Donderdag 16 October 1002. George en Dolly. No. 5255. 52e jaargang. Feuilleton. AMERSFOOETSCHE COURANT. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent: elke regel meer 10 cent. Legale-, olïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrijven te Amersfoort. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT; Maken bekend, dat op heden afschriften van de processen verbaal, vermeldende den uitslag der op den 14. October gehouden stemming, ter verkiezing van 5 leden-patroons en 5 leden-werklieden van de bovengenoemde Kamer van Arbeid zijn aangeplakt, terwijl zoodanige afschriften voor een ieder ter Ge meente-secretarie ter inzage zijn nedergelugd. Amersfoort, den 15. October 1002. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Dc Burgemeester, De Secretaris, WUIJTIERS. B. W. Til. SANDBERG. Slniatlienainiiig, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT Brengen ter nlgeuicene kennis, dat de Gemeente raad in zijne vergadering van 15 October 1.1. heeft besloten 1. den (ouden) Stationsweg, loopende van het huis van den heer Boks tot de Bierbrouwerij, een anderen naam te geven en wel: „80E8TE lil) VV AUS8TK A AT. Stationsplein, te noemen „STATIONSSTRAAT." Gedaan te Amersfoort, den 10. October 1H02. Burgemeester en Wethouders voornoemd, l)e Burgemeester, De Secretaris. WUIJTIERS. B. W. Tn. SASDBERG. 8 Maart 1865. 16 Oct, 1866. 16 Oct. 1902. Drie belangrijke data in liet leven van der eenvoudigen man met vvien lieden een groo aantal vrienden en kameraden feest vieren die van zijn in dienst treden bij liet lnstructie- Battaillon, die van den dag waarop zijn wer kelijke dienst begon te tellen, en <lte van den dag waarop hem de gouden medaille voor 30-jurigen trouwen dienst werd toegekend. Als we ons niet vergissen, is dit de tweede maal sedert bet 5e regiment infanterie hier garnizoen houdt, dat (leze uitteraard vrij zeldzame plechtigheid werd voltrokken: en mocht indertijd adjudant Christen die heden tegenwoordig was zeer groote blijken van hartelijkheid ontvangen toen hem het eerme taal werd uitgereikt, heden heeft het ge- heelo korps er een waren feestdag van ge maakt, nu de adjudant-vaandeldrager ge- eerd werd wegens zóo langdurigen en trouwen dienst. En daartoe was reden. Franciscus Kiepe, den 29 Mti 1866 als kor poraal-titulair overgeplaatst bij het 5e regi ment. infanterie en daarbij 6 October 1867 tot sergeant bevorderd, den 3 November I860 als fourier aangesteliden 12 Septem ber 1872 tot sergeant-majoor en den 1 April 1881 tot adjudant-onderol'liciei1 benoemd, is reeds sedert 1 Maart 1881 adjudant-vaan deldrager van het korps. Den 31 Augustus 1868 werd hem de eere-medaille in zilver van de Oranje Nassau-orde toegekend. «Les colonels s'en vont, mais les porte- enseigne restent-'maar toch heeft Kiepe in de bijna 20 jaren dat hij szóo dicht bij den haard" zat, nimmer misbruik gemaakt van zijn positie en juist daardoor niet alleen zich het vertrouwen zijner chefs, doch ook de warme genegenheid zijner collega's en ondergeschikten verworven. Officieren en minderen hebben dan ook al bet mogelijke gedaan om den gedenkwaar- digen dag voor dezen braven soldaat te maken tot een waren feestdag. Om half zeven reeds begonnen de feeste lijkheden met een reveille door de gezamen lijke tamboers en hoornblazers, gevolgd door een aubade van het muziekkorps en terwijl dit zijn bekende marsch «Lang zal hij leven" deed hooren, werd de jubilaris eu zijn gezin gecomplimenteerd door het Hoolü-comité, bestaande uit adjudant Zaalberg, Eere-voor- zitter adjudant Lissone, Voorzitter adjudant Wijk, Secretaris-Penningmeester; sergean ten-majoor Van Schouwenburg en J. C. van Aken en sergeant-titulair Ruijs, Commissa rissen. Hoe gaarne zouden we de hartelijke woor den herinneren waarmee liet keurig bloem stuk aan adjudant Kiepe door den Voorzit ter als vriendelijken ochtendgroet werd over handigd. Onze ruimte gedoogt dat echter niet; zelfs moeien we schijnbaar onbeleeid zijn tegenover den jubilaris, dat we zijn woorden van dank niet herhalen. De oflicieele plechtigheid ving te half twaalf aan; inmiddels stroomden degelukwenschen toe en kwam nu deze, dan gene den jubilaris de hand drukken. De troep, waarbij een detachement orde- nansen en een van de artillerie, stond onder bevel van majoor Bischoff van Heemskerrk. Nadat door overste Van Buuren, waarnemend commandant van het 5e regiment, inspectie was gehouden, werd een carré geformeerd, de ban geopend en voorlezing gedaan van het Ministerieel besluit van 23 September waarbij de «bijzondere onderscheiding en belooning voor trouwen dienst" werd toege kend. Nadat overste Van Buuren de ban had doen sluiten en de medaille had vastgehecht, sprak hij den jubilaris ongeveer als volgt toe Een voorrecht, een groote eer acht ik liet, u als braaf militair 'leze medaille te mogen uitreiken. Een enkel woord wil ik wijden aan deze zoo zeldzame gebeurtenis. Gaat het u a!s mij, dan denkt ge thans terug aan den tijd waarop gij, evenals ik, bij bet Instructie-Bataillon de eerste onvaste schre den hebt gezet op de militaire loopbaan. Wie zijn er over van hen met wie ge in dienst traadt En gij gevoelt welk groot voorrecht u gegund is, dezen dag te beleven welk groot geluk er voor u in ligt dezen dag geëerd te worden, gezond naar lichaam en naar geest en omringd door uw familie. Aan hoe weinigen slechts kan deze on derscheiding worden uitgereikt. Weliswaar diendet gij niet zooveel in den troep, deedt gij geen wachtdienst, maar toch hadt ook gij vele jaren achtereen vooral niet minder inspannend werk. Veel regiments-commandanten en kapiteins adjudant hebt gij met liefde en trouw en groote zorg nto bijna 20 jaar gediend zij allen roemden uw groote ervaring, uw takt en groote kennis van zaken en vertrouwden u ten volle een deel van hun taak toe. Uw werk heeft nooit aanleiding gegeven tot eenige opmerking van belang; ongetwijfeld is dit zeer slreelend voor u. Maar uw zou nauwe, dagelijksche omgang met zóo veel chefs, die toch allen hun menschelijke eigen aardigheden hebben, en wier achting ge toch hebt verworven, bewijst, dat ge naast een militair vol plichtsgevoel, een goed monsch zijt. /ij allen roemden uw beschei denheid on achten u zij allen stellen u ten voorbeeld en zij allen zouden u heden bun deelneming bij uw leest betuigen, ware hot niet, dat velen hunner reeds den tol der na tuur fiebben betaald. In bun plaats zeg ik u thans dank ei) wcnsch ik u geluk. De tegenwoordige regiments-commandant, een groot menschenkennor, waardeert, hoe kort bij hier ook eerst zij, uw ijver en uw optreden en droeg mij evenzeer op, u ge luk te wenschen. Gij, kameraden van den jubilaris, weet hoe bij steeds bereid is u inlichtingen te geven 3 (Slot.) Hierop zuchtte ik en nog vind Ik, dat ik cr reilen voor huil. Het was de zucht van eeu moralist, j „Ze heblien me gevraagd voor de volgende va- I cautie, zei George, die me aankeek uit den hoek van een ondeugend oog. Misschien vond hij het al te ondeugend, want hij voegde cr geruststellend aan toe: „Neen maar er valt niets op te zeggen." Ik geloof, dat ik niet minder zei fbeheersching heb dan de meeste menschel), maar toon ik dit hoorde, I moest ik toch lachen. „Wat drommel valt er te lachen?" vroeg George nijdig. Ik antwoordde niet en hij ging voort„Je hebt. me nooit verteld wal een.... hoe ze eigenlijk is, Sum. Je wou haar heelemaal alleen voor je zelf houden, inhalige vent." „George George George! zei ik. Ga je mor- 1 gen naar Oxford terug?" „Ja." „En je blijft twee iuaanilen weg?" »Jn" „Dan is nllts in orde, zei ik en kruiste mijn bee- nen. Er is meer deugd iu twee maanden dan in de tien geboden." George keek me onverschillig aan. „Ju bent soms een onverdraaglijke kerel", merkte hij eritisch op, terwijl hij opstond. „Moet je nu al gaan?" vroeg ik. „Ja er is nog een massa ic doen. Hoor eens, Suiu, nou moet je niet gaan vertollen van. „Wat vertellen?" „Nou dat weet jo wel, ouwe idioot," zei George mei een glimlach, prikte me in mijn zijde mcizijn wandelstok en verdween. Ik bleef zitten nadenken over de eenvoudige ele menten, waaruit het geluk van de jeugd is saanige- steld. Het kwaad verliest zijn bekoring naarmate wc ouder worden. fn deze overpeinzingen verdiept, had ik niet op gemerkt, dat een burouchotle vóór me had stilge houden en plotseling merkte ik, dat een lakei me aansprak. „Pardon, mijnheer, zeide hij,mevrouw willen spreken." „Wat is het toch een heerlijk ding zijn", merkte ik op. „Ja, mijnheer, zei Martin, het is een mijnheer." „Maar erg kort" zei ik. Martin is zeer eerbiedig en zei niets - althans; wat bij tegen den koetsier i „Stap in on rij wat mee rond," stelde Dolly voor. „Ik kan niet, antwoordde ik; mijn teenen doen P'jn" „Wat scheelt er aan je teenen?' vroeg Dolly mot een glimlach. „Iemand heeft me er op getrapt, zei ik, in deba- j rouchotto stappend, eu ik voegde er gcstrengelijk I aan toe: Ik geloof, dat het beter is, dat ik met mijn I rug naar de paarden ga zitten!" u graag jong te oio dag, als gij deze van hem vraagt en liet is mij een groot genoegen ook namens u hem thans hulde te brengen. Onderofficieren, korporaals en soldaten, de meêsten uwer moesten nog geboren worden, toen adjudant Kiepe reeds het eereblijk droeg van trouwen dienst aan Vaderland en Koning bewezen. Velen uwer stellen zich hem voor als een soort geheimzinnig persoon, omdat zij hem zoo zelden zien, maar bedenkt allen, dat elk verzoek dat gij doet, elk belang dat gij hebt voor te dragen, alle bescheiden die aangaande u het regiments-bureau bereiken, door zijn handen gaan en dat hij dat alles met groote zorg en nauwkeurigheid voor staat. Neemt een voorbeeld aan hem, dien ik ook namens u dank zeg. Het was te verwachten, ja, niet meer dan natuurlijk, dat hel regiment hier dezen dag tot een grooten feesldag zou maken maar ook het bataljon te Utrecht en de overige korpsen hier zonden deputaliën. ik verzoek de commandanten dezer detachementen hun nen chefs dank te betuigen voor bun tegen woordigheid. Ik hoop, jubilaris, dat gij nog veie jaren zóo gezond zóo Hink zult behouden blij ven voor Vaderland, Koningin enRegiment." Terwijl bet «Wilhelmus" werd aangeheven' kwamen de officieren adjudant Kiepe en zijn familie de hand drukken, waarna voor den jubilaris werd gedefileerd. Na afloop van het défilé werd de heer Kiepe genoodigd, even op de Bibliotheek te komen, waar hem namens de officieren een prachtig gouden horloge, op de kust waarvan de bovenstaande herinueringsdata, werd vereerd. Pliotograaf Van de Poll had reeds om 2 uur eenige welgeslaagde kiekjes gereed, van welke hij er zond naar de receptie. De orde welke in de kazerne heerscht eu daardoor de onverbiddelijke eisch, dat althans de meest noodzakelijke dienstverrichtingen werden uitgevoerd, brachten een pauze, ge durende welke de lieer Kiepe althans iets tot verademing kon komen. Om twee uur begon de receptie, welke gehouden werd in het keurig versierd scherm- gebouw en waarop zoowel officieren als de- putatiën van andere korpsen en inrichtingen, zoo van hier als elders, nogmaals hun ge luk wenseh kwamen brengen Het muziek gezelschap «T. A. V. E. N. U." bracht, onder directie van den heer C. Pool, op zeer ver dienstelijke wijze eenige welgekozen num mers ten gehoore, waarbij een foestmarsch, aan den jubilaris opgedragen en gecompo neerd door staf-muzikant H. Hendriks. Bij monde van adjudant Lissone werd gedu rende de receptie het cadeau der onderol'ficie- nee, je bent mijn man niet, zei Dolly. Ga hiel i, en ze maakte plaats aan haar zijde, terwijl lortging: ju neef bevalt me nogal." schaam me over jo, merkte ik op, op jou leeftijd. „Sum 1" ..Met het oog op zijn leeftijd, zeg ik, is je gedrag schandelijk. Ik stel nooit weer aardige jongens aan je voor." „Hè, jawelzei Dolly, met gevouwen h inden. „Je geeft ze rozen, zei ik beschuldigend. Je maakt ze ontrouw aan hun eerste liefde." „Ze had een gezicht als een pudding", merkte Dolly op. Ik keek donker. Dolly raakte even, bij toeval, met haar vinger mijn arm aan. „Het is zoo'u aardige jongen, Sam, zei zc. Wat lijkt hij op jou!" „Dat ben ik al lang te boven, zei ik. Ik ben zesendertig." „Je schijnt het er op gezet te hebben, onaange naam te zijn, zei ze. zich van mij wendend. Neem me niet kwalijk, dal ik je daar aanraakte, mijnheer Cartel". „Ik had het niet gemerkt, lady Mickleham." „Wilt u misschien uitstappen „We. zijn mijlen ver van mijn club", zei ik on tevreden. „Hij is zoo grappig, zei Dolly niet een plotse- lingen glimlach. Hij heeft tegen Archie gezegd, dat ik de bekoorlijkste vrouw van heel Londen ben Dat heb jij nooit gezegd". „Hij heeft het zelfde beweerd van de juffrouw met liet pudding-gezicht", merkte ik op. Een lange stilte volgde. Daarop vroeg Dolly: „Hoe gaat het met je teenen „Het rijden doet ze nogal goed", zei ik. „Als hij nü al zoo gek is, wat moet hij dan wel op jou leeftijd zijn." „Eeu wijs man", zei ik. „Hij stelde voor, dat ik hem schrijven zou", lachte Dolly. Ik zei slechts: „Hij zal alles vergeten ziju tegen dc volgende vacantie". „Hij zal het zich twee dagen later weer herinne ren", antwoordde Dolly. „Laat het rijtuig stilhouden,zei ik ik wil even alle3 aan mevrouw Hilary gaan vertellen". „Ik zal liet rijtuig niet k en stilhouden, zei Dolly ik neem je mee naar huis". „Ik doe opgeld vandaag, bij gebrek aan beter," merkte ik sarcastisch op. „Eeu menseh moot toch wat hebben," zei Dolly. „Hoe gaat het nu met je teenen?" Ik keek Dolly aan. Dat had ik maar liever uiet „Zou afternoon-tea de pijn veel erger maken vroeg ze bezorgd. „Het zou ze goed doen," zei ik mot groote be slistheid. En dat is nu absoluut alles. En wat ter wereld mevrouw Hilary er aan af te keuren vond, weet ik niet, temeer omdat ik meer dun de helft verzweeg; maar ze vond toch wat af te keuren. Ze ziet er evenwel heel lief uit als ze afkeurt. George kiikt me niet meer aan en als er op de club over uic gesproken wordt, doet hij net of ik een wildvreemde voor hem ben.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1