Donderdag 26 ÜËfi Juni 1902.
De eolle graaf.
No. 5207.
5fe Jaargang,
Stadsnieuws.
Feuilleton.
AMER5F00RT5CHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
to AMERSFOORT.
Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post /'1.45. Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 45 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Rij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9-
Telephoon 19.
Wie zich met 1 Juli abon
neert, ontvangt de tot dien
datum verschijnende num
mers gratis.
K E N N I S O E V I N O
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gezien de missive van den heer Kolonel-Militie-
commissaris in de provincie Utrecht dd. 28. Juni
1902, no. 28, en art. 180 der Militiewet 1901,
doen te weten, dat de verlofganger
JACOB HOOFT.
van het 5c Regiment Infanterie der lichting 1897 op
Dinsdag, den 1. Juli 1902, dea voormiddags tien uur,
in het Logement, Lange Nieuwstraat te Utrecht,ge
kleed in uniform en voorzien van de kleeding- en
uilrustingstukken, hem bij vertrek met groot verlof
medegegeven, van zyu zakboekje en verlofpas, ter
na-inspectie voor dea gemelden Militie-coiumissaris
moet verschijnen.
De aandacht van gemelden verlofganger wordt ge
vestigd op art. 131 der genoemde wet, hetwelk o.m
bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeenkom
stig art. 180 der gemelde wet voor den Militie-com
missaris verschijnt, in werkelykeu dienst wordt ge
roepen en daarin gedurende ten hoogste drie maan
den gehouden.
Amersfoort, den 25. Juni 1902.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De couculsiëu van- en de benoemingen
door den Gemeenteraad gaven we in ons
vorig nuramèjTte gelijk met de voornaamste
der ingekom.es stukken.
Nog waren ingekomen een nader request
van den heer W. P. Koopman (Soesterweg)
houdende verzoek tot het bouwen eener
houten schuur gedeponneerd ter Secre
tarie, nadat de heer VanEsveld had gevraagd of
't niet beter om pree-advies aan B. en W.
te zenden ware en de Voorzitter had geant
woord, dat het deponeeren ter GfilTie zulks
geenzins uitsloot en elk (Ier leden daartoe
het voorstel zou kunnen doen. In de vorige
zitting verklaarde de Raad zich onbevoegd
ten deze en hierop kwam adressant in een
zeer lijvig rpquest terug. Voor kennisgeving
werden aangenomen goedkeuringen door Ge
deputeerden op Raadsbesluiten nopens jaar
wedden personeel Lager onderwijs, overschrij
ving posten Gemeente-begrooting 1901, Schut
terij begrooting 4901, en nopens de verlengde
Wilhelminastraat. Gedeputeerden hadden nog
ingezonden een missive waarbij zij verdaagden
de goedkeuring van het Raadsbesluit nopens
de overneming van wegen op den Berg we
gens onjuiste kadastrale nummers uit de
toelichting van den Voorzitter bleek, dat die
nummers zijn veranderd tijdens de behande
ling der zaak. De dankbetuigingen van de
hoofden der scholen le en 3e soort voor de
verhooging hunner jaarwedde werden al mede
aangenomen voor kennisgeving.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft goedgekeurd het Raadsbesluit tot uit
breiding van het personeel van vaste leera
ren aan de inrichtingen voor Middelbaar on
derwijs, terwijl ten slotte z. d. ofh.st. werd
goedgekeurd een voorstel van B. en W. tot
af- en overschrijving van een post van f20
op de Gemeente-begrooting.
Gelijk gezegd, werden naar de afdeelingen
verzonden een voorstel tot reorganisatie der
Gemeente-reiniging, een ontwerp-verordening
betreffende de straat-politie, en een voorstel
tot uitbreiding van het personeel der politie,
drie hoogst belangrijke zaken, welke door
den Burgemeester zijn ter hand genomen en
welhaast in openbare behandeling zullen ko
men, ongetwijfeld drie zeer urgente zaken
op welke de zich steeds uitbreidende Ge
meente reeds zeer geruimen tijd wacht.
Juist te 2 uur kwam bet eerste punt van
den Beschrijvingsbrief aan de orde, het ont
trekken aan den openbaren dienst van de
bekende terreinen gedurende de Jaarmarkt.
Geen enkele anti-kermis gezinde verhief zijn
stem en het voorstel werd dan ook z. b. st.
aangenomen.
Het in de vorige zitting aangehouden voor
stel tot het verleenen van vergunning aan
de Congregatie van O. L. Vrouw lot het
hebben van eeen stoep op Gemeentegrond
aan den Zuidsingel werd evenzeer aangeno
men, doch eerst na heel wat discussie.
De heer Van Kalken herinnerde dat bij
het pice-advies van B. en W. vertrouwelijke
mededeelingen zijn gedaan en dus ook bier
niet alles in 't publiek kan gezegd. Is ech
ter de Gemeente wel eigenares van den grond,
vroeg spr. die meende, dat hoogstwaarschijn
lijk de Congregatie eigenares is. Wel wordt
beweerd, dat in 1659 de Gemeente eigenares
was, doch is zij dit thans nog? Als de oude
»ebouwen daar waren gebleven, wat dan
Nu zegt menhalten betaal. In de vo
rige zitting deed spr. liet voorstel, het vrij
onbeduidend strookje grond te verkoopen,
omdat spr. toen meende, dat de Gemeente
eigenares was, doch dit is nader onwaarschijn
lijk gebleken, althans het is niet gerechte
lijk uitgemaakt, dat de Gemeente recht heeft
tot verkoop. Spr. meent, dat de Congregatie
de voorwaarden niet zal accepteeren en zou
47. (Slot).
„Verlovingsfeest?" riepen Lassow en juffrouw Mnae
als uit éen mond en tie graaf, die zichtbaar vi
bleekte, voegde er bij„Zeker met mijnheer V.
UsingenAugusta knikte, greep eou tasclije wa:
mee zij hot huis in liep, en riep: „Jk mug eigenlijk
niets zeggenhet moet een verrassing zijn."
Juffrouw Maas lachte et: ging mot de kinderen
naar binnen; Lasso w bleef besluiteloos bij den wagen
staan. Zou hij ook naar binnen gaan en getuige zijn
van dit geluk Hij voelde, dat by wellicht niet de
kracht zou hebben, Eivire aan de zijde van een an
der te zien, Klvi zijn Elvi 1 Neen het was onmo
gelijk! Maar zou hij terug deinzen, hy, de dolle graaf?
Hij wierp het hoofd in den nek en klemde de
tanden op elkander. Eóus moest het er toch toeko
men, waarom dan niet dadelijk Hoe eer zoo beter!
Hij hoefde niet lang te blijvendie paar minuten
gingen óok nog wel voorbij, en dan weg -verweg
om haar nooit weer te zien, Elvi met de blonde lok
ken en de blauwe oogen, die eens vol liefde voor
hem gestraald hadden en nu voor een auder zoudeu
schitteren.
Opeens welde een gevoel van bitterheid tegen haar
in hem op. Kon zy werkelijk in zulk een korten tijd
zóo geheel vergeten hebben, wat zij eens voor elkaar
geweest warenvoelde zij dan niet, dat zij beiden,
de dolle graat en zij, bij elkaar hoorden, dat de een
niet leven kon zonder den ander?
Hy ging den stoep op en keek naar binnen. Aan
geen geld willen hellen opdat de quasstie in
het midden blijve.
Het kwam Wethouder Celosse vreemd
voor, dat de Gemeente geen eigenares zou
zijn. Waarom vraagt de Congregatie dan
permissie? Bovendien is de grond reeds
lang in openbaren dienst. Spreker wil iu
't raidden laten of een Raadslid zóo mag
sproken en ook of de Congregatie zal wei
geren om een zoó kleine retributie, f6.326
per jaar, doch wil wel verklaren, dat de
Gemeente den grond vermoedelijk nimmer
zal terugeischeu.
De heer Plomp las uit bet adres van de
Overste der Congregatie haar verzoek voor
om van de Gemeente bet terrein van 42c.A.
le mogen in gebruik ontvangen.
De heer Van Beek zeide, mee te gaan
met B. en W. die in deze niet anders konden
handelen.
Wethouder Celosse merkte nog op, dat
de heer Vau Kalken een geheel ander stand
punt innam dan de aanvraagster zelve,
waarna het voorstel z. h. st. werd aange
nomen.
Bij het volgende punt, jaarwedden hand-
weric-onderwijzeressen, vroeg de heer Ger- I
r itsen wat B. en W. deuken dat hun sala-
rissen in de toekomst zullen zijn en gaf in
overweging om de twee dames, die den cursus
niet wilden volgen, omdat zij reeds bevoegd
waren, niet te zwaar en te lang te straften.
Zij hebben karakter getoond.
De heer Celosse, Wethouder van onder
wijs, repliceerde, dat geheel gehandeld wordt
in de lijnwie den verplichten cursus niet
volgde, krijgt minder salaris.
Den heer K 1 e b e r was 't niet recht dui
delijk, dat de Raad het recht heeft, een nieuw
examen te doen alleggen door ben die door
een Rijks-commissie bevoegd zqn verklaard.
Volgens spr. ging 't op dien cursus trouwens
nogal zonderling toe; men teekende de pre
sentielijst, bleef een kwartiertje en ging dan
rustig huiswaarts. Spr. vraagt, nu er tóch
afdeelingsvergaderingen worden gehouden,
of 't niet aanbevelenswaard zou zijn, ook dit
p nt in de afdeelingen te bespreken.
De heer Gerritsen herinnerde hoe het
voorstel orh den cursus-Tbeunissen in te rich- o'ók verhoogd salaris.
zeressen, die evenmin den cursus volgden
zullen verkrijgen.
Wethouder Celosse herinnerde hoe het
schooltoezicht, en niet de Commissie van
Toezicht op het Lager onderwijs, opmerkte
hoe onvoldoend het handwerkonderwijs waa,
vooral omdat het niet klassikaal gegeven
werd en men geen voldoende resultaten
verkreeg. Toen is door den Raad de ver
plichte cursus ingesteld. Wie dien niet volgde,
is niet op de hoogte van het klassikaal on
onderwijs. B. en W. willen niet het uiterste
en zullen de weigerachtigen niet ontslaan,
doch meenen een kleine straf te moeten
toepassen.
De heer Kleber zeide, dat de cursus zoo
ongeregeld bezocht werd, doch het Dagelijksch
bestuur zag de presentie-lijsten't is echter
niet onmogelijk, dat iemand wegens andere
bezigheden niet de geheele les kon bijwonen.
De heer Gerritsen zeide, dat de leermid
delen niet goed waren, doch juist dit be
zwaart de beide onderwijzeressen. Mej. Tbeu
nissen gaf de leermiddelen aan en thans
de heer Gerritsen erkende het zelf is het
onderwijs goed.
I Spr. eindigt met te verklaren, niet te be
grijpen welk nut een bespreking in de af
deelingen kan hebben.
De heer Kleber was Dog niet geheel door
den beer Celosse overtuigd en bleef persis»
teeren bij zijn meening, dat de Raad buiten
zijn bevoegdheid is gegaan. Als heel het
onderwijzerspersoneel hier eens een curaus
werd opgelegd, en er weigerden dan weer
en werden dan weer gestraft met minder
traetement, wat dan?
De heer Van Kalken achtte zeer juist,
wat B. en W. voorstelden. Als de Raad een
maatregel treft en men wil dan koppig zjjn,
dan is straf zeer goedfeitelijk is het nog
een gunst, dat deze onwilligen niet zwaarder
gestraft worden. Spreker gaat dan ook vol
komen mee met het voorstel.
Wethouder Celosse zeide nog, dat mej.
Theunissen tractementsverhooging voorstelde
en dat dit ten goede gekomen is aan hen
die den cursus volgdende anderen zullen
van hen moeten leeren en krijgen dan
ten met slechts kleine meerderheid van stem
men werd genomen. De onderwijzeressen wa
ren niet onbekwaam, doch de klassen waren
te groot en de hulpmiddelen te slecht. De
beide onderwijzeressen, waarop spr. doelde,
bezaten reeds lang de aciedat zij zich te
rugtrokken, vindt spr. dom, doch hij hoopt
dat de strai niet te lang zal duren. Thans
wil spr. geen voorstel doen, óok niet vragen
welk salaris nieuw aan te stellen onderwij-
den kapstok kingen de helm en de sabel van Usin
gen, naast den hoed en de parasol van Eivire in
een hoek lag een stuk vloeipapier, dat waarschijnlijk
een bouquet had gezeten, en Augusta zeide met
gewichtig gelaat: „Er zyn al veel gasten om te
feliciteereu."
jen, bij kou niet naar binnen gaan, nog niet
eorst moost de storm, die in hem woedde, wat be
daren. In zijn geest zag hij zichzelf weer in den sa
lon van de barones Von Melogoitz om Irma te feli-
oiteeren. Zou Elvi óok met hem willen klinken op
haar geluk?
Uit den salon klonk lachcu en spreken; eenmaal
herkende hij zelfs duidelijk de stem van Ilsingen.
Haastig keerde hij zich om en liep den tuin in.
Vroolyk scheen de zon op boomon en struiken,
de bloemcu geurden, de kevers vlogen rond. De
beek scheen heden veel langzamer te stroomen
dan anders, en zachter te murmelon. En daar op het
pad, in den schitterenden gloed der zod, stond een
witte gedaante, hoog opgericht, met de handen ach
ter he:, hoofd geslagen Elvi. Was zij hierheen ge
vlucht oiu alleen te zijn met haar geluk? Of had
zy den wagen aan hooren komen en vreesde zij Lex
weer te zien
Op eens stond Lassow achter baar en sneed haar
deu terugweg af.
„Ik kom je feliciteeren, Elvi."
Zy schrikte en keerde zich om.
„Mij
„Ja, met je engagement."
„Mij" vroeg zij nog eens, en toen vloog weer het
ondeugende schalksche lachje over haar gelaat, „Je
hebt de verkeerde voor, Lex; ik ben niet geëuga-
geerd, maar Lena."
„Elvi!" Hij omklemde haar polsen als met een
ijzeren schroef. „Drijf niet ook nog den spot met mij.
Je bent immers de bruid van Usingen
Zij schudde het hoofd. „Je weet toch wel wat ifc
De Voorzitter vroeg of de heer Kleber
persisteerde bij renvooy naai' de afdeeliogeo.
De heer Kleber antwoordde, zulks niet
meer te verlangen nu de Wethouder van
onderwijs geheel in 't gevlei is gekomeu met
den heer Gerritsen.
Het voorstel werd hierna aangenomen
z. h. st.
Alsnu kwam aan de orde de afsluiting der
terreinen rond de militaire stallen.
hem op dien bewusten avond geantwoord heb, en
ik ben niet van gedachten veranderd."
„Elvi zoele kindje!" Het klonk ais een luide
jubelkreet, en toen sloot de dolle graafElvire in zijn
armen en bedekte haar gelaat met kussen.
„Je kunt zeggen wat je wilt, Elvi, ik zie niet van
je af; je beut de mijne. Ik kan het leven zonder
je niet dragen. Zoete kindje, dacht je aan waarljjk,
dat het zou gaau, jij hier on ik op Domberg, en tus'
schen ons de schim van bet verleden
Zy schudde het hoofd. „Ik heb ook iugezien
dat hot niet ging, Lex. Mijn hart is bijna gebro
ken."
„En nu vertrouw je mc, nietwaar, lieveling, en
volg je ine
„Tot het einde der wereld."
„En heb je me nu alles vergeven, Elvi, alles?"
Toen verborg zij haar hoofdje aau zijn borst. „Ver
geef je me. Lex, dat ik ook maar een oogenblik aan
je kon twyfelen."
De dolle graaf is nog altijd dol, ofschoon hij nu
reeds anderhalf jaar de echtgenoot is vao de schoon
ste, beminnelijkste vrouw, die mijlen ver in den om
trek den naam draagt van een oud-adellijk geslacht.
Zijn standgenooten schuddeu dikwijls het hoofd over
hem; dat hy door zyn huwelijk den eersten burge-
1 ij ken naaut in den stamboom van het geslacht Las-
sow-Domst heeft gebracht, vergeeft men htm gaarue
ter wille van de bekoorlijke graviu Eivire, maar hy
doet erger dingen. Zoo heeft barones Rehberg, een
geboren Rijksgravin, eenmaal „bepaald onmo
gelijke iuen8cben" op Domberg aangetroffen, die er
al sedert veertien dagen logeerden, en als mynheer
en juffrouw Ellingsen werden voorgesteld. Hy was
groot en dik en sprak en lachte veel en hardzij
was klein en dik, en, naar men zeide, vroeger met
den oom van baar tegpnwoordigen man getrouwd
geweest. Met graaf Lassow stond zy op een zeer ver- 1
trouwelijken voet. Hij noemde haar Juffrouw Doortje"
en zij zeide „mijnheer Lassow, och, neem my niet
kwalijk ik meen mynheer de graaf!"
„Vreeselijk4
Eenigen lachten er over en trachtten zich voor te
stellen, hoe de barones zich wel tegenover deze lie
den gedragen zou hebben, maar anderen schudden
het hoofd en verbonden zich, den drempel van
het heerenhuis te Domberg nimmer meer te over-
schrijden, maar daar deze handelwijze den dollen
graaf blijkbaar geheel onverschillig en gravin Elviro
zoo „betooverend" was, vergat men de grieven spoe
dig weer en kwam toch terug.
Juffrouw Doorije leeft heel gelukkig met haarle-
geuwoordigeu man. Nooit klaagt hy over tocht en
hij rijdt in een open wagen, juist zooals tij wensoht
eo Lassow beweert, dat hij wel wat onder de plak
staat, iets waarvan juffrouw Doortje in het geheel
niet wil hooren. Zij is zeer trotsoh op haar men-
schenkennis. „Ziet u nu wel," zegt zy zegevierend
tot Lassow, „dat ik toch gelijk bad. Ik tag wel da
delijk, dat u zoo'n soort prins was."
Er wordt nog meer verteld van den dollen graaf;
dat hy zjjn vrouw op de handen draagt en z\jn jon
ge schoonmoeder aanbidten dat hy, op don dag
waarop zijn zoontje geboren werd, op Domberg een
vreugdevuur deed ontstekeD, waarvan het schijnsel
zich mijlen ver in den omtrek verspreidde, zoodot
de braudweer uit alle naburige plaatsen aanrukte
om den vermeenden brand te blusschen.
Dit zoontje is niet alleen de trots zijner ouden,
maar ook van de geheele bevolking van Arendeberg
en Domberg, en wanneer de lieden hel kleine, iu
hot wit gekleede wezentje voorby xieu dragen of
rydeD, stooten zij elkander aan, en er komt een
glans van genoegen op hun gelaat, terwijl zij zeggen:
„Onze kleine dolle graaf!"