, van 't mirabel te ver tellen en het mooie bleeke gezichtje van Malgari veranderde, leek wel doorzichtig te worden, zóo, of or, binnen in haar, een wit licht brandde. „Mama," zei ze, „ik voel, dat ik niet van Zigeu ners, maar Up. ik housch een parel ben. Maar, zegt u me eeiiB waarom de lucht me niet geel maakten waarom de zee me niet opueemt Eu toe, vertel u me ook eens waarom u niet wilt dat iemand zing of muziek maakt, en waarom u me niet meer wil laten lezen in dat heerlijke boek?" Contarina ontweek het antwoord op al die vragen en Malgari drong niet aan. Zy omhelsde haar moe der en fluisterde die iu 't oor„Ik zou zoo erg graag naar Venetië teruggaau Dieu zelfden avond daalde het meisje af naar de zee, naar 'n verborgen plekje tusschen twee zwarte klippen, waarin stil de golf zich te slapen lei op 't fijne, glinsterende zaud, en waar, verderop een paar groote denucu, als reuzen-parasols, oprezen hoog bo ven dc laurierboschjes die vlokten tegen 'I blauw van de iucht. Daar vorweg zongen de baren, bjj ieder windvlaagje dat van beueden strijken kwam langs het geboomte. En Malgari dacht, dat ze nog nooit zooveel van de zee had gehouden als dien avond I

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1901 | | pagina 1