Donderdag 10
1902.
No. 5213.
51e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
EEN BEPROEVING.
AMERSFOORTSCEE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post /'1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent, elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
O P R E I S.
Aan onze abonné 's, die tijdelijk elders,
hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidelijke opgave van
adres, de courant eiken verschijndag tegen
vergoeding van porto toegezonden.
Do frankeorkostan bedragen por keer f 0.025
voor bet buitenland. Ook niet-geabonneerden
kunnen zich op dezelfde wijze de toezending
van de «Amersfoortsche Courant" verzekeren.
KENNISGEVING.
Keuring van Rijtuigen.
De COMMISSARIS van POLITIE te Amersfoort,
brengt ter kennis van de belanghebbenden, (lat
eene keuring van rijtuigen der voerlieden en huur
koetsiers door hem, bijgestaan door twee deskun
digen, in de stallen der eigenaren zal gehouden
worden op Woensdag, den 16. Juli e. k., en zoo
noodig daaropvolgends dagen, terwijl op Woensdag,
den 23. Juli daaraanvolgende ter zelfde plaatse eene
naschouw zal geschieden van rijtuigen,
Aan hem moet tijdig opgegeven worden, welke
rijtuigen op eerstgenoemdeu tijd niet kunnen wor
den vertoond.
Amersfoort, den 10. Juli 1902,
De Commissaris van Politie,
GROEBE.
Tot lid van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal is Dinsdag herkozen ihr. H. P. C.
Bosch van Drakenstein met 29 stemmen,
tegen 4 op dr. B. Reiger, 1 op mr. W. H. de
Beaufort en 3* in blanco. Drie leden van
Provinciale Staten waren alwezig.
Tot buitengewoon lid van Gedeputeerde
Staten van Utrecht is Dinsdagmiddag her
kozen mr. S. J. van Geuns.
Voorts hechtte de vergadering haar goed
keuring aan de redactie van de adressen
van gelukwensch aan jH. M. de Koningin,
II. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H.
Prins Hendrik.
Door den heer De Waal Malefijt werden
inlichtingen gevraagd omtrent den stand van
zaken van de électrische spoorwegen.
De heer Rastert antwoordde hierop namens
Gedeputeerden zeer uitvoerig. Bijzondere
mededeelingen werden echter niet gedaan.
De »St.-Ct." geeft het volgende overzicht
van de oogstverwachtingen en den toestand
van den veestapel in de provincie Utrecht
in 1902:
6).
In de vroeselijke uren. waarin zij do onzichtbare
getuige zijner zielsfoltering geweest was, ontdekte zij
iets, dat haar met ontzetting vervulde eti baar toch
weer een troost in die lijdensuren toescheen zij ont
dekte, dat zij Emil liefhad.
Van kindsbeen af had zij voorden knaap, die haar
beschermer ge wool was, belangstelling getoond; toen
zij later minder bijeenkwamen, toenEmil uit het huis
ging, was de belangstelling wel bij dezen verdwenen,
by baar echter niet eu de gedachten aan haar pleeg
broeder en hoe hot hem wel gaan mocht, vormden
in haar vry eentonig leven eeu aangename afwisse-
liug. Voor haar was de voortdurende berinnering
aan hem en zijn welvaart in zekeren zin een behoefte
geworden er ontwikkelden zich daaruit de gewoonte,
aan hem te denkeu en een immer toenemende be
langstelling. Wanneer hij voor korten tijd in het
ouderlijk buis terugkeerde waren dit voor hem wel
vluchtige onlmoetiugen, maar voor Lucy waren het
oogenblikken van geluk, waarop zy wekeu en maan
den achtereen teerde, die baar voortdurend nieuwe
stof gaven tot gedachten en gewaarwordingen, en
herinneringen in hnar deden ontwakon, welko zy
tot geen prijs ter wereld had willen derven. Welk
het gevoel was, dat zij jegens Emil koesterde, hnd
zij bezwaarlijk zelve kunnen beschrijven. Zij onder
vond iets als wenschen hem van dienst te zyu, in
zyn nabijheid te wezen, voor hom to kunnen wer
ken en scheppen. Maar hoe was by haar de dwsze
gndnchle opgei; omen, aan een liefde tot de zoon des
höizes, waarin zij immers slechts geduld werd?
Haar neiging was zóo onbaatzuchtig geweest, dat
zy er niet eens aan gedacht had, dat het haar be-
Ttti'we. Een goed gewas.
Rogge. Een goed gewas.
Haver. Een redelijk gewas.
Ilookweii. Een goed gewas.
Erwten en boenen. Een tamelijke oogst,
indien bet niet t,e lang droog blijft.
Hooi en gras. Niettegenstaande het koude
weder in Mei is de booiopbrengstgoed liet-
zellde is liet geval met het gras.
Aardappelen. Zij staan best, zijn nog vrij
van ziekte en beloven een goede opbrengst.
Wortels. Een tamelijk gewas.
Paarden en vee. De gezondheidstoestand
is goed de prijzen der paarden zijn over
het algemeen laag, terwijl voor het vee
hooge prijzen worden gegeven.
liougewas. De verwachtingen zijn best.
Roomuaarden. De kersen zijn slecht, ter
wijl nppelboornen tamelijk en pereboomen
niet veel belovenzij hebben in het voor
jaar veel geleden door de nacht vorsten.
Zooals trouwens was aangekondigd, omdat
de resultaten der particuliere enquête om
trent Gelderland en 'Jtrecht nog ontbraken,
kwam de «Standaard" terug op de quaestie
der Rurgemeesiers-beuoemingeri.
In die provinciën bleek »de verhouding
minder aanstootelijk te zijn" dan inde ove
rige zeven provinciën hoven den Moerdijk,
maar hier geldt r.u weder een andere grief:
in zoo goed als alle grootereGemeenten zijn
«liberale" Burgemeesters benoemd en anti-
revolutionnaire «bijna uitsluitend" slechts in
«of zeer middelmatige, of uiterst kleine Ge
meenten".
De door de «Standaard" megedeelde resul
taten van haar enquête doet zien, dat in
Utrecht 45 liberale en 24 niet-liberale Bur
gemeesters zijn.
Hierbij moet intusschen opgemerkt, dat
voor Utrecht een nog fijner toets van de rich
ting der Rurgemeesters is aangelegd dan
voor de andere Provinciën; daar zij er ook
gekeurd zijn op de sympathie met de «frac
tie-Bronsveld". Van deze soort zijn er 7 op
gespoord, die de «Standaard" echter groot-
moediglijk, «om elk verwijt van schampere
rekening te ontgaan", bij de anti-liberale
Burgemeesters geteld heeft.
Welk nut heeft nu toch wel zoo'n parti
culiere enquête'?
De Burgemeester heeft heden afgekondigd
de beschikking van den Minister van Oorlog
van 25 Juni tot het oproepen in werkelijken
dienst van verlofgangers der Nationale militie.
De kennisgeving, welke reeds op de ge
bruikelijke plaatsen is aangeplakt en die we
bij ons volgend nummer opnemen, roept op
de miliciens van 1897 hij de compagnieën
Hospitaal-Soldaten, de bereden artillerie, de
pontonniers, de vesting-artillerie, de pantser-
foi't-artillerie en de genietroepen de mili
ciens van 1898 bij de torpedisten de miliciens
van 1899 bij de regimenten infanterie, de
compagnieën Hospitaal-soldaten, de huzaren,
de veld-artillerieen de miliciens van 19J0
bij de torpedisten en de genie-troepen.
Met leedwezen vermelden we, dat de heer
W. Frans, Griffier van den Burgerlijken
Stand, die kortelings zijn 45-jarig jubileum
als Gemeente-amblPniiar mocht herdenken,
thans het bijltje er bij gaat neerleggen en
slechts halve dagen werkt.
De rusttijd is dan ook wei voor hem aan
gebroken, doch pensioen kan hij niet krijgen.
Toch, we houden ons daarvan overtuigd,
zal wel een middel gevonden om hem zijn
welverdiende rust te verschaffen.
Aan de Rijks-universiteit te Leiden is op
Stellingen bevorderd tot doctor in de Rechts
wetenschap de heer J. Th. Goossens, geboren
te Amersfoort.
heerschend gevoel liefde kon zyn. Eerst nu, in de
twee verschrikkelijke uren welke zij niet hem in
de kamer had doorgebracht zonder dat hij het vermoed
de, toen zij hem onbeweeglijk als een standbeeld,
verpletterd, gebroken in een stoel zag zitten, toen
zij hem hoorde steunen en kreunen, herkende zij
zich zelve. Toen haar uit weemoed over zijn smart
cn zijn leed bet eigen hart dreigde te bersten, werd
zij het gewaar, dat zy hem liefhad, wist zij eerst, wat
het gevoel beduidde, dat zy tot dusver voor hem
had gekoesterd.
In dit oogenblik zwoor zij, dat al hetgeen zij be
zat, haar leven, haar geluk, ten offer gebracht moest
worden om Emil eu zijn vader te helpen. Zij wist
niet hoe zij dit doen moest, hoe haar offer het meest
kon baten, maar zy hoopte het middel en don weg
daartoe te vinden. Zij verwachtte niet de minste
schadeloosstelling voor haar offer; zij dacht er niet
eens aan, dat de president of ziju zoon er achter
konden komen, dat zy een offer gebracht had en
waarom. Zy gevoelde zich tot het offer verplicht,
niet slechts uit dankbaarheid jegens den grijsaard,
niet slechts wegens de weldaden, door haar in dier.s
huis genoten, maar vóór alles door de liefde tot Emil.
Een oogenblik later dacht zij heel anders. De uit
weg, welken de president gevonden had, toen hy
zyn zoon voorsloeg Henriette te huwen, scheen ook
haar de beste. Zij was immers er aan gewend, zyn
raadgevingen als een orakel te beschouwen. Wan
neer Emil haar huwde, dan werd alles goed. Maar
waarom ondervond zij dan eeu zoo diepe smart,
Bij het jongste Notarieel Staats-examen
ziju o. a. geslaagd voor het eerste gedeelte
de heer J. C. van Heuven, voor het tweede
gedeelte de heeren G. D. C. Valevvink en
H. G. Iltmann.
Door den Gouverneur der Kon. Militaire
Academie zijn bevorderd: tot cadet-sergeant
de cadetten-sergeant-titulair D. Vleming,
L. Ravenek, R. A. Kunst, J. A. Juda, H. du
Marchie Servaas, J. 0. M. Simon Thomas,
J. K. H. van Sieijn van Hensbroek en J.
Beumer, en tot cadet-korporaal, de cadetten-
korporaal-titulair J. J. Barendsen, J.H.van
Helsdingen, P. N. van Bavel, ihr. J. M.
Backer, L. D. Keus, R. M. van Mourik, A.
G. J. Holleweg en W. M. F. E. P. de Jager,
allen gedetacheerd bij hel 5e regiment in
fanterie hier.
Aan het schriftelijk gedeelte van toelatings
examen voor hel eerste studiejaar van den
Hoofdcursus, dat van 10 tot en met 12 Juli
wordt gehouden, nemen deel de sergeanten
H. J. A. D. Verhoeven, G. J. Homburg, P.
Keg, Th. den Daas, G. N. J. Beukers, J. L.
Hamel, F. Vos, W. H. A. van der Mersch,
D. Buijs, R. Lagaaij, K. W. de Jong, L.
Gemmeken, F. O. Feuerstein, P. de Bas, B.
C. M. Mariens, S. L. Oostmeijer, H. J. Vis-
scher, H. J. C. VVolfi en G. G. de Reuver,
allen van het 5e regiment infanterie.
Bij het 5e regiment infanterie zijn o.a.
bevurderd tot sergeant-titulair de korporaals
H. L. Moffelt, H. A. Huisinga en G. J. F.
Schel tema.
De heer P. H. van Haselen had de wel
willendheid ons nog eeriige bijzonderheden
mede te deelen over zijn plan omtrent de
sociëteit «Amicitia".
Hij wil het terrein verdeden in 15 nage
noeg even groote perceelen, welke f5000
zouden kunnen opbrengen (niet aan buur.
gelijk we in ons vorig nummer schreven)
hetgeen met de afbraak ad f5000 zou maken
f80 000.
Als nu de Gemeente de schuld ad 140000
en de gebouwen overneemt en de erfpacht
afkoopt, en het terrein verkoopt, dan maakt
zij een winst van f40000, heel wat meer
dus dan de erfpachts-canon.
Het terrein en de nieuwe gebouweu op
«Beekestein" zullen f 100 000 vorderen en
als de Sociëteit slechts 200 leden heelt (en
er ziju er veel meer) dan dekt huu contri
butie de rente voor dal kapitaal en blyft
er uit de exploitatie en de overige contribu-
tiën nog meer dan genoeg over om een
Sociëteit te maken als bij de «Harmonie"
te Groningen.
De gebouwen zouden komen te staan aan
de Blankenheym-straat.
Onnoodig te zeggen, dat makelaar Van
Haselen hier weder aan het woord is.
Tot de lessen der Hoogere Burgerschool
alhier ziju alsnog toegelaten:
In de 1ste klasse M. M. van Es veld (Nijk.)
en met her-examen: H. van Meerreld (Ngk.)
en H. G. van Hengel (Nijk.)
In de Ilde klasse: J. W. Hartgerink (Hard.),
Anna C. Kuneman (Weesp), J. Ch. Godzen
(Buss.), Margaretha van Slooten, E. M. H.
Regout, en als toehoorderesNelly C. H.
Heinsius en Antonia A. Rieber.
In de lilde klasse J. M. van den Bosch (Den
Haag), L. Thole (Buss.), J. Veder (Spanke
ren), J. Meulenbelt (Baarn), P. van Eerden
(Buss.), A. A. van den Tol (Hilv,), H. J. Bei-
siegel (Buss.), E. J. Ch. Greven (Zwol) en met
her-examen: F. C. H. Taets vanAmerongen
(Den Haag).
In de IVde klasse :-W. F. H. Bischoff van
Heemskerk (Den Haag), J. H. van Heems
kerk Diiker (Hilv.) en Ch. van Heteren (Hilv.)
Afgewezen zijn 3 van de 25 kandidaten,
;r zy er aau ducht, dut dil
pron k zuch tig. onopgevoed
nil zou worden
Lucy redeneerde, dat zij totiederen prijs de lot stand
komiug yan dit huwelijk moest belettenen toch
scheen dat onvermijdelijk
Het was in de schemering van den eerstvolgendön
avond, Lucy had juist het besluit genomen, tot ei
ken prijs Emil haar diensten als ziekenverpleegster
aan te bieden, hetgeen zij tot dusver niet gewaagd
had. Had het rampzalig geheim, waarmee zy onwil
lekeurig bekend was, niet bestaan, dan had zij niet
éeu ooi;c:;biik geaarzeld, haar diensten aan te bie
den. Eén enkele innal was zij in de ziekekamer ge
weest, toen de president luid schreeuwde „Een dief
een dief! Ik ben een dief!"
Zij bespeurde Emil's ontsteltenis en bemerkte wel,
hoe bij haar uit de kamer trachtte te dringen on haar
heenzond. In dit oogenblik had zij h«m willeu ver
zoeken, haar de plaats aan het ziekbed af te staan;
zij vroog zich af of zy niet verplicht was, Emil te
zeggen dat zij alles wist; en toch, wat hadzulksge-
baut? Voorzecer werd niets anders daarmee bereikt,
dan hem opnieuw to verontrusten, terwijl zij immers
geen enkel middel bezat om hem troost of bijs'and te
verschaffen. Zij begreep, waarom Emil niemand aan
het bed zijns vaders wilde laten, maar er moest toch
een tijd komen, waarop zyn krachten hem begaven.
Eerst had zij gevreesd, wanneer zij zicb aanbood, dat
hij iets kon vermoeden, maar dit was, zooais zy zeide,
dwaasheid; als huisgenoot had zy het recht, aan de
verpleging deel te nemen. Zy wilde zich juist naar
de ziekekamer begeven, toen aau haar haar deur
geklopt werd en tot huBr verrassing mevrouw Win-
ter binnentrad.
Do anders zoo hoogmoedige dame was zeer lief
tallig, ja zelfs in het oog loopend vrieudelyk.
„Lieve Lucy," kwam zy haar te gemoet, „ik moet
je even komen bezoeken. Er is immers hier in huis
niemand te spreken. Naar ik hoor, is het met myn
heer den president verre van goed, en de zoon is de
beste verpleger. Dat hindert niets, integendeel, het
is zeer goed. Zulke zoons geven de beste getrouwde
mannen. Je weet immers wol," zeide zij met rappe
tong, „my kan het niet onverschillig wezen, dat
Emil een goed echtgenoot wordt. Het is immers eeu
publiek geheim in de stad. dat hem hot geluk zal
te beurt vallen, myn dochter te huwen. Maar ik
kwam poolshoogte nemen, hoe het met den oude
gesteld is. Hoe is het, zal hji er weer bovenop komen?"
Voor Lucy was die taal eeu slag in het aangezicht.
Zij beheer8chte zich intusschen en zeide„Ik geloof,
dat de dokter de ziekte niet als levensgevaarlijk be
schouwt. Wel is de toestand verre van gunstig."
„Wij moeten maar afwachten." antwoordde me
vrouw Winter. „Indien de oude de oogen sluit, dan
ondervindt, wegens do rouw, de bruiloft ongetwij
feld vertraging, maar myn hemel, wy hebben im
mers ook nog zóo veel met den uitzet te doen, en
bo.vendien is voor jou zulk een vertraging toch óok
zeer aangenaam. Hoe langer de bruiloft wordt uit
gesteld, des te langer kan je hier in huis blijven. Ik
wilde namelijk hoofdzakelijk met je daarover spre
ken, en wij moeten het daaromtrent eens woraen,
dat je zoodra mijn dochter hier haar intrede doet,
elders een onderkomen moet zoeken. Afgezien daar
van, dal zulk een samenzijn nooit goed doet, zou ik
het ook niet gedoogen, dat mijn schoonzoou nog eeu
jong meisje in zijn naaste omgeving had. Weet je,
tegenover schoonzoons kan men nooit voorzichtig
genoeg wezen. Ik wil je helpen een betrekking te
vinden. Men weet, dat je flink bent, en bier in de
stad zal men je gaarne als huishoudster, wellichtola
gezelschapsjuffrouw aanemen. Ik wilde er met den
president niet over spreken, omdat de oude man ver
zot op je schijnt te zijn ik dacht bij mij zelve, dat
het 't best was, me maar rechtstreeks tot jou te
weuden. Ik kan mij immers voorstellen dat je geen
overtollig stuk huisraad wenscht te zyn,enik hoop,
dat myn wenk je voldoende is. Zie dus naar ae
eene of andere betrekking uit. Wanneer ik je met
iets van dienst kan zijn, deel het mij dan medeik
wil je ook wel aanbevelen, ofschoon in dit opzicht
men niet voorzichtig genoeg kan zyu."
Zij knikte Lucy toe en verliet de kamer. In de
deur draaide zy zich nogmaals om en zeide; „Je be
hoeft mynheer Emil en den president niet te Uf-
gen, dat ik hier was." Daarop ging zij heen.
Het duurde eenigen tyd eer Lucy zicb weer be-
heerschte. De aanval was te plotseling, te onverwacht
gekomen. De wijze, waarop tot haar gesproken
was, scheen haar zóo onbeschaamd en beleeaigend,
dat zy niet wist wat zij er van zeggen moest.
{Wordt vtnolffd.)