Zaterdag 29
Augustus 1903.
No. 5391.
52e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
AMERSFOQRTSCHE COURANT.
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\,
franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRAGHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins
dag, den 1. September aanstaande, des namiddags
te l'/i ure.
Amersfoort, den 28. Augustus 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
31 Augustus 1903.
't Is feest in Nederland, een gloed van zegeningen
Straalt neer op stad en dorp, komt huis en hart
doordringen
Zacht glanzend, plechtig in verheven majesteit,
Onthult wat d'Oogstmaand in haar feestkleed
hield verborgen
Haar laatste dag in glorie en haar schoonste
morgen
Si mt vreugdvol in de vreugd waarmee hij werd
verbeid.
'tie feest, die jubelkreet uit millioenen monden
Ruischt als een golvenzee en rijk en arm
verkonden
Dieheil'ge blijdschap luid met diep gevoeld ontzag;
't Geldt al de dierbre Koningin der Nederlanden,
Er zweeft in Haar paleis tot aan de verste stranden
Op elks gelaat een bede, een hartewensch, een lach.
'tls feest. O, wie de hoogste, lieflijkste aller Vrouwen
In al Haar majesteit en schoonheid mocht
aanschouwen,
Hem trilt ontroerd het hart van teedre
dankbaarheid
Als Ze, in den tempel Gods, Gods kind was in
ons midden,
Eén was met ons in lof, in danken en in bidden
Mij was in 'tVeluwsch Lustoord deze vreugd bereid.
't Is feest. Heil U, o Neerlands lieve Koninginne
Heil U, Prins Hendrik, dien wij allen mee
beminnen 1
Heil U, o Moeder onzer schoone Oranjebloem!
Voor U rijst onze dank, o Koninklijke Vrouwe,
Diep uit ons hart omhoog voor al Uw eed'le
trouwe,
Die d'oorsprong was van Neerlands trots, ons
heil en roem.
'tls feest. O heil'ge dag, die drie-en-twintig jaren
Haar over 'tlieflyk Vorstlijk hoofd zaagt
henenvaren,
Die met ons hebt gekend Haar edel, vroom gemoed;
Aanzie uw Koningin in al Haar reinen luister,
Gij fiere Natiel BijH aar lichtglan| vliedt het du isler
En gij, o laatste Augustusdag, wees blij begroet
LISSA.
M).
't Is feest. Waar Vorstenhuis en Volk zich éen
betoonen,
Daar is de natie sterk. Verstaat het, Neerlands
zonen
En weest en blijft uw hoogeafkomststeeds bewast;
Geen vreemd gezag zal onze vrije handen boeien
Ons Vaderland, vol kracht, zal met Oranje bloeien
De Oranje-Koningin blijve aller liefde en lust.
H. M. SCHERMER,
Oud-directrice dier Anna Paulowna Bewaarschool.
Amersfoort, Augustus 1903.
Zij wilde haar hand niet in zijn arm leggen en
daarom nam hij, wat hem niet vrijwillig werd ge
geven en leidde haar zóo naar haar plaats. ,.U heeft
alweer gelijk, freule; zoo hand in hand te wandelen,
is heel iets anders en maakt een vriendelijker, meer
intiemer indruk. U zegt?" natuurlijk zeide zij
nieta. ,0 zeker. U meent, dat slechts geëngageerde
jongelieden hand in hand gaan. Volkomen gelijk,
freule. Het verheugt me inderdaad uit uw weer zoo
heel guitige opmerking te zien, hoe juist u ons beiden
beoordeelt."
Zij trachtte haar hand los te maken.
„Je bent dronken", zeido zij, ijzig koud.
Het was het eérate woord, dat ze dien avond tot
hem sprak.
„Waarlgk, u hebt alweer volkomen gelijk, freule.
Vooral mijn gehoor schijnt niet geheel zuiver meer te
zijn, zooals dat trouwens bij besohonkenen meer
voorkomt, en ook lijd op 'toogenblik uan waanvoor
stellingen. Het is me net alsof u zoojuist gesproken
hebt en me eindelfjk een vriendelijk woord hebt ge
gund en toch weet ik, dat dit niet mogelijk kiln
zijn, want in weerwil van mijn dronkenschap her
inner ik me volkomen duidelijk, dat u op Ruchow,
op 'toogenblik dat er al .rm werd gemaakt, van
schrik de spraak verloren hebt. Mag ik u een
beetje kreeften-mayonnaise aanbieden Daar zg op
Ruchow is toebereid, kan ik inut een gerust geweten
verklaren, dat ze overheerlijk is.Niet?Zooalsu wilt;
En zonder zich te bekommeren over haar weige
ring, legde lig een weinig mayonnaise op baar bord.
„En nu eet u", zeide hij kort en dreigend. „U
weet heel goed, dat hier niets gebeurt wat ik niet
wil; verstaat u mg? Wat ik niet wil. Wij beidon
staan niet van tafel op dan nadut u gegeten hebt;
of het middernacht wordt of nog later is mij onver-
In ile Vergadering van den Raad dezer
Gemeente, welke volgens de Gemeentewet
moet worden gehouden op den eersten Dins
dag in September, en die te half twee zal
aanvangen, zullen aan de orde worden ge
steld de volgende Punten van behandeling
1. Installatie van de nieuw-benoemde
leden.
2. Benoeming van een Wethouder (va
cature E. L. Visser).
3. Benoeming van een Ambtenaar van
den Burgerlijken Stand (vacature L. Visser).
4. Benoeming van een lid der Reclame-
commissie (vacature mr. J. C. H. Prikken.)
5. Loting voor de Raadsafdeelingen.
6. Ontwerp-besluit tot het verleenen van
afschrijving wegens vertrek enz. van belas
tingplichtigen (Inkomstenbelasting dienst
1902).
7. Beschikking op bezwaarschriften tegen
aanslagen in de Inkomsten-belasting, dienst
1903.
8. Advies omtrent de mededeeling van
den Minister van Binnenlandsche Zaken,
houdende vermindering van het Rijkssubsidie
voor de Hoogere Burgersschool.
9. Voorstel tot reorganisatie der Burger
Avondschool.
Donder lag konden we nog de hoofdzaken
meedeelen van het dien middag in de Raads
zitting behandelde en de besluiten, daarin
genomen.
Rest nog de quaestie-Kerkkamp, het eerste
punt van den Beschrijvingsbrief, dat heel
wat toehoorders naar de publieke tribune
heeft doen gaan.
Kort gezegd is het verloop van deze zaak
aldus
Den 11 Juli wordt gepubliceerd de aan
beveling, ter benoeming in de Raadsverga
dering van 14 Juli, van een vast leeraar in
de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool,
op welke aanbeveling zijn geplaatst de hee-
ren G. W. ten Dam, tijdelijk leeraar aan
die school, en J. A. Vreeswyk, te Utrecht.
In de Raadsvergadering vau 44 Juli wordt
het volgende adres ter tafel gebracht:
Geeft met verschuldigdeu eerbied te kenneu Kerk-
kamp, Adrianue Matheus, leeraar aan do H. B. S.
met 5-jarigeu cursus alhier, gepeDsionneerd le luite
nant der artillerie O. I. L.
dat hij tot zijn bevreemding zijn naam gemist heeft
op de aanbeveling voor de betrekking van leeraar
in de Wiskunde, hoewei hij op de bij de wet voor
geschreven wijze hiertoe het verzoek tol B. en W.
heeft gericht, en hij genoemde betrekking .eeds drie
achtereenvolgende jaren heeft vervuld, terwgl hij na
het eerste jaar zonder verdere formaliteiten in zijn
betrekking werd gecontinueerd, eu na het tweede
voorgedragen als No. 2 voor de voste betrekking
leeraar in de Wiskunde, Werktuigkunde en Lijn-
teekenen, thans vervuld door don heer Van Os, en
als No. 1 voor de tijdelijke betrekking van leeraar
in de Wiskuude, tot welke betrekking hij ook met
algemecnen stemmen werd benoemd
dat hg nu zich ziet voorbijgaan, ten eerstedoor
iemand, die nooit anders les gegeven heeft dan ëec
jaar tijdelijk alhier, die wettelijk de zelfde bevoegd
heid heeft, en die in het atgeloopcn cursusjaar meer
malen raad heeft ingewonnen bij roquestranten ten
tweededoor iemand, die nog nooit bij het M. O.
is werkzaam geweest, en wettelijk niet bevoegd is;
dat verder requestraut in den loop der drie jaren,
nimmer een ernstige aanmerking op ziju wijze van
lesgeven heeft ontvangen, doch wel van den Direc
teur zelf mocht vernemen, dat hij goed orde kon
houden cti goed met de leerlingen kon omgaan,
terwgl de Directeur teveus zijn gver en plichtsbe
trachting erkende
dat, indien er werkelijk gegronde reden was,
onderwijs minderwaardig te achten, hem toch zeker
met drie jaren achtereen de zorg voor éen zelfde
klasse zou zijn toevertrouwd, daar in die betrekkelijk
lange, immers moor dan do helft van den geheelen
vijfjarigen cursus, durenden tijd, toch zeker iu dat
geval onherstelbare schade zou zijn toegebracht aau
de wi9kuadigo ontwikkeling der hieraan blootge
stelde leerlingen, terwgl nu, bij het overgangsexamen
naar klasse IV, van dergelijke schade niets te be
speuren valt
dat meermalen, ook wel op verzoek van den Direc
teur, leerlingen, die door geringere aanleg of ziekte
eeuigaziu8 ten nchteren ware, door requeslrant be
langloos werden geholpen, buiten de schooluren
dat voorts eeu voordracht als de hierbedoelde,
questrant in hooge mate in zijn persoonlijke belan
gen benadeelt, door hem ook bij sollicitatie elders
in een verkeerd daglicht te plaatsen, zonder dat dit
geëischt wordt door het belang der school, dat hij
zelve drie jaren lang met zijn beste krachten ge
diend heeft
redenen waarom requestraut, in het volle vertrou
wen op de rechtvaardigheid vau den Raad, zich tot
UEdelAchtbaren wendt met het eerbiedig verzoek,
bij de benoemiug van een leeraar in de Wiskunde
ook op zijn belangen te letten.
'tWelk doende, enz.
schillig; wij blijven aan tafel."
„Als papa er maar was," dacht Liska, die op't punt
stond, in tranen uit te barsten.
Majoor Von Montserrath was voor vier en twintig
uren Directeur-goneraal der spoorwegen. Hg was
reeds aan het naastbijzijnde station vanwaar den
volgenden middag alle manoeuvreerende troepen
zouden worden vervoerd. Er was daar heel wat te
doen; allëen voor de infanterie wareu twintig treinen
gerequireerd welke binnen een paar uur moesten
vertrekken zonder stoorniB in den gewonen dienst te
brengen.
Uct gesprek aan tafel vlotte beter. Eerst hadden
de officieren, die gecommandeerd waren om de jon
gedames bezig te houden, zich wat gegeneerd zóo
dicht bij den kolonel voelden ze zich aanvaukelgk
niets op hun gemak.
Het is hoogst moeilijk een dame het hof te maken
in presentie van een chef. Zoo menig luitenant, die
'savonds zich ter ruste legde met het bewustzijn
allercharmantst en onweerstaaubaar te zijn geweest,
had den volgenden ochtend op het regiments bureau
gestaan en daar dingen te slikken gekregen, die alles
behalve liefelijk waren en hem de overtuiging t-chon-
tcn, dat bij nog niet het kleinste greintje van cenig
denkbeeld had hoe men zich in gezelschap van dames
heeft te gedragen.
Edoch de keurige wijnen verhoogden de stemmiug;
zij waren uitstekend, maar niet licht en deden het
bloed sneller vloeien. Vooral de bowl, die i\ la guerre
coiume A la guerre, iu een 12-manskookketol werd
geserveerd was, buitengewoon goed en de oppassers
zorgden or voor, dat niet ëen glas leeg bleet.
De kampvuren werden aangestoken en ook (1e
reuaachtigo houtmijt voor de tent van den regiments
commandant werd ten vure gedoemd. Zoo ver het
oog reikte, zag men de vuren iu de verschillende
bivaks klonk de muziek alles was op de heen.
„Straks moeten we toch eensgauu kijken", meende
do kolonel „de dame9 zullen wel pret hebben inde
malle vortooningon."
De dames klapten in hun handen van blijdschap
en vroegen zelfs of ze maar niet onmiddellijk zouden
gaan.
Marshall keek naar het bord zg nor buurvrouw de
mayonnaise lag er nog onaangeroerd.
„Ik heb een ander voorstel", zeide hg kalm doch
beslist, „wij blgven rustigjes hier en zien van hieruit
de grappen aan. Ik zal er voor zorgen, dat de ver
tooning hier dicht voor de tent wordt gehouden de
dames komen dan ook niet in het gedrang."
Dat was een prachtige inval, meenden de dames
in koor.
„Heb ik 'tniet gezegd?" vroeg hg aan Liska. „En
u weet heel goed, dat heel mijn voorslag hoegenaamd
niets waard is. Onaangenaamheden van welken aard
ook zijn voor de dames niet te duchten zoolaug zij
in ouze nabijheid zijn en als wij overal een kijkje
nemen, zien we veel meer omdat elk bataljon wat
anders uitdenkt. En daarom nog eens: eetik wil't."
Zij lachte honend. „Nu juist niet" en zg schoof
haar bord weg.
Doodkalm schoof hij het terug.
„Wilt u dan nooit verstandig worden U doet uzelven
leeil mij niet. U hebt honger--ik niet. U waagde
den gevaarlijken sprong ik niet. U lag ziek te
bsd ik Diet. Toen u ra'gn bloemen terugzoodt,
miste u den lieflijken aanblik er van ik niet. En
toen u op Ruchow niet wilde dansen, hebt u zich
verveeld ik niet; ik haat manoeuvre-bals. U wilt
mij ergeren door uw gedrag en dat lukt u tóch niet
ik erger me nooit, ik vorwouder me misschien en
vraag me een enkele maal af wat u toch voor hebt
om zoo te doen. Ik weet het niet, maar ik heb de
stellige overtuigiug, dat u 'tzelf ook Diet weet en
daarom is 'took de moeite niet waard, er verder
over te spreken maar toch zou het me innig genoegen
voor u doen verstaat u me? voor u als u nu
toch uw lioold eens boog en een kleinigheid at, al
ware 't maar éoo blaadje van die salade. Wees
nu toch verstandig."
„Geef u geen moeite: u zegt zelf, dat het niet de
moeite waard is, daarover te spreken,-' antwoordde zij.
„En tóch eet u ik heb nog altijd mijn wil door
gezet. behalve ëen keer, dien morgen toen u mij
wilde slaan, toen u tegen mijn ernslige waarschu
wing in sprong. Toen hebt u uw zin gekregeu. En
weet u waarom? Omdat ik me nooit een klap laat
Er volgt een geheime vergadering van
bijna 50 minuten en na de heropening wordt
de heer Kerkkamp buiten de aanbeveling
om benoemd met 7 van de 13 stemmen
op den heer Ten Dam worden 5 stemmen
uitgebracht en op den heer Vreeswijk 1
stem.
Van die benoeming werd den heer K.
aanstonds op de gebruikelijke wijze kennis
geving.
In de Raadszitting van 28 Juli werd ter
tafel gebracht een schrijven van de Commis
sie van Toezicht op het Middelbaar onder
wijs betreffende den leeraar Kerkkamp.
De Voorzitter zeide daarbij »Naar aan
leiding van dit schrijven stellen B. en W.
voor, de vaste benoeming van den heer K.
te veranderen in een tijdelijke benoeming
voor den cursus 1903/04''.
De heer Gerritsen vroeg, deze zaak te be
handelen in een vergadering met gesloten
deuren omdat het hier een zuiver personeele
quaestie geldt en het in het belang van die
personen en de geheele school was, niet al
les ruchtbaar te makenin openbare zitting
zou men later het noodige licht op de zaak
kunnen laten vallen. De heer Kleber kon
zich niet vereeuigen met de behandeling in
geheime zitting; de heer Plomp vroeg voor
lezing van het schrijven der C. van T., doch
de Burgemeester kon aan dit verzoek niet
voldoen omdat het immer de gewoonte is,
personeele quaestiën te behandelen in een
zitting met gesloten deuren.
Een geheime zitting van ruim vijf kwar
tier volge en toen de deuren heropend waren
en de Voorzitter het voorstel andermaal ter
tafel bracht, volgde het voorstel-Jorissen-Ger-
ritsen om in deze zaak een Raadscommissie
te benoemen.
Het voorstel luidde woordelijk»De Raad
besluit om naar aanleiding van het voorstel
van B. en VV. uit de leden van den Raad
een commissie van 5 leden te benoemen om
de zaak-Kerkkamp te onderzoeken, en ad
vies uit te brengen aan den Raad".
De heer Gerritsen gaf de volgende toe
lichting »De Raad is niet genoeg overtuigd
van hetgeen in deze benoeming is geschied
en wil meer licht. Vandaar' het voorstel,
door den heer Jorissen en mij gedaan om
een nader onderzoek in te stellen naar de
omstandigheden, welke zijn voorgekomen
bij de benoeming van den heer Kerkkamp,
die is geschied. Wij rneenen, dat dit noo-
geven, door niemand, ook door geen dame. Ilt wilde
u niet tarten, uw bedroigiug ten uitvoer te bren
gen, want zoo waar als ik hier naast u zit, bad ik
u geworgd eu mij dan den obligaten kogel door den
kop gejaagd."
Zij was, zoo mogelijk, nóg bleekergeworden en hij
zag hoe zg rilde onder zijn dreigende stem.
Zij voelde, zonder dat zij hem durfde aauzien, dat
zijn blik op haar rustte; zij was bang voor hem zij
kende hem te goed dan dat zij niet volkomen goed
wist, dat hij geen greote woorden tegen haar gebruikt
had en zij sidderde bg de gedachte aau den dood,
dien zij door zijn kalmte was ontkomen.
Hg had haar linkerhand gegrepen, die slap naar
beneden biug en drukte die iu zijn opwinding zóo
hevig, dat zij 't bijna uitgilde van piju. „Eet, of er
gebeurt een ongeluk,"
Zij keek hein aau; hg was bleek als een doode;
zijn oogen vlamden onheilspellend.
Zg wilde vluchten, om hulp roepenzijn hand
hield haar va9t, zijn blik benam haar de spraak.
Haar koppigheid was gebroken langzaam nam zij
haar vork op, bracht die naar haar mond, maar op
eens rukte zij zich los en ijlde, zonder zich om de
overigen te bekommeren, weg.
„Wat is dat?" vroeg de kolonel.
Marshall had zijn bezinning alweer teruggekregen.
„We spelen krijgertje, kolonelde freule heeft 10
Meter voorsprong. Wie doet mee?"
Allen vlogen op en de wilde jacht begon naar
alle richtingen holden do joDgodames en iedere heer
trachtte zijn tafeldame te vangen zelfs Kuobela-
dorf zette zich in beweging ofschoon hij loopen „on
fatsoenlijk" vond.
Marshall had Liska al spoedig ingehaald en greep
haar arm.
„Laat me los, laat me los", hijgde ze, „ik wil
alleen zijn."
Nu eerst zag hij, dat /.e weende.
„Wat wil je van me?" vroeg zg.
Wordt vervolgd.)