dijt is, vóór het voorstel van B. en W. of
andere voorstellen, die mochten worden ge>
daan, worden behandeld."
Het voorstel werd hierop z. b. o. aange
nomen waarna de Voorzitter tot leden der
commissie benoemde de heerenPlomp,
Kleber. Jorissen, Gerritsen en Van Kek, welke
commissie later den heer Kleber tot Voor
zitter en den heer Jorissen tot Secretaris be
noemde.
Al aanslonds na de opening der jongste
vergadering, toen de notulen waren gelezen,
maakte de heer Kleber de opmerking, dat
niet juist was weergegeven het door de hee
ren Jorissen en Gerritsen gedane voorstel.
Spr. meende, dat dit voorstel slechts inhield,
dut de Raadscommissie zou onderzoeken of
het request van den heer H. onwaarheden
bevatte en verzocht, dé notulen in dier voege
te wijzigen.
De Voorzitter merkte op, dat de tekst
van het voorstel woordelijk zóo voorkomtin
het gedrukt verslag.
De heer Kleber zeide, niet zoozeer af te
willen gaan op dat verslag. Daar wordt wel
eens meer iets aan veranderd of uitgelaten
en er komen wel meer onjuistheden in voor.
Het kan trouwens niet anders waar ieder
slechts de proeven krijgt van hetgeen hij
gesproken heeft. De vergadering make uit
wie gelijk heeft.
De lieer Jorissen meent gezegd te hebben
«in zake-Kerkkamp".
De heer Hamers meent datóok verstaan
te hebben.
Wethouder Celosse meent, dat de
notulen volkomen juist zijn.
De heer Plomp meent, dat de juistheid
of onjuistheid slechts kan worden uitgemaakt
als men van voren aan begint en óok het
verhandelde in de geheime zittingen publiek
maakt.
De Voorzitter doet het door den hoer
Jorissen geschreven voorstel voorlezen.
De heer Kleber zegt, dat'de heer Celosse
eigenlijk misbruik maakt van het besprokene
in de geheime zittingen.
De heer Celosse: Hob ik u goed ver
staan? Misbruik maken
De heer Kleber: Ja, mijnheer.
De heer Celosse: Mijnheer de Voor
zitter, de heer Kleber moet nu ook bewij
zen wat hij beweert. Ik maak nimmer
misbruik van iets. Blijft de beer Kleber in
gebreke het bewijs te leveren, dan aarzel
ik niet, dat een lalTe beschuldiging te noemen.
Do heer Jorissen stelt voor, de discus
sion te heropenen en te zien of het noodig
is, in openbare zitting het gesprokene in de
geheime zittingen aan te roeren. Wie de
discussiën heeft gevolgd, weet wat bedoeld
is met het »in zake-Kerkkamp".
Do heer Gerritsen zegt, dat do Se
cret iris de notulen niet andere heeft kunnen
schrijven.
Mr. Prikken stelt voor, het geheim
dei- geheime zittingen op te heffen.
De heeren Plomp en Kleber steunen
dit voorstel.
Ook de heer Van Kalken meent,
dat 't in de notulen niet anders kon worden
opgenomen en dat er dus geen bezwaar kan
beslaan om de notulen goed te keuren.
De heer Kleber verklaart, zich niet
meer tegen de goedkeuring te zullen ver
zetten, waarop de notulen worden gearres
teerd gelijk de Secretaris die ontworpen heeft.
De Voorzitter brengt nu te 2.35 in
omvraag het voorstel-Prikken tot opheffing
van het geheim.
Wethouder Celosse vraagt of dit
betreft de laatste dan wel de voorlaatste
zitting.
Mr. Prikken zegt, dat het niet noodig
is, de notulen mee te deelen, doch dat elk
lid kan volstaan met te gewagen van het
geen hij zeide of hoorde zeggen.
De heer Gerritsen zal niet vóór dat
voorstel stemmen omdat de betrokkene wel
licht in de toekomst, misschien nog na 10
of 20 jaar, kan worden benadeeld.
De heer Plomp acht die zienswijze vol
komen onjuist. Wij zitten hier voor de
openbare zaak. Er is ook buiten de Raads
zaal reeds zóo veel over rleze zaak gespro
ken, dat men maar eens moet zien hoe zij
behandeld en aan wiens zijde het recht is.
Ook mi'. H e y 1 i g e r s zal tegenstemmen.
Spr. acht behandeling in openbare zeer on-
gewenscht.
Do heer Kleber acht het inderdaad hoog
noodig, dat alle licht in deze zaak worde
ontstoken, doch meent dat op dit oogenblik
minder nuttig en zou wensrhen dat men
volstond met de voorlezing van het advies
der Raadscommissie.
De heer Joris en zegt, dat men spreekt
van bet benadeelen van personen. Indien er
iem ind is benadeeld, is dit zeker de beer
Kerk kamp.
Het voorstel-Prikken wordt nu aangenomen
met 9 tegen 5 stemmen (tegen de heeren:
Celosse, mr, Heyligers, Van Beek, Gerritsen
en Tromp van Holst) en twee onthoudingen
(de heeren mr. Van Voorst Vader en Van
Esveld, die de beide vergaderingen riiet by-
woonden).
Alsnu gaat de Raad van 2.45 tut 3.10 in
comité-generaal tot het vaststellen der notulen
van de laatste geheime zitting.
Na de heropening leest de Secretaris
het rapport der Raadscommissie, waaruit
blijkt, dat zij er zich toe bepaalde te onder
zoeken of het request-Kerkkamp al dan niet
onwaarheden bevatte. Verder hoorde zij zoo
wel den request rant als den Directeur der
Hoogere Burgerschool en behandelde zy de
verschillende missives van den Inspecteur van
het Middelbaar ouderwijs en de Commissie
van Toezicht. Zij onderzocht de vraag of de
hper Kerkkump in 1902 is benoemd omdat
er toen geen ander bevoegde was; of zijn
ijver en plichtsbetrachting is erkend; of et-
aanmerking is gemaakt op zijn onderwijs, en
zij kwam tot de conclusie, dat naar haar
oordeel er geen aanleiding bestaat om het
voorstel te doen, terug te komen op het be
sluit, waarby requeatrant is benoemd tot vast
leeraar.
In hun nader voorstel betreurden B. en
W. het, dat de commissie niet meer heeft
gelet op de al dan niet geschiktheid van den
heer K. als leeraar. Do commissie daaren
tegen meende, dat dit onderzoek buiten haar
bevoegdheid en ook buiten haar vermogen
lag. Zij kreeg daartoe trouwens geen op
dracht.
De heer Jorissen herinnerde hoe de
commissie ontstond, nadat de heer Plomp
er op gewezen had, dat 't maar niet aanging
een Raadsbesluit in de volgende vergadering
maar weer ongedaan te maken. Mocht later
blijken, dat de heer K. geen geschikt leeraar
zou zijn, dan zou de Raad later kunnen in
grijpen. Ontslag kan slechts gegeven worden
om onzedelijke handelingen en daarom on
derzocht de commissie of requestrant had
gelogen. Spr. vroeg nu, hoe B. en W. er
in hun nader voorstel toe zijn gekomen, -van de
commissie iets anders te verlangen dan haar
opdracht was.
Bij schrijven van 19 Juni 1902 drong de
Inspecteur in het belang der school aan op
de benoeming van den heer K., die toen 2
jaar tijdelijk leeraar was geweest. De heer
Kei'kkamp werd toen nummer 2 geplaatst
op de aanbeveling voor vast leeraar en num
mer 1 op die voor tijdelijk leeraar. De heer
K. is toen niet faute de mieux benoemd. Thans,
zonder dat er ooit eenige klacht over den
heer K. is ingebracht, komt hij niet eens op
de aanbeveling voor en na de benoeming,
26 Juli 1903, schrijft de Inspecteur dat hij
overtuigd is, dat die benoeming te wijten is
aan een ongepasten invloed van het adres
en heet de heer K. een «matig leeraar".
Spr. begrijpt niet hoe meu dat saam kan
rymen.
Wethouder Visser herinnert, dat
hij door uitstedigheid niet alle besprekingen
heeft kunnen bijwonen. Spr. zegt dat de
heer K. na in 1901 en 1902 leeraar te zijn
geweest, in 1903 niet werd aanbevolen en
toen zijn adres indiende ten gevolge waar
van hij werd benoemd, waarop het verzet
van de Commissie van Toezicht volgde. Ook
de Wethouder van Onderwijs bracht klach
ten van ouders ter sprake in een vergade
ring van B. on W., die echter dit onderzoek
niet zeiven wenschten te doen. Spr. wilde
een persoonlijk verzoek doen aan de Com
missie om ook dit deel van het onderzoek
tot een goed eind te brengen.
De heer Kleber moest opkomen tegen
de voorstelling die de heer Visser geeft. De
commissie had die opdracht; er was voor
haar geen ander deel. 't ls geen persoon
lijke quaestie geworden, maar steeds een
persoonlijke quaestie geweest. De Directeur
heeft totaal geen verklaringen kunnen af
leggen, dat het ouderwijs des heeren K.
slechter zou zijn geworden. Spr. acht een
verder onderzoek ton deze onnoodig.
De heer Plomp zegt, dat al mocht eens
bewezen worden, dat de heer K. een slecht,
docent is, het Raadsbesluit zijner benoeming
dan toch niet ongedaan kan worden gemaakt.
Eerst nadat hij in functie is getreden, kan
hij wegens ongeschiktheid worden ontslagen.
Men is nu te zeer verdeeld dan dat men een
onpartijdig oordeel zou kunnen vormen.
En wie zal de hoedanigheid van het onder-
vi ijs beoordeelen? De commissie kun dat zelf
niet en zou zich moeten doen voorlichten
door een commissie van vakmannen. Zeifs de
Directeur heeft desgevraagd verklaard, dat
het onderzoek hoogst moeilijk zou zijn; de
heer K. beoordeelt zelf de vorderingen en
geelt zelf de cijfers voor het lijstwerk. En
waarom zal men thans een onderzoek gaan
instellen naar de capaciteiten van den heer
K. en niet van de overige aanbevolenen of de
benoemden
De heer Van Esveld zegt, eenigszins
teleurgesteld te zijn door het rapport. Spr.
herinnert dat de heer K. niet voorkwam op
de aanbeveling, hetgeen een aanwijzing was,
dut er betere sollicitanten waren dan hij. In
geheime, zitting is dit in den breede be
en tóch is de heer K. benoemd. Weliswaar
is de heer K. twee jaar als tijdelijk leeraar
gecontinueerd, doch ntt hij zou worden aan
gesteld tot vast leeraar op Rijks-tractement
moest men omzien naar tie beste krachten.
Ook uit dien hoofde kan het advies van den
Inspecteur zoozeer ui wijken van vorige
adviezen.
De heer Jorissen merkt op, dat de In
specteur eerat schroef nadat dn benoeming
een voldongen feit was en dat hy er wel
wat te veel op gerekend schynt te hebben,
dat de Raad zich zou houden aan de aan
beveling.
Wethouder C e 1 o s se meent, dat de heer
Jorissen optreedt als rapporteur der com
missie, die wel degelijk verder schijnt onder
zocht te hebben. Spr. moet opmerken, dat
de heer Ten Dam thans reeds elders is be
noemd, terwijl de heer Kerkkamp, die niet
de rechte man op de rechte plaats is, her
haaldelijk doch steeds vruchteloos naar elders
solliciteerde. Ook spr. verzoekt, dat de com
missie ook met het nieuwe onderzoek zich
zal belasten.
De heer Jorissen meent uit het door
den heer Wethouder van Onderwijs gespro
kene te ntoefen opmaken, dat B. en W.
meer gegevens omtrent den heer K. hebben
dan de aanwijzing «matig leeraar" en ver
zoekt die mee te deelen. Spr. zegt geenszins
rapporteur te zijn.
Wethouder Celosse antwoordt, dat
B. en W. geen andere inlichtingen hebben.
Spr. brengt hulde aan het nauwgezette en
onpartijdige onderzoek der commissie en zegt
gaarne gewild te hebben dat in deza verga
dering nadere inlichtingen waren verstrekt
aangaande de geschiktheid des heeren K. Dat
men een matig leeraar aanstelt als tijdelijk,
komt meer voor; doch bij vaste aanstelling
op flink tractement zoekt men de beste krach
ten. Spr. dankt den heer Jorissen voor de
hoffelijke wijze waarop hij het debat voert
en die zoozeer afsteekt bij het lachen van
anderen, zoodra iemand spt die bet niet
volkomen met hen eens is.
De heer Kleber stelt voor, het nader
voorstel van B. en W. te verwerpen.
Mr. Prikken verklaart, het rapport
met groote belangstelling te gemoet gezien
en het met niet minde:- belangstelling ge
lezen te hebben. De nauwkeurige wijze
waarmee de commissie den weg afbakende,
verdient volle waardeering evenals haar
hoorett van alle partijen. Intusschen moet
spr. vragen wie hier ooit zou durven solli-
citeeren als hij kans iiep, dat zijn benoeming
zou worden «aangevuld" tot een tijdelijke.
M r. Heyligers stelt voor, dat B. en W.
zeiven het onderzoek zullen doen, dat zij in
hun nader voorstel wensohen op te dragen
aan de Raadscommissie.
De heer Kleber merkt nog op, dat de
Raad geenszins aan B. en W. opdraagt, een
onderzoek in te stellen naar de minderwaar
digheid des heeren K.
B. en W. nemen het voorstel-Heyligers
over waarna het voorstel om het nader on
derzoek te doen instellen door B. en W.
wordt verworpen met 12 tegen 4 stemmen
(vóór de heeren Gerritsen, Van Esveld, Ce
losse en mr. Heyligers) en dat om het nader
onderzoek op te dragen aan een commissie
wordt verw u-pen met 11 tegen 5 stemmen
(vóór de heeren Visser, Celosse, Van Esveld,
mr. Heyligers en Gerritsen).
De Voorzitter zegt nu, gemachtigd te zijn
om in te trekken hel voorstel van B. en W.
om de vaste benoeming van den heer Kerk
kamp te beschouwen als een tijdelijke.
De heer Kerkkamp bleel' dus benoemd als
vast leeraar.
Middelerwijl was het 4.20 geworden.
Een korte discussie ontspon zich nog over
het voorstel tot wijziging van den titel
«waarnemend Gemeente-archivaris" en «ad
junct waarnemend Gemeente-archivaris" in
«Gemeente-archivaris" en «adjunctGemeente
archivaris".
De heer Van Beek herinnerde er aan,
dat de heer Van Rootselaar steeds den t'tel
waarnemend Gemeente-archivaris had. Waar
om zou men twee betrekkingen creëeren
Spr. wilde liever geen overijld besluit doen
nemen, het voorstel renvoyeeren naar de
afdeelingen en doen behandelen bij de Ge-
meente-begrooting.
Mr, Heyligers zeide, dat de Raad dr.
Reynders in ieder geval grooten dank ver
schuldigd is voor het belangrijke werk dat
hij in korten tijd voltooide en waarop reeds
jaren lang is gewacht.
De heer Jorissen merkte op, dat dr.
Reynders den titel slechls vroeg als vergoe
ding voor den nu opgeleverden arbeid. Dat
een nieuwe betrekking zou worden gescha
pen, gelijk de heer Van Beek aangeeft, acht
spr. niet juist, en de Raad heeft het In ieder
geval steeds in de hand om de betrekkingen
weder te laten vervallen.
De heer Van Beek zegt, volstrekt niets
te willen afdoen op de verdiensten van dr.
Reynders doch alleen te willen voorkomen,
dat men een overijld besluit neemt.
De heer Van Esveld merkt op, dat het
hier volstrekt geen geldquaestie geldt.
De lieer V a n K a 1 k e n zal het voorstel-Van
Beek steunen, dat nu in stemming gebracht,
verworpen wordt met 13 tegen 3 stemmen
(vóór de heeren: Van Kalken, Hamers en
Van Beek).
Al het overige verhandelde deelden we
reeds Donderdag mee.
Ter gelegenheid van den 23aien verjaardag van
II. M. de Koningin zal hier Maandag 12 uur op
het voorterrein der infanterie-kuzernes pen groote
parade worden gehouden door de troepen van
net garnizoen.
De troepen zullen worden gecommandeerd door
juitenant-Kolonel H. G. J. Swaving, van het
le regiment veld-nrtillerie, en de honneurs be
wijzen aan kolonel W. A.T. de Meester, garnizoens
commandant.
Gedurende do plechtigheid heeft het publiek
toegang tot het voorterrein door do hoofdpoort
der kazerne.
Herinneren we nog, dut de feestelijkheden hier
zich zullen beperken tot een aubade vun den Sint
Jorls-toren en een avond-concert op den Hof,
beide door de „Amersfoortsche Muziek-vereeni-
ging", terwijl in do kazernes volksspelen en wed
strijden worden gehouden.
De temperatuur van het water in de nieuwe
Bad- en Zweminrichting was gister- en heden
ochtend to 7 uur 60 F.
In ons vorig nummer deelden we mee, dat de
nieuwe Lagere school aan de Puntenburgerlaan
Maandag 1 September in gebruik zal worden
genomen.
De intelligente lezer zal alreeds hebben be
grepen, dat er bad moeten stuan Dinsdag 1 Sep
tember.
In een der bladen wordt meedegedeeld, dat
rentbriefkaarten niet als drukwerk aiogen wor-
en verzonden naar het buitenland.
Dat mag wel, mits men ze frankeere met 2'/,
en er niets meer opschrijve dan den naam van
afzendster of afzender, daar men anders öf 5 cent
moet betalen óf boeteport doet hellen van de
geadresseerde.
Kapitein R. J. graaf Schimmelpenninck, adju
dant van H. M. de Koningin, ia met ingang van
1 September bevorderd tot majoor bij den Grooten
staf.
Behalve de heer W. A. van der Gant, die toe
gelaten is als cadet voor de infanterie O. I. L.,
is bij het admissie-examen voor de Kon. Mili
taire Academie te Breda geslaagd de heer A. E.
van Marle, leerling van de Hoogere Burgerschool
hier, die zal worden opgeleid tot officier bij de
artillerie O. I. L.
Bij het 5e regiment infanterie zijn bevorderd:
tot majoor de kapitein A. L. Klerk de Reus, van
der. Generalen staf, Secretaris der Permanente
Spoorweg-commissie, en tot kapitein dele luite
nant W. F. Ruempoll, van het korps.
Majoor Klerk de Reus wordt belast met het
bsvel over het 2e bataljon.
Luitenant-kolonel J, O. Buytendijk, van het
5e regiment infanterie, is op zijn verzoek ge-
pension neerd.
Kapitein E. C. Boogaert, van het le regiment
veld-nrtillerie, is bevorderd tot majoor en wordt
1 September belast mot het bevel over de le
afdeeting van het korps te Utrecht.
Tot kapitein bij het le regiment veld-nrtil
lerie is bevorderd de le Luitenant-adjudant L.
W. baron Van Boetselaer, van het korps Rij
dende artillerie.
In de gisteravond gehouden vergadering van
werkende leden van het symphonie-orkest „Ju-
bal" werden de heeren A. M. Kollewijn Nz. en
G. J. Slothouwer als Bestuurslid herkozen.
Drie nieuwe leden werden aangenomen, zoo
dat het orkest thans rond 10 leden exécutanten
telt.
Op de Statuten zal Koninklijke goedkeuring
worden gevraagd.
De kei-bekransing werkt aanstekelijk.
Donderdagavond hebben jongens uit de Hel
lingstraat óok een krans aangedragen, zonder
muziek, zonder bcngaalsche verlichting, maar
met een hoogst geanimeerden rondedans.
In plaats van dr. A. J. Resink, die elders
zich metterwoon vestigde, is benoemd tot Voor
zitter van den „Arnersfoortschen Bestuurders
Bond" de heer H. Hekkenberg.
Door de „Maatschappij van Brandverzekering
voor het Koningrijk «Je Nederlanden", welke
gevestigd is te 's-llertogenbosch en wier agent
hier ter stede is de heer Th. J. H. Binnchi, is
een geldelijke belooning uitgereikt aan het per
soneel der Wilhelmina-spuit voor de hulp op
16 Augustus verleend bij den hooibroei op de
boerderij van N. van Vel zen aan de Hoogewog.
Een viertal bengels van 14 tot 16 jaar bebben een
avontuur uitgehaald, dat hun zeer duur te stade zal
komen, vooral omdat met zooveel overleg <u voor
bedachten rade door hen te werk is gegaan, dat
aan ontoerekenbaarheid niet te denken valt.
Reeds lang was by den nanlegger J. S. het plan
gerijpt, eens een zomerreisje te ganu doen de overi
gen keurden dit bijzonder goed. Doch geld ontbrak.
Toen nu Woensdag de koffer van een der Cbi-
neezen, die de hulde hielp brengen aan den Kei,
in „Concordia" werd gebracht, zag S. dat deze kof
fer niet goed gesloten was. Hij keek eens wat or
zooal in zat en „vond" in een jas een portefeuille
met bankpapier, waarvan hij zich voorloopig f140
toeeigende. Iemand, die niet tot 't complot be-
behoorde, werd nu uitgezonden om een ueol van
het geld to wisselen, hetgeen op zeer listige manier
geschiedde. Toen den jongen gevraagd word voor
wien 't was, gaf hij zonder bikken of blozen een
verkeerden naam op.
Nu er geld was, werden de drie andere deelne
mers gewnarschuwd voor dezen werd een jasje, voor
den ander een brouk en voor allen een zelfde pet
gekocht.
Zóo trokken de reizigers naar Utrecht en vandaar
naar Rotterdam, nadat eerst J. 8. f20 van bet ge-
wisseldo bankje van f00 in de schoot zijner moeder
hnd geworpen die aan tafel zat te slupeu en haar
zoou nog net zag verdwijnen, zoodat zjj geen verdere
navraag kon doen. Te Rotterdam vonden de heeren
hel te druk en zoo trokken ze Daar Roxendaal om
vauiluar naar Antwerpen te gaan. Ze wandelden
naar Essen, maar toen liet donker werd. werd het
A. H. D. wel wat bang en ging deze terug, spoedig
gevolgd door J. B.de hoofdaanlegger en W. 8.
stapten nog een eindje verder, doch do pret was er
ook bij hen af, zoodat ook tij maar besloten, terug
te gaan. Zjj haalden de beiden eersten weer in en
trokken toen (le aandacht van een agent van politie,
die hen staande hield en voor alle zekerheid maar
naar do Marechaussee-kazerne bracht, vanwaar ze
Donderdag hierheen werden geleid,
J. 8. is hodenoohtend naar Utrecht gebracht en
ter beschikking van de Justitie gestold.
Van het geld is nog oen goede i 100 over.