Zaterdag 23
Mei 1903.
No. 5349.
52e Jaargang.
Feuilleton.
AIERSFOORTSCIE (MAE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
tranco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
ollicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau
AMERSFOORT.
Gelet op artt 6 en 7 der Hinderwet,
Brenger ter kennis van het publiek, dat een door
.1. HONNEF ingediend verzoek, met bijlagen, om
verguntiicK tot het oprichten van eeno drukkerij,
te dryveu door een gasoline-motor van drie paarde-
krachten. in het perceel alhier gelegen aan de Sehim-
melpenniuckstraat Wijk H. No. 41, bij het Kadaster
bekend onder Sectie A. No. 1773, op de Secretarie
der Gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag, den
2 Juni aanstaande, des vuormiddags te half elf uren
gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten
overstaan van het Gemeentebestuur of van een ot
meer tijuer leden, bezwaren tegen bet oprichten van
de inrichting in te brengen.
Amersfoort, den 19. Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Tit. SANDBERG.
l)c BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet-,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins
dag, den '26. Mei aanstaande, des namiddags
te 1'/. ure.
Amersfoort, den 22. Mei 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Een merkwaardig verslag.
De bekende Haagsche correspondent van
de »Zutphensche Courant" wijdt zijn brief
van deze week nagenoeg geheel aan hetgeen
omtrent de werking van de Leerplichtwet
wordt opgemerkt in het Regeeringsverslag
omtrent he. Hooger-, Middelbaar- en Lager
Onderwijs over 1901, waarover hij in zijn
officieele positie reeds de beschikking heeft.
Om het iiooge belang dezer mededeeiingen
nemen wij den brief nagenoeg geheel over.
Wat leert ons nu, vraagt hij, dit Regee
ringsverslag
Op den voorgrond wordt gesteld, dat in
bijna alle van het Rijkssohooltoezieht ont
vangen verslagen mededeeiingen voorkomen
over de aanvankelijke werking der Leer
plichtwet en dat die mededeeiingen »over
het algemeen wyzen op niet-ongunstige
resultaten".
En dan volgt een overzicht van het voor
naamste wat in bedoelde verslagen is mee
gedeeld.
Het eerst ts aan het woord de Inspecteur
in de eerste inspectie (Noord-Brabant, Litn-
butg en Gelderland). Algemeen zoo schrijft
deze bestaat bij het schooltuezieht in deze
inspectie de overtuiging, dat de Leerplichtwet
aan do verwachtingen zal voldoen, en niet
weinigen zijn met mij van oordeel, dat het
administratief onderwijsproces, dat bij de wet
op den Leeplicht is voorgeschreven, in hoofd
zaak voldoende zal zijn om het beslaande
schoolverzuim geheel te doen ophouden en
den dwang, 'die door de wet wordt opgelegd,
zonder weerzin te doen dragen. Terwijl toch
getuigd mag worden, dat in verreweg de
meeste Gemeenten in de drie Provinciën van
deze inspectie vervolging wegens schoolver
zuim zelden plaats had en over iiet geheel
een onbeduidend aantal veroordeelingeu is
gevallen, zijn in het eerste jaar der uitvoering
de resultaten der Leerplicht verrassend ge
weest.
Ten bewijze van het voorgaande worden
dan eenige rapporten van Schoolopzieners uit
verschillende districten, meest uit Gelderland,
aangehaald. Opmerkelijk is in die verslagen,
dat vooral op de Veluwe tie resultaten zeer
gunstig waren en dat de nuttige werkzaam
heid van <le Commission tot wering van School
verzuim wordt geprezen. Te Harderwijk
meende men eerst vermeerdering in plaats
van vermindering van schoolverzuim te
moeten eonstateeren, maar later bleek het,
dat dit die leerlingen betrof, die zich vóór
de invoeriug der wet niet meer of alleen in
de winteravonden op school vertornden.
In het eerste jaar na de invoering van de
Leerplicht is in alle districten hel aantal
schoolgaande kinderea reeds aanmerkelijk
gestegen. De geheele vermeerdering bedroeg
13571. Dit aantal, schrijft de Inspecteur, zou
nog grooter geweest zijn, indien niet in meer
dere scholen gebrek aan ruimte was ontstaan,
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
*D O K TER".
zooals te Apeldoorn, Maastricht, Kerkrade,
Rozendaal, Prinsenhage, Venloo, Wageningen,
Lunteren, Veenendaal, Oosterbeok en meer
andere Gemeenten.
De Inspecteur van de tweede inspectie
(Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en
Zeeland) geeft weinig eigen oordeel, maar
vele uittreksels uit de rapporten zijner School
opzieners. Deze luiden ook over het algemeen
gunstig, maar niet onverdeeld. Zoo schrijft
de Schoolopziener van het district Gouda,
dat wel het schoolverzuim merkbaar minder
is geworden, maar dat om velerlei redenen
afdoende verbetering nog lang op zich zal
laten wachten. Als zoodanige redenen noemt
hij1e de onbeduidende boeten, aan de ouders
opgelegd bij strafvervolging, 2e den grooten
afstand tusschen school en huis op hel platte
land. Zoo schrijft de distriets-schoolopziener
van Amsterdam, dat men het eerste jaar
over de uitwerking der wet tevreden kon
zijn, dat meestal éen enkele aanmaning vol
doende is om de ouders tot hun plicht te
brengen, dat het te vroeg verlaten der school
zoo goed als opgehouden is. Dit neemt niet
weg, dat hij de wet, zooals ze thans is, wel
voldoende acht voor de kwaadwilligen, oindat
de wet te veel middelen aan de hand geeft
tot ontduiken. Te Amsterdam sehynt uaar
voor zelfs te baat te worden genomen ver
huizingen van het eene arrondissement naar
het andere. Verder klaagt hij zeer over den
langen duur der strafvervolgingen, waardoor
het mogelijk wordt, vele maanden achtereen
straffeloos de school te verzuimen. Ook de
Schoolopzieners v&n Middelburg en Goes
klagen zeer over trage berechting. Die van
Middelburg zegt, dat hij nog niet in staat is
een oordeel Ie vellen, maar hij wijst er op,
dat in het arrondissement Hulst in 1901 nog
geen enkel proces-verbaal was opgemaakt.
Het ongunstigst is hel rapport van den
schoolopziener uit Goes. Hij klaagt, dat nog
vele ouders doen alsof er geen Leerplicht
bestaat. Desniettemin geeft hij ook getuige
nissen van eenige Hoofden van scholen, die
over de werking van de Leerplichtwet te
vreden zijn.
Mij komt bet voor zoo eindigt de In
specteur zyn verslag dat de Leerplichtwet
in de hand van tactvolle Schoolopzieners een
voortreffelijk raiddel is om zwakke, slordige,
afhankelijke oudei's te steunen in het ver
vullen van hun ouderplicht; dat zy uit
stekend werkt tegenover bandelooze kinderen,
zoolang de ouders niet bepaald tegenwerken
maar dat zy faalt tegenover opzet en moed
wil van de zijde der ouders". Voor een deel
schrijft hy dat ook toe aan de langzame
berechting.
Veel gunstiger luidt weer het verslag van
den Inspecteur der derde inspectie (Friesland,
Overijsel, Groningen en Dronte).
»Ik mag aanvangen met de mededeeling",
zoo schrijft hy, »dat alle distrits-schoolopzie-
ners met ingenomenheid van den invloed
van den Leerplicht gewagen en hoewel zy
erkennen, dat er aan die wet technische be
zwaren kleven, geen ouder toch om die re
den de Leerplichtwet meer zou willen op
geheven zien. Allen eonstateeren, dat de
wet in het eerste jaar barer werking reeds
een invloed ten goede hoeft gehad, vooral
wat de bestrijding van het relatieve school
verzuim betreft".
sTerwyl ik vroeger, schrijft de Schoolop
ziener in het district Deventer, slechts aar
zelend in den zomer een bezoek bracht aan
een platielandsschool, omdat ik zeker was
de hoogste klassen zeer slecht bezet te vin
den (somtijds zelf op óen of twee leerlingen
na geheel onbezet) vond ik in den afgeloo-
pen zomer bijna overal op plattolandsscholen
goed gevulde klassen, of vernam, waar ilc
niet geweest was, van de heeren arrondisse-
ments schoolopzieners, dat zy die hadden
waargenomen.
»Maar wat iny in sommige verslagen vooral
trof, was, dat de wet over het algemeen door
het groote publiek met welwillendheid is
ontvangen en men zich, hoewol zij aan
sommige ouders een riet te miskennen last
oplegt, al heel spoedig in heeft geschikt.
Bepaald verzet werd nergens waargenomen
en hoewel het aantal ongeoorloofde verzui
men nog tot een hoog cjjfor is gestegen,
De zeer langdurige correspondentiën baddeu slechts
dit nol, dat de Boereu inzagen, dat er op genade
niet viel te rekeneu, maar dat ze het mocsteu uil-
vechten. Wat daarbij het einde zou wezen, wist
niemandmaar de meeslen besloten oin vol te hou
den, totdat de honger ons zou noodzaken „in te
geven".
Den 31steu Augustus ontvingen we rapport, dat
commandant Du Toit en veldcornet Schoeman in
gebreke waren gebleven om by Heotorspruit den
trein op te blazen omdat de menschen, die aange
wezen waren om bet dynamiet ouder do rails te
plaatsen, niet door Krokodil-rivier hadden durven
gaau, uit vrees voor krokodillen. Genoemde officie
ren waren op weg naar Kaapmuiden om to probee-
ren, daar bun slag te slaan.
Onderwijl gingen wij den lsten September de Graaf-
bergen in om dicht by het transportpad ons lager-
tje op te slaan met het loei, het konvooi va» Macha-
dodorp naar Lijden burg aan ie vallen. We lagen
daar drie dagen, maar telkens kwam bet bericht,
dat er geen konvooi in aantocht was terwijl volgens
de gewoonte van den vijand dit wel het geval moest
zyn. We waren hierover ten zeerste verbuasd, innar
het raad Bel was opgelost, toon wc van veldcornet
De Beer bericht ontvingen, dat een zynor manschap
pen, die den dag van onzen trok met verlof naar
zijn vrouw in Sclioemansklool was gegaan, niet te
ruggekomen was. maar volgens een brief, dooi een
Kaffer gebracht, was gaan „handsnp". Deze man
was met onze plannen bekend en had blijkbaar, om
in een goed blaadje te komen, den vijand op do
hoogte gebracht. Daar het weivoid erg slecht was,
werd besloten terug te gaan tiaar Houtboschloop
we begrepen namelijk, dut de vijand ui goed zyn
maatregelen zou nemen, dan dat er voor on» klein
klompje kans was, niet succes te werken. We wer
den hierin versterkt door tiet bericht, dat de vijand
«en kanon plaatste op „Kopje alloen,-' dat don
laatsten tyd onbezet was geweest. We lieten een
paar spionnen achter, die ons een paar dagen daarna
lieten weten, dat liet konvooi gepasseerd was, maar
met een bijzonder sterk geleide en dal oen groot
aantal verkenners voortdurend bezig was goweest
om de slooten langs bet transport te onderzoeken.
Den Oden September kwam veldcornet Sohoemun
met zijn manschappen terug. vHet was hein gelukt,
bij Kaapmuiden een trein op tc blazen, maar deze
was helaas geladen met paardenvoor in plaats van
met bruikbare goederen, zooals we eerst gedacht
hadden. Nadat ze de dekklcedcn van do trucks
hadden genomen mot het idee om van het zeildoek
broeken te maken, staken ze dun trein in brand,
waren daarna teruggekomen.
In den nacht van den 9deu September trokken
e naar Iilaodshoe^tatie om te prnbeereu daar de
spoorlijn op te blazen. Kaplan was 6ok aanwezig
om de mijn te laden en hoewol ik eerst weiuig zin
had mee te gaan, veranderde ik, op 't oogenblik dat
de dyr.amiet-mannen vertrokken, van besluiten ging
ook ueo. Door den commandant werd een jonge
storke Boer aangezegd, mij bij bet doorgaau der
rivier behulpzaam te zijn en het giug nu veel beter
dan den eersten keer, Zondor ougelukken kwam ik
door de rivier. Het was 12 unr in den nacht, toen
we vertrokken, on om.2 uur waren we met ons
„helscho" werk gereed.
Ook by de terugreis kwam ik zonder wederwaar
digheden door de rivier. We waren bijzonder op
geruimd wegens liet guustig verloop, toen ik ine
plotseling herinnerde, dat do rails door den wiud,
die dien dag nogal sterk wus goweest, met een laag
zand waren bedekt en dut wij met onze hanilou en
lichamen het bovenvlak de rails hadden aangeraakt
on daardoor van slof bevryd. Ik kwam tot de ge
volgtrekking, dat de vyand bij bet onderzoek vau
do spoorlijn, dat eiken ochtend vóór de nunkomst
van den eersten trein plaats vond, dadelijk zou mer
ken, dat we aan do lijn gewerkt hadden, en het dy
namiet zou worden ontdekt. Ik «loeide inyn vrees
aan Kaplan nieo, die hot eenvoudig „onzin" vouil
trouwens was het nu te laat en was hot beste, maar
don uitslag af te wachten.
Vroeg in den avond Ingou wo reed» in t.r'»itie, af
wachtende do dingen, die komen zouden. Ik werd
ccliter versterkt in mijn overtuiging, (lilt de vijand
onze plannen had ontdekt,"teen we een groot aantal
lui lang» do spoorlijn en ook oen groots bedrijvigheid
in do blokhuizen opwerkten.
Eindelijk kwam tic '.reilt aansnorren, on /.onder
eeltig ongeval reed hij over du plek, wnur wy liet
dynumiot geplaatst hadden.
Ik kan evenwel niet zeggen, of de vijand het
dynamiet had weggenomen, dan of het stel niet
goed gesteld was geweest. Nu we echter toch in
positie waren, besloteu we de blokhuizeu onder vuur
te uomen, al was het alloen maar om te laten
dat wij er nog waren. Nauwelijks echter waren we
begonnen te vuren, of we werden ook van achteren
beschoten uit een paar fortjes, die vroeger door de
Engelschen bezet geweest, maar den laatsten tyd
verlaten waren. Dadelyk werden een vijftien burgers
gezonden om de fortjes te stormen, maar toeu ze
daar kwamen, was de vijand gevlogen.
Uit de blokhuizen liet Khaki zich óck niet onbe
tuigd, terwijl weldra een gepautserde trein verscheen,
die ons met een snelvuurkanon peperde. Bevreesd,
dat uit een ouziclitlmar gedeelte iler spoorlyn Khaki
een omtrekkende beweging zou maken en ons van
achteren aanvallen, besloten we terug te trekken.
Dit was echter gemakkelijker gezegd dan gedaan;
ouzo positie was n.l. zoodanig, dat we over een lengte
van 1000 Meter in 't gezicht van don vyand kwamen,
die deze plok voortdurend onder vuur nam. De
positie was door een dor veldcornotten uitgezocht
en dezo had ons den vorigen nacht verteld, dat de
plek uitstekend was. Ik had hom govraagd of men
uit de positie veilig kon terugtrekken, waarop hij
bevestigend geantwoord had. Nudien middag onder
vonden we, hoe veilig men kou rotiroeren, de kogels
en granaten vlogen ons otu de ooron en kruipende
en bukkend en zwootoud (het laatato waarschijnlijk
van angst) kwamen we <5on voor (Son aanzetten, uit
gelachen wordend door degouen, die reeds de ge
vaarlijke plek gepasseerd waren en zorgvuldig nage
staard door degenen, dio nog achter waren. Toen we
allen in veiligheid waren, haddou wo slechts (Sen licht
gekwetste. Weldra zaten we allen te paard (we waren
to voet in positie gogaan) on reden, onder allerlei
grappen, iu opwekte stemming terug, toen we plot
seling een granaat hoorden suizen, die midden
tusschen ons barstte. We waron n.l. voor den ge-
pantserden trein zichtbaar geworden, maar hadden
niet gedacht, dat do vyand nog do moeite zou nomen,
op ons te schieten; do ondervinding leerde ons
echter anders. Het was mooilyk te bepalen, wat
vlugger uit elkaar spatte, do hom of ons troepje; we
vlogen in alle richtingen uiteen er sommigen reden
eon geheel verkeerden kant uit, waardoor ze, be
vreesd om opnieuw onder bereik van het kanonvuur
te komen, genoodzaakt werden mutr dan eon uur
te paard om te rydun,
Halfweg tusschen Elandshoekstatlo en Houtbosch
loop haalden we iemand in, die te voet giug ou door
ouh, als verdacht vau een spion te wezen, govangon
werd genomen. Het bleek een Boer uil Scboemane-
kloof te zijn, die zich daar in de maand Juli aan
den vijand had overgegeven. By de plaats van G.
Viljoen aangekomen, waar men voorloopig zou
blyven, werden de officieren b\j elkaar geroepen en
besloten dezen den volgenden ochtend in krygsmod
den man te ondervragen om uit te vinden, wat eigen
lijk zijn bedoelingen waren. Don volgcndon das
verklaarde de man, weggeloopen te zijn, omdat hy
het iu hot kamp te Barberton niet langer had kunnen
uithouden en vast besloten, opnieuw zijn wapenen
op te nemen. Hoewol wo do zaak wel ecniguina
verdacht vonden, konden wo niet bowyzen, (lal hd
met kwade bedoelingen was teruggekomen eu werd
hem toegestaan, zich opnieuw bij het eommaudo aan
te sluiten, nadat hij zyn verklaringen door het af
leggen van een eed had bekrachtigd. Toch wm die
man oen verrador en liep hy na veertien dagen op
nieuw naar dou vyand over, daarbij vergezeld van
drie familie-leden. Wel werden ze dadelijk bij ont
dekking achtervolgd, maar hoewel er «Ion gewond
word, gelukte hot ons niet, hen weer in handen te
krijgen.
l)aar slachtvee die dagen moeilijk to verkrygen
was, besloot de commandant om mot veldcornet
Swart naar Sabi te gaan om te probeerea vau de
Ks.fers vee te koopen. Veel succes haddon we niot;
he' gelukte ons een zevental ossen te koopen van
de Katfors, die we onverwachts op hol iyf waron
komen vallen, maar do rest, door hun stamverwanten
gewaarschuwd, waren er mot hun vee vandoor go
gaan, zoodat don tweedon dag werd rondgereden
zomler don onkel beest to zien, We gingeu den 14don
September uaar Polgrimsrust om den daar aan-
I wezigen krijgseommissaris te bezoeken eu te trachten
nog bet eon on ander voor da coiumundo-meuscben
los te krygon, maar ook hiermee hadden we geen
succes, daar hot weinige, dat er nog geweest was,
door ile burgers van generaal Viljoen, die naar dezen
kant waren doorgekomen, in beslag was genomen.
Den 17don September vertrokken wo van Polgrimsrust
om weder over Sabi terug te gaan naar Viljoeus
plaat», waar we den vnlgoudet» dag middags
arriveerden. Hol gras was hier byzondorslecht, waarom
we aftrokken naar Sehocnianskloof, waar beter wei-
vold was. Sehoemanskloot was oen van die weiuige
plekken in Transvaal, waar do huizen nog niet ver
woest waren; er woonden dan ook niet minder dan
27 families (soms drie iu éen huis) die hierheen ge
vlucht waren. We waren zoo gelukkig tegen den
regcu, dio reeds toen veelvuldig viel, een toovlucht
to kunnen nemen in een wagenhuis
esrvoltfd.)