Zaterdag 28
Februari
1903.
PHOENIX - BROUWERIJ.
Export naar Oost- en West-Indié.
No. 5313.
52e Jaargang.
De wetsontwerpen.
Feuilleton.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
AMERSMTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente AMERSFOORT,
brengen ter ulgeineene kennis, dat bij hun
besluit van heden, ingevolge art. 8 der Hinder
wet, aan F. S. van EIJBERGEN, wonende al
hier, vergunning is verleend tot de oprichting
van eeno varkensslachterij en rookerij van
vleeschwaren in het perceel aan de Lavendel
straat, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort,
sectie E, No. 2698.
Amersfoort, 26 September 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Tu. SANDBERG.
Uit den aard der zaak konden we in ons
vorig nummer slechts den tekst der drie
ontwerpen van wet en de inleiding van den
Minister van Binnenlandsclie Zaken mee-
deeleu.
Gevraagd werd of de aanvulling en wij
ziging van het Wetboek van Strafrecht alléén
betrekking heeft op het spoorweg-personeel
en of de maatregelen alléén genomen zijn
om een nieuwe spoorwegstaking te voorko
men en »de rest te laten, zooals ze is".
Op deze vraag geeft het alleszins voldoende
antwoord de Memorie van toelichting van
den Minister van Justitie, en van welke Ijl
luidt
De gebeurtenissen, die vóór enkele we
ken een groot deel van Nederland in be
roering brachten, hebben de aandacht doen
vestigen, ten deele opnieuw doen vestigen,
op meer dan éen bedenkelijke leemte in het
Wetboek van Strafrecht.
In de eerste plaats is wederom ten duide
lijkste gebleken, dat de persoonlijke vrijheid
door de wet niet meer voldoende met waar
borgen is omkleed.
Artikel 284, 1o. Wetboek van Strafrecht,
voorkomende in den Titel «Misdrijven tegen
de persoonlijke vrijheid" stelt wèl strafbaar
den weden-echtelijken dwang, ten gevolge
waarvan hij, legen wien de dwang werd
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
»DOK TER".
49.
uitgeoefend, iets doet, niet doet of duldt,
wat hij, zouaer dien dwang, niet gedaan,
wel gedaan, of niet geduld zou hebben, maar
alleen dan wanneer zoodanige dwang plaats
grijpt door middel van geweid of bedreiging I
met geweld.
Deze bepaling voldoet blijkbaar niet meer
aan de tegenwoordige behoefte der maat
schappij.
De ondervinding immers en zeker niet
die van de laatste dagen alléén heeft aan
getoond, dat een vorm van dwang voorkomt,
die, zonder zich te openbaren door geweld of
bedreiging met geweld, in zóo hooge mate
wederrechtelijk de persoonlijke vrijheid aan
tast, dat bij in een beschaafde maatschappij
niet mag worden gedoogd. i
Iedere dwang, die een ander er toe brengt j
iets te doen, na het laten of te dulden, wat i
hij zonder dien dwang niet zou hebben ge- i
daan, nagelaten of geduld, is uitteraard een I
aanranding van de persoonlijke vrijheid.
Zoodanige aanranding kan rechtmatig, inaar
ook onrechtmatig, «wederrechtelijk" zijn.
Nu behoeft dog niet noodzakelijk elke we
derrechtelijke dwang strafbaar te worden
gesteld, al is daarin gelpgen een onrechtma
tige aantasting van de persoonlijke vrijheid.
De straf toch is een «ultirnum remedium"
een middel, dat alleen toepassing mag, maar
dan ook behoort te vinden, daar, waar de
handhaving der openbare rechtsorde zulks
eischt, weshalve dan ook niet een bepaling
is voorgesteld, die, naast de bestaande be
palingen, eiken wederrechtelijken dwang,
maar een die alleen dien wederrechtelijken
dwang bedreigt met straf, die zich open
baart door hinder of overlast, of door het
bezigen van middolen, geschikt om vrees aan
te jagen.
Deze is de inhoud van artikel 284 bis.
Door die bepaling zullen o.a. worden ge
troffen zij, die op een der in het artikel aan
gegeven wijzen wederrechtelijkeen werk
man dwingen of trachten te dwingen zijn
werk neer te leggen of te hervatten, niette
arbeiden of wel te arbeiden, zich bij een
organisatie aan te sluiten of uit een organi
satie te tredeneen werkgever dwingen of
trachten te dwingen bepaalde personen al
dan niet in dienst te nemen, of ai dan niet
in dieost te houdenhet loon te verhoogen
of de werkuren te verkorteneen ander
dwingen of trachten te dwingen zijn benoo-
digheden of bepaalde levensmiddelen of wa
ren, of goederen van bepaalde personen te
koopen ol niet te koopen.
En zoo voorts.
2. Naast aanvulling van'enz.
Het dagblad «Het Volk" schreef dan ook
«Het ontwerp legt de gansche vakbewe
ging aan banden, door elke actie ter. over
reding van onderkruipers strafbaar te stellen,
en wel met ten hoogste 3 maanden of f 100
boete, indien éen persoon het. doet en met
liet dubbele dier straf, indien het «misdrijf'
door twee of meer vereenigde personen wordt
gepleegd.
«Een postenorder is thans niet meer noo-
digde Strafwet zal nu verbieden «een
ander door hinder en overlast of door het
bezigen van middelen, geschikt om vrees aan
j te jagen, wederrechtelijk te dwingen, iets te
I doen, niet te doen of te dulden" door
I die bepaling wordt elk optreden jegens on-
i derkruipers strafbaarhet is een waar
caoutchouc-artikel, dat de vakbeweging van
j haar halve kracht beroeft".
Teekenend is, dat de Tweede Kamer in
haar vergadering van Woensdag met 50
tegen 36 stemmen verwierp het voorstel-
Borgesius om de bekende interpellaties aan
de orde te stellen en met 49 tegen 36
stemmen aannam het voorstel van den Voor
zitter om Dinsdag de drie wetsontwerpen te
onderzoeken.
Aan het slot van een bespreking van de
Kamerzitting van Donderdag eD de daar ge
vallen besluiten omtrent de behandeling van
de interpellaties Troelstra en Mees en van
de Regeeringsontwerpen in verband met de
staking schrijft «Het Volk":
«Laten de arbeiders zich intusschen gereed
maken om alle krachten tegen dezen aanval
op hun recht in 't werk te stellen.
«Overal de lastertaal der «christelijke"
handlangers onzer regeeringstyrannen weer
legd
«Overal het publiek ingelicht met het
woord en de pen
«Alles gereed gehouden, opdat, op het eerste
woord van het Comité van verweer, een
reuzenstaking toone, dat de Nederlandsche
arbeider liever ten onder gaat, dan zich te
laten vertrappen.
«De Regeering heeft de arbeidersklasse den
I handschoen toegeworpen,
i «Met drieste woede ontketent zij de harts
tochten, lokt zij uit tot verzet, tergt zij de
heiligste tradities en gevoelens van ons volk.
«In blinde haast tracht zij de ketenen te
smeden, die der vakorganisatie zullen wor
den aangelegd.
«Thans is niet anders mogelijk dan hard
om hard deze schurkenstreek dwingt tot
alle wettige middelen van verzet en verweer".
De «Standaard" bestrijdt de opvatting als
We kwaraan nu veel te hoog bij de rivier en
moesten nu 'angs de rivier af. Het begon donker
te worden en het rijden daardoor erg onaangenaam.
Een pad was er niet en we reden door en langs do
doornstruiken, dio hier in overvloed stonden.
Mijn paard werd door den langen rit erg kreupel
en was niet van do vlugste, zoodat ik work had om
bij te blijven. Ik was bijzonder blij, toen we de
kampvuren in 't gezicht kregen. Om 7 uur zadel
den we af en daar we dien dag niets gegeten
badden, vieien wo met echten wolvenhonger op het
eten aan, dat de ordonnans voor ons had warm ge
houden. Den volgenden ochtend zag ik, dat mijn
kleeron vreesdijk door de dorens gehavend waren
en ook mijn gelaat had een paar ïeeljjke schram
men bekomen.
Den 16den September om een uur of tieu gingen
de wagens verder en wii terug naar dc kanonnen.
We begonnen met de oude voorlaadkanonnen,
waarvan de meeste aan den Vrijstaat behoorden en
twee te Colenso op de Engelsellen waren veroverd.
Ik inoeBt werkelijk lachen, toen ik die twceBtukjes
zag, ze waren zeker 300 jaar oud, tenmiuste ze go-
leken sprekend op die kanonnen, waarvan ik de
afbeeldingen heb gezien en waarmee onze voorva
deren do Javanen in de zestiende eeuw van onze
voortreffelijkheid overtuigden waarschijnlijk waren
het kanonnetjes, die in Kaapstad stonden en de
Engelschen op den koop toe kregen, toon de Hol
landers de Kaapkolonie aan hen versjacherden. By
bet aanschouwen van deze onschadelijke wapens
vroeg ik mezelven af, wat do Eugclschcn in het
begin van den oorlog vuu de Boereu dachten om
zulk goed togen ons in het veld te brengen. Veel
moeite om die dingen stuk to maken, hadden we
dan ook niet.
Minder gemakkelijk ging het met de FranBch
71/» cm. kanonnen; deze konden heel wat dynamiet
verdragen en wanneer ze geladen waren, moesten
we bet zand, waarmee we het kanon verder vol
maakten, tamelijk vast stampen om ze voldoende
naar onzen zin in stukken te krijgen. We laadden
een Btuk of zes te gelijk; zoodra de einden lont
waren aangestoken, stelden we ons verdekt achter
de wallen bij de rivierj op. Ontzaglijk waren de
ontploffingen en greet de snelheid, waarmee de
stukken staal door de lucht geslingerd werden het
geluid, dat die stukken veroorzaakten, was bijna
gelijk aan dat van de Ivditgranalen, waarop de
Engelscben ons zoo dikwijls gelracteerd badden.
Nadat we de oude kanonnen en de vier Fransche
hadden opgeblazen, kwamen de Kruppkanonnon
aan de beurt. Maar wat die taai waren I We laad
den ze op dezelfde manier als de andere, n.l. eerst
do lading dynamiet, waarna het kanon verder aan
gevuld werd met zand. Toen we na de losbarsting
kwamen kijken, wat bet resultaat was geweest, block
dat de lading zoo goed als niets aan het kanon
gedaan had; alleen was er een kleine ruimte ont
staan tusscheu hel achterstuk van hel kanon en
den mantel, die om het kanon gekrompen is en
waar do tappen aan vastzitten. Ik besloot nu, de
kanonnen eeuigszins anders te laden. Eerst ging er
een laag zand in tegen hot sluitstuk aandaurna
een laag dynaraielpatronen, daarna weer een laag
zand, even dik uls de dinainietpatronen lang warcD,
daarna weer een laag dynamietpatronen waarbij voor
alle zekerheid een patroon in de laag zand geplaatst
werd om een ïekero verbinding te hebben tusschen
dyuamietlagen, daarna weer zand, gevolgd door dy
namiet, totdat het kanon bijna vol watt, In de
laatste laag dynamiet stak ik de lont met siagdopjo
en nadat de lont was aangestoken, stolden wo ons
in veiligheid, iu angstigo spanning de ontplolliDg
afwachtende.
PangVrensolijk was die losbarsting, het was of
de aarde trildeals de wind liepen we om maar
spoedig den uitslag te kunnen zieD het succes was
volkomen, van twee der Kruppknnnnnen, die op
deze manier waren opgeblazen, werd geen enkel
teruggevonden, terwijl de andere ook meer dan
voldoende iu stukkeu sprongen. Ik herinner me
evenwel, dat van een het achterstuk met sluitstuk
::jn geheel werd teruggevondendit werd
rivier geworpen, omdat het niet
de
igcljjk zou ge-
weost zün zulk een kort eind met dynamiet iu stuk
ken te laten springen.
Hoezeer we ook ons best gedaan hadden, kwamen
we dien middag niet gereed en gingen daarom te
rug naar Hectorspruit, met het doel, dien nacht in
het hotel te slapen. Tot onze verbazing wemelde
bet echter van lui, die alle slaapplaatsen reeds be
sproken hadden en er dus voor ons geen beschik
baar waren. Dit viel ons tegen ons kooigoed was
met de wagens mee, zoodat we zonder dekking den
nacht zouden moeten doorbrengen en hoewel het
overdag warm was, waren de nachten toch te koud
om het zonder dekens voldoende warm te hebben.
Gelukkig hielp de hotelhouder ons ieder aan een
kombaars: we waren met ons viereD,de majoor,lyo
broer, mijnoommissaris Burger en mijn persoontje,
zoodat ik eeuigszins verwonderd was over de hulp
vaardigheid van den botelgouder. Toen we echter
de dekens in ontvangst namen, kon ik de bereid
willigheid beter begrijpen het waren n.l. dekens,
waarvan vóór de algemeene aftocht een groot aan
tal waren uitgedeeldieder kon echter maar éen of
niet meer dan twee dekens meenemen, zoodat er
eeuige waren overgebleven en deze waren in het
hotel verzeild geraakt. We moesten belooven, de
dekens, terug te geven hoewel daar niets van zougebeu-
ion, want waren wo den volgenden dag gereed met het
vernietigen van de kanonnen, dan zouden we geen tijd
hebben om uaar Hectorspruit terug te gaan, maar
allo haast moeten maken om dien avoud bij de wa
gens te komen. De dekens badden den man niets
gekost, zoodat ik totaal geen gewetenswroeging
luib ondervonden door het afleggen van een belofte,
die ik wist, dal niet vervuld zou worden.
Het was bijzonder donker, zoodat het moeilijk
zou gaan, don weg te vinden, en toch wilde de ma
joor uaar do rivier terug om den volgenden och
tend by bet lichtwordeu dadelijk aan den gang te
gaan. We vroegen liet spoorwegpersoneel of ze ons
niet aan een lantaarn konden helpen. Met alle
I bereidwilligheid werd ons die verschaft, niettegen-
I staande we bier keuuis gaven, dat wo het geleende
I niet terug konden geven. Dit kwam er totaal niet
op aanden volgenden dag giugcn ze er van door
en hoc meer er nog van de zaken door ons gebruikt
i konden worden, des te boter, want Kbaki zou toch
j alles in bezit nemen.
Na do ,lanlaarn| bjjgevuld te hebben, vertrokken
wo met den ordonnans als voorrijdor. Het rijden
in 'l donker door die doornbosscben was evenwel
een kwaad ding; eer men or erg in bad, slierde
•»een Uk langs 't gelaat of zat men in een doornUk
vast met het gevaar, een gedeelte van de kleederen
in den steek te moeten laten. Bovendien was mijn
paard kreupeler dan ooit, zoodat ik alle moeite had
om bij te blijven en duizend angsten uitstond dat
ik de lui zou kwijtraken.
Ik wil dan ook eerlijk bekennen, dat ik met een
gevoel van blijdschap den ordonnans op eenmaal
hoorde schreeuwen, dat hy het pad was kwijtge
raakt eu niet meer wist naar welken kant te moe
ten ryden.
De majoor was vreeselijk ontevreden en mopperde
dat bet een aard had, maar ik was blij, daar er
niets anders overbleef dan af te zadelen, te gaan
slapen en bij bet aanbreken van den dag verder te
gaan was de lucht helder geweest, dan hadden we
ons naar de sterren kunnen richten, maar daar de
hemel mot wolken overtrekken was, kon dit geluk
kig ook niet.
Na afgezadeld en onze paarden aan de boomen
vastgemaakt te hebben (kuiebalstereu was hier tus
schen al die boomen te gevonrlyk, daar de paarden
dan te moeilijk terug te vindeu zijn) maakten we
onze slaapplekken gereed; onB zadel werd als hoofd
kussen gebruikt eu na wat droge bladeren en gras
by elkaar gezocht te hebben, lagen we weldra op
onzen rug en sliep ik, niettegenstaande de anderen
beweerden dat hier nog leeuwen waren, spoedig als
een os. Dien nacht werden we opgeschrikt door een
vreeselijk Bchreeuwen en kermen vaudeu mijn-com
missaris bij had bepaald de nachtmerrie en ging
erg te keer. Om er een eind aau te maken, schud
den we bern wakker, waarvoor bij ons dankbaar
was, want volgens zijn zeggen droomde hy juist.dat
een leeuw op het punt stond hem te verscheuren.
Nadat ik hem hartelijk uitgelachen en gezegd had.
dat dit een gevolg was van zijn poging om my
bang te maken, sliepen we verder ongestoord tot
aan den morgen. De majoor was het eerst wakker
en wekte ons, naar mijn zin echter voel te vroeg.
Er was echter niets aau te doen de order was „op
zadelen" en toen we daarmee klaar waren, werd er
naar den weg gezocht.
Lang duurde het niet of we had don het pad ge
vonden en bet bleek, dat we niet ver van de ka
nonnen overnacht hadden do artilleristen «liepen
nog, maar waren spoedig allen gewekt eu aan het
I werk. Er moesten nog een Krupp-kanon, 3 Pom-
Poins en 6 Arnistrong-kanonneu worden opgebla
zen de laatsten waren die, welke by Colenso op de
Engelscben veroverd werden. Wordt vervolgd.