Dinsdag 2 September 1902. GEBOET. No. 5236. 51e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. 1MERSFD0ETSCQE COURANT. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. trance per post 1.-15. Advertentiën 1—6 regels (30 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naai' buiten worden inrekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bii ad vertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. Het Middenstands-congres. Aan den vooravond van het zoo belangrijk congres, dat morgen te Amsterdam geopend wordt, schrijft «De Winkelier", het officieel orgaan der «Amsterdamsehe Winkeliers vereniging", op wier aanstichting het tot stand kwam, o.a: Dat de bladen met belangstelling kennis nemen van alles wat ons congres betreft, is reeds herhaaldlijk met groote blijdschap door ons opgemerkt, en in verschillende bladen vinden wij de mededeelingen opgenomen, dat door het Belgisch gouvernement benoemd zijn tot olïicieele gedelegeerden op het derde Internationaal Conges voor den Handeldrij- venden Middenstand de heeren Gérard Core- mans, oud-minister, en S. Stevens, directeur aan het Ministerie van Arbeid en Handel, terwijl de heer Hector I.ambrechts, chef de bureau aan genoemd ministerie, beide afge vaardigden zal vergezellen. De belangstelling in het congres neemt iederen dag toeop dit oogenblik zijn er reeds bijna 1000 inschrijvers. Üok de verschillende Kamers van Koop handel betuigen veel sympathie; de meeste hebben besloten, oflicieele afgevaardigden te zenden. Op verzoek van het Comité van organisatie (Secretariaat 155 Kal versl raat) zij nog eens meegedeeld, dat in den inschrijvingsprijs als lid van het Congres begrepen is de franco toezending van alle verschenen en nog te verschijnen rapporten, evenals het na afloop van het conges uit te geven stenografisch verslag van al het verhandelde. Gaven wij in ons vorig nummer een over zicht van eenige artikelen uit andere bladen, waarin het congres wordt besproken, thans vinden wij in het Christelijk-soeiaal weekblad «Patrimonium" (redacteur ds. Talma) een hoofdartikel, waarin het congres wordt be sproken. Het blad acht het gelukkig, dat nu een congres samenkomt, dat ook aan onzen win kelstand duidelijk kan maken, dat er in onderlinge samenwerking steun en kracht schuilt, een kracht, die wel eens grooter kan blijken, dan die ontwikkeld wordt door mededinging. Het betreurt echte.', dat het congres zich bepaalt tot den winkelstand. simmers de winkelstand is slechts een deel van den middenstandmisschien, dat dit samenhangt met de Oud-Hollandsche ueiging om aan den handel meer waarde te hectiten dan aan de nijverheidmaar wel is tc hopen, dat dit congres niet oorzaak worde, dat in het vervolg van de beweging en bepaald ook wanneer de overheid tot helpen geprikkeld wordt, de nijvere midden stand worde vergeten. Wij behooren tot hen, die meenen, dat het een sociaal en een nationaal belang is, den middenstand te helpen, maar willen er wel eerlijk voor uitkomen, dat wij dan eerst aan de nijveren en daarna aai. de winke liers denken. Vooreerst, omdat bij de nijveren meer dan bij de winkeliers van een middenstand sprake is. »lu de nijverheid is er een middenstand. Aan de eene zijde de arbeider, die zuiver loonarbeider is, aan de andere zijde de werkgever, die zuiver leider van de onder neming, is, en daar tusschenin de stand van de nijveren, die de leiding hebben van de onderneming, maar toch ook nog hun deel hebben aan den arbeid, die in de groote ondernemingen door ondergeschikten wordt verricht. Wie de klove tusschen patroons en arbeiders betreurt, gevoelt dadelijk hoe hooge waarde een krachtige middenstand heelt. «In den handel is er eigenlijk geen mid denstand, maar er is groothandel en klein handel. »Daarom heeft o. i. de nijvere middenstand sociaal veel hooger waarde dan de winkel stand. «Maar wij zien niet over het hoofd, dat het congres, handelend over den winkelstand, allerlei onderwerpen zal behandelen, die ook voor de nijveren van beteekenis zijn. Trou wens, al ware het niet zoo, deze beide groepen zijn zóo nauw aan elkander ver bonden, dat een krachtige beweging in de eene groep wel ten goede mo6t komen aan de andere. «Wij hopen dan ook", eindigt het blad, »dat het Congres goede vruchten zal afwer pen en den weg wijzen tot verlichting van den druk waaronder ook deze stand leeft". De «Arnstenl. Courant" teekent hierbij terecht het volgende aan «Patrimonium" dwaalt als liet meent, dat het Congres uitsluitend voor de winkeliers wordt gehouden, al heelt deze fractie van de breede kern van den Middenstand het initiatief voor het Congres genomen, omdat zij met de organisatie van den Middenstand is begonnen. «De vlag waaronder het Congres vaart, laat i overigens aan duidelijkheid niets te i\enschen." In de »Manufacturier" vinden wij een brief uit het Noorden, van X., die over het Congres niet best te spreken is. Hij noemt het een «naar alle waarschijnlijkheid doodgeboren j kind." Waarom Luistert maar eens Wanneer daar wordt gesproken door heeren advocaten ol'andere officieeliteiten (het woord is van mij) die de zaak, waarover het gaan zal, wel eens bekeken, nooit gevoeld hebben, wanneer daar door het socialisme wellicht propaganda gemaakt zal worden, voor hun idee «weg met den middenstand", wanneer daar een motie zal aangenomen worden met algemeene stemmen, omdat de tegenstanders niet aan het woord komen (de gegronde vrees van den inzender van het aangehaalde stuk) dan gaan de congressisten naar huis en gaat het hun als de poes die in Rome geweest was en miauwde toen men haar vroeg hoe hel er daar uitzag. Het beest was in die stad ook niets wijzer geworden." Bovendien is de schrijver bang, dat velen zich niet naar het Congres zullen begeven omdat in September het reeds wat druk kei- begint te worden en zij zich die drukte na de tegenwoordige malaise niet zullen laten ontrooven. Goedig vervolgt hij evenwel Overigens, laat u zoo min mogelijk weer houden dit congres te bezoeken, indien gij dit doen kunt zonder schade 1°. kan ik abuis hebben in mijn pessimistische beschou wing, en is het Congres werkelijk zeer prac- tisch en nuttig2°. zullen er toch altijd wel eenige nieuwe gezichtspunten, die de moeite van komen loonen, te voorschijn gebracht worden. Wie kan mij zeggen, zoo vraagt hy nog ol er zonder uitnoodigingskaart ook toegang wordt verleend De laatste vraag kunnen wij met «neen" beantwoorden. Wie geen kaart heeft, kan er niet inmaar hij kan er nog een koo- pen, door zich alsnog te laten inschrijven als lid van het congres, voor f2.50. Scherp steekt tegen dezen brief'het geest driftvolle stuk af van den Man van de El in hetzelfde nummer van de «Manufacturier." Behandelt X het congres meer en bagatelle, de Man van de El is er een warm voorstan der van hij is overtuigd van het welslagen en goeft een uitvoerig betoog, waarin hij 18.) Hij kon zijn ontroering, droefheid en blijdschap tegelijk, niet langer bedwingen en barstte in ecu ze nuwachtig snikken uit. Toen hij wat tot bedaren was gekomen, verhaalde hij het volgende,,Ik deed een rondreis door Italië, vergezeld van deu speelgenoot mijner jeugd, mijn besten vriend ter wereld, naar ik meende, Wij hadden Calabrië en Apuliê bezocht en kwamen in Maart 180. te Napels. Ik was vroolijk eu opgeruimd, want do reis leverde ons veel genoegen op. Het gelukkigst was ik echter in de nabijheid van een meisje, wier schoonheid mij in verrukking bracht en wier deugd geroemd werd. Mijn hart werd door deze liefde zoozeer beheorscht, dat ik de plichten tegenover mijn grijzen vader vergaten zon der zijn voorkennis of toestemming met haar in de domkerk te Napels trouwde. Dat gobeurde den '25. April 186 Hij legde den ring op de tafel, trok zijn hand schoen uit en toonde aan Paulo een ring, die in alle opzichten gelijk was aan dien welken Cecilia had meegekregen bij het verlaten van bet Vonde- lingshuis. Dat de timmerman verbaasd opkeek, is licht tc begrijpen. De vreemdeling vervolgde echter „Ik maakte mij er niet bezorgd over, dat ik bui ten weten van mijn vader gehuwd was, wantik was zijn eenige zoon en hij had mij hartelijk lief. Zoo dacht ik aan de zijde van mgn vrouw een paradijs te vinden in onze echtelijke wcniing, maar, helaas! ik was nog geen veertien dagen getrouwd, of ik werd ziek. Een hersenontsteking hield mij maan den lang aan het bed gekluisterdmijn vrouw wenschte niets liever, dan mij te verplegen, maar zij was daarvoor te zwak en werd zelf ziek. En van die omstandigheden maakte uiiju valsche vriend ge bruik. Hij maakte mijn vrouw arm en ellcudig en stortte mij in een eindelooze jammer. Zij stierf wel dra in armoede, aau wanhoop ten prooiik werd als krankzinnige in San Sa 1 va tore opgesloten en bleef daar twintig jaar gevangen." Breedvoerig vertelde de vreemdeling nu, hoe hij door een braaf, edel meisje uit zijn gevangenschap verlost en in het bezit van zijn eigendom hersteld was. „Zoodra ik weer do vrijheid mocht genieten, vor- trok ik naar Crovigno oin naar mijn beminde vrouw onderzoek te doen on vernam daar, dat zij reeds twintig jaar te Napels begraven lag. Ik bezocht baar graf en begon daarna een onderzoek naar het doch tertje dat zij mij had nagelaten. Eindelijk brachtcu mijn uasporingeu mij in het Voudelingshnis. Daar deelde de moeder-overste mij mede, dat men bij uw vrouw, bij haar opneming in het gesticht, Duiisebe brieven en een riug met den daturu 25 April 186. had gevonden. Ik snelde niet dadelijk naar hier, om dat ik de eerste hevige gemoedsaandoeningen wat tot kalmte wilde laten komen. Toen ik een uur ge leden uw woning betrad, was mijn hart vol bange vrees. Wegens de brieven en den ring, die ik in uw bezit wist, had ik de overtuiging, dat ik bier mijn kind zou vinden, doch ik beefde voor haar lot. Im mers, zij kon evengoed een dronkaard tot echtge noot gekregen hebben, als een braaf en oppassend werkman; ik kon niet deuken, dat haar zulk geluk kig lot ten deel zou gevallen zijn, maar de goede God beeft over mijn kiud gewaakt en haar een lief hebbend echtgenoot geschonken, die baar gelukkig maakt. Zooals ge reeds weet, heeft geen onverschil ligheid mij twiutig jaar vau mijn dochter verwijderd gehouden. Al ben ik nu een vreemdeling voor haar, zij is lüiju kind sta mij toe, dat ik haar omhels eu mijn zegen geef!" Op deze woorden naderde Paulo met Cecilia aan de hand. Niet langer aan de stem des bloetls kun nende weerstaan, sloeg Cecilia de armen om den hals van den vreemden edelman, die haar onstuimig aan zijn hart drukte. Niemand sprak een woord. aantoont, dat de winkeliers, als belangheb benden, moeien verschijnen op het Congres, omdat zij door hun wegblijven zei ven de schuld zouden dragen van de gevolgen, zoo die niet naar hun zin zijn. Het «Venloosch Nieuwsblad" geeft een ar tikel van Fry dunk om nog eens de Limbur gers op te wekken, aan het congres deel te nemen. In dit artikel wordt ook de bundel rapporten genoemd als bewijs, dat de man nen der practijk opkomen niet enkel als zwij gende en ja-knikkende toehoorders, en wordt opgemerkt, dat die rapporten een blijvende waarde hebben, omdat de vraagstukken, die den middenstand raken, nog zeer weinig en zeer oppervlakkig zijn bestudeerd. De meeste bladen' zijn van dezelfde mee ning en publiceeren den korten inhoud van vele rapporten. Kortom; na al wat er reeds over het con gres geschreven en gesproken is, kunnen wij als onze overtuiging uitspreken, dat, dank zij de hulp der pers, het congres een groot succes belooft te worden. Wij hebben onze bescheiden krachten even eens aangewend tot het behoorlijk voorbe reiden en bewerken der openbare meening, maar zouden daarin niet geslaagd zijn, zon der de krachtige medewerking fier bladen, wier van warme belangstelling getuigende artikelen en opmerkingen wij met groote ingenomenheid en dankbaarheid hebben be groet en gewaardeerd. De volgende onderscheidingen zijn toege kend aan stadgenooten of oud-stadgenooten. Benoemd zijn tot ridder in de Órde van den Nederlandschen Leeuw de heeren jhr. mr. W. A. Hooft, presideut der Arron- dissements rechtbank te Haarlem, en L. Brender a Brandis, kolonel-commandant van I het le regiment infanterie. Benoemd zijn tot ridder in de Orde van I Oranje Nassau de heeren J. D. Wijnkoop, opper-rabijn in het ressort AmersfoortB. C. j van Berkel, ontvanger der registratie van I gerechtelijke akten te 's-GravenhageM. j van Kuyk, ritmeester-commandant van het eskadron ordonnansenen H. C. van der Horst, directeur van het Post- en Telegraaf kantoor. Aan den heer G. K. G. van Aaken, kapel meester van het 5e regiment infanterie, werd „Mijn dochter!" zuchtte baron Vou Erleuburg eindelijk. Cecilia sloeg haar helderblauwe oogen, die van go-luk straalden, naar haar vader op en trok Paulo aan haar zijde met do woorden: „vader, mijn ruan De gelukkige vader lachte, hield ziju dochter met deu rechterarm omvat, logde de linkerhand op Paulo's schouder en zeide: „Kinderen! Ik zie, dat ge gelukkig zijt met elkander! Moge God uw ge luk doen voortduren, zoolang ge leeft." „Amen'" klonk het plechtig iu het kleine \er- trek. Nog waren geen twee dagen verloopen, of Paulo en zijn vrouw waren met alle gebeurtenissen be kend, die Kort voor en na Cecilia's geboevte had den plaats gehad. In gezelschap van baron Von Erlenburg hadden zij Crovigno bezocht en daar uit den mond der nog levende getuigen gehoord, hoe zwaar de brave Amalia vóór twintig jaren geleden had. Ook hadden zij het kerkhof te Napels bezocht, waar de zwaar beproefde vrouw begraven lag, en een kruis op haar graf geplaot. I Zjj wisten nu ook, dat Cecilia ats'.nmde uit een hoog-adellijke Oostenrijkscbc familie, dat|baron Von Erlenburg schatrijk was, uitgebreide landgoederen in Stiermarken bezat en Cecilia zijn eenig kind was, zoodat zijn rijkdommen haar erfdeel zouden kunnen worden. Paulo werd eenigszins wrevelig bij de gedachte, dat hij de schoonzoon van dien rijken en voornamen edelman was. Het hinderde hem niet, dat hij in rang zoover be neden dien schoonvader stond, maar ziju groote lief de voor Cecilia bracht hem op de gedachte, dat de genegeuheid voor buar vader wellicht mettertijd zoo danig zou toenemen, dat hij—Paulo—niet langerhet eenig voorwerp van haar denken en streven zou zijn. Hij werd door ijverzucht gekweld en diekwelling nam eiken dag toe. Daardoor werd een schaduw ge worpen op het geluk van dit voorbeeldig gezin, hoewel Paulo volstrekt zijn gevoelens niet open baarde. Ook baron Von Erlenburg bemerkte weldra, dat cr iets aan haperde, doch hij kon natuurlijk de ware reden zelfs niet gissen hij had er echter hinder van en besloot, zoo mogelijk, alle moeilijkheden uit den weg te ruimen en daartoe bood zich weldra een goe de gelegenheid aau. Op zekeren dag gebruikte hij het middagmaal bij ziju kinderen. Toen Cecilia na den maaltijd de tafel had afgenomen en met de kleine Emma in een an dere kamer was gegaan, zeide liij „Hoor eens, Paulo, je weet, dat ik tamelijk ver mogend ben. Ik heb het voornemen, voor Cecilia een kapitaal vast te zetten vau de rente kan jelui dan voortaan op wat grooter voet leven." „Och, waarom zou n dat doenvroeg Paulo tame lijk onverschillig. Mijn vrouw heelt tot heden ner gens behoefte aau gevoeld, of ik was in staat het haar te geven eu als ik Cecilia goed beoordeel, dan geloof ik dat zij ook in de toekomst tevreden zal zijn met hetgeen ik haar door mijn arbeid kan ver- schaden." „Dat is alles goed en we), zeide de baron bedaard, maar het is toch zoo kwaad niet, als de vrouw eeDig vermogen bezit; dat kan immers de zorgen van den man verlichten en tot het geluk van het geheele ge zin bijdragen," „Daar hebt u gelijk in, maar op zoo iets heb ik niet gerekend toen ik in Cecilia lot vrouw nam. Alles wat wij hier om ons hoen zien, is de vrucht van mijn arbeid; Cecilia is daarmede tevreden, zij heeft nooit geweten, dat zij tot een adellijk geslacht be hoorde en is niet opgevoed om in de wereld als voorname dame op le treden; misschien zou zij on gelukkig worden doorceu verandering van omstan digheden. Laat dus liever alles blijven, zooals het nu is. Het was steeds mijn grootste genoegen, voor vrouw en kind te arbeiden en ik had daardoor het recht op hun onverdeelde liefde." Door deze laatste woorden had Paulo zijn geheim ste gevoelens verraden. (Wordt wvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1